Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 33118 nr. DR |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 33118 nr. DR |
Vastgesteld 24 mei 2022
Het adviescollege ICT-toetsing had op 14 februari 2022 op verzoek van de Eerste Kamer een advies over de werking van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV) gegeven.2 In de vergadering van de commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving3 en Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit4 van 10 mei jongstleden besloten deze commissies – in het kader van de bespreking van de stand van zaken van de inwerkingtreding van de Omgevingswet – de mogelijkheden voor een nieuwe adviesaanvraag aan het Adviescollege ICT-toetsing over de werking van het DSO-LV te verkennen.
Naar aanleiding hiervan is op 19 mei 2022 een brief gestuurd aan het Adviescollege ICT-toetsing.
Het Adviescollege ICT-toetsing heeft op 24 mei 2022 gereageerd.
De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier voor dit verslag, Dragstra
Aan het Adviescollege ICT-toetsing
Den Haag, 19 mei 2022
Uw adviescollege heeft op 14 februari 2022 op verzoek van de Eerste Kamer een advies over de werking van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV) gegeven.5 In de vergadering van de commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving en Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 mei jongstleden besloten deze commissies – in het kader van de bespreking van de stand van zaken van de inwerkingtreding van de Omgevingswet – de mogelijkheden voor een nieuwe adviesaanvraag aan uw college over de werking van het DSO-LV te verkennen.
Uit ambtelijke navraag is gebleken dat uw college zich op het standpunt stelt dat dit qua benodigde mensen en middelen op korte termijn niet goed mogelijk is en dat het zinvoller is om bijvoorbeeld in het najaar de werking van het DSO opnieuw te bezien. Naar het oordeel van uw college zal een nieuw advies op dit moment (te) weinig toevoegen ten opzichte van uw eerder gegeven advies. Uw college gaf daarbij nog aan dat een nieuw advies bovendien weinig zou toevoegen gezien de interferentie met het lopende onderzoek van Deloitte, waarbij uw college graag bereid was om een nadere toelichting te geven op uw laatste advies, mocht Deloitte daaraan behoefte hebben.
De commissies verzoeken uw college bovenstaande reactie nader te verduidelijken. Mogen de commissies hieruit afleiden dat de conclusies in uw eerder gegeven advies (van 14 februari jl.) op dit moment nog altijd overeind staan? Anders gezegd, gelden de conclusies ten aanzien van de werking en stabiliteit van het DSO ook voor de werking en stabiliteit op dit moment (mei 2022)? Of zijn er inmiddels nieuwe inzichten ten aanzien van de voornaamste aanbevelingen van uw college: maak de DSO-keten robuuster en baseer de nieuwe inwerkingtredingsdatum op integrale kritiekepadplanning. Indien er nieuwe inzichten zijn, dan vernemen de commissies deze graag.
De leden van de vaste commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving en Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag zo spoedig mogelijk, maar in elk geval uiterlijk 3 juni 2022.
De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, H.J. Meijer
De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, L.P. van der Linden MSc.
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 mei 2022
U heeft op 19 mei 2022 het Adviescollege ICT-toetsing verzocht onze eerdere, ambtelijk gedeelde reactie op een eventueel extra advies met betrekking tot het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV) nader te verduidelijken.
In de vergadering van de commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving en Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 mei 2022, kwam de vraag aan de orde of het Adviescollege in een extra advies zou kunnen vaststellen of de conclusies uit ons advies van 14 februari 2022 nog geldig zijn en of de aanbevelingen uit dit advies zijn overgenomen. Het college heeft de mogelijkheid van een dergelijk extra advies besproken. Naar aanleiding daarvan is door ons aangegeven dat een dergelijk advies op dit moment weinig zou toevoegen.
Wij volgen DSO niet op reguliere basis en we kunnen daarom zonder aanvullend onderzoek geen uitspraak doen over uw vraag in hoeverre onze conclusies over de stabiliteit en de werkbaarheid van DSO uit het onderzoek van 14 februari jl. nog overeind staan. Bovendien zal, ook wanneer de aanbevelingen van ons advies zijn opgevolgd, het verder stabiliseren en werkbaar krijgen van DSO-LV en de DSO-keten nog zeker een half jaar kosten. Aanvullend onderzoek naar stabiliteit en de werkbaarheid is op dit moment dus weinig zinvol.
De vraag hoe het staat met de opvolging van onze aanbevelingen laat zich op dit moment wel onderzoeken, zij het dat het tijdpad erg krap is. Uit de beantwoording van de vragen over de inwerkingtreding van de Omgevingswet uit de Eerste Kamer (kenmerk 2022-0000239006) hebben we begrepen dat Deloitte is gevraagd om een dergelijk onderzoek uit te voeren. Het parallel hieraan uitvoeren van een eigen onderzoek voegt ons inziens te weinig toe en zou bovendien een extra inzet vragen van het programma die ten koste gaat van de inzet om de invoering van de Omgevingswet in goede banen te leiden.
Gisteren heeft ambtelijk contact plaatsgevonden met het onderzoeksteam van Deloitte. Daarbij is ons gebleken dat de onderzoeksscope, -opzet en -fasering nog niet volledig zijn uitgekristalliseerd. Dit biedt ruimte om in het onderzoek rekening te houden met de informatiebehoefte en het tijdpad van de Eerste Kamer.
In dat licht geven we u in overweging om de Minister te vragen het onderzoek in eerste instantie te focussen op één kernaanbeveling uit ons advies van 14 februari jl.: het indringend testen van de werking en de stabiliteit van de DSO-keten. Een goed ontworpen en grondig uitgevoerde testopzet is namelijk cruciaal om in de tijd die nog rest tot de invoeringsdatum de stabiliteit en de werkbaarheid van de complexe DSO-keten verder te verbeteren.
We houden de optie open om in het najaar de stabiliteit en de werking van het DSO opnieuw te bezien op basis van de dan beschikbare (test)informatie.
Wij hopen dat we met bovenstaande toelichting onze reactie voldoende te hebben verduidelijkt.
Namens het Adviescollege ICT-toetsing,
J.P.J. Verkruijsse RE RA, Voorzitter
S.J. van Amerongen, Secretaris-directeur
Samenstelling:
Atsma (CDA), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Pijlman (D66), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), arbouw (VVD), Bezaan (PVV), Fiers (PvdA), Dessing (FVD), Geerdink (VVD), Janssen (SP), Kluit (GL), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Meijer (VVD) (voorzitter), Moonen (D66), Nicolaï (PvdD), Prins (CDA), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Vendrik (GL), Verkerk (CU), De Vries (Fractie-Otten), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Raven (OSF) en Karakus (PvdA) (ondervoorzitter).
Samenstelling:
Koffeman (PvdD), Faber-Van de Klashorst (PVV), Van Strien (PVV), Gerkens (SP), Atsma (CDA) (ondervoorzitter), Pijlman (D66), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), Van Rooijen (50PLUS), Van Ballekom (VVD), Vos (VVD), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Van Gurp (GL), Huizinga-Heringa (CU), Kluit (GL), Van der Linden (Fractie-Nanninga) (voorzitter), Meijer (VVD), Otten (Fractie-Otten), Prins (CDA), Vendrik (GL), Van der Voort (D66), Berkhout (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA) en N.J.J. van Kesteren (CDA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33118-DR.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.