33 118 Omgevingsrecht

34 986 Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet)

DX1 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2022

Naar aanleiding van het mondeling overleg dat ik op 21 juni jl. had met de vaste commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) en voor Economische Zaken, Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV), informeer ik u, zoals toegezegd, over de kritische tijdslijn en zet ik op hoofdlijnen uiteen welke verdere acties ik onderneem op basis van dit overleg en welke informatie u tegemoet kunt zien.

1. Duidelijkheid en zorgvuldigheid

In het mondeling overleg heb ik bevestigd dat gemeenten, provincies, waterschappen, rijkspartijen, omgevingsdiensten en bedrijfsleven druk bezig zijn om zich voor te bereiden op de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2023. Voorafgaand aan dit overleg heb ik in antwoord op uw vragen schriftelijk uiteengezet waarom deze partijen in de uitvoeringspraktijk aandringen op duidelijkheid over de datum. Partijen moeten hun voorbereidingen kunnen treffen en zeker weten of dat het nieuwe instrumentarium per 1 januari 2023 ingezet kan worden. Tevens heb ik met u gesproken over de noodzaak om zorgvuldig te zijn in het proces naar inwerkingtreding. Het debat over de datum van inwerkingtreding zie ik als een belangrijk onderdeel van deze zorgvuldigheid.

Verantwoorde inwerkingtreding betekent dat burgers en bedrijven tijdens de overgang naar het nieuwe stelsel bediend moeten blijven worden. Zij moeten initiatieven kunnen blijven ontplooien, bijvoorbeeld in de planning en realisatie van woningbouw en initiatieven op het gebied van de energietransitie. Er zijn diverse waarborgen aangebracht om juist dit te verzekeren. Deze waarborgen richten zich op de werking van de hele DSO-keten waarbij de bestuurlijke partners en ik scherp oog hebben voor de resterende werkzaamheden die decentraal verricht moeten worden. Al onze inzet is erop gericht al deze partijen te ondersteunen en zo vergunningverlening te verzekeren en de urgente gebiedsontwikkeling mogelijk te maken. Via het DSO of met behulp van een alternatief. Kortheidshalve verwijs ik naar mijn eerdere antwoorden over tijdelijk alternatieve maatregelen die in de werking van de keten zekerheid bieden2.

In het recente mondeling overleg met uw Kamer heb ik het belang benadrukt van duidelijkheid en zorgvuldigheid. Zoals aangegeven is het voor alle bevoegd gezagen, bedrijven en burgers nodig dat voor de zomer het signaal wordt afgegeven dat de voorgenomen datum van inwerkingtreding van 1 januari 2023 staat. Met de bestuurlijke partners hoop ik dat u een «ja» laat horen op de voorgenomen datum van inwerkingtreding op 1 januari 2023, zodat alle voorbereidende werkzaamheden met volle kracht voortgezet kunnen worden. Op die manier kunnen de bestuurlijke partners en ik onverkort vasthouden aan de Hoofdroute 2022 en de datum van inwerkingtreding per 1 januari 2023. Tegelijk zal ik de voorbereiding op een dusdanige wijze vormgeven dat ik recht kan doen aan een betekenisvol debat in het najaar, waarin wij bezien of het inderdaad, zoals ik hoop, aangelegen is om door middel van het koninklijk besluit de definitieve invoering per 1 januari 2023 vast te leggen.

In het mondeling overleg zijn enkele zaken belicht die ik in deze brief zal toelichten: de kritische tijdlijn richting dit najaar en de door het Adviescollege ICT (AcICT) geboden optie om in het najaar op basis van de beschikbare informatie van de integrale ketentesten de werking van het DSO te bezien en of dat opvolging is gegeven aan hun adviezen.3 Ook licht ik toe welke informatie ik u in de komende periode nog zal toesturen.

2. Kritische tijdslijn: belangrijke elementen op de Hoofdroute 2022

De partijen die bij de invoering van de Omgevingswet betrokken zijn, hebben samen een roadmap opgesteld: de Hoofdroute 2022. Deze routekaart bevat de belangrijkste mijlpalen op weg naar inwerkingtreding. Deze heb ik u toegezonden bij brief van 24 februari jl.4 Wij werken aan de hand van de Hoofdroute 2022 aan een zorgvuldige en verantwoorde start op 1 januari 2023 en bereiden met de direct betrokken overheden en partners in het land de implementatie voor. Dit doen wij onder andere door ondersteuning te bieden bij het oefenen met het DSO en de inhoud van de wet. Bijvoorbeeld via werkplaatsen en via Regionale Implementatiecoaches Omgevingswet (RIO’s).

Ik heb uw Kamer toegezegd dat ik nader uiteenzet welke kritische elementen er binnen de hoofdroute zijn waarvoor duidelijkheid over de datum van inwerkingtreding essentieel is. Dit betreft de volgende elementen:

Beschikbaar stellen definitieve versie van de bruidsschat

Momenteel voeren wij de activiteiten uit die leiden naar het behalen van de mijlpaal op de Hoofdroute 2022; «definitieve bruidsschat beschikbaar». Op 27 juni komt deze bruidsschat beschikbaar in de oefenomgeving, zodat alle partijen hiermee een half jaar kunnen oefenen.

Daarna volgt het laden van de definitieve bruidsschat met de datum van inwerkingtreding 1 januari 2023 voor die gemeenten en voor die waterschappen die daar om vragen. Dat gebeurt in de productieomgeving van de landelijke voorziening DSO. Dit is de omgeving waarmee bevoegde gezagen per 1 januari 2023 gaan werken. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vervalt een aantal regels op rijksniveau. Deze regels «verhuizen» naar gemeenten en waterschappen. Dit heet de bruidsschat. De gemeenten die niet eerder om de bruidsschat vroegen ontvangen de bruidsschat na vaststelling van de datum van inwerkingtreding via het KB.

AMvB’s inclusief wijzigingen komen beschikbaar

In oktober volgt de mijlpaal «AMvB’s inclusief wijzigingen beschikbaar». In 2021 en 2022 zijn en worden de AMvB’s (nog) gewijzigd door reguliere wetgevingsprocessen. Dit betreft dus niet de hiervoor genoemde bruidsschat, maar de wet- en regelgeving die niet door bevoegd gezagen omgezet mag worden. De versie van de AMvB’s waarin deze wijzigingen tot en met datum 1 juli 2022 zijn verwerkt, wordt in oktober 2022 in de productieomgeving geladen en daarin is de datum van 1 januari 2023 opgenomen. De bruidsschat en rijksregels bieden de structuur waarin bevoegd gezagen ter voorbereiding van 1 januari 2023 hun juridische regels kunnen aanbieden en wijzigen en bijbehorende vragenbomen voor dienstverlening kunnen laden

Inregelen bevoegde gezagen.

De interbestuurlijk vastgestelde Hoofdroute 2022 bevat mijlpalen die voor bevoegde gezagen cruciaal zijn in hun werkprocessen en bedrijfsvoering, en die burgers en bedrijven direct kunnen raken. Legesverordeningen moeten worden voorbereid en vragen een besluit. Daarin moet exact duidelijk zijn per wanneer een dergelijke verordening van kracht wordt. Die worden nu opgesteld met de datum van 1 januari 2023 en door de bevoegde gezagen in besluitvorming gebracht.

Deze noodzaak tot exactheid over de datum geldt ook voor het afsluiten van samenwerkingsovereenkomsten met bijvoorbeeld omgevingsdiensten en het instellen van behandeldiensten in DSO. Uiteraard geldt dit ook voor de met u besproken met planprocedures. Bevoegd gezagen moeten aan de hand van de datum van inwerkingtreding bepalen of ze in hun aanpak gebruikmaken van Tijdelijke Alternatieve Maatregelen en workarounds. Met name de TAM IMRO is een belangrijk alternatief voor gemeenten die nog niet de overstap naar de nieuwe techniek kunnen maken.

Van een andere orde zijn de opleidingen van medewerkers. Die worden ingepland op basis van de datum van inwerkingtreding. Zo voorkomen we dat kennis is «weggezakt» op het moment dat het nodig is om burgers en bedrijven te woord te staan. De bestuurlijke partners ondersteunen al deze activiteiten5. Duidelijkheid over de datum is cruciaal om deze zaken zorgvuldig te kunnen doen.

Communicatie naar burgers en bedrijven

In het overleg met uw Kamer is stil gestaan bij de noodzaak om duidelijkheid te bieden aan de uitvoeringspraktijk. Er is in de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het voorbereiden van overheden, bedrijven en groepen waarbij het voor de hand ligt dat die direct met de Omgevingswet te maken gaan krijgen.

Het is echter zeker zo belangrijk om in meer algemene zin burgers en bedrijven in te lichten op de komst van de Omgevingswet. U is daarom toegezegd dat ik met de bestuurlijke partners burgers en bedrijven informeer over de komst van de Omgevingswet via een online publiekscampagne, zodat ze weten waar ze aan toe zijn. Voor een goede boodschap in de communicatie is duidelijkheid over de datum van inwerkingtreding belangrijk. Het proces van de inkoop van de online publiekscampagne is in juni gestart. Dit wordt begin juli afgerond om zo tijdig de doelgroepen te kunnen bereiken. Zoals is toegezegd aan uw Kamer6 en op verzoek van de brancheorganisaties van het bedrijfsleven start de publiekscampagne in principe drie maanden voor inwerkingtreding.

3. Aanvullend verzoek aan Adviescollege ICT (AcICT)

In het mondeling overleg is gesproken over een verzoek aan AcICT om nader onderzoek te doen. Ik breng u hiertoe in herinnering de brief van AcICT die u hierover op 24 mei jl. is toegezonden7. Daarin geeft het adviescollege de mogelijkheid om in het najaar op basis van de beschikbare informatie van de (integrale) ketentesten de werking van het DSO te bezien en daarbij ook te toetsen of opvolging is gegeven aan hun adviezen. Het met u besproken Deloitte onderzoek kan aan deze toetsing bijdragen. Graag treed ik hierover met uw Kamer in overleg.

4. Navolgende informatie

Om zorgvuldigheid te kunnen betrachten, zal ik uw Kamer blijven informeren over de voortgang. U kunt daartoe van mij verwachten dat ik u inde komende maanden de volgende informatie toestuur op basis waarvan u ieder moment met mij in overleg kan treden om een vinger aan de pols te houden.

Dit betreft:

  • De voortgangsrapportages over aansluiten; deze ontvangt u maandelijks en zijn wekelijks online in te zien.8

  • De eindrapportage van Deloitte over de opvolging van de adviezen van AcICT, met een bestuurlijke reactie; in augustus.

  • De enquête naar de ervaringen van bevoegde gezagen met hun implementatieopgave. Deze volgt in september.

  • De uitkomsten van de Integrale Ketentesten over Fase I van in juli en daarna over Fase II in oktober.

  • De bevindingen van AcICT en mijn beleidsreactie daarop in oktober.

  • De voortgangsbrief waarin ik u integraal informeer over de implementatie en het DSO. Deze stuur ik u in oktober, waarin mogelijk ook een deel van de hierboven aangegeven informatie is verwerkt.

5. Tot slot

Op basis van de nieuw ter beschikking te komen informatie zal ik opnieuw met uw Kamer in gesprek gaan over de doorgang van de inwerkingtreding op 1 januari 2023. Vanaf dat moment kunnen dan de allerlaatste stappen gezet worden voor de definitieve inwerkingtreding.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge


X Noot
1

De letters DX hebben alleen betrekking op 33 118.

X Noot
2

Kamerstukken I 2021/22, 33 118, DC en DN.

X Noot
3

Kamerstukken I 2021/22, 33 118, DR.

X Noot
4

Kamerstukken I 2021/22, 33 118, DJ en toelichting in detail is te vinden via deze webpagina: https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/implementatie/implementatiewet/routeplanners/gezamenlijke-route-20

X Noot
5

Toelichting op de minimale acties van gemeenten zijn beschikbaar via de webpagina van de VNG: Minimale acties Omgevingswet | VNG.

X Noot
6

T02869.

X Noot
7

Kamerstukken I 2021/22, 33 118, DR, Kamerstukken I 2021/22, 33 118, DC, Kamerstukken I 2021/2022, 33 118, DV, Kamerstukken I 2021/2022, 33 118, DN.

X Noot
8

De wekelijks gegevens over aansluiten komen beschikbaar via deze webpagina: Aansluitmonitor DSO – Aan de slag met de Omgevingswet

Naar boven