33 576 Natuurbeleid

Nr. 108 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 15 juni 2017

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Staatssecretaris van Economische Zaken voorgelegd over de brief van 13 april 2017 inzake het rapport bevindingen verbeteren implementatie Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) in Nederland (Kamerstuk 33 576, nr. 100), over de brief van 2 juni 2017 inzake het fiche een actieplan voor de natuur, de mensen en de economie en over de brief van 7 juni 2017 inzake toezegging schriftelijke reactie op kritiek van groene organisaties op het actieplan Vogel- en Habitatrichtlijn (Kamerstuk 33 576, nr. 107).

De vragen en opmerkingen zijn op 12 juni 2017 aan de Staatssecretaris van Economische Zaken voorgelegd. Bij brief van 14 juni 2017 zijn de vragen, die betrekking hebben op het Europese actieplan en de Milieuraad van 19 juni 2017, beantwoord. De overige vragen zullen op een later tijdstip worden beantwoord.

De fungerend voorzitter van de commissie, Ziengs

Adjunct-griffier van de commissie, Kruithof

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Deze leden willen weten wanneer de bilaterale gesprekken over de verbetering van de implementatie plaatsvinden en wat de inbreng van Nederland hierin is.

De bilaterale gesprekken met de Europese Commissie zijn nog niet gepland. Mijn inzet in de bilaterale gesprekken is om die dilemma’s in de uitvoering aan te kaarten die ik in 2015 in de questionnaire heb aangedragen maar die in het actieplan niet specifiek opgepakt zijn. Dit betreft onder meer het combineren van natuur en andere, economische en maatschappelijke, opgaven, het omgaan met natuurontwikkeling en dynamische natuur, het mogelijk maken van een meer integrale gebiedsbenadering en het verminderen van administratieve lasten.

Wat is en wat wordt de status van het actieplan ter verbetering van de implementatie van de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR)?

Het actieplan voor de natuur, de mensen en de economie is een mededeling van de Europese Commissie. Een mededeling is een niet-bindende rechtsinstrument, hieraan zijn geen juridische consequenties verbonden. Het actieplan is bedoeld voor coördinatie of sturing van de implementatie van de Europese richtlijnen in de lidstaten.

De leden van de VVD-fractie vragen naar aanleiding van het fiche wat de Nederlandse inbreng is geweest ten aanzien van het actieplan voor de natuur, de mens en de economie. Op welke manier is er samenhang tussen de verschillende lidstaten aangebracht?

Het actieplan is opgesteld door de Europese Commissie. De lidstaten hebben geen directe inbreng gehad. Wel is voor het actieplan voortgebouwd op de Fitness Check van de VHR. Voor deze Fitness Check hebben lidstaten en stakeholders informatie aangeleverd.

Welke maatregelen zullen met name door de Commissies en het Comité van de regio’s worden uitgevoerd? Wie heeft hierin de regie? Op welke manier worden de maatregelen bekostigd?

In het actieplan staat in een tabel aangegeven welke acties met name uitgevoerd zullen worden door de Europese Commissie, het Comité van de Regio’s, de lidstaten en/of stakeholders. Over het algemeen is de Europese Commissie degene die de regie heeft. Met name bij de acties met betrekking tot verbeteren van communicatie en betrokkenheid, heeft het Comité van de Regio’s vaker de regie. Ik ga ervan uit dat het actieplan uitgevoerd zal worden binnen de bestaande middelen van Commissie en Comité van de Regio’s.

Deelt de Staatssecretaris de mening dat natuur en economie hand in hand moeten kunnen gaan om elkaar te versterken? Is daar voldoende rekening mee gehouden en zo ja, op welke manier is dit tot uitdrukking gekomen?

Ik deel de mening dat natuur en economie hand in hand moeten kunnen gaan om elkaar te versterken. Dit is een boodschap die ik ook steeds uitdraag. In het actieplan is een aantal acties geformuleerd dat hier betrekking op heeft. Richtsnoeren moeten de mogelijkheden om natuur en economie te combineren inzichtelijk maken (actie 1a), er staat een specifieke actie (1b) in voor het ontwikkelen van een richtsnoer over ecosysteemdiensten. Verder wordt in actie 2 voorgesteld te onderzoeken of innovatiedeals mogelijkheden bieden voor Natura 2000 en in actie 8c of meer private investeringen mogelijk zijn, daarnaast zijn er acties voor integratie met onder andere het GLB (actie 9) en het GVB (actie 10).

De leden van de VVD-fractie constateren dat de Staatssecretaris in een eerdere brief schrijft dat het nieuwe kabinet de maatregelen ter hand zal nemen, maar in het fiche wordt geschreven dat de meeste maatregelen in 2017 gestart zullen worden. Kan de Staatssecretaris aangeven welke maatregelen voor 2017 zijn gepland en welke maatregelen door een nieuw kabinet worden opgepakt?

In het actieplan staat in een tabel aangegeven welke acties wanneer uitgevoerd zullen worden. De acties die voor 2017 gepland staan, zijn vooral acties voor de Europese Commissie: bijvoorbeeld de start met de update van de richtsnoeren en het opzetten van een ondersteuningsmechanisme, zoeken naar mogelijkheden voor betere financiering van natuur, waaronder ook het evalueren van het format van de Prioritized Action Frameworks (PAF’s) van de lidstaten en het uitroepen van de Natura 2000-dag op 21 mei. Andere acties voor 2017, die ook voor de lidstaten gelden, zijn over het algemeen lopende zaken, zoals het afronden van de aanwijzingen en beheerplannen en de uitwisseling van kennis.

Deze leden stellen vast dat onder de politieke betrokkenheid wordt gepleit voor soorten- en habitatactieplannen voor de meest bedreigde soorten. Op welke manier wordt hier invulling aan gegeven en op welke manier is en wordt er gekeken naar grensoverschrijdende soorten en habitats?

Bestaande soortbeschermingsplannen betreffen voornamelijk Europees ernstig bedreigde vogelsoorten. Dit betreft vogelsoorten die bedreigd zijn doordat ze een zeer beperkte verspreiding hebben (bijvoorbeeld de Spaanse keizerarend of de Siciliaanse rotspatrijs), maar ook trekkende soorten die bedreigd zijn (bijvoorbeeld kwartelkoning of dwerggans).

Het verschijnsel habitatactieplan is geheel nieuw. De Commissie heeft aangekondigd dit idee uit te proberen aan de hand van (tenminste) twee (groepen van) habitattypen. Welke dat worden, moet nog besloten worden aan de hand van de recent gepubliceerde Europese Rode Lijst van habitattypen.

De soortenactieplannen zijn bedoeld als hulpmiddel voor het identificeren en prioriteren van maatregelen om de populaties van deze soorten te herstellen binnen hun voorkomen binnen de EU. Zij geven informatie over de status, de ecologie, de bedreigingen en de huidige instandhoudingsmaatregelen voor elke soort en vermeld de belangrijkste acties die nodig zijn om hun staat van instandhouding in Europa te verbeteren. Elk plan is het gevolg van een uitgebreid proces van overleg met individuele deskundigen in Europa. De plannen zijn bedoeld om de lidstaten te helpen bij het behoud van deze soorten, maar ze zijn geen juridisch bindende documenten, noch leggen zij de lidstaten buiten hun bestaande wettelijke verbintenissen uit hoofde van deze richtlijn.

De leden van de VVD-fractie vragen wat de omvang van het LIFE-programma is. Wat betekent een verhoging van 10% van het LIFE-budget en ten laste van welke projecten zou dat volgens de Staatssecretaris kunnen plaatsvinden? Voor welke projecten benut Nederland het LIFE-budget?

Het EU-programma LIFE (L’Instrument Financier pour l'Environnement) is het financiële stimuleringsprogramma om uitvoering te geven aan Europees natuur-, milieu en klimaatbeleid. Het totale budget van LIFE in de periode 2014–2020 bedraag € 3,4 miljard. Hieruit worden subsidies gegeven aan indieners uit alle lidstaten.

De voorgestelde verschuiving betreft een verschuiving binnen het subprogramma milieu (van DLG ENVI) en zou ten koste kunnen gaan van de milieuprojecten op het gebied van bijvoorbeeld waterkwaliteit, waterkwantiteit, luchtkwaliteit, grondstofefficiëntie (biobased en circulaire economie). Het budget van LIFE klimaat wordt niet geraakt door deze voorgestelde verschuiving omdat het van een ander DG komt (DG CLIMA).

De voorgestelde verschuiving betekent niet automatisch dat er meer geld voor Nederlandse natuur- en biodiversiteitsprojecten zal komen, noch dat er minder geld komt voor Nederlandse milieuprojecten komt aangezien cofinanciering wordt verleend op basis van een ranking van alle ingediende projecten uit alle 28 lidstaten.

De leden van de VVD-fractie constateren dat op pagina zes de verwachtingen worden getemperd over de Nederlandse dilemma’s en de mogelijke oplossingsrichtingen, omdat deskundigen recent geconcludeerd hebben dat de meeste Nederlandse dilemma’s voortkomen uit beperkingen van de richtlijn en de interpretatie van het Europese Hof en niet zo zeer uit de Nederlandse implementatie. Dit is een kip-of-ei-discussie. De Staatssecretaris geeft aan dat de richtlijnen niet aangepast hoeven te worden maar blijkbaar wordt in de uitvoering toch tegen een aantal problemen aangelopen. Kan de Staatssecretaris een uitgebreide toelichting geven en ook ingaan op bijvoorbeeld de nadrukkelijke wens van de provincies Gelderland en Overijssel die meer ruimte willen hebben rondom het scheurverbod in en rondom Natura 2000? Deze leden vragen of er ruimte is om binnen de huidige regelgeving maatwerk te bieden en zo nee, welke andere wegen er zijn te bewandelen. Welke flexibiliteit biedt het actieplan voor het bedrijfsleven en kan de Staatssecretaris hiervan concrete voorbeelden geven?

De ruimte voor maatwerk en flexibiliteit is precies datgene waarnaar ik op zoek ben. De interpretatie van artikel 6 door het Europese Hof is zeer strikt, waardoor de letter van de richtlijn soms de geest van de richtlijn in de weg zit. In de bilaterale overleggen met de Commissie wil ik in Nederland voorkomende dilemma’s op dit gebied voorleggen en op zoek gaan naar en slimmere manier om daarmee om te gaan.

Over de stand van zaken betreffende de motie Geurts over het scheurverbod in Natura 2000-gebieden heb ik uw Kamer 29 mei jl. geïnformeerd (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1027). Ik heb, in afstemming met de provincie Overijssel en de betrokken partijen in het gebied, Wageningen Environmental Research opdracht gegeven de ecologische en milieukundige effecten van de gevraagde aanpassingen in beeld te brengen. Zodra deze studie is afgerond, zal ik uw Kamer over de uitkomsten ervan informeren. Ik verwacht u de studie binnenkort te kunnen toesturen.

De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen over de bevoegdheid van de Europese Commissie die een aantal activiteiten aankondigt die, zo valt te lezen, kunnen leiden tot nieuwe maatregelen en herziening van bestaande maatregelen. In het verleden heeft de Europese Commissie dit ook gedaan met de Vogel- en Habitatrichtlijn. Bestaat de mogelijkheid dat activiteiten leiden tot concrete regelgeving? En zo ja, is de Staatssecretaris het eens dat dit ongewenst is omdat de impact daar op dit moment nog niet van te overzien is? Zo nee, waarom niet?

Het actieplan is geen aanleiding voor nieuwe regelgeving of aanpassing van bevoegdheden. De richtlijnen zullen niet aangepast worden en er is geen sprake geweest van aanvullende regelgeving. Het actieplan is er vooral op gericht om bestaande regelgeving beter en/of slimmer uit te voeren.

De leden van de VVD-fractie zijn geen voorstander om nu al een voorschot te nemen op het meer inzetten van gelden voor biodiversiteit uit andere EU-fondsen zoals het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en het Visserijbeleid. Zij volgen hierin de Staatssecretaris dat hierover pas gesproken kan worden bij het volgende meerjarig financieel kader als ook alle andere wensen aan bod zijn. Is de Staatssecretaris bereid om dit signaal stevig te laten landen?

De inzet van de Nederlandse regering voor de toekomst van het GLB is gericht op het meer doelgericht inzetten van Europese subsidies, zoals voor agrarisch natuurbeheer met een focus op het voldoen aan onze internationale verplichtingen van de VHR. Ondertussen moeten de mogelijkheden die er nu al zijn voor biodiversiteit in bestaande EU-fondsen maximaal worden benut.

De leden van de VVD-fractie constateren dat de maatregelen uit paragraaf 2 kunnen leiden tot gevolgen voor de regeldruk. Is de Staatssecretaris bereid om voordat het actieplan of onderdelen daarvan geïmplementeerd worden een toets uit te voeren op regeldruk, administratieve lasten en op gevolgen voor het ondernemerschap?

Ja, ik ben bereid om, mochten er naar aanleiding van het actieplan acties voorgesteld worden die mogelijk effect hebben op regeldruk en administratieve lasten, een toets uit te laten voeren naar de effecten. Overigens is het streven om de regeldruk, administratieve lasten en gevolgen voor ondernemers juist te beperken door een slimmere implementatie.

De leden van de VVD-fractie vragen of een nadere toelichting kan worden gegeven op de stelling dat met dit plan beoogd wordt om lacunes in het mariene netwerk op te vullen, alsook voor alle gebieden de nodige beschermingsmaatregelen instellen. Welke waarden worden hierbij nagestreefd en welke aanvullende maatregelen worden voorzien, naast de reeds bestaande maatregelen en actieprogramma's die momenteel lopen, gelet op de looptijd van dit actieplan? Op welke termijn dienen deze maatregelen te worden genomen en wat betekent dit qua inzet van mensen en middelen?

In Europa loopt de aanwijzing van Natura 2000-gebieden op zee ver achter op de planning. Het stimuleren van het afronden van de aanwijzing van gebieden is dan ook een belangrijke actie in het actieplan. Conform de richtlijnen moeten vervolgens instandhoudingsmaatregelen vastgelegd worden, al dan niet in beheerplannen. Nederland ligt wat dat betreft overigens wel goed op schema. De Europese Commissie zal lidstaten helpen de synergie in de ten uitvoerlegging van onder meer de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRMS) te vergroten en bijvoorbeeld de ontwikkeling van visserijmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) voor mariene Natura 2000-gebieden te faciliteren. Het gaat hier om het ondersteunen bij de uitvoering van reeds vastgesteld beleid.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie met het actieplan de uitvoering van de natuurrichtlijnen wil verbeteren om zo ook snel vooruitgang te boeken op de EU Biodiversiteitdoelstelling 2020. Volgens de Europese Commissie zou dit ook de inwoners en de economie ten goede komen. Waar is deze stelling op gebaseerd, zo vragen deze leden. Hoe gaat deze samenhang in de praktijk concreet vormgegeven worden?

Door de kwaliteit van Natura 2000-gebieden en van natuur buiten die gebieden te verbeteren wordt de natuur veerkrachtiger, en hebben vervolgens ontwikkelingen die gewenst zijn voor andere doeleinden vaak geen significant negatieve effecten meer op de instandhoudingsdoelstellingen, omdat die instandhoudingsdoelstellingen ook mét die ontwikkelingen wel gehaald worden. Verder draagt een goed ontwikkelde natuur bij aan de gezondheid van mensen, en kunnen sectoren als toerisme er profijt van hebben. De natuur in stand houden en er duurzaam gebruik van maken is belangrijker dan ooit. Dit biedt veel mogelijkheden om investeringen in natuurbescherming aan te trekken en te stimuleren.

Zij vragen welke invloed dit actieplan heeft op de ruimtelijke ordening in Nederland en projecten die zijn of worden opgenomen in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Welk effect kan het hebben op nieuwe of toekomstige infrastructurele projecten?

Het actieplan heeft geen direct effect op de ruimtelijk ordening of infrastructurele projecten in Nederland. De acties zijn gericht op verbetering van de uitvoering van de VHR in de lidstaten. Dit betekent waar nodig betere uitvoering conform de regels en waar mogelijk slimmere en efficiëntere uitvoering binnen de regels. Omdat de implementatie in Nederland gedegen is vormgegeven, gaat het bij ons vooral om waar de mogelijkheden zijn voor slimmere en efficiëntere uitvoering.

Zij vragen wat de rol is van de Europese Commissie in deze. Er wordt namelijk gesproken over maatregelen die worden genomen op EU-niveau. Wat is de meerwaarde van een rol van de Europese Commissie in deze?

De Europese Commissie zal onder andere richtsnoeren gaan aanpassen en zo nodige nieuwe richtsnoeren maken voor sectoren. In deze richtsnoeren kan duidelijkheid verschaft worden over hoe economische ontwikkelingen en maatschappelijke opgaven gemakkelijker met natuur gecombineerd kunnen worden.

De leden van de VVD-fractie lezen dat met het actieplan de Europese Commissie wil aansturen op het meer inzetten van gelden voor biodiversiteit uit andere EU-fondsen, onder andere uit het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV). Wat is de grond voor deze verschuiving? Kan de Staatssecretaris toelichten of dit actieplan de Europese Commissie ook mandaat geeft dit te doen? Zo ja, gaat Nederland hier dan bezwaar tegen aantekenen? Is er zicht op de gevolgen van de visserij hiervan en is hierna onderzoek gedaan?

Besteding van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij is vastgelegd in het Operationeel Programma «Duurzaam vissen voor de Markt». Om middelen uit het EFMZV voor andere doelen in te zetten, moet het Operationeel Programma gewijzigd worden. Het initiatief hiervoor ligt bij de lidstaat. Binnen het EFMZV, dat loopt van 2013 tot en met 2020, is voor Nederland onder artikel 37 € 2,8 miljoen beschikbaar voor het opstellen en invoeren van beheermaatregelen en regionale samenwerking. Dit artikel is tot nu toe ingezet om glasaal uit te zetten in het kader van instandhoudingsmaatregelen, maar wordt nog niet ten volle benut. Ik ben, zoals in het Operationeel Programma beschreven, echter wel voornemens deze middelen in te zetten voor samenwerking met belanghebbenden ten behoeve van biodiversiteit. Dit betreft echter geen wijziging van de bestaande invulling van het EFMZV.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het rapport «Een betere implementatie van de VHR in Nederland», de brief over dit rapport en de fiche over het actieplan voor de natuur, de mensen en de economie. Hierover hebben deze leden nog vragen.

De Europese Commissie stelt een actieplan op voor verbetering van de implementatie van de Vogel- en Habitatrichtlijn. De leden van de CDA-fractie lezen dat er bilaterale gesprekken met de lidstaten zullen worden gehouden. Waar zet de Staatssecretaris op in als maatwerk voor slimmere manieren van implementatie bij de Europese Commissie? Is de Staatssecretaris bereid om zich in te spannen om meer handen en voeten te geven aan economische, sociale, en culturele aspecten in deze gesprekken?

Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar mijn antwoord op de vragen van de leden van de VVD-fractie.

De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat natuurbescherming niet ophoudt bij de nationale grenzen en zoeken ook naar mogelijkheden om met de ons omringende landen gezamenlijk tot afspraken op het gebied van natuurbescherming te komen. In hoeverre kan het gemeenschappelijk platform van het comité van de regio’s dienen als medium om beleid op elkaar af te stemmen? Is deze samenwerking wel voldoende en hoe zou verdergaande gezamenlijke inrichting van natuurbeleid mogelijk gemaakt kunnen worden?

In veel landen in Europa is de uitvoering van het natuurbeleid in meer of mindere mate gedecentraliseerd. Regionale en/of lokale overheden zijn daardoor bij uitstek experts (aan het worden) in de uitvoering. Daarom is het van belang dat de andere overheden betrokken worden bij de verdere inrichting van het natuurbeleid. In Nederland trekken we in het traject van de Fitness Check en het actieplan VHR dan ook samen op met de provincies. In het Comité van de Regio’s kunnen andere overheden met name van elkaar leren en praktijkervaringen uitwisselen. Hiermee kan de manier waarop het beleid uitgevoerd wordt op elkaar afgestemd worden.

Een verdere afstemming is mogelijk via de update en het breed beschikbaar stellen van de richtsnoeren, die momenteel niet bij alle lokale overheden in Europa bekend lijken te zijn. Verder vindt er afstemming plaats in het zogenaamde biogeografisch proces, waarin overheden, natuurbeheerders en andere betrokkenen gezamenlijk prioriteiten voor de biogeografische regio uitwerken en in specifieke themabijeenkomsten probleemgebieden worden besproken.

Zij vragen of de Staatssecretaris bereid is om in het kader van de update van de richtsnoeren zich in te zetten op een ecosysteembenadering in plaats van de bescherming van losse soorten.

Ik ben bereid om, in het kader van de update van de richtsnoeren, me in te zetten voor meer duidelijkheid over een ecosysteembenadering. Het is duidelijk uit het rapport «Een betere implementatie van de VHR in Nederland» dat de verplichtingen van de richtlijnen gelden voor alle afzonderlijke habitattypen en soorten. Een meer integrale gebiedsbenadering en het beter om kunnen gaan met natuurlijke dynamiek is vanaf het begin een belangrijk punt van mijn inzet in de Fitness Check geweest. Daarom is een duidelijk richtsnoer hierover voor mij ook belangrijk.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het rapport met bevindingen van experts voor een betere implementatie van de Vogel- en Habitatrichtlijn in Nederland evenals de reactie van de Staatssecretaris op het actieplan voor de natuur, de mensen en de economie van de Europese Commissie.

De leden van de D66-fractie merken op dat de Staatssecretaris de Europese Commissie gaat verzoeken kenbaar te maken dat het financieel beslag van de toekomstige middelen voor het gepresenteerde actieplan zal zijn. Kunnen deze leden daaruit opmaken dat het plan nog niet van dekking voorzien is?

Ik ga ervan uit dat het actieplan uitgevoerd zal worden binnen de bestaande middelen van de Europese Commissie. Nederland zal de Commissie vragen naar het financieel beslag van eventuele uit het actieplan voortvloeiende toekomstige voorstellen voor de uitvoering van de regelgeving.

De leden van de D66-fractie staan in beginsel positief tegenover het voorstel om het LIFE-budget voor projecten die het natuurbehoud en de biodiversiteit ondersteunen met 10% te verhogen, maar vragen wel af – gegeven het feit dat dit gaat gebeuren zonder dat de begrotingstoewijzing voor het LIFE-programma in zijn geheel verandert – ten koste van welke andere projecten dit zou gaan. Graag zouden zij vernemen om welke projecten dat gaat en een appreciatie van de Staatssecretaris krijgen ten aanzien van de gevolgen daarvan binnen Nederland.

Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar mijn antwoord op de vragen van de leden van de VVD-fractie.

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie zijn positief over het actieplan van de Europese Commissie en het voorstel om het LIFE-budget voor natuurbehoud en biodiversiteit te verhogen alsmede op het meer inzetten op van gelden voor biodiversiteit uit andere EU-fondsen. Deze leden hebben tegelijkertijd de verwachting dat dit actieplan niet afdoende is om de biodiversiteitsdoelen van 2020 te halen omdat middelen, juridische afdwingbaarheid en afstemming met overige terreinen zoals het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en Visserijbeleid ontbreekt. Deelt de Staatssecretaris deze verwachting? Zo nee, waarom niet?

Ik deel de verwachting dat het actieplan er niet voor gaat zorgen dat alle doelen van de EU-biodiversiteitsstrategie in 2020 bereikt zullen worden. Het actieplan is wel een belangrijke stap in de goede richting. Vanwege het aflopen van het mandaat van de huidige Europese Commissie is er weinig tijd voor de uitvoering van het actieplan. Dit beperkt de mogelijkheden, bijvoorbeeld voor het vrijmaken van middelen in het lopende meerjarige financiële kader en voor het verder integreren van biodiversiteit in ander beleid dat bovendien parallel in een ander kader geëvalueerd wordt. Maar ook als dat mogelijk was geweest, dan zou een zichtbaar resultaat voor de EU-biodiversiteitsdoelen, zoals een sterk verbeterde staat van instandhouding van soorten en habitattypen, op deze korte termijn niet mogelijk zijn. Natuurherstel kost nu eenmaal tijd en elke extra inspanning om het te bewerkstelligen is van belang.

Een belangrijke uitdaging volgens de leden van de GroenLinks-fractie is bijvoorbeeld de druk van het huidig visserijbeleid op de biodiversiteit op zee. Is de Staatssecretaris bereid om in Europa te pleiten voor een lagere visserijdruk in cruciale natuurgebieden op zee? Is de Staatssecretaris tevens bereid om niet alleen te pleiten voor het bij elkaar te laten komen van Europese fondsen, maar ook om binnen deze EU-fondsen een actief voorstander te zijn van het meer toedelen van deze gelden aan biodiversiteit en dit in Europees verband aan te jagen?

Het Gemeenschappelijk Visserijbeleid reguleert de visserijdruk en waarborgt dat de visbestanden duurzaam bevist worden. Om cruciale natuur op zee te beschermen worden onder de Vogel- en Habitatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie gebiedsbeschermende maatregelen getroffen. Deze maatregelen worden regionaal afgestemd.

De leden van de GroenLinks-fractie zien graag dat er een goede Europese infrastructuur komt om belangrijke natuurgebieden aan elkaar te koppelen en zodoende natuur herstellen. Deelt de Staatssecretaris de mening van de milieuorganisaties dat er hier een goed raamwerk voor moet komen, zo mogelijk in de vorm van een Trans-European Network for Green Infrastructure (TEN-G)?

Aangezien fragmentatie een van de grote problemen is bij het behoud van biodiversiteit, is het verbinden van natuurgebieden van groot belang. Daarom hebben wij in Nederland ook ons natuurnetwerk. Aansluiting op natuurgebieden in buurlanden biedt nog meer kansen voor natuur in Nederland en biedt soortenextra mogelijkheden om te reageren op klimaatverandering. Dat dit netwerk doorloopt verder Europa in is alleen maar goed.

Deelt de Staatssecretaris tevens de mening dat het actieplan zou moeten worden aangevuld met een concreet initiatief om de afname van bestuivende insecten tegen te gaan?

Een initiatief om de afname van bestuivers tegen te gaan heeft geen direct verband met de implementatie van de VHR, en werkt veel breder. De Commissie heeft aangegeven dit initiatief op te zetten, en het is opgenomen in de roadmap voor de Europese biodiversiteitsstrategie. Ik deel daarom de mening dat aanvulling van het actieplan op dit punt nodig is niet.

Is de Staatssecretaris bereid om tijdens de aankomende Milieuraad, al dan niet bij monde van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, zich in te zetten voor aanscherping van het actieplan? Is de Staatssecretaris bereid de mogelijkheden in de discussie te betrekken om binnen het lopende GLB nog extra prikkels voor behoud van biodiversiteit in te bouwen, dan wel de lidstaten te stimuleren om de ruimte binnen het GLB daarvoor maximaal te benutten? Wil de Staatssecretaris de mogelijkheden voor realisatie van het TEN-G netwerk in de discussie betrekken? Is de Staatssecretaris dit tevens bereid voor het doen van grondig onderzoek naar de benodigde financiële middelen op Europees niveau om de biodiversiteitsdoelen te bereiken en voor de inzet op een concreet plan om afname van bestuivers tegen te gaan?

Het actieplan is een mededeling van de Europese Commissie, het plan en de inhoud daarvan staan niet ter discussie in de milieuraad en zullen naar aanleiding van de milieuraad niet aangepast worden. Tijdens de milieuraad worden raadsconclusies vastgesteld. In deze raadsconclusies worden integratie van biodiversiteit in het GLB en een voorstel voor een TEN-G netwerk bepleit. Een onderzoek naar de financiële middelen voor de Europese biodiversiteitsdoelen is opgenomen in het actieplan: de lidstaten wordt gevraagd dit goed in beeld te gaan brengen, mede op advies van de Europese Rekenkamer.

Vragen en opmerkingen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie

De leden van de PvdD-fractie zijn verheugd in het actieplan te lezen dat ook het mariene netwerk zal worden voltooid en lacunes hierin zullen worden opgevuld (actiepunt 4). Kan de Staatssecretaris aangeven wat dit concreet betekent voor de Noordzee? Op welke termijn en met welke omvang zal het natuurnetwerk in de Noordzee voltooid worden? Graag een reactie.

Het actieplan omvat geen aanvullende maatregelen ten opzichte van de natuurrichtlijnen. Voor de Noordzee zal het beleid uitgevoerd worden zoals gepland.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie stellen vast dat er een verschil van mening is over de vraag in hoeverre bij de toetsing op grond van artikel 6.3 van de Habitatrichtlijn onderscheid gemaakt moet worden tussen soorten en habitattypen die (in)direct de aanleiding vormden voor selectie en aanwijzing van een Natura 2000-gebied en soorten en habitattypen die in een gebied beperkt voorkomen en geen reden vormden voor selectie en aanwijzing van dit gebied. Is de Staatssecretaris bereid te vragen om verduidelijking op dit punt bij de door de Europese Commissie voorgestelde update van de Natura 2000-richtsnoeren onder prioriteit A van het actieplan?

Ja, ik ben bereid om te vragen in de aan te passen richtsnoer over artikel 6 meer duidelijkheid te geven over voor welke waarden de bepalingen van artikel 6 gelden.

De leden van de SGP-fractie merken op dat in de ontwerpRaadsconclusies van het Maltese Voorzitterschap over het actieplan van de Europese Commissie onder meer wordt gevraagd om een flexibele uitvoeringsaanpak en om rekening te houden met specifieke nationale omstandigheden. De door de Europese Commissie vermeende flexibiliteit wordt onder meer gedwarsboomd door de strikte uitleg van het voorzorgsbeginsel door het Europese Hof van Justitie. Zo is het nog niet zeker of de Programmatische Aanpak Stikstof juridisch houdbaar is en zijn door de Raad van State prejudiciële vragen gesteld. Deze leden wijzen in dit verband ook op kritische uitlatingen van eurocommissaris Timmermans over de Nederlandse implementatie van de Natura 2000 regels. Eurocommissaris Timmermans zei in 2015: «On the Habitats directive, the review, we are looking at it right now. I for one am not in favour of lowering the standards. I think, if I look at a country I think I know rather well which is The Netherlands, much of the problems have arisen because of the way it was implemented at a national level, although this has always been denied by several agricultural Ministers through the history of the Netherlands. I still believe that if you look at the difference in the way the directives have been implemented between member states, one wonders why in certain member states this leads to so many more problems as in others.»

De regering gaf in reactie hierop aan dat juist de Europese Commissie en het Europese Hof van Justitie voor een rigide uitvoering van het Natura 2000 beleid hebben gezorgd (Kamerstuk 32 670, nr. 98). De regering gaf in deze brief ook aan dat zij hierover het gesprek met de Europese Commissie aan zou gaan. De leden van de SGP-fractie vragen naar aanleiding hiervan of dit gesprek heeft plaatsgevonden en met welk resultaat. Is de Staatssecretaris voornemens de Europese ambivalentie aan te blijven kaarten? Deze leden vragen of de Staatssecretaris bereid is te pleiten voor een meer flexibele uitvoeringsaanpak die ook juridisch houdbaar is. Is de Staatssecretaris bereid in te zetten op meer mogelijkheden voor mitigatie (saldo-benadering), bijvoorbeeld via een programmatische aanpak?

Een gesprek met de Europese Commissie heeft nog niet plaatsgevonden. Hiermee heb ik gewacht tot de uitkomst van de Fitness Check en vervolgens de publicatie van het actieplan. Een flexibele uitvoeringspraktijk die juridisch houdbaar is, een saldo-benadering en programmatische aanpakken zijn onderwerpen die ik wil oppakken in het kader van de bilaterale overleggen die nu in het kader van het actieplan voorgesteld worden.

De leden van de SGP-fractie constateren grote verschillen in de wijze waarop lidstaten de Natura 2000-richtlijnen uitvoeren. Hoogveen die aan deze kant van de grens beschermd wordt, wordt aan de andere kant van de grens, in Duitsland, afgegraven. In Duitsland ligt de hoeveelheid extra stikstofdepositie als gevolg van een bedrijfsuitbreiding waarbij pas een vergunning aangevraagd hoeft te worden vele malen hoger dan in Nederland. In Duitsland wordt als uitgangspunt genomen dat een mogelijk negatief effect pas significant is als dit effect ook in de praktijk gemeten kan worden. Verder geven de deskundigen aan dat de Nederlandse Raad van State het voorzorgsbeginsel van de Natura 2000-richtlijnen strikter toepast dan het Duitse Bundesverwaltungsgericht. Is de Staatssecretaris voornemens dergelijke verschillen aan te kaarten en te pleiten voor meer eensluidende interpretatie van de richtlijnen?

Ja, ik ben voornemens om verschillen in interpretatie van de richtlijnen aan te kaarten in de bilaterale overleggen. Verder zal ik pleiten om in de aan te passen en nieuw op te stellen richtsnoeren aan te dringen op meer duidelijkheid voor een meer eensluidende interpretatie van de richtlijnen.

Naar boven