33 576 Natuurbeleid

Nr. 185 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 januari 2020

In deze brief ga ik in op mijn voornemen om het gebruik van glyfosaat door Staatsbosbeheer de komende twee jaar naar nul af te bouwen. Hierbij ga ik in op de reden voor het gebruik van glyfosaat, waar het gebruik nog voorkomt en hoe ik de afbouw wil realiseren. Met deze brief geef ik ook invulling aan de motie van het lid Bromet die de regering verzoekt ervoor te zorgen dat Staatsbosbeheer het gebruik van glyfosaat stopt bij het beheer van hun natuurgebieden (Kamerstuk 33 576, nr. 170) en mijn toezeggingen uit het AO Natuur van 12 september (Kamerstuk 33 576, nr. 169) en 5 december jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 33, item 14).

Huidige situatie

Het gebruik van glyfosaat is binnen Staatsbosbeheer gereguleerd. Het mag alleen in een aantal gevallen gebruikt worden bij de bestrijding van invasieve exoten, die een bedreiging vormen voor mens en natuur. Indien er geen realistische alternatieven zijn en bestrijding noodzakelijk is, is gebruik van glyfosaat toegestaan.

Voornemen

Staatsbosbeheer is voornemens het gebruik van glyfosaat de komende twee jaar naar nul af te bouwen. Dat doet Staatsbosbeheer door in te zetten op een aantal sporen:

  • 1. Staatsbosbeheer investeert in duurzaam herstel van veerkrachtige ecosystemen, waardoor de druk van ongewenste vegetaties en invasieve exoten naar verwachting afneemt.

  • 2. Staatsbosbeheer bestrijdt ongewenste vegetaties (invasieve exoten) door nu stevig in te grijpen. Een voorbeeld is het uitgraven en verwijderen van dichte clusters. Het is de verwachting dat ongewenste vegetaties vervolgens met minder intensieve en verstorende beheermaatregelen (zoals (intensief) maaien) kunnen worden beheerst.

  • 3. Het gebruik van glyfosaat in door Staatsbosbeheer aan derden verpachte terreinen wordt in de nieuw op te stellen pachtcontracten in principe verboden. Lopende pachtcontracten – waarin het middel nog zou kunnen zijn toegestaan – worden uit gefaseerd.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven