33 199 Beleidsdoorlichting Veiligheid en Justitie

Nr. 20 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 september 2017

Inleiding

Zo spoedig mogelijk start de beleidsdoorlichting van begrotingsartikel 31.3 van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De beleidsdoorlichting bevat het tijdvak van Prinsjesdag 2012 tot en met Prinsjesdag 2017. Artikel 31.3 bevat de posten «beheer multisystemen», «internationale samenwerkingsoperaties» en enkele kleinere onderdelen als «bijdrage medeoverheden» en enkele subsidies en opdrachten.

In 2017 is het Interdepartementale beleidsonderzoek «Effectiviteit politie» aan uw Kamer gestuurd1. Hierin zijn inzichten verzameld die de effectiviteit van de politie kunnen vergroten. Gezien de ingezette acties naar aanleiding van het onderzoek is in overeenstemming met het Ministerie van Financiën overeengekomen dat een beleidsdoorlichting van artikel 31.2 (bekostiging Nationale Politie) op dit moment niet opportuun is.

De beleidsdoorlichting heeft een budgettair beslag van circa € 100 miljoen betreffende het beheer multisystemen en circa € 11 miljoen betreffende internationale samenwerkingsoperaties, en wordt uitgevoerd conform het bepaalde in de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE, Stcrt. 2014, nr. 27142). De beantwoording van de onder artikel 3, tweede lid, van die regeling genoemde vragen ten aanzien van voornoemde onderwerpen is leidend.

Artikel 31.3

20141

2015

2016

20172

beheer multisystemen

102.703

105.700

110.269

95.306

internationale samenwerkingsoperaties

23.283

11.005

10.729

11.0493

Overig

23.608

23.735

19.693

14.540

X Noot
1

Voor de jaren 2012 en 2013 werden deze bedragen niet expliciet zichtbaar gemaakt in de begroting.

X Noot
2

2014,2015,2016 zijn realisatiecijfers uit het jaarverslag, 2017 is conform begroting.

X Noot
3

Deze reeks is voor de jaren tot en met 2021 constant, en vormt de basis van de 20% variant.

In deze brief informeren wij uw Kamer over het doel, de reikwijdte en de voorgenomen opzet van deze doorlichting. Hiermee doen wij de toezegging gestand die de Minister van Financiën heeft gedaan2 ter uitwerking van de motie van het lid Harbers c.s.3

Doel en reikwijdte

Internationale samenwerkingsoperaties

In opdracht van de Minister voert de politie activiteiten uit in het kader van

internationale politiesamenwerking (IPS) en strategische landenprogramma’s

(SLP’s). De voorbereidingen zijn getroffen om in afstemming met relevante partners een nieuw beleidskader vast te stellen. In dat verband wordt een beleidsdoorlichting uitgevoerd naar de werking van het huidige beleidskader. Centraal daarbij staat de vraag naar doeltreffendheid en doelmatigheid.

Het beleidskader geeft aan met welke landen de politie prioritair samenwerkingsrelaties aangaat en welk afwegingskader daarbij wordt gehanteerd. Inmiddels heeft het WODC een onderzoek uitgevoerd naar het huidige kader.

Beheer multisystemen

De politie voert het beheer voor de verschillende multisystemen van de meldkamerorganisatie, waaronder C2000 en GMS. Gebruikers van deze systemen zijn met name politie, brandweer, ambulance en KMar. Zij opereren ieder binnen hun eigen monodisciplinaire kolom en streven naar een multidisciplinaire samenwerking. Deze operationele samenwerking vereist steeds meer dat er vanuit een multidisciplinaire invalshoek integrale afwegingen plaatsvinden over het beschikbare budget

Om de systemen te laten voldoen aan de vereisten vanuit wet- en regelgeving en technologische ontwikkelingen, vindt op de systemen continue doorontwikkeling plaats. In juli4 is uw kamer geïnformeerd dat het opleveren van het nieuwe C2000 systeem en het zorgvuldig testen hiervan meer tijd vraagt. Gezien het belang van een correcte en adequate oplevering zal de beleidsdoorlichting starten na afronding van het project Invoering Vernieuwd C2000 (IVC). Over de voortgang van dit project wordt u kamer periodiek geïnformeerd5. Daarnaast is een BIT-toets over dit programma met uw Kamer gedeeld6. De externe audits op de op te leveren systemen en op de planvorming worden dit najaar afgerond en zullen mede bepalend zijn voor een nieuwe planning. Op basis hiervan kan een startdatum van de beleidsdoorlichting bepaald worden.

Aanpak

De beleidsambities van de kabinetten Rutte I en II, neergelegd in de regeerakkoorden, zijn het startpunt voor het onderzoeken van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid (hoofdvraag).

Bij het beantwoorden van de vragen zal voorts zoveel als mogelijk gebruik worden gemaakt van de huidige stand aan wetenschappelijk onderzoek dat door of in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) is verricht, zoals bijvoorbeeld naar het huidige beleidskader inzake internationale politiesamenwerking. Ook het onderzoek van diverse adviesorganen wordt benut (Algemene Rekenkamer, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Sociaal en Cultureel Planbureau). Voorts wordt gebruik gemaakt van bestaand onafhankelijk bronmateriaal als Criminaliteit en Rechtshandhaving van het Centraal Bureau voor de Statistiek/WODC).

Deze beleidsdoorlichting op deze onderwerpen voert het Ministerie van Veiligheid en Justitie zelf uit, onder leiding van een nog te formeren stuurgroep. Gezien de omvang van de budgetten ligt de focus binnen het artikel op «Internationale samenwerkingsoperaties» en «beheer multisystemen» en zal de beleidsdoorlichting vooral daarop ingaan. Vanzelfsprekend is de 20%-variant een onderdeel van de beleidsdoorlichting.

De Algemene Rekenkamer en Financiën worden gedurende het proces betrokken. Conform de RPE zal een onafhankelijk deskundige betrokken worden bij deze doorlichting. Deze deskundige zal een schriftelijk oordeel geven over de doorlichting dat met het eindrapport aan uw Kamer zal worden aangeboden.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok


X Noot
1

Kamerstuk 29 628, nr. 699.

X Noot
2

Kamerstuk 34 000, nr. 52.

X Noot
3

Kamerstuk 34 000, nr. 36.

X Noot
4

Kamerstuk 25 124, nr. 86.

X Noot
5

Kamerstuk 25 124, nrs. 74–81 en Kamerstuk 25 124, nr. 322.

X Noot
6

Kamerstuk 25 124, nr. 83.

Naar boven