32 849 Mijnbouw

Nr. 135 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 september 2018

Op 11 januari 2018 heb ik uw Kamer per brief1 geïnformeerd over de verontreiniging en sanering van een aantal NAM-locaties in Twente. Tijdens het Algemeen Overleg Mijnbouw 15 februari 2018 heb ik toegezegd om bij de provincie Overijssel te informeren of er momentum is voor het opruimen van oude NAM-locaties in Twente en de locatie bij Giethoorn naast het Nationaal Park Weerribben-Wieden (Kamerstukken 32 849 en 33 529, nr. 126).

Ik heb contact gehad met de provincie Overijssel. De provincie heeft aangegeven dat bij enkele NAM-locaties in Twente en de locatie naast Nationaal Park Weerribben-Wieden sprake is van een bodemverontreiniging, maar geen sprake is van spoedeisendheid. Bij het huidige gebruik van de locaties is er geen sprake van onaanvaardbare risico's voor de mens, voor het ecosysteem en van verspreiding van de verontreiniging. De provincie kan een sanering dan ook niet afdwingen. De wet bodembescherming geeft daarvoor geen mogelijkheden. NAM mag in dit soort gevallen besluiten om de sanering op een natuurlijk moment, bijvoorbeeld bij ruimtelijke ontwikkelingen of voor de overdracht van de locatie, uit te voeren.

Alleen in het geval van de locatie TUB-7 nabij de Boortorenweg 4 in Tubbergen is er sprake van spoedeisendheid. Naar verwachting wordt aan het eind van dit jaar met de sanering van locatie TUB-7 begonnen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Kamerstuk 32 849, nr. 114

Naar boven