33 043 Groene economische groei in Nederland (Green Deal)

Nr. 73 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 oktober 2017

Uw Kamer heeft eerder dit jaar de motie Van Brenk1 aangenomen Handelingen II 2016/17, nr. 95, item 7). In de motie wordt verzocht om samen met de bij de Green Deal Grondstoffen betrokken partijen nader in kaart te brengen welke belemmeringen er wel en niet zijn weggenomen, en met welke reden. Tevens wordt de regering verzocht met voortvarendheid de eventuele nog bestaande belemmeringen weg te nemen.

Met deze brief ga ik in op de uitvoering van deze motie.

De Green Deal Grondstoffen gaat over de terugwinning van bruikbare grondstoffen uit afvalwater. Het gaat onder andere over cellulose, fosfaat (struviet), alginaat en polymeren. De waterschappen leveren met deze terugwinning een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de circulaire economie. Op het pad naar een circulaire economie komen de waterschappen belemmeringen tegen die moeten worden opgelost. De waterschappen zijn koplopers en lopen hier dus als eerste tegenaan. Ik heb begrip voor de frustratie die dat soms oproept. Samen met de Waterschappen pak ik die belemmeringen dan ook aan.

De belangrijkste gevonden (juridische) belemmeringen zijn:

  • 1. de afvalstatus van struviet en andere mogelijke producten uit de Grondstoffenfabriek2;

  • 2. het tot dusverre ontbreken van een (Europese) markt voor gerecyclede grondstoffen;

  • 3. het mogen toepassen van struviet als meststof in Nederland en Europa.

1. De afvalstatus van struviet en andere mogelijke producten uit de Grondstoffenfabriek

Struviet dat wordt teruggewonnen uit afvalwater heeft de status van afvalstof. Door deze status worden de exportmogelijkheden beperkt. Hierdoor nemen de administratieve verplichtingen toe bij grensoverschrijdend transport. Bovendien is voor het verder verwerken van struviet een vergunning nodig en werkt het nadelig op het imago ervan. Om van de afvalstatus af te komen, moet er volgens de Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen gekeken worden naar de risico’s voor gezondheid en milieu. Om aan voldoende gegevens hiervoor te komen, doet Waternet samen met andere waterschappen onderzoek. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) adviseert in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu bij de opzet van het onderzoek en de beoordeling van de resultaten. Dit onderzoek wordt waarschijnlijk dit najaar afgerond. Op basis van de resultaten kan nog dit jaar over de afvalstatus van struviet worden besloten.

Ook voor andere mogelijk terug te winnen grondstoffen uit afvalwater zal gekeken worden naar de mogelijkheid om van de afvalstatus af te komen. Een voorbeeld hiervan is cellulose dat wordt toegepast in de wegenbouw.

Om de beoordeling van de afvalstatus van producten sneller te laten verlopen, werkt het RIVM aan een algemeen afwegingskader om risico’s voor gezondheid en milieu van circulaire grondstoffen in te kunnen schatten en te kunnen beoordelen. Dat is belangrijk voor de transitie naar een circulaire economie en voor het imago van circulaire grondstoffen.

2. Het ontbreken van een Europese markt

Waternet levert nu struviet als grondstof aan ICL in Amsterdam voor de productie van fosfaatkunstmest. De waterschappen willen hun afzetmarkt vergroten en zoeken daarom naar meer mogelijkheden om de circulaire grondstoffen af te kunnen zetten. Ook voor de marktintroductie van struviet werken de waterschappen en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu samen. In het kader van de North Sea Resources Roundabout wordt onderzocht of struviet kan worden geëxporteerd naar Frankrijk door belemmeringen in Franse regelgeving weg te nemen. Mede vanwege mogelijke aanpassingen in de Franse regelgeving kunnen de belemmeringen pas in 2018 zijn weggenomen. De ervaringen met de North Sea Resources Roundabout kunnen mogelijk helpen om ook belemmeringen bij de export naar andere landen weg te nemen.

3. Struviet als meststof in Nederland en Europa

Deze belemmering is weggenomen. Al eerder (vanaf 2015) is het, als uitvloeisel van de Green Deal, wettelijk toegestaan om struviet als meststof in Nederland toe te passen. Daarvoor is het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet gewijzigd.

In het kader van de herziening van de Europese Meststoffenverordening beziet de Europese Commissie of struviet een vrij verhandelbare Europese meststof met CE-markering kan worden. Hiermee zal het afvalstoffenlabel voor struviet in de hele EU verdwijnen. Het Europese herzieningsproces is echter nog gaande en zal naar verwachting op zijn vroegst in 2018 zijn afgerond.

Ik waardeer de actieve en vooruitstrevende rol van de waterschappen om de circulaire economie dichterbij te brengen. De Green Deal is een inspiratie voor andere projecten in het kader van de circulaire economie. Ik zou dan ook constructief willen blijven samenwerken met de waterschappen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Kamerstuk 27 625, nr. 392

X Noot
2

Met de Energie- en Grondstoffenfabriek willen de waterschappen biogas (duurzame energie) produceren en waardevolle grondstoffen winnen bij de zuivering van afvalwater.

Naar boven