33 529 Gaswinning

Nr. 995 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 30 maart 2022

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de brief van 27 januari 2022 over reactie op verzoeken commissie over de afvalwaterinjectie in Twente (Kamerstuk 33 529, nr. 945) en over de brief van 7 februari 2022 over de uitvoering van de motie van het lid Agnes Mulder c.s. over zo snel mogelijk een besluit nemen over een alternatieve wijze van verwerking van het afvalwater (Kamerstuk 33 529, nr. 949).

De vragen en opmerkingen zijn op 10 februari 2022 aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd. Bij brief van 29 maart 2022 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Van Dijke

Inleiding

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen die gesteld zijn in het schriftelijke overleg (SO) Afvalwaterinjectie in Twente (ontvangen 10 februari 2022). De beantwoording van de vragen is afgestemd met Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en NAM is gevraagd om de feitelijke informatie na te gaan. Ik hecht er aan om in deze brief ook in te gaan op de laatste ontwikkelingen binnen dit dossier.

Op 7 februari 2022 heb ik uw Kamer per brief1 geïnformeerd over de uitvoering van de motie2 van het lid Agnes Mulder c.s. De motie roept op om snel een keuze te maken voor een alternatief verwerkingsproces voor het productiewater en verzoekt om tot die tijd de oliewinning in Schoonebeek en de waterinjectie in Twente te staken. In de vragen uit het SO lees ik dat een aantal leden teleurgesteld is en graag wil dat de waterinjectie per direct wordt gestaakt. Ik begrijp uw oproep voor directe actie, maar hier kan ik niet aan voldoen. Dit is omdat ik hiervoor geen rechtsgrond zie en verwacht dat een dergelijk besluit van mij door de rechter vernietigd zal worden. Voor de periode van stilleggen zouden wij de NAM een schadevergoeding moeten betalen en de NAM zou vervolgens weer verder kunnen gaan met de waterinjectie.

Ik vind dit, net als een groot aantal leden van uw Kamer, een onwenselijke situatie. Daarom ben ik zeer gemotiveerd om een alternatief te vinden zodat de waterinjectie in Twente zo spoedig mogelijk kan worden beëindigd. Ik kan dit weliswaar niet verbieden, maar ik kan er wel alles aan doen om dit proces te versnellen.

NAM is bezig met het inrichten van een verwerkingsproces voor het productiewater in en nabij het huidige olie- en gasveld in Drenthe. Het is natuurlijk logischer om het afval daar te verwerken waar de winning plaatsvindt. Voor de verplaatsing van de activiteiten van Twente naar Drenthe moeten we rekening houden met een aantal fases. De eerste stap is de afbouw van de waterinjecties in Twente.

Het is mijn streven om op zijn laatst aan het einde van het jaar te stoppen in Twente en het proces naar Drenthe om te schakelen. Er is enige tijd nodig voor technische aanpassingen bij Schoonebeek en voor de vergunningverlening.

De tweede stap is om het verwerkingsproces in Drenthe om te zetten naar een meer circulair en schoner proces. Hiervoor is naar verwachting tijd nodig tot begin 2024. De details van dit plan moeten door de NAM nog nader worden onderzocht en uitgewerkt.

Over de verplaatsing naar Drenthe heb ik onlangs een gesprek gehad met de betrokken gedeputeerde. Ik wil aandacht hebben voor een proces waarin overheden en omwonenden goed worden geïnformeerd en betrokken. Ik heb met de regionale en lokale bestuurders de afspraak gemaakt om elkaar begin april te ontmoeten.

Op dit moment ligt de oliewinning in Schoonebeek stil. Volgens de NAM zal de aanpassing in de installatie ervoor zorgen dat het gehalte aan tolueen in het productiewater binnen de in de vergunning gestelde normen blijft. Staatstoezicht op de Mijnen ziet hier op toe. De NAM zal voorafgaand aan het testen en opstarten de omgeving informeren. Daarnaast werkt de NAM aan de reeds aangekondigde evaluatie, die uiterlijk 1 juli 2022 wordt verwacht. Deze wordt onafhankelijk beoordeeld door SodM en Deltares. Deze evaluatie geeft meer inzicht in hoe een circulaire methode zou kunnen worden geïmplementeerd. Dit nemen we mee in de uitwerking van het proces zoals hierboven beschreven.

Ik begrijp heel goed dat de inwoners van Twente echt een einddatum willen voor de waterinjectie in hun omgeving. Daarom is het mijn nadrukkelijke doel om de periode van waterinjectie in Twente zo kort mogelijk te houden, zoals hierboven aangegeven.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de Staatssecretaris

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van onderhavige brieven en hebben hier enkele kritische vragen over.

1

De leden van de D66-fractie hebben zich, in verband met de grote zorgen over de waterinjecties, uitgesproken tegen de afvalwaterinjecties. Deze leden zijn onaangenaam verrast dat door een incident bij put ROW-2 de herevaluatie vertraagd is. Kan de Kamer meer informatie ontvangen over dit incident? Is dit incident relevant voor de veiligheidsrisico’s van de afvalwaterinjecties? Waarom heeft dit incident zoveel invloed op de evaluatie?

Antwoord

In februari 2021 heeft NAM een scheur geconstateerd in de buitenbuis van een waterinjectieput ROW-2. NAM heeft dit gemeld aan Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en heeft daarna conform de wettelijke verplichting een onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is door SodM beoordeeld. De toezichthouder heeft in juni 2021 geconcludeerd dat:

  • er geen productiewater buiten het reservoir terecht gekomen is;

  • het incident waarschijnlijk al in 2017 is opgetreden en dat het incident toen al opgemerkt, onderzocht en gemeld had moeten worden;

  • NAM een nader onderzoek moet doen naar de exacte oorzaak van de scheur in de buitenbuis.

NAM heeft op aandragen van SodM aanvullende metingen moeten verrichten. NAM heeft voor het nader onderzoek meer tijd gekregen van SodM om de kwaliteit te waarborgen. De verwachting is dat het nader onderzoek van NAM naar het incident eind maart 2022 definitief is. Zodra SodM het definitieve rapport heeft ontvangen, zal SodM het rapport beoordelen. Tevens zal SodM een onafhankelijke review laten uitvoeren op het rapport.

Het onderzoek naar de oorzaak van de scheur in de buitenbuis van put ROW-2 is belangrijk omdat dit een nieuw inzicht kan geven in de risico’s van de waterinjectie. Het is namelijk in Nederland niet eerder voorgekomen dat een buitenbuis is gescheurd. Zonder de uitkomsten van het nader onderzoek naar het incident kan de evaluatie niet worden afgerond, omdat de evaluatie ook kijkt naar de risico’s op lange en korte termijn van verschillende alternatieven. Het incident heeft daardoor veel invloed op de inhoud en het tijdsverloop van de afronding van de evaluatie.

Voor de volledigheid verwijs ik uw Kamer naar de drie brieven345 waarin nadere informatie is gegeven over het incident. Tevens verwijs ik uw Kamer naar de website van de SodM6 en het webinar7 dat door de provincie Overijssel is georganiseerd en waarin NAM, SodM en EZK nader zijn ingegaan op het incident, de gevolgen en specifieke vragen van omwonenden.

2

De leden van de D66-fractie lezen dat de Staatssecretaris een beslissing gaat nemen op basis van de eindrapportage van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) die uiterlijk 1 juli 2022 beschikbaar komt. Wat moet hierin staan om de Staatssecretaris de beslissing te doen nemen deze afvalwaterinjecties wel of niet te stoppen?

Antwoord

Ik wil SodM en Deltares de gelegenheid geven om de evaluatie onafhankelijk te beoordelen en ik zal ook de regionale en lokale overheden om advies vragen.

De huidige oliewinning en waterinjectie is een bestaande en vergunde activiteit. Zolang NAM binnen de vergunning opereert, is het toegestaan. SodM houdt hier zorgvuldig toezicht op en zal ook ingrijpen als zij daar aanleiding toe ziet. De evaluatie is een stok achter de deur, maar geen dwangmiddel om een alternatieve wijze van verwerking op te leggen. Zoals aangegeven in de brief ben ik in gesprek met de bestuurders in Drenthe om de waterinjecties te verplaatsen naar Drenthe om daar een schoner en circulair proces in te richten.

3

De leden van de D66-fractie lezen dat, volgens de Staatssecretaris, alternatief drie, waarbij naast zuivering ook schone stroom ontstaat, interessant zou kunnen zijn. Deze leden snappen en delen de interesse in alternatieven. Wel hebben deze leden diverse zorgen over de sterk geconcentreerde reststroom die in de ondergrond wordt opgeslagen met dit alternatief drie. Zijn hier ook andere oplossingen over? Wat zijn de milieurisico’s van deze reststroom?

Antwoord

Bij waterinjectie is het uitgangspunt dat het veilig wordt opgeborgen in een reservoir in de diepe ondergrond. Het geïnjecteerde water komt niet in contact met onze leefomgeving. Een geconcentreerde reststroom heeft het voordeel dat het volume kleiner is en er dus minder wordt geïnjecteerd.

In de evaluatie zullen milieurisico’s van de verschillende alternatieven duidelijk worden gemaakt. Het kan zijn dat uit de beoordeling van SodM of de onafhankelijke review van Deltares ook andere alternatieven voor de verwerking van de reststroom naar voren komen.

4

De leden van de D66-fractie zien kansen in de zogenoemde zuiveringspilot en ondersteunen de Staatssecretaris in het aandringen bij de NAM om deze optie als serieuze mogelijkheid te betrekken bij de herevaluatie. Heeft de Staatssecretaris ook juridische middelen om in het uiterste geval een beter alternatief af te dwingen?

Antwoord

Ik heb in mijn antwoord op vraag 2 aangegeven wat het motief is geweest voor het opnemen van de evaluatie verplichting in de huidige vergunningen. Het betreft hier geen implementatie verplichting. Als bevoegd gezag kan ik met dwang bepaalde verplichtingen opleggen. Er is op dit moment geen rechtsgrond voor het opleggen van een bepaald alternatief, hetgeen zeer waarschijnlijk zou leiden tot vernietiging van mijn besluit. NAM heeft zich voorgenomen om de waterinjectie in Twente op termijn te staken. Men werkt aan een plan om de oliewinning in Schoonebeek aan te passen en het productiewater in en nabij het olieveld te injecteren. Ik wil dit voornemen graag nader bespreken met alle betrokkenen (inclusief de regionale overheid) en concrete afspraken maken over de wijze waarop dit alternatief ten volle in de evaluatie wordt betrokken en ook welke maatregelen reeds genomen kunnen worden om tot spoedige beëindiging van de huidige wijze van waterinjectie te komen.

5

De leden van de D66-fractie zijn teleurgesteld dat de motie met het verzoek tot opschorten van de vergunning, die met brede kamersteun is aangenomen, niet wordt uitgevoerd. Deze leden begrijpen de juridische complicaties in het stopzetten van de vergunning, maar willen benadrukken dat het voorzorgsprincipe altijd voorop moet staan. Deze leden hebben met zorg kennisgenomen van het feit dat de Staatssecretaris geen juridische mogelijkheden heeft om dit nu stil te leggen. Wat is er nodig in de wetgeving om mogelijk te maken dat de Staatssecretaris in toekomstige gevallen wel vergunningen kan opschorten in dit soort situaties? Hoe controleert het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) of de waterinjecties veilig genoeg zijn? Heeft het SodM genoeg kennis en capaciteit of komt er extra ondersteuning vanuit het ministerie? Deze leden dringen er nogmaals op aan om alles op alles te zetten om milieuschade door mijnbouwactiviteiten te voorkomen.

Antwoord

Het gebruik van de diepe ondergrond gaat gepaard met een zekere mate van onzekerheid en risico op negatieve gevolgen. Het voorzorgsprincipe vraagt dat voorafgaand aan de start van de activiteit risico’s worden ingeschat, indien nodig mitigerende maatregelen worden genomen en dat de activiteit wordt gemonitord en indien nodig wordt bijgestuurd of beëindigd. Het voorzorgsprincipe betekent niet dat een activiteit niet kan plaatsvinden indien er nog bepaalde onzekerheden zijn. Dit zou een rem zetten op activiteiten en nieuwe ontwikkelingen zoals geothermie, CCS en de opslag van duurzame gassen in de diepe ondergrond

Ik begrijp de teleurstelling over de termijn waarop ik de motie volledig kan uitvoeren. Ik wil daarbij benadrukken dat SodM toezicht houdt op de waterinjectie in Twente en dit wordt uitgevoerd door daarvoor gekwalificeerde inspecteurs. SodM heeft, mede dankzij extra financiële middelen, de kennis en capaciteit om haar toezichtstaken op de waterinjectie adequaat uit te kunnen voeren. SodM kan tevens onafhankelijke instellingen of -experts vragen om een onderzoek uit te voeren of een review te doen.

De veiligheid van de waterinjectie in Twente controleert SodM onder andere door het houden van toezicht op het putintegriteitsmanagementsysteem, het pijpleidingintegriteitsmanagementsysteem, de zesjaarlijkse technische evaluatie, de jaarlijkse rapportages van het geïnjecteerde water, de meting van bodemdaling en de monitoring van bodemtrillingen. Dit doet SodM door het beoordelen van documenten en het uitvoeren van veldinspecties op locatie, zowel aangekondigd als onaangekondigd. Tijdens de veldinspecties controleren de inspecteurs of NAM zich houdt aan de vigerende wet- en regelgeving. Voorbeelden daarvan zijn de vergunningvoorschriften, artikelen uit de Mijnbouwwet, het Mijnbouwbesluit en de Mijnbouwregeling, maar ook het Arbeidsomstandighedenbesluit en direct werkende milieuregelgeving zoals REACH. Ook kan SodM eigenstandig monsters nemen ten behoeve van analyses van het afvalwater om er op toe te zien dat de samenstelling van het water voldoet aan vergunningsvoorwaarden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderliggende stukken voor het schriftelijk overleg over afvalwaterinjectie in Twente en hebben daarover enkele vragen.

6

De leden van de CDA-fractie zijn tevreden over het feit dat de Staatssecretaris serieus naar de oproepen om de waterinjectie in Twente stil te leggen heeft geluisterd en heeft onderzocht op welke manier hij daaraan gehoor kan geven. Zij spreken echter hun ongenoegen uit over het feit dat dit er niet toe heeft geleid dat de afvalwaterinjectie wordt opgeschort, totdat er een besluit is genomen over een alternatieve wijze van verwerking van het afvalwater en dat de motie van het lid Agnes Mulder c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 922) daarmee niet wordt uitgevoerd. Deze leden constateren dat de Staatssecretaris in plaats van de afvalwaterinjectie op te schorten de NAM heeft gevraagd om uiterlijk 1 juli 2022 de eindrapportage van de herevaluatie op te leveren, waarna hij na de zomer een besluit zal nemen over de waterinjectie. Dat brengt wel enige versnelling aan in het proces, maar laat de inwoners van Twente volgens de leden van de CDA-fractie nog steeds te lang in onzekerheid. Zij dringen er dan ook bij de Staatssecretaris op aan om zo spoedig mogelijk na ontvangst van de herevaluatie een besluit te nemen over de waterinjectie en om tot die tijd de mogelijkheden te blijven onderzoeken om de motie wel uit te voeren.

Antwoord

Als ik op dit moment een besluit neem om de waterinjectie stil te leggen dan is er voor zo’n besluit onvoldoende rechtsgrond. Het besluit zal door de rechter naar verwachting worden vernietigd. Vervolgens zal de waterinjectie weer worden opgestart en moet er een schadevergoeding worden betaald. Dit is niet de goede manier en daarom ben ik op zoek naar alternatieven om het probleem toch zo snel mogelijk op te lossen. Het is mijn streven om op zijn laatst aan het einde van het jaar te stoppen in Twente en het proces naar Drenthe om te schakelen.

De tweede stap is om het verwerkingsproces in Drenthe om te zetten naar een schoner en circulair proces. Hiervoor is naar verwachting tijd nodig tot begin 2024. Begin april spreek ik hier weer over met de bestuurders in Drenthe en Twente.

7

De leden van de CDA-fractie merken daarbij op dat de NAM de oliewinning en daarmee de waterinjectie tijdelijk stil heeft gelegd, omdat de concentraties van de stoffen tolueen en CO2 in het productiewater de norm overschreden, maar dat het proces na het uitvoeren van technische aanpassingen weer zal worden opgestart. Zij vragen de Staatssecretaris wanneer deze aanpassingen naar verwachting gereed zullen zijn en het proces van afvalwaterinjectie weer zal worden opgestart. Het feit dat de afvalwaterinjectie op dit moment stil ligt maakt dit wat deze leden betreft een ideaal moment om de injectie op te schorten, totdat er een alternatief is. Zij vragen de Staatssecretaris daarom of hij, tijdens de gesprekken die hij met de NAM voert over alternatieven voor de waterinjectie in Twente, ook heeft gesproken over de mogelijkheid om deze tijdelijke stillegging (al dan niet vrijwillig) te verlengen tot na de zomer. Deze leden merken op dat de Staatssecretaris in zijn brief aangeeft aan dat opschorten van de vergunning zou leiden tot compensatie voor inkomstenderving en/of investeringen in een alternatieve verwerkingswijze. Zij vragen de Staatssecretaris ook de mogelijkheid voor een (financiële) bijdrage, die leidt tot het versnellen van het komen tot een alternatieve, maatschappelijk geaccepteerde en milieutechnisch betere verwerkingswijze van afvalwater, heeft onderzocht en/of heeft besproken met de NAM. Kan de Staatssecretaris in beeld brengen wat de kosten per maand zouden zijn van het langer stilleggen van de afvalwaterinjectie?

Antwoord

NAM heeft de waterinjectie en oliewinning op aangeven van SodM stilgelegd vanwege het te hoge gehalte aan tolueen in het productiewater. Zodra NAM dit gehalte heeft teruggebracht kan men de oliewinning en waterinjectie opstarten. NAM is bezig met het aanpassen van de installaties bij Schoonebeek en is ook in overleg met SodM. NAM heeft aangegeven dat men de omwonenden en regionale en lokale overheden op voorhand zal informeren over opstarten van de oliewinning en waterinjectie.

Als ik op dit moment een besluit neem om de waterinjectie stil te leggen dan is er voor zo’n besluit onvoldoende rechtsgrond. Het besluit zal door de rechter worden vernietigd. Vervolgens zal de waterinjectie weer worden opgestart en moet er een schadevergoeding worden betaald. Dit is niet de goede manier en daarom ben ik op zoek naar alternatieven om het probleem op te lossen.

Ook voor de door u gevraagde tijdelijke stillegging zie ik geen rechtsgrond. Als ik het toch zou stilleggen dan zal het besluit worden vernietigd. Daarna moet ik NAM vergoeden voor de gemiste opbrengsten en doorlopende kosten in de periode van stillegging.

Ik verwacht niet dat een financiële bijdrage van mij richting NAM zal leiden tot een versnelling. NAM werkt aan de evaluatie en onderzoekt tevens de mogelijkheid om op termijn de waterinjectielocaties in Twente te verlaten. Men is van plan om het productiewater nabij het olieveld Schoonebeek te verwerken.

Het is mijn streven om op zijn laatst aan het einde van het jaar te stoppen in Twente en het proces naar Drenthe om te schakelen.

De tweede stap is om het verwerkingsproces in Drenthe om te zetten naar een schoner en circulair proces. Hiervoor is naar verwachting tijd nodig tot begin 2024. Begin april spreek ik hier weer over met de bestuurders in Drenthe.

8

De leden van de CDA-fractie lezen dat de Staatssecretaris overweegt om bij het besluit wat hij na de zomer zal nemen een methode voor te schrijven die milieuvriendelijker is en een lager risico heeft, bijvoorbeeld door middel van een zuiveringstechniek, indien dit een realistische optie is. Deze leden merken op dat zij op meerdere momenten in de afgelopen jaren hun voorkeur hebben uitgesproken voor het zuiveren van het afvalwater. Het voornemen van de Staatssecretaris is wat deze leden betreft dan ook te vrijblijvend, ook gezien het feit dat hij in zijn brief aangeeft dat het Circulair Alternatief voor afvalwaterinjectie uit de tussenrapportage hem aanspreekt, omdat de hoeveelheid injectiewater wordt beperkt en dichterbij Schoonebeek wordt verwerkt. Is het inmiddels niet voldoende duidelijk dat milieuvriendelijkere methoden met een lager risico wel degelijk een realistische optie zijn, zo vragen deze leden. De Staatssecretaris geeft aan dat hij zeer gemotiveerd is om een alternatief voor de waterinjectie in Twente te vinden. Waarom spreekt hij zich dan niet duidelijker uit dat hij voornemens is om een dergelijke technologie daadwerkelijk voor te schrijven? Voorts vragen deze leden of de Staatssecretaris het gevoel heeft dat de motivatie om een alternatief voor de waterinjectie te vinden ook bij NAM aanwezig is. Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, wat gaat de Staatssecretaris eraan doen om NAM te motiveren?

Antwoord

Ik begrijp de wens van de leden van de CDA-fractie maar ik denk dat het eenzijdig voorschrijven van een bepaalde technologie niet gaat leiden tot een oplossing van dit vraagstuk. De oliewinning in Schoonebeek en de waterinjectie in Twente is een bestaande situatie die destijds volgens zorgvuldige procedures is vergund. In dat kader is NAM verplicht om de zes jaarlijkse evaluatie uit te voeren. Er is volgens de vergunning geen verplichting om het resultaat van de evaluatie te implementeren. Het eenzijdig voorschrijven van de technologie die als favoriet uit de evaluatie naar voren komt, is niet mogelijk. Dit betekent dat de huidige situatie alleen zal veranderen als er door alle partijen wordt samengewerkt. NAM heeft aangekondigd om op termijn Twente te verlaten en in Drenthe te gaan injecteren. Zie ook mijn antwoord op vraag 7. Ik heb gezien dat NAM dit voortvarend heeft opgepakt en nu op hoofdlijnen aan het onderzoeken is wat dit zal betekenen.

9

De leden van de CDA-fractie constateren dat bij de herevaluatie wordt gewerkt met de CE methodiek. Zij vragen de Staatssecretaris in hoeverre deze methodiek nog actueel en geschikt is, gezien het gewijzigde maatschappelijk draagvlak voor injectie van afvalwater. Kan de Staatssecretaris toelichten hoe hij onder andere het aspect draagvlak zal meenemen in zijn uiteindelijke afweging bij het besluit over de afvalwaterinjectie? Deze leden merken op dat in de regio de vrees aanwezig is dat de herevaluatie, vanwege het gebruik van de CE methodiek, wederom als uitkomst zal hebben dat injecteren in lege gasvelden de «beste» methode is. Voor deze methode is echter geen enkel maatschappelijk draagvlak in zowel Twente als Drenthe. Zij vragen de Staatssecretaris of het niet verstandiger zou zijn om reeds nu duidelijk te maken dat waterinjectie op zeer korte termijn niet meer toe zal worden gestaan in oude gasvelden en dat ook zo helder voor te schrijven. Zo nee, waarom niet? Deze leden vragen de Staatssecretaris of hij bereid is meer regie te nemen in het evaluatieproces en reeds nu focus aan te brengen in de herevaluatie. Op deze wijze wordt er niet nog meer tijd verloren aan onderzoek van veel minder kansrijke alternatieven en alternatieven waar geen draagvlak voor is.

Antwoord

De evaluatie moet worden uitgevoerd volgens de CE methodiek of een andere vergelijkbare methode. Het is aan NAM om de evaluatie uit te voeren en in te leveren. Ik maak afspraken met alle bij de evaluatie betrokken partijen dat de alternatieve verwerkingsmethode als preferente optie nadrukkelijk onderdeel uit zal maken van de evaluatie. Uw Kamer heeft verzocht om een onafhankelijke toetsing te organiseren. De evaluatie is een vergunningvoorschrift en SodM ziet daar op toe. SodM zal na ontvangst van het definitieve rapport een beoordeling uitvoeren en mij daarover adviseren. Tevens zal Deltares een review uitvoeren op het rapport. Ik wil ook graag een advies van de regionale en lokale overheden. Ik verwacht dat zij daarbij zeker zullen ingaan op het aspect draagvlak.

Het gaat te ver om waterinjectie in voormalige gas- en olievelden onmogelijk te maken. Bij de winning van olie en gas en bij de opslag van gas in de diepe ondergrond wordt er altijd water geproduceerd. Gas- en oliewinning zonder water is niet mogelijk. Het terugbrengen van dit water in een vergelijkbaar reservoir is de gangbare techniek. Ook bij het schonere circulaire alternatief zal er nog sprake zijn van injectie van een reststroom in de diepe ondergrond.

10

De leden van de CDA-fractie lezen tenslotte dat de Staatssecretaris zijn uiteindelijke besluit in overleg met de regionale bestuurders zal nemen. Zij vragen hem op welke wijze hij daarbij de regionale bestuurders positie zal geven om mee te kunnen beslissen. Of zal het betrekken van de regionale bestuurders blijven bij de adviserende rol die zij nu ook hebben, zo vragen deze leden. Kan de Staatssecretaris tevens aangeven hoe hij dit participatieproces voor zich ziet en in welke fase van het proces de regionale bestuurders en inwoners daarbij zullen worden betrokken?

Antwoord

Ik voorzie voor de regionale en lokale bestuurders een adviserende rol. Dat is wat mij betreft het meest helder omdat het Ministerie van Economische Zaken in deze bevoegd gezag is. Maar in dit proces zullen adviezen al vooraf en tijdens de uitvoering van de evaluatie en de uitwerking van de alternatieve verwerkingsmethode gevraagd worden. Ik zal de lokale bestuurders vragen om reacties van inwoners te verzamelen en deze te laten weerklinken in hun advies. Wat mij betreft zijn deze adviezen en de uitkomst van de evaluatie richtinggevend voor het verdere proces. NAM heeft haar voornemen om binnen afzienbare tijd te stoppen met de waterinjectie in Twente reeds bekend gemaakt. Ik ga met NAM en de regionale en lokale overheden afspraken maken wat er nodig is om dit voornemen te realiseren.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de stukken betreffende de Afvalwaterinjectie in Twente. Over dit onderwerp hebben deze leden enkele vragen.

11

De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris waarom hij er niet voor kiest om de afvalwaterinjectie te stoppen. Hoe staat deze keuze in verhouding tot de uitspraak van het kabinet dat de veiligheid van de omgeving het allerbelangrijkste is?

Antwoord

Als ik op dit moment een besluit neem om de waterinjectie stil te leggen dan is er voor zo’n besluit onvoldoende rechtsgrond. Het besluit zal door de rechter worden vernietigd. Vervolgens zal de waterinjectie weer worden opgestart en moet er een schadevergoeding worden betaald. Dit is niet de goede manier en daarom ben ik op zoek naar alternatieven om het probleem op te lossen.

Wat betreft de veiligheid houdt SodM toezicht op de waterinjectie. Indien er sprake is van een overtreding van de vergunning of er ontstaat een onveilige situatie, dan zal de toezichthouder NAM passende maatregelen opleggen.

12

De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris hoeveel de NAM heeft geïnvesteerd in een alternatieve verwerkingswijze. Heeft de NAM daar subsidies voor gekregen? Tot wanneer staat de NAM bij het injecteren van afvalwater in Twente onder verscherpt toezicht? Hoe houdt de Staatssecretaris druk op de NAM om de herevaluatie tijdig af te hebben? Is de Staatssecretaris bereid een sanctie op te leggen als de herevaluatie niet voor 1 juli 2022 klaar is? Hoe gaat de Staatssecretaris de omwonenden informeren?

Antwoord

Ik ben niet op hoogte van specifieke investeringen van NAM. Aan NAM is geen subsidie verleend om onderzoek te doen naar alternatieven. NAM heeft vanuit de vergunning een verplichting om verschillende alternatieven te evalueren. Tegenover deze verplichting staat geen subsidie.

NAM staat met de waterinjectie Twente onder verscherpt toezicht van SodM totdat SodM overtuigd is dat NAM de risico’s van waterinjectie in de diepe ondergrond afdoende beheerst.

NAM dient de evaluatie uit te voeren op grond van een voorschrift in de vigerende vergunning. Conform het voorschrift dient NAM iedere zes jaar een evaluatie uit te voeren. Dat betekent dat NAM deze evaluatie wettelijk gezien uitgevoerd moet hebben uiterlijk op 31 december 2022.

Ik heb echter NAM gevraagd om de evaluatie uiterlijk 1 juli 2022 in te leveren. Het bedrijf heeft hiermee ingestemd. Ik ga NAM natuurlijk houden aan deze gemaakte afspraak. Het heeft niet mijn voorkeur om dit aan de hand van sancties te doen. Zodra ik de evaluatie van NAM heb ontvangen zal ik deze met de regionale en lokale overheden delen. Ik zal NAM en de overheden ook vragen om de evaluatie met de omwonenden te delen.

13

De leden van de SP-fractie maken zich steeds grotere zorgen over de problemen die de NAM (Shell en ExxonMobil) veroorzaakt. Op steeds meer plekken leiden NAM-locaties tot problemen voor omwonenden en de leefomgeving. Kan de Staatssecretaris in een overzicht weergeven hoe vaak er in de afgelopen tien jaar een incident is geweest, waarbij de NAM betrokken was? Kan de Staatssecretaris daarbij aangeven wat de publieke en private kosten zijn geweest om eventuele vervuiling op te ruimen? Kan in dat overzicht tevens worden weergegeven waar incidenten hebben plaatsgevonden bij andere mijnbouwactiviteiten?

Antwoord

Uitgaande van de Mijnbouwwet geldt dat de veroorzaker moet betalen. Ik heb vooralsnog geen informatie dat het opruimen van vervuilingen die door NAM zijn veroorzaakt zijn betaald met publiek geld. Ik heb geen inzicht in de kosten die NAM heeft gemaakt voor het opruimen van verontreinigingen.

Ik heb aan SodM gevraagd om de door uw Kamer gevraagde informatie bij elkaar te brengen. Zodra dit het geval is, zal ik deze informatie direct aan uw Kamer toesturen. Ik verwacht dit spoedig, maar uiterlijk begin mei te doen.

14

De leden van de SP-fractie hebben nog een vraag die hen bezighoudt. Dat is de vraag of de Staatssecretaris geen meerwaarde ziet in het nationaliseren van de kleine velden, die de NAM wil verkopen. Zo niet, waarom dan niet?

Antwoord

Nee, de Staat neemt via EBN deel in de ontwikkeling en exploitatie van olie- en gasvelden. Dit zorgt voor opbrengsten voor de Staat en stimuleert de ontwikkeling van nieuwe olie- en gasvelden. Het ontwikkelen en het bedrijven van olie- en gasvelden behoort niet tot de taken van de Staat en kan efficiënter worden uitgevoerd door bedrijven.

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie maken zich grote zorgen over het feit dat de afvalwaterinjectie in Twente is voortgezet, ook nadat de motie van het lid Agnes Mulder c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 922) is aangenomen.

15

De leden van de GroenLinks-fractie vinden het zeer onwenselijk dat er in Schoonebeek nog olie wordt gewonnen, ook omdat er veel energie moet worden gebruikt om de olie te winnen. Wat is de energetische balans van de oliewinning in Schoonebeek? Met andere woorden: hoeveel joules moet worden gestopt in de oliewinning en hoeveel joules aan olie wordt daarmee gewonnen? In het deelrapport dat al klaar was voor de huidige evaluatie wordt melding gemaakt dat in het olieveld in Schoonebeek de maximale stoominjectiedruk wordt toegepast. Welke risico’s brengt dat met zich mee? Hoe wordt dit door het SodM gecontroleerd? Tevens wordt er melding gemaakt van een oliewinning die langer gaat plaatsvinden vanwege tegenvallende injectiecapaciteit, zelfs tot 2050. Hoe verhoudt dat zich tot de klimaatambities van het kabinet?

Antwoord

Ik beschik niet over een actuele energetische balans van de oliewinning in Schoonebeek. Onlangs heeft uw Kamer de gewijzigde motie8 van het lid Bromet c.s. aangenomen waarin wordt opgeroepen tot het uitvoeren van een maatschappelijke kosten- en batenanalyse van de oliewinning in Schoonebeek. Ik zal deze motie uitvoeren en deze analyse laten maken. Ik verwacht aan het eind van 2022 uw Kamer hier nader over te informeren.

In het deelrapport staat dat de maximaal gehanteerde stoominjectiedruk 40 bar is. Dit komt overeen met de reservoirdruk die ook ongeveer 40 bar is. De maximale stoominjectiedruk is daarmee afgestemd op de druk in het reservoir. Het injecteren met deze druk brengt geen specifieke risico’s met zich mee.

NAM heeft een zorgsysteem om leiding- en putintegriteit alsmede de integriteit van het reservoir te borgen en SodM controleert in haar toezicht9 zowel het systeem als de integriteit van de leidingen. Ook is het uitgebreide monitoringsysteem van NAM te allen tijde toegankelijk is voor de toezichthouder.

Het kabinet streeft, zoals bekend, naar een duurzame energiehuishouding, maar die is er niet in één keer Tot die tijd heeft Nederland olie en gas nodig. Het lokaal produceren heeft voordelen ten aanzien van voorzieningszekerheid en economie.

16

De leden van de GroenLinks-fractie vinden dat ook voor de putten ROW-4, -5 en -7 de integriteit van de binnenbuis, buitenbuis en cementatie moet zijn aangetoond tot in het injectiereservoir. Deelt de Staatssecretaris die mening? Wanneer zijn de onderzoeken hiernaar voor de verschillende putten voor de laatste keer uitgevoerd? Kan de Staatssecretaris een overzicht geven tot waar bij de individuele injectieputten een dubbele verbuizing zit, op welke punten van de putten de cementatie aanwezig is en op welke plekken de cementatie van slechte kwaliteit is?

Antwoord

De wettelijke normen die gelden voor de integriteit van putten zijn vastgelegd in het Mijnbouwbesluit en de Mijnbouwregeling. SodM houdt toezicht op de integriteit van de putten aan de hand van onder meer de beoordeling van kennisgevingen van boorgatactiviteiten, van dagrapportages en eindrapportages, van meldingen van afwijkende annulaire drukken die betrekking hebben op putintegriteit en van bepaalde ontheffingen met betrekking tot putintegriteit, en tevens door middel van reguliere kantoorinspecties van putintegriteit zorgsystemen en veldinspecties op locatie.

Daarnaast zijn voor Twente waterinjectie in de WABO vergunning, destijds verleend door de provincie Overijssel, aanvullende voorschriften gegeven voor de bewaking van putintegriteit. SodM houdt daarop toezicht door de beoordeling van de jaarlijkse en zes jaarlijkse verplichte rapportages, door inspecties van metingen in de boorgaten, en door veldinspecties.

De verschillende onderzoeken conform het waterinjectiemanagementplan zijn voor het laatst in 2020 en 2021 uitgevoerd. Daarnaast voert de NAM sinds 2020 jaarlijks vloeistofmetingen uit in de verbuizing van de putten. Dit, in combinatie met de continue monitoring door de NAM van de A-annulusdruk betekent dat er goed inzicht is op de integriteit van de dubbele verbuizing.

Van belang is dat het injectiereservoir afgesloten is van de ondiepe (zoet) watervoerende lagen. Hiervoor is het hebben van een cement-afsluiting van goede kwaliteit van enkele tientalen meters, ter hoogte van een regionale afsluitende laag voldoende.

Het controleren van de cementatie is volgens het waterinjectie management plan alleen vereist als daar aanleiding voor is op basis van andere metingen. Er is geen verplichting vanuit de vergunning of andere regelgeving om dit regelmatig te doen.

De algemene conclusie van de metingen is dat, omdat er geen afwijkende annulaire drukken waargenomen worden in de annuli van deze putten, de cementatie van de buitenbuis in ieder geval effectief genoeg is om de reservoirs goed afgesloten te hebben. De metingen geven ook aan dat er overal cement aanwezig is tussen de buitenbuis en het gesteente. De kwaliteit van de cementatie van de buitenbuizen varieert plaatselijk van goed tot matig, maar er zijn geen aanwijzingen op basis van de metingen en annulaire drukken dat er sprake is van communicatie achter de verbuizing tussen de carbonaat reservoirs en de afsluitende zoutlagen of het maaiveld.

Tabel: Overzicht van de injectieputten gegeven door SodM

Put

Tot welke diepte zit de dubbele verbuizing

Punten van de putten waar cementatie aanwezig is

Staat van het cement

ROW-4

De 7 inch buitenbuis loopt door tot ca. 1.445 m gemeten langs het boorgat, de binnenbuis tot 1.214 m

Gecementeerd over de gehele lengte tot aan het maaiveld

Voor put ROW-04 is een cement bond log (CBL) uitgevoerd op 1.200 tot 1.405 meter diepte. Hieruit blijkt dat de cement over het algemeen in goede tot redelijk staat, met hier en daar slecht cement. Dit resultaat is vergelijkbaar met de kwaliteit zoals gemeten in 2013. Wel is er sprake van «zonale isolatie» (i.e., het cement isoleert wel de aquifers onder regionale afsluitende lagen van elkaar). Hiermee voldoet het cement aan haar hoofddoel, het isoleren van het reservoir van ondiepere, watervoerende lagen, en het isoleren van zoutwater aquifers van ondiepere zoutwater aquifers en ondiep grondwater. Vanaf 1.373 meter tot 1.452 meter diepte (in het zout interval) is het cement van redelijke tot slechte kwaliteit.

ROW-5

De 7 inch buitenbuis loopt door tot ca. 1.375 m gemeten langs het boorgat, de binnenbuis tot 1.146 m

Gecementeerd over de gehele lengte tot aan het maaiveld

Tijdens het meten van de CBL in 2021 vond er waterinjectie plaats, en was er een lage druk. Door de achtergrondruis heeft de CBL niet optimaal kunnen werken. Er zijn daarom geen aanvullende metingen van de cementkwaliteit beschikbaar voor deze put, ten opzichte van de metingen van 2013.

De metingen uit 2013 zijn uitgevoerd over een diepte van 1.116,71 m tot 591,9 m. Deze metingen laten zien dat het cement over het bovenste injectiereservoir en de bovenliggende zoutlaag redelijk tot slecht is, maar dat er een goed cement zit ter hoogte van de bovenste laag van de Zechstein. Deze hechting is afdoende om het boorgat af te sluiten aan de buitenkant en vloeistof beweging achter de casing van de Zechstein naar boven te stoppen. Er is dus sprake van afdoende zonale isolatie.

ROW-7

De 9.5/8 inch buitenbuis loopt door tot ca. 1.898 m gemeten langs het boorgat, de binnenbuis tot 1.220 m

Gecementeerd over de gehele lengte tot aan het maaiveld

Voor put ROW-07 is de laatste reguliere CBL uitgevoerd tijdens de aanleg van de put. Deze gaf destijds aan dat de cement bond goed was. De reden dat deze put later niet meer gemeten is, is dat de binnenbuis te smal is in vergelijking met de buitenbuis om een effectieve meting te kunnen doen. Voor het incident met ROW-02 was er ook geen aanleiding om een CBL uit te voeren.

Na het incident met ROW-02 heeft de NAM in 2021 metingen uitgevoerd over een diepte van 1.154 en 1.436 m met experimenteel gereedschap (een zogenaamde puls neutron log), waaruit conclusies aangaande de cementkwaliteit getrokken kunnen worden. Deze metingen zijn onderdeel van lopend onderzoek, en dus nog niet volledig door SodM beoordeeld.

17

De leden van de GroenLinks-fractie hebben vernomen dat de waterinjectie in ROW-4 volgens NLOG is doorgegaan terwijl de oliewinning stil lag. NAM meldt dat de gegevens niet kloppen. Vanaf welk jaar kloppen de gegevens niet en voor welke olie- en injectieputten geldt dat ze met een korreltje zout moeten worden genomen? Wat betekent dit voor het toezicht en vertrouwen in de aangeleverde gegevens door NAM?

Antwoord

NAM is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de injectiedata die zij aanlevert bij TNO en dient er voor te zorgen dat deze correct zijn. Voor de maanden oktober en november 2021 bleken de gegevens op NLOG niet te kloppen. Dit kwam door een automatisatiefout. SodM heeft dit gecontroleerd en heeft ook op de waterinjectielocaties geïnspecteerd om erop toe te zien dat er geen waterinjectie plaatsvond. De gegevens zijn inmiddels gecorrigeerd. Of de data van de afgelopen jaren voldoende betrouwbaar was en op juiste wijze is aangeleverd, is onderwerp van het verscherpt toezicht van SodM. De toezichthouder beschikt over andere informatiebronnen om haar werk goed uit te kunnen voeren en is daarbij niet afhankelijk van de gegevens op NLOG.

18

De leden van de GroenLinks-fractie vragen zich af welke beleidswijziging op het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) is doorgevoerd sinds Minister Kamp in 2016 aangaf dat afvalwaterinjectie «de meest schone manier» is. De Staatssecretaris schrijft namelijk in recente antwoorden dat hij een methode overweegt voor te schrijven die milieuvriendelijker is en lager risico heeft, bijvoorbeeld door middel van een zuiveringstechniek, indien dit een realistische optie is.

Antwoord

Er is in formele zin geen beleidswijziging geweest. De toenmalige Minister sprak zich in 2016 uit over de conclusie van de uitgevoerde evaluatie. Ik heb aangegeven dat ik een voorkeur heb voor een alternatieve verwerkingswijze als deze milieuvriendelijker is, minder risico’s heeft en ook realistisch is.

19

De leden van de GroenLinks-fractie vragen zich af wanneer de (ernstig verontreinigde) reservelocatie in natuurgebied het Springendal Tubbergen-7 wordt verwijderd en gesaneerd.

Antwoord

De toenmalige Minister van Economische zaken heeft uw Kamer op 13 september 2018 geïnformeerd10 over de locatie TUB-7.

De grondverontreiniging binnen de locatie is op 25 februari 2010 beschikt als een geval van ernstige verontreiniging. De verontreiniging hoeft niet met spoed te worden gesaneerd bij het gebruik van de locatie als bedrijfsterrein. De verontreinigingen onder de locatie TUB-7 zijn beheersbaar. Na het ontmantelen van de locatie TUB-7 zal deze door NAM worden gesaneerd om het gebruik als natuur mogelijk te maken. Op dit moment is dit nog niet gepland.

De grondverontreiniging buiten de locatie is op 8 november 2017 beschikt als een geval van ernstige verontreiniging. De sanering van de verontreiniging is spoedeisend vanwege de nabijheid van een kwetsbaar object, i.c. Natura2000 gebied. NAM heeft de grondverontreiniging buiten de locatie inmiddels gesaneerd. De Omgevingsdienst Twente heeft op 23 februari 2022 deze sanering goedgekeurd en de beschikking aan de lokale en regionale overheden toegestuurd.

Vragen en opmerkingen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie

20

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie constateren dat de afvalwaterinjectie in Twente gewoon doorgaat, ondanks dat een meerderheid van de Kamer dat niet wil. Is de Staatssecretaris zich ervan bewust dat hij hiermee de wens van de Kamer negeert? Zo ja, is hij van plan, nu hij het voor het zeggen heeft, hiermee toch te stoppen? Zo nee, kan hij dan bevestigen dat het geldelijk gewin voor de NAM en de overheid wat hem betreft boven de gezondheid en veiligheid van mensen en boven natuur en het milieu gaat?

Antwoord

Op 7 februari 2022 heb ik uw Kamer geïnformeerd11 over de wijze waarop ik uitvoering geef aan de motie van het lid Agnes Mulder c.s. Daarin staat het komen tot een alternatieve wijze van verwerking van het productiewater centraal. In mijn brief geef ik ook aan dat SodM toezicht houdt en dat zij zal ingrijpen als blijkt dat de veiligheid voor mens en milieu in het geding is.

Als ik op dit moment een besluit neem om de waterinjectie stil te leggen dan is er voor zo’n besluit onvoldoende rechtsgrond. Het besluit zal door de rechter worden vernietigd. Vervolgens zal de waterinjectie weer worden opgestart en moet er een schadevergoeding worden betaald. Dit is niet de goede manier en daarom ben ik op zoek naar alternatieven om het probleem op te lossen.

21

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie constateren dat er ook vergunningen worden afgegeven voor lozingen aan boorplatformen in zee. Is de Staatssecretaris het er in elk geval wel mee eens dat dit moet stoppen? Zo ja, waarom? Is hij dan ook bereid om de juridische voorbereidingen te treffen die nodig zijn om de lopende vergunningen terug te trekken?

Antwoord

Nee, deze vergunde lozingen behoeven niet te stoppen. De lozingen voldoen aan internationaal12 vastgestelde en in de Mijnbouwwet geïmplementeerde (milieu)normen. Er is geen aanleiding om hiervan af te wijken, dan wel lopende vergunningen in te trekken. De olie- en gassector heeft zich in het Noordzee overleg wel gecommitteerd aan het waar mogelijk verder terugbrengen van lozingen en emissies.

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de brieven van de Staatssecretaris over afvalwaterinjectie in Twente. Zij zijn teleurgesteld dat de in de motie van het lid Agnes Mulder c.s. gevraagde evaluatie vertraagd is, omdat deze evaluatie een basis kan vormen voor het voorschrijven van alternatieve, minder risicovolle methoden van verwerking van het afvalwater, zoals het bovengronds reinigen ervan. Voornoemde leden hebben nog enkele vragen.

22

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben allereerst vragen over de snelheid en onafhankelijkheid van de evaluatie. Deze leden lezen dat de herevaluatie uiterlijk 1 juni 2022 opgeleverd dient te zijn. Kan de Staatssecretaris deze datum naar voren halen? Deze leden zijn blij dat Deltares een onafhankelijke toetsing van de evaluatie verzorgt en zouden graag zien dat zij voldoende tijd krijgen om hun toetsing zo snel mogelijk uit te voeren. Kan Deltares hier al mee beginnen, aangezien er al delen van de evaluatie beschikbaar zijn gesteld door de NAM?

Antwoord

Ik heb met NAM afgesproken dat de evaluatie uiterlijk 1 juli 2022 bij mij wordt ingeleverd. Dit is al een versnelling want formeel heeft NAM tot eind 2022 de tijd. Ik kan het niet nog meer vervroegen want NAM moet de door SodM nog te ontvangen en te beoordelen resultaten van het onderzoek naar het incident bij ROW-2 in de evaluatie meenemen. SodM verwacht dat het eind mei het onderzoek van NAM heeft beoordeeld. Na 1 juli zullen SodM en Deltares de evaluatie beoordelen. Deltares heeft hier ervaring mee omdat zij ook in 2016 een onafhankelijke toetsing hebben gedaan. Ik zal contact opnemen met Deltares en aan hen voorstellen dat zij alvast het tussenrapport doornemen en aan NAM vragen of er al meer informatie beschikbaar is. Ik verwacht echter niet dat ik eerder dan in het najaar een besluit kan nemen. Ik wil namelijk ook graag van de lokale en regionale overheden een advies krijgen over de evaluatie.

23

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de Staatssecretaris aangeeft dat er geen rechtsgrond is voor het verbieden of opschorten van vergunde activiteiten, zolang er een verleende vergunning ligt. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen zich af hoe de Staatssecretaris het voorzorgsprincipe in dit licht ziet, aangezien er zich, naast de huidige te hoge concentraties tolueen, ook andere incidenten hebben voorgedaan, zoals gescheurde buizen en lekkages die te laat zijn opgemerkt. In Duitsland hebben dergelijke lekkages al gezorgd voor verontreiniging van het grondwater. Ook in de academische wereld leven zorgen over afvalwaterinjectie in de bodem. Er is dus een redelijk wetenschappelijk onderbouwde mogelijkheid op onacceptabele en onherstelbare schade aan het milieu. Daarmee is een beroep op het voorzorgsprincipe gerechtvaardigd. Is de Staatssecretaris bereid hier gebruik van te maken?

Antwoord

Ik zie dat anders. Het betreft een lichte overschrijding van de vergunde waarden voor tolueen, waarvan SodM aangeeft dat deze stof van nature voorkomt in de diepe ondergrond en daarmee in het productiewater en dat de overschrijdingen geen negatieve gevolgen hebben voor mens en milieu. De andere genoemde incidenten bij de waterinjectie in Twente hebben voor wat betreft de gescheurde buitenbuis geen milieuschade ten gevolg gehad en voor de leidinglekkage slechts geringe milieuschade. Het intrekken of opschorten van een verleende vergunning kan alleen wanneer er een zwaarwegend milieubelang is. Los van de vraag of het voorzorgsprincipe kan leiden tot een intrekking van een verleende vergunning is er op basis van de omstandigheden geen zwaarwegend belang.

Wat betreft de lekkages in Duitsland waarnaar u verwijst, neem ik aan dat dit de lekkage betreft in Emlichheim. Dat was een grote lekkage waarbij sprake was van een kapotte binnen- en buitenbuis. SodM heeft dit in nauw contact met de Duitse toezichthouder onderzocht en geconcludeerd dat deze specifieke situatie zich niet in Nederland kan voordoen omdat andere buizen worden gebruikt13 en er sprake is van een ander inspectieregime door de operator en strikter toezicht door SodM hierop.

24

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen zich daarnaast af waarom in Duitsland, ook een lidstaat van de Europese Unie (EU) en dus gehouden aan dezelfde Best Available Techniques Reference documents (BREF’s), ondergrondse injectie van verontreinigd grondwater wel tegengehouden kan worden. Dit voorbeeld biedt inzicht in de risico’s van ondergrondse injectie, ervaring met het bovengronds reinigen en er is blijkbaar voldoende juridische basis. Welke lessen kan de Staatssecretaris trekken uit de Duitse situatie?

Antwoord

Het is mij niet bekend dat waterinjectie in Duitsland niet is toegestaan. Naar mijn weten wordt in het Duitse deel van het olieveld bij Schoonebeek ook water geïnjecteerd. Waterinjectie wordt in Nederland niet zomaar toegestaan. Er moet in de ondergrond ruimte zijn om het veilig te kunnen bergen. De waterinjecties in de Verenigde Staten leiden bijvoorbeeld tot veel aardbevingen omdat er geïnjecteerd wordt op locaties waar er volgens Nederlandse richtlijnen niet voldoende ruimte is. Ik verwijs u hierbij graag naar tweetal brieven1415 die aan uw Kamer zijn gestuurd.

25

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de NAM zo snel mogelijk wil overstappen op een gesloten stoominjectieproces op de oliewinlocatie in Schoonebeek in Drenthe en dat de Staatssecretaris deze optie steunt. De leden van de ChristenUnie-fractie maken zich echter nog steeds zorgen over de zeer geconcentreerde restproducten die alsnog in de bodem worden geïnjecteerd via deze methode. Waarom opteert de Staatssecretaris niet voor een van de methoden waarbij de volledige stroom afvalwater wordt gezuiverd en het restproduct bovengronds wordt verwerkt? Baseert de Staatssecretaris zich dan op optimale verwerkingsmethoden in het licht van milieurisico’s of speelt daarbij ook de financiële haalbaarheid vanuit het perspectief van NAM een rol en, zo ja, in hoeverre dan?

Antwoord

In de vergunning van NAM is opgenomen dat NAM conform de CE-methodiek of een vergelijkbare methode de wijze waarop het productiewater wordt verwerkt moet evalueren. Via de CE-methodiek worden de volgende aspecten in beeld gebracht: milieu, risico’s op de korte termijn, risico’s op de lange termijn en kosten. Het gaat in de evaluatie niet om de milieuaspecten versus de financiële aspecten.

Uit de evaluatie16 van 2016 bleek dat de varianten waarbij het productiewater worden verwerkt tot schoon water en onzuiver zout (vaste stof) niet goed scoorden. De varianten waarbij het productiewater voor een deel wordt verwerkt tot schoon water en voor een deel tot een meer geconcentreerde stroom hebben meer kans op een betere score. Maar dit zal blijken uit de nieuwe evaluatie die NAM op dit moment uitvoert. Gelet op de publieke uitlatingen van NAM neem ik aan dat NAM bereid zal zijn tot extra investeringen om tot een schoner alternatief te komen. En daar zal ik met NAM en de decentrale overheden afspraken over maken.

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie heeft met interesse, maar ook met toenemende ergernis kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 27 januari 2022.

26

Het lid van de BBB-fractie vraagt zich af hoe de Staatssecretaris draagvlak denkt te krijgen bij boeren en burgers in Twente om allerlei klimaatmaatregelen te nemen als de NAM tegelijkertijd én Twente voor eeuwig op een milieugevaarlijke afvalput mag zetten, veel Gronings gas mag verstoken voor oliewinning én na allerlei calamiteiten toch steeds weer clementie krijgt en de vergunning niet wordt ingetrokken.

Antwoord

Zoals ik eerder heb aangegeven is er op dit moment geen rechtsgrond om de vergunning in te trekken. Ook de aard en omvang van de overtredingen en incidenten zijn op dit moment niet dusdanig dat het intrekken van de vergunning een proportionele maatregel zou zijn. De waterinjectie bij ROW-02 en ROW-07 ligt stil. SodM geeft ook aan dat binnen de huidige vergunningen de waterinjectie bij de overige putten veilig kan plaatsvinden.

Er is geen sprake van clementie maar van proportionaliteit. SodM zal ingrijpen als blijkt dat waterinjectie niet veilig kan of als NAM niet conform de voorschriften werkt. Wel zal NAM een extra inspanning moeten doen om te komen tot een schoner alternatief voor de waterinjectie, waarna de injectie in Twente kan stoppen.

27

Het lid van de BBB-fractie wil graag weten welke acties de Staatssecretaris gaat ondernemen, mocht blijken dat de NAM de vergunning heeft overtreden of als blijkt dat de vergunning niet in overeenstemming is met de Europese richtlijn en dat het productiewater weer in hetzelfde veld moet worden geïnjecteerd. Is de Staatssecretaris dan bereid de injecties op te schorten en de oliewinning pas weer op te starten nadat het circulaire proces startklaar is?

Antwoord

Het is aan SodM om op te treden als NAM niet de voorschriften van de vergunning volgt of heeft gevolgd. De toezichthouder zal dan sancties opleggen. Er is op dit moment geen rechtsgrond om de waterinjectie op te schorten.

Het productiewater mag alleen worden geïnjecteerd in hetzelfde of in een vergelijkbaar reservoir als waaruit het is gewonnen. Er is sprake van een vergelijkbaar reservoir als dit een reservoir betreft waaruit olie en of gas is gewonnen. Zie ook het antwoord op vraag 34.

28

Het lid van de BBB-fractie hoort graag, nu de Staatssecretaris niet van plan is om de afvalwaterinjectie in Twente voorlopig stop te zetten, of hier risico’s aan verbonden zijn. Zo ja, wil de Staatssecretaris dan aangeven welke risico’s dat zijn en voor wie en hoe hij deze denkt te beperken?

Antwoord

De toezichthouder heeft aangegeven dat de waterinjectie binnen het huidige kader van de vergunningen veilig kan worden uitgevoerd. De toezichthouder ziet hierop toe en controleert de rapporten die NAM moet inleveren en voert inspecties uit.

NAM beschikt over een veiligheidsmanagementsysteem voor de injectieputten en bovengrondse transportleidingen. Met dit systeem kan de NAM de putten en leidingen in de gaten houden en zo nodig tijdig actie ondernemen.

Daarnaast is er ook het waterinjectie managementplan17. Hierin staan verplichte controles die de NAM moet uitvoeren (en hoe vaak) naar o.a. de verbuizing van de put, het injectiereservoir en de afsluitende gesteentelaag.

NAM rapporteert jaarlijks over de hoeveelheden en de samenstelling van het geïnjecteerde productiewater, de injectiedrukken en de hoeveelheid gebruikte mijnbouwhulpstoffen. NAM heeft een netwerk van geofoons geïnstalleerd zodat eventuele aardbevingen worden gemeten. Er is een protocol seismische activiteit waterinjectie vastgesteld op basis waarvan NAM kan handelen in het geval van een aardbeving. De kans op een aardbeving is gering maar is niet uit te sluiten. Tot slot wordt iedere vijf jaar de bodemdaling gemeten. In de afgelopen vijf jaar is deze minimaal geweest18.

29

Het lid van de BBB-fractie vraagt zich ook nog af of het de Staatssecretaris bekend is dat er risico op lekkage van afvalwater is, gezien de lekkage van ruim 300 liter afvalwater in 2015 bij het Hardenbergse buurtschap Holtheme?

Antwoord

Ik ben daarmee bekend. Naar aanleiding van dit incident heeft de waterinjectie in Twente een lange tijd stilgelegen. De gevolgen van de lekkage voor het milieu waren beperkt. NAM heeft de bestaande pijpleiding gerepareerd door in die leiding een nieuwe deels kunststof pijpleiding aan te leggen. Vervolgens is de oliewinning en de waterinjectie na instemming van SodM weer opgestart.

30

Het lid van de BBB-fractie wil ook graag weten hoe invulling wordt gegeven aan de gewijzigde motie van het lid Bromet c.s. over een maatschappelijke kosten- en batenanalyse van de oliewinning in Schoonebeek op basis van het bredewelvaartsbegrip (Kamerstuk 33 529, nr. 936).

Antwoord

Ik zal deze motie uitvoeren. Ik ben van plan om een onderzoeksinstituut of een bedrijf een opdracht te geven om deze analyse te maken. Ik hoop dit spoedig te doen en ik verwacht aan het eind van 2022 uw Kamer over de uitkomsten te informeren.

31

Het lid van de BBB-fractie wil daarnaast graag weten of een eventuele koper van het veld de vergunning van de NAM dan automatisch overneemt of dat deze koper opnieuw een vergunning moet aanvragen. Indien dat laatste het geval is, kan deze vergunning dan geweigerd worden en, zo ja, op welke gronden?

Antwoord

De nieuwe partij moet de overdracht van de vergunningen bij de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat aanvragen. Er wordt daarna gekeken naar de technische en financiële capaciteiten van de nieuwe partij. Bij onvoldoende capaciteiten kan de overdracht worden geweigerd. De overdracht kan niet geweigerd worden op gronden die betrekking hebben op de vergunde activiteiten.

Vragen en opmerkingen van het lid Omtzigt

Het lid Omtzigt is zwaar teleurgesteld dat het kabinet de aangenomen motie van het lid Agnes Mulder c.s., die mede gesteund werd door toenmalig Kamerlid Hans Vijlbrief, niet uitvoert.

32

Het lid Omtzigt stelt dat hier nog bij komt dat het kabinet niet de gevraagde informatie aan de Kamer verschaft. Het lid Omtzigt vraagt expliciet alle meetgegevens van geïnjecteerd afvalwater, die de NAM sinds de start van de injecties heeft doorgegeven aan de staat (Ministerie van EZK, SodM en anderen), aan de Kamer mee te delen. Dit overzicht dient onmiddellijk aan de Kamer ter beschikking gesteld te worden, inclusief een aanduiding hoe vaak de waarden in de vergunning overschreden zijn.

Antwoord

Op 7 februari 2022 heb ik per brief19 uw Kamer geïnformeerd over de door het toezicht geconstateerde overtredingen van de vergunningsvoorwaarden sinds 2011. Op 14 februari 2022 heb ik uw Kamer per brief20 hier nader over geïnformeerd. Tevens heb ik als bijlage aan deze brief de Jaarrapportage 2020 Waterinjectie Twente toegevoegd. NAM heeft vervolgens conform verzoek alle jaarrapportages van het productiewater op haar website21 gepubliceerd.

SodM ontvangt en beoordeelt alle rapportages die de NAM op grond van de wet- en regelgeving dient toe te sturen en SodM maakt deze vervolgens openbaar op haar website. Deze rapportages bevatten geaggregeerde meetgegevens op basis waarvan SodM haar inspectietaak kan uitvoeren. Alle onderliggende meetdata, zoals dagelijkse metingen, watermonsters et cetera, zijn aanwezig bij NAM. Deze worden niet toegestuurd aan SodM. Ik beschik niet over deze gegevens en kan deze dan ook niet met u delen. De toezichthouder kan deze gegevens wel inzien indien zij dat wenst.

33

Het lid Omtzigt stelt dat, aangezien het niet de eerste keer is dat hij om deze data vraagt en hij weet dat deze data beschikbaar zijn bij de overheid, dit verzoek opgevat dient te worden als een persistentie in de zin van de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uit 2002 over het informatierecht. Dit betekent dat de informatie prompt aan de Kamer geleverd dient te worden, tenzij het belang van de staat zich daartegen verzet. Indien het belang van de staat zich daartegen verzet, dan dient het formeel voorgelegd te worden aan de ministerraad en dient die daarmee in te stemmen. Dan dient dat belang van de staat, met redenen omkleed, meegedeeld te worden aan de Kamer. Aangezien het lid Omtzigt werkelijk geen belang van de staat kan bedenken om dit niet te verschaffen, verzoekt hij het kabinet artikel 68 van de Grondwet te respecteren en deze informatie per ommegaande aan de Kamer te doen toekomen. Hetzelfde vraagt het lid Omtzigt met betrekking tot alle inspectierapporten: kunnen die openbaar gepubliceerd worden?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 32. Ik ben het met lid Omtzigt eens. Ik zie ook geen belang voor de overheid om informatie over het productiewater niet aan uw Kamer te geven. Ik ben van mening dat ik, voor zo ver ik over de gegevens beschikte, gevolg heb gegeven aan het informatieverzoek. Ik heb nogmaals bij SodM aangedrongen op een snelle publicatie van de inspectierapporten en -brieven met betrekking tot de waterinjectie in Twente op haar website22. De onderzoeken naar de toedracht van het incident met put ROW-2, de status van put ROW-7 en naar het monitoringsprogramma lopen nog, en zijn nog niet aan SodM toegestuurd. Deze kunnen daarom op dit moment nog niet worden gepubliceerd. Zodra deze rapporten zijn ontvangen en beoordeeld worden deze gepubliceerd.

34

Het lid Omtzigt stelt dat de NAM op dit moment een vergunning heeft voor de opslag van injectiewater en niet voor de lozing van dat injectiewater. De kern van het concept opslag is dat de NAM op verzoek van de autoriteiten het afvalwater weer moet kunnen verwijderen. Kan de Staatssecretaris aangeven op welke wijze de NAM heeft aangetoond al het afvalwater te kunnen verwijderen uit een put als dat noodzakelijk blijkt te zijn? Als er dus opslag van afvalwater plaatsvindt met een veel te hoge concentratie schadelijke stoffen, kan de NAM de put dan leegmaken? Komt er dan niet alleen water naar boven, maar ook alle afvalstoffen? Ofwel: blijven die niet aan het gesteente «plakken» of op andere wijze achter? Graag ontvangt het lid Omtzigt die verzekering. Zo de NAM die verzekering niet kan geven, wordt er dan wel voldaan aan de vergunningsvoorwaarden? De afvalwaterinjectie dient te geschieden in vergelijkbare velden, zo merkt het lid Omtzigt op. Kan de Staatssecretaris aangeven op welke wijze de geologie in Drenthe en Twente overeenkomen? Ofwel: kan een olieput en zandsteen geologisch gelijkgesteld worden aan een gasput en zandsteen? Voldoet de afvalwaterinjectie aan de vereiste in de wetgeving van de EU, dat alleen in vergelijkbare gesteentes teruggepompt kan worden? Graag ontvangt het lid Omtzigt een uitgebreid antwoord.

Antwoord

Het productiewater wordt niet geloosd maar geïnjecteerd in de diepe ondergrond. Het productiewater mag alleen worden geïnjecteerd in hetzelfde of in een vergelijkbaar reservoir als waaruit het is gewonnen. Er is sprake van een vergelijkbaar reservoir als dit een reservoir betreft waaruit olie en of gas is gewonnen. Door de aanwezigheid van olie en of gas in het reservoir, staat vast dat het reservoir over een afsluitende laag geschikt die gas- en vloeistofdicht is. Daardoor blijft het geïnjecteerde water onder de afsluitende laag en kan het niet in de biosfeer geraken.

Juridisch gezien wordt waterinjectie gelijk gesteld met het storten van afval. In het Landelijk afvalbeheersplan (LAP) is voor waterinjectie een specifieke regeling opgenomen. Voor het storten van afval geldt een terugneembaarheidseis. In principe vindt de waterinjectie plaats met het idee om dit in de diepe ondergrond te laten zitten. Volgens het LAP is de terugneembaarheidseis opgenomen om in het geval van een lekkage door onvoorziene omstandigheden milieuschade te kunnen voorkomen.

In de praktijk zullen de geïnjecteerde stoffen in de ondergrond worden gemengd met de al aanwezige (vloei)stoffen. De terugneembaarheidseis richt zich dan ook op de aanwezige (samengestelde) afvalstoffen in het reservoir.

Bij de injectie van productiewater wordt vaak ook productiewater van andere winningslocaties aangevoerd. In die gevallen moet de initiatiefnemer ten genoegen van het bevoegd gezag (en gedeputeerde staten die de verklaring van geen bedenkingen moeten afgeven) aantonen dat de in het productiewater aanwezige verontreinigingen, dat van buiten de inrichting wordt aangevoerd compatibel zijn met de verontreinigingen op de plaats waar injectie plaatsvindt.

Bovengenoemde punten zijn ook terug te vinden in de uitspraak23 van de Raad van State aangaande de waterinjectie.

35

Het lid Omtzigt heeft verder nog een aantal vragen. Wordt er bij ROW-4 en ROW-5 gemeten volgens het watermanagementplan? Gebeurt dat op de juiste intervallen en de juiste diepte? Worden alle wettelijk en noodzakelijke controles van de injectiebuizen uitgevoerd op grote diepte in de injectieputten? Op welke wijze is gegarandeerd dat de evaluatierapporten onafhankelijk opgesteld worden? Wie heeft de opdracht tot herevaluatie opgesteld en hoe is die tot stand gekomen? Kan de Staatssecretaris de waarschuwingsbrief die het SodM in oktober 2021 aan de NAM geschreven heeft aan de Kamer sturen? Kan de Staatssecretaris het hele dossier rondom INS-7949 openbaar maken? Tot slot dankt het lid Omtzigt de Staatssecretaris voor de bereidheid om naar Twente te komen. Wat zou een goed tijdstip zijn vraagt hij, zodat ook de stichting Stop Afvalwater Twente, de omwonenden en andere belangstellenden met de Staatssecretaris kunnen spreken?

Antwoord

Het Waterinjectie Management Plan (WMP) is onderdeel van de vergunning voor de waterinjectie in Twente en beschrijft wat en wanneer gedaan moet worden door de NAM en gerapporteerd moet worden aan SodM. Het WMP bevat een overzicht van surveillance activiteiten en testen die uitgevoerd worden door NAM. NAM voert metingen bij ROW-4 en -5 uit conform het WMP en SodM ziet hier nauw op toe dat dit tijdig en correct gebeurt. Deze vergelijkbare vraag is ook gesteld in het tweede handhavingsverzoek van de Stichting Stop Afvalwater Twente. Het besluit op dit verzoek is recent door SodM genomen en zal zo spoedig mogelijk openbaar gemaakt worden.

Er is geen opdracht voor evaluatie. NAM is als vergunninghouder verplicht om iedere zes jaar een evaluatie uit te voeren conform de CE-afwegingsmethodiek of gelijkwaardig. De in de vergunning gestelde vraag is: »of het injecteren van injectiewater dat vrijkomt bij de productie van olie, nog steeds de meest geschikte verwijderingsmethode is». De vergunning verplicht NAM tot het uitvoeren van de evaluatie en deze in te leveren bij bevoegd gezag.

De toenmalige Minister van Economische Zaken en Klimaat wilde graag een onafhankelijke review en heeft dit voor de evaluatie van 2016 aan de commissie voor de mer en Deltares gevraagd.

Uw Kamer heeft verzocht om voor de huidige evaluatie een onafhankelijke toetsing te organiseren. Ik heb dat gedaan. De evaluatie is een vergunningvoorschrift en SodM ziet daar op toe. SodM zal na ontvangst van het definitieve rapport een beoordeling uitvoeren en mij daarover adviseren. Tevens zal Deltares een review uitvoeren op het rapport.

De genoemde brief van oktober 2021 is te vinden op de website24 van SodM. INS-7949 gaat over onderdelen van het aanvullend onderzoek naar het incident bij ROW-02. Het onderzoek is nog niet afgerond en nog niet aan SodM toegestuurd. SodM zal na ontvangst het onderzoek beoordelen. Direct daarna zal NAM op de hoogte worden gesteld van de bevindingen en zal dit ook openbaar worden gemaakt.

Ik kom graag naar Twente om met bewoners te praten. Ik neem hierover met u contact op om een geschikt tijdstip te vinden.


X Noot
1

Kamerstuk 33 529, nr. 949.

X Noot
2

Kamerstuk 33 529, nr. 922.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 3091.

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 3769.

X Noot
5

Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 948.

X Noot
8

Kamerstuk 33 529, nr. 936.

X Noot
10

Kamerstuk 32 849, nr. 135.

X Noot
11

Kamerstuk 33 529, nr. 949.

X Noot
12

Deze normen vloeien voort uit het internationale OSPAR-verdrag dat op 22 september 1992 in Parijs tot stand is gekomen. Dit verdrag gaat over de bescherming van het mariene milieu in het noodoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (Trb. 1993, nr. 16).

X Noot
13

www.sodm.nl/onderwerpen/waterinjectie [Systeemtoezicht en veldinspecties].

X Noot
14

Kamerstuk 32 849, nr. 44.

X Noot
15

Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 2894.

X Noot
19

Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 1597.

X Noot
20

Kamerstuk 33 529, nr. 985.

X Noot
23

ECLI:NL:RVS:2011:BR3245 (27-07-2011).

Naar boven