33 552 Slachtofferbeleid

Nr. 112 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juni 2023

Met deze tweede voortgangsbrief informeer ik u over de uitvoering van de Meerjarenagenda Slachtofferbeleid 2022 – 2025 (hierna: Meerjarenagenda).1 In de Meerjarenagenda heb ik uiteengezet dat ik mij de komende jaren richt op het zo goed mogelijk tot uitvoering brengen van de slachtofferrechten en -voorzieningen die het afgelopen decennium zijn geïntroduceerd om zo de positie van slachtoffers te borgen. Dit aan de hand van de vier hoofdthema’s:

  • 1. Versterken rechtspositie slachtoffers

  • 2. Verbeteren bescherming slachtoffers

  • 3. Herijken schadeverhaal slachtoffers

  • 4. Uitbreiden ondersteuning slachtoffer

De afgelopen periode is in samenwerking met de diverse ketenpartners weer aan dit doel gewerkt. Er zijn stappen gezet in het verbeteren van de bescherming van de persoonsgegevens van slachtoffers in het strafproces. Daarnaast zijn de geconstateerde knelpunten in de gegevensuitwisseling tussen Slachtofferhulp Nederland en het Openbaar Ministerie weggenomen. Ook blijkt uit het bijgevoegde rapport van de derde meting van de slachtoffermonitor dat de slachtoffers in meerderheid positief tot zeer positief zijn over slachtofferondersteuning in de justitiële keten.2 Verder heb ik uw Kamer op 2 juni jl. geïnformeerd over de opvolging van het advies van de commissie-Donner over het schadeverhaal voor slachtoffers van strafbare feiten, waarbij ik op een aantal onderdelen verbeteringen voor slachtoffers ga bewerkstelligen. Tevens heb ik u op 15 mei jl. bericht over de voortgang van de implementatie van de Wet uitbreiding slachtofferrechten, waarbij de implementatie van de verschijningsplicht voor inhoudelijke zittingen op 1 juli 2024 in werking zal treden.3 Hieronder licht ik aan de hand van de vier hoofdthema’s de ontwikkelingen van de afgelopen periode toe. Voor een compleet overzicht van de activiteiten in het kader van de Meerjarenagenda, verwijs ik u naar de bijlage 1.

Voortgang Meerjarenagenda 2022 – 2025

Slachtoffermonitor

Ik ben verheugd dat de slachtoffermonitor een overwegend positief beeld laat zien over de kwaliteit van de justitiële slachtofferondersteuning. De onderzochte organisaties, van wie dit de verdiensten zijn, hebben hier goede stappen gezet. De slachtoffermonitor heeft als doel de kwaliteit van de justitiële slachtofferondersteuning, zoals ervaren door slachtoffers die met justitiële keteninstanties in aanraking komen, te monitoren. In deze derde meting stonden twee vragen centraal:

  • Wat is anno 2022 de kwaliteit van de justitiële slachtofferondersteuning, zoals bezien door slachtoffers?

  • Is de kwaliteitsbeoordeling met betrekking tot de politie, het Openbaar Ministerie (hierna: OM), de rechtspraak, Slachtofferhulp Nederland (hierna: SHN), het Schadefonds Geweldsmisdrijven (hierna: SGM) of het Slachtofferinformatiepunt Schadevergoedingsmaatregelen (SIS) van het Centraal Justitieel Incasso Bureau (hierna: CJIB) veranderd ten opzichte van de vorige metingen in 2012 en 2016?

Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat slachtoffers in meerderheid positief tot zeer positief zijn over slachtofferondersteuning in de justitiële keten. Het aandeel slachtoffers dat (zeer) positief is, varieert tussen 58 en 87 procent. Voor alle keteninstanties geldt dat een groter deel van de slachtoffers positief is over de slachtofferondersteuning dan negatief. Het aandeel slachtoffers dat (zeer) negatief is, varieert tussen 6 en 25 procent. Daarnaast wordt de ondersteuning van alle keteninstanties belangrijk gevonden.

Bij alle ketenpartners geldt dat de procesuitkomst (arrestatie, vervolging, veroordeling) van invloed is op (onderdelen van) de ervaringen met de slachtofferondersteuning. In de gevallen waarin dit speelt, zijn slachtoffers positiever over de slachtofferondersteuning wanneer er een arrestatie is verricht, wanneer een verdachte is vervolgd.

Daarnaast zijn er ook verbeterpunten geïdentificeerd. Deze verbeterpunten zien op onderdelen van de dienstverlening waar slachtoffers veel belang aan hechten maar waarmee de ervaringen relatief minder goed zijn:

  • Bij SHN, SGM en het SIS zou volgens slachtoffers in de eerste plaats de informatievoorziening (over de rechten en het verloop van het proces) richting slachtoffers verbeterd kunnen worden.

  • Aanvullend is bij SGM verbetering mogelijk waar het gaat om het betrekken van slachtoffers bij het nemen van een beslissing.

  • Bij de politie is de opsporing van verdachten een verbeterpunt.

  • Voor het OM geldt dat een goede inschatting maken van de schade, voldoende rekening houden met de wensen van slachtoffers en voldoende informatie uitvragen om een goede beslissing te nemen, verbeterd kunnen worden.

  • Tot slot gaat het bij de rechtspraak om de inspraak van het slachtoffer bij het proces en of de rechter voldoende heeft gedaan om de dader te berechten.

Tussen 2012 en 2022 is de relatieve waardering van verschillende hoofdaspecten van de slachtofferondersteuning niet veranderd.

Er is in deze periode een hoge mate van overeenstemming in de ervaringen met de ondersteuning door keteninstanties.

Ik ga over de geïdentificeerde verbeterpunten komende periode met de ketenpartners in gesprek. Over de voortgang hiervan zal ik uw Kamer in de volgende voortgangsbrief nader informeren. Het volledige rapport (bijlage 2), de bijlagen (bijlage 3) en de samenvatting (bijlage 4) treft u bijgaand aan.

Versterken rechtspositie slachtoffers

Rechten slachtoffers bij OM-strafbeschikking

Tijdens het commissiedebat slachtofferbeleid heb ik met uw Kamer gesproken over de balans die ik voorsta tussen de aard van de Openbaar Ministerie strafbeschikking (hierna: OM-strafbeschikking) en het borgen van de rechten van slachtoffers in die procedure.4 Ook in de brief van de Minister van Justitie en Veiligheid en mij d.d. 9 december jl. heb is daarop gewezen.5 Daarin kwam tevens terug dat het OM het slachtoffer expliciet zal gaan wijzen op de mogelijkheid van het indienen van een schriftelijke slachtofferverklaring, zodat de officier van justitie in staat wordt gesteld de belangen van het slachtoffer adequaat mee te wegen bij de keuze voor een afdoening.

Voor de afdoening met een OM-strafbeschikking geldt volgens het beleid van het OM een contra-indicatie bij ernstig spreekrechtwaardige delicten. Dat wil zeggen dat in dat geval geen OM-strafbeschikking mag worden opgelegd. Ik heb benadrukt dat de praktijk in lijn moet zijn met dit beleid. Het OM onderschrijft dat en zal nog dit jaar een onderzoek uitvoeren om een scherp beeld te krijgen bij de uitvoeringspraktijk. Over de uitkomsten van dit onderzoek zal ik uw Kamer berichten. Tevens blijf ik open staan voor eventuele signalen vanuit de Nationale ombudsman, die mij in zijn brief van 22 maart jl. heeft geschreven aandacht te houden voor de OM-strafbeschikking en de rol van het slachtoffer daarbij.

Meewegen belangen slachtoffers bij sepotzaken

Tevens heb ik in voornoemd commissiedebat toegezegd terug te komen op hoe wordt omgegaan met de belangen van slachtoffers bij sepotzaken.6 Dit naar aanleiding van vragen vanuit uw Kamer over de sepotactie bij het arrondissementsparket Oost Nederland en de acties bij de rechtbanken Den Haag en Noord-Holland waar zaken niet ontvankelijk zijn verklaard. In het merendeel van deze zaken waren geen slachtoffers betrokken. Ik betreur het dat het OM genoodzaakt is om deze sepotacties te doen, zeker in zaken waarbij wel slachtoffers zijn betrokken. Zowel het OM als ik hechten eraan dat de belangen van slachtoffers bij dergelijke acties worden geborgd. Het OM heeft mij laten weten er alles aan te doen dat dit in de praktijk ook gebeurt en zal hier in de toekomst, in samenwerking met SHN, scherp op blijven.

Driepartijenstelsel en onbelemmerd spreekrecht

Het lid Helder heeft naar voren gebracht dat het onbelemmerd spreekrecht van slachtoffers op gespannen voet lijkt te staan met de onschuldpresumptie.7

Zij heeft mij verzocht te verkennen of een driepartijenstelsel in dit verband wenselijk is. Het slachtoffer, het OM en de verdachte zijn dan gelijkwaardige partijen met de daarbij behorende rechten en plichten. Ik heb toegezegd deze wenselijkheid te onderzoeken en hierop in deze voortgangsbrief terug te komen.

In het Nederlands strafproces is sprake van een tweepartijenstelsel, waarbij het OM en de verdachte de procespartijen zijn. Invoering van driepartijenstelsel kent grote nadelen voor zowel slachtoffer, verdachte als OM. In het kader van de nadere uitwerking van de wet uitbreiding slachtofferrechten is mijn ambtsvoorganger hier uitgebreid op ingegaan.8

Voorts blijkt uit de evaluatie van het onbelemmerd spreekrecht dat er geen aanwijzingen zijn dat de onschuldpresumptie onder druk staat als gevolg van het onbelemmerd spreekrecht.9 Uit de evaluatie is bovendien gebleken dat de andere professionals overwegend positief zijn over de manier waarop rechters met het spreekrecht omgaan. Ook is gebleken dat het onbelemmerd spreekrecht niet gerelateerd is aan of de verdachte wel of niet wordt veroordeeld en of wel of geen schadevergoeding wordt toegekend. De slachtofferverklaring kan wel meegenomen worden in de beslissing van de rechter over de strafmaat. Dit is te zien aan het feit dat rechters hieraan refereren in het vonnis, veelal ter onderbouwing van de gevolgen van het strafbare feit. Het spreekrecht heeft ook wettelijk een informatiefunctie en zo lijkt het ook door rechters te worden gebruikt. Rechters hebben bovendien de mogelijkheid in te grijpen als een verklaring te ver gaat of grensoverschrijdend is.

Nu het invoeren van een driepartijenstelsel veel nadelen kent en uit de evaluatie van het onbelemmerd spreekrecht niet is gebleken dat er een spanning is tussen de onschuldpresumptie en het onbelemmerd spreekrecht, zie ik geen reden tot wijziging van het huidige Nederlandse strafprocesrecht.

Verbeteren bescherming slachtoffers

Privacy van slachtoffers in het strafproces

Slachtoffers hebben recht op bescherming van hun privacy. Er moet daarom zorgvuldig worden omgegaan met het gebruik van hun persoonsgegevens in het strafproces. De afgelopen tijd heb ik hier samen met de betrokken organisaties op twee onderdelen goede stappen in gezet.

Ten eerste is door OM en politie de impact van de nieuwe landelijke werkwijze domicilie bepaald. Ik heb hiervoor middelen beschikbaar gesteld en de werkwijze wordt deze zomer geïmplementeerd. Hiermee wordt voorkomen, indien een slachtoffer dit wenst, dat verdachten via het proces-verbaal van aangifte kennis kunnen nemen van het adres van het slachtoffer.

Ten tweede is vooruitgang geboekt op de uitwerking van het amendement van de leden Van Wijngaarden en Van Toorenburg (Kamerstuk 35 349, nr. 7). Dit amendement vraagt ervoor zorg te dragen dat in (proces)stukken bepaalde gegevens van het slachtoffer zoals adres, telefoonnummer en woonplaats, onvermeld blijven, tenzij deze gegevens voor door de rechter te nemen beslissingen redelijkerwijs van belang kunnen zijn.

Ook de uitvoerbaarheid en kosten voor de betrokken organisaties dienen als belangrijke factoren in een aanpak mee te wegen, gelet op de bijbehorende motie.10 Inmiddels is de (juridische) verdeling van verantwoordelijkheden tussen de verschillende organisaties in kaart gebracht. De benodigde algemene maatregel van bestuur (hierna: AMvB) is voor de zomer van dit jaar in concept gereed. Op basis van deze concept-AMvB kunnen de betrokken organisaties een impactanalyse uitvoeren en waar nodig hun werkproces aanpassen. Nadat deze impactanalyse is uitgevoerd en (internet)consultatie heeft plaatsgevonden, wordt het ontwerp van de AMvB in het kader van de bij het amendement voorgeschreven voorhangprocedure aan uw Kamer voorgelegd. Een eerste grove impactanalyse heeft laten zien dat de gereserveerde middelen in het coalitieakkoord meer dan voldoende blijken voor de uitvoering van het amendement. Daarom zijn de resterende middelen ingezet voor de implementatie van de verschijningplicht en voor het wegnemen van een aantal knelpunten in het schadeverhaal voor slachtoffers van strafbare feiten.

Herijken schadeverhaal slachtoffers

Affectieschade

Ik heb uw Kamer toegezegd te kijken naar de mogelijkheden voor broers en zussen in relatie tot de Wet affectieschade.11 Ook zij hebben immers groot verdriet en leed als hun dierbare door een misdrijf komt te overlijden of ernstig en blijvend letsel oploopt. Om het voor broers en zussen mogelijk te maken aanspraak te maken op vergoeding van affectieschade, is aanpassing van de Wet affectieschade nodig. Ik merk hierbij op dat de vergoeding van affectieschade niet alleen aan de orde is bij misdrijven, maar ook als sprake is van ongevallen. Een eventuele aanpassing van de wet heeft daarom niet alleen effect op het strafproces, maar ook daarbuiten. In 2020 hebben verzekeraars bijvoorbeeld zo’n tien miljoen euro aan affectieschade uitgekeerd.12

Ik vind het belangrijk de financiële en organisatorische consequenties van een eventuele wetswijziging op zowel de strafrechtketen als de verzekeraars zorgvuldig in kaart te brengen. De evaluatie van de wet, die gepland staat voor 2024, is daar het moment voor. Omdat ik, met uw Kamer, urgentie voel op dit onderwerp, heb ik het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum (hierna: WODC) gevraagd of het mogelijk is om de evaluatie naar voren te halen. Het WODC heeft hiermee ingestemd en zal op korte termijn, naar verwachting vlak na de zomer, beginnen met het onderzoek. Hierbij zal nadrukkelijk aandacht zijn voor de kring van aanspraakgerechtigden, onder wie broers en zussen. Daarnaast zal onder andere worden gekeken naar de omvang van de uit te keren bedragen en het eventuele effect van de invoering van de wet op de hoogte van verzekeringspremies. Op basis van deze integrale evaluatie zal ik uw Kamer informeren over mijn vervolgstappen.

Uitbreiden ondersteuning slachtoffer

Optimalisering MijnSlachtofferzaak.nl

Via het ketenbrede slachtofferportaal MijnSlachtofferzaak.nl werken verschillende organisaties samen om slachtoffers en nabestaanden van informatie te voorzien over de voortgang van hun strafzaak, contactmogelijkheden te bieden met betrokken organisaties en informatie te verschaffen over de rechten van slachtoffers. MijnSlachtofferzaak.nl is de afgelopen tijd verder doorontwikkeld om de informatiepositie van slachtoffers te verbeteren. Vanaf medio april 2023 kan het slachtoffer op Mijnslachtofferzaak.nl een actueel financieel overzicht van de schadevergoedingsmaatregel bekijken. Slachtoffers krijgen op die manier via het portaal inzicht in de status van de door hen te ontvangen schadevergoeding via het CJIB en de eventuele uitkering van het SGM. Daarnaast kunnen steeds meer slachtoffers gebruik maken van MijnSlachtofferzaak.nl. Omdat de politie de delictsoorten in het portaal heeft uitgebreid, kunnen nu ook slachtoffers van bedreiging en enkele zedendelicten (zoals aanranding en grooming) gebruik van het portaal maken. De komende periode wordt de dienstverlening verder uitgebreid door in te zetten op het toevoegen van een centrale notificatievoorziening via de Berichtenbox van MijnOverheid.nl en het realiseren van meer interactiemogelijkheden met het slachtoffer.

Verbeteren ondersteuning van zedenslachtoffers

Om grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld te voorkomen, te herkennen, aan te pakken én om hulp te bieden aan de slachtoffers, zet het kabinet in op een meerjarige brede aanpak met het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.13 Het Actieprogramma is uitgewerkt aan de hand van vijf actielijnen en is op 13 januari 2023 gelanceerd. Onder actielijn 5 werk ik samen met de betrokken bewindspersonen van Volksgezondheid Welzijn en Sport (hierna: VWS) aan goede hulpverlening die makkelijk vindbaar is. Zo wordt in 2023 toegewerkt naar concrete vervolgstappen voor het verbeteren van de inrichting en uitvoering van laagdrempelige hulp voor slachtoffers en plegers van geweld in afhankelijkheidsrelaties en seksueel geweld. Hiervoor worden de uitkomsten van het onderzoek «Laagdrempelige hulp voor slachtoffers en plegers van geweld in afhankelijkheidsrelaties» gebruikt dat op 20 maart jl. door de Staatssecretaris van VWS mede namens mij naar uw Kamer is gezonden.14

Een andere ontwikkeling gericht op het verbeteren van de ondersteuning aan zedenslachtoffers is de door uw Kamer aangenomen motie die het kabinet verzoekt de hulpverlening via het Landelijk Centrum Seksueel Geweld (LSCG) te versterken.15 Dit naar aanleiding van de behandeling van de initiatiefnota van D66 die is gericht op maatregelen in de aanpak van seksueel geweld. Zoals toegezegd zal ik uw Kamer voor de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Justitie en Veiligheid informeren over de uitvoering van deze motie.

Ik werk verder aan de realisatie van een actieve doorverwijzing van slachtoffers van ernstig geweld en zedenmisdrijven naar een gespecialiseerde slachtofferadvocaat. Ik kan melden dat er op dit moment een haalbaarheidsonderzoek wordt gedaan naar een systeem om de berichtgeving van politie naar slachtofferadvocaten (met een kennisgeving aan SHN) geautomatiseerd te laten verlopen. Mede aan de hand van de uitkomsten van dit onderzoek zal een besluit worden genomen over de landelijke implementatie van de actieve doorverwijzing van slachtoffers van zedenzaken naar een slachtofferadvocaat. Realisatie zou betekenen dat een slachtoffer van een zedenmisdrijf al vóór de aangifte kan worden bijgestaan door een slachtofferadvocaat. Ik houd uw Kamer via de voortgangsrapportage slachtofferbeleid op de hoogte van de voortgang.

Gegevensuitwisseling politie-OM/SHN

In het commissiedebat Slachtofferbeleid van 1 juni 2022 (Kamerstuk 33 552, nr. 101) wees uw Kamer mij op een knelpunt in de informatie-uitwisseling tussen SHN en het OM. Op 8 juni 2022 heeft uw Kamer hierover ook een door het Kamerlid Mutluer ingediende motie aangenomen.16 In mijn brief van 3 november 2022 informeerde ik uw Kamer dat ik hierover in gesprek ben met de betrokken partijen.17 Ik ben verheugd als uitkomst van dit gesprek te kunnen meedelen dat de eerder geconstateerde knelpunten in de informatie uitwisseling tussen SHN en het OM zijn weggenomen. Hierdoor kan SHN met inachtneming van de privacywetgeving via het OM blijven beschikken over de benodigde persoonsgegevens en relevante strafvorderlijke gegevens om slachtoffers in de vervolgingsfase actief te kunnen benaderen. Daarmee beschouw ik de motie als afgedaan.

Hulp aan jonge slachtoffers

Uw Kamer heeft recent de aandacht gevestigd op het feit dat een groot aantal jongeren zich, na een ingrijpende gebeurtenis, niet meldt bij de politie of bij een hulpinstantie.18 Daardoor kunnen zij geen ondersteuning krijgen bij de verwerking van wat hen is overkomen, terwijl ze mogelijk wél last hebben van die gebeurtenis. Ik heb toegezegd om met SHN in gesprek te gaan om te kijken wat er nodig is om jonge slachtoffers beter te kunnen bereiken. Dit gesprek loopt. In mijn volgende voortgangsbrief informeer ik uw Kamer over mogelijke vervolgstappen.

Slachtofferwijzer

Een van de informatiebronnen die voor slachtoffers beschikbaar is, is Slachtofferwijzer.nl. Slachtofferwijzer is een particulier initiatief van het Fonds Slachtofferhulp. Op deze website, die sinds 2012 beschikbaar is, kunnen slachtoffers, hun naasten, hulpverleners en geïnteresseerden informatie vinden over praktische, juridische, emotionele en financiële hulpverlening. De site wordt door ongeveer 45.000 unieke bezoekers per maand bezocht.

Het Fonds Slachtofferhulp werkt op dit moment aan een doorontwikkeling van de site. Doel hiervan is om de site toegankelijker te maken voor slachtoffers en meer te laten aansluiten bij hun behoefte en belevingswereld, zodat nog meer slachtoffers (h)erkenning vinden en goed geholpen kunnen worden. Naar verwachting is de hernieuwde site na de zomer beschikbaar. Ik ondersteun dit initiatief van harte en heb hiervoor financiële middelen ter beschikking gesteld. Het is voor slachtoffers van belang dat zij op eenvoudige wijze de weg naar de juiste hulp weten te vinden. De doorontwikkeling van SlachtofferWijzer sluit goed aan bij de ambities uit mijn Meerjarenagenda Slachtofferbeleid 2022 – 2025. Eén van de prioriteiten in de Meerjarenagenda is het bieden van hulp en ondersteuning aan slachtoffers en het verder professionaliseren en uitbreiden van deze hulp. Door betere informatievoorziening die past bij de behoeften van slachtoffers, draagt SlachtofferWijzer bij aan mijn doelstelling om slachtoffers beter te helpen en ondersteunen.

Uitvoering van overige moties en toezeggingen

Slachtoffers schoolgijzeling Bovensmilde

Het lid Ellian (VVD) heeft meermaals aandacht gevraagd voor de slachtoffers van de gijzeling van de lagere school in 1977 in Bovensmilde.19 Eerder heb ik aangegeven dat ik op basis van gesprekken met slachtoffers zou bezien of, en zo ja welke vervolgstappen noodzakelijk zijn.20 In november en december van het afgelopen jaar hebben medewerkers van mijn ministerie de eerste gesprekken gevoerd met een aantal slachtoffers van de gijzeling. Op basis van deze indrukwekkende gesprekken is mij gebleken dat er op het gebied van erkenning en ondersteuning verschillende behoeften leven bij een aantal van hen. Na de gijzeling destijds heeft de Staat de slachtoffers, naast een financiële tegemoetkoming, ook medische en psychosociale hulpverlening aangeboden. Zonder een oordeel te willen geven of deze nazorg en ondersteuning destijds – met de kennis van nu – voldoende is geweest, brengen deze gesprekken mij wel tot de conclusie dat ik wil bezien wat ik nu voor deze slachtoffers kan betekenen.21 Ik heb daarom een projectleider aangesteld om op een zorgvuldige manier en zoveel als mogelijk in samenspraak met de slachtoffers invulling te geven aan dit proces. Onderdeel daarvan is de behoeften van slachtoffers en welke vervolgstappen aangewezen zijn verder in kaart te brengen.

Daarbij is essentieel dit niet alleen samen met de slachtoffers te doen, maar ook met het lokale bestuur en andere betrokken departementen. Middels de voortgangsbrieven over de Meerjarenagenda houd ik uw Kamer op de hoogte van dit traject.

Toekomstbestendig slachtofferbeleid

Strategische Evaluatie Agenda en ontwikkeling nieuwe visie slachtofferbeleid

In het afgelopen decennium zijn slachtoffers van een strafbaar feit prominent op de politieke agenda terecht gekomen. Er zijn rechten voor slachtoffers geïntroduceerd waarmee hun positie in het strafproces is versterkt.

Ook zijn maatregelen getroffen om slachtoffers beter te beschermen – tegen bijvoorbeeld herhaald slachtofferschap – en om hen te ondersteunen bij het te boven komen en herstellen van aangedaan leed. Zoals ik in mijn inleiding aangaf, wil ik de positie van het slachtoffer borgen. In mijn Meerjarenagenda heb ik daarnaast aangeven het belangrijk te vinden om de ontwikkelingen in de praktijk te kunnen volgen, het slachtofferbeleid te baseren op de laatste wetenschappelijke inzichten en te toetsen of het ingezette beleid ook leidt tot de daarmee beoogde resultaten en effecten voor slachtoffers. Uit onder meer de beleidsdoorlichting komt naar voren dat er weinig onderzoek beschikbaar is dat uitsluitsel geeft over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid, al zijn er indicaties van de plausibiliteit daarvan.22

In overleg met de betrokken organisaties wil ik in samenhang met lopende trajecten een Strategische Evaluatie Agenda (hierna: SEA) ontwikkelen. De SEA kan, verrijkt met kennis uit de praktijk, de basis vormen voor een nieuwe visie op gefundeerd en toekomstbestendig slachtofferbeleid.

Tot slot

Met de bovenstaande ontwikkelingen wordt de positie van slachtoffers van strafbare feiten nog beter geborgd. Hier hecht ik groot belang aan en daar ga ik de komende periode mee verder. In de volgende voortgangsbrief, die ik uw Kamer in het voorjaar van 2024 zal toesturen, zal ik u weer informeren.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Kamerstuk 33 552, nr. 91.

X Noot
2

Kamerstuk 33 552, nr. 111.

X Noot
3

Kamerstuk 33 552, nr. 109.

X Noot
4

Kamerstuk 33 552, nr. 108.

X Noot
5

Kamerstuk 33 552, nr. 104.

X Noot
6

Kamerstuk 33 552, nr. 108.

X Noot
7

Kamerstuk, 33 552, nr. 108.

X Noot
8

Kamerstuk 35 349, nr. 6.

X Noot
9

Kamerstuk 33 552, nr. 106.

X Noot
10

Kamerstuk 35 349, nr. 14.

X Noot
11

Kamersutk 33 552, nr. 108.

X Noot
13

Kamerstuk 34 843, nr. 67.

X Noot
14

Kamerstuk 28 345, nr. 261.

X Noot
15

Kamerstuk 36 234, nr. 10.

X Noot
16

Kamerstuk 33 552, nr. 94.

X Noot
17

Kamerstuk 33 552, nr. 103.

X Noot
18

Kamerstuk 33 552, nr. 108.

X Noot
19

Kamerstuk 33 552, nr. 108.

X Noot
20

Kamerstuk 34 000 VI, nr. 19, en bijlage.

X Noot
21

Zie «Beëindiging van de gijzeling bij De Punt in 1977, Verslag van een archiefonderzoek», https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-412996.pdf.

X Noot
22

Kamerstukken 33 199 en 33 552, nr. 47.

Naar boven