33 043 Groene economische groei in Nederland (Green Deal)

Nr. 40 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2015

Bijgaand zend ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Wonen en Rijksdienst en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, de derde Green Deal-voortgangsrapportage1. De Green Deal-aanpak is een instrument in het Groene Groeibeleid en geeft invulling aan de pijler De overheid als netwerkpartner.2 De rapportage biedt actuele informatie over de voortgang en resultaten van het Green Deal-portfolio over de periode 2011–2014.

In deze brief ga ik in op mijn toezegging uit het Algemeen Overleg Groene Groei van 4 september 2014 om een overzicht te geven van regels die zijn aangepast naar aanleiding van belemmeringen in Green Deals (Kamerstuk 32 637, nr. 153). Aan mijn toezegging om inzicht te geven in de effectiviteit van Green Deals zal ik medio 2015 invulling geven door een externe effectmeting te laten uitvoeren. De toezegging om in te gaan op de stand van zaken rond het voorstel voor een Green Deal Auto Delen neem ik mee in de Tussenbalans Groene Groei die voorzien is voor het zomerreces.

Voortgangsrapportage met infographics

De voortgangsrapportage geeft informatie uit de jaarlijkse monitoring van de Green Deals, uitgevoerd door RVO.nl. De voortgangsrapportage heeft dit jaar een vernieuwde vorm waarin gebruik is gemaakt van infographics om de voortgang toegankelijker te presenteren. Per domein wordt aangegeven hoe de deals passen in het beleidskader van dat domein en welke acties er binnen de Green Deals lopen op de vier pijlers van de Groene Groei-agenda. Naast de infographics zijn in de rapportage inspiratieverhalen opgenomen van Green Deals met resultaten en leerervaringen. Op de binnenkort te lanceren website www.greendeals.nl zal per Green Deal meer informatie te vinden zijn over de ambitie en gerealiseerde doelen.

De Green Deal-aanpak geeft invulling aan de rol van de overheid als netwerkpartner

De Green Deal-aanpak beantwoordt aan een groeiende behoefte van partijen in de samenleving om zelf kansen te realiseren en waarbij men een beroep kan doen op een laagdrempelige, faciliterende overheid. Bij de aanpak heeft de overheid duidelijk een andere rol dan als wetgever of subsidieverstrekker, namelijk «ruimte bieden» aan nieuwe samenwerkingscoalities om de vergroening van de economie te bevorderen. Partijen waarderen de Green Deal-aanpak: de aanpak leidt tot nieuwe samenwerkingsverbanden tussen deelnemende partijen en de overheid krijgt een gezicht. In de Green Deal vertalen partijen voornemens concreet in acties en leggen zij commitment vast om samen de doelen te realiseren.

Met de Green Deal-aanpak geeft de overheid invulling aan haar rol als netwerkpartner, een van de vier pijlers uit de Groene Groeiagenda. Het doel is initiatieven te versnellen en de randvoorwaarden voor groene groei te verbeteren, zodat navolging kan plaatsvinden. De aanpak werkt met name goed bij innovatieve ontwikkelingen die hun toepassing richting de markt moeten vinden. Er kunnen dan allerlei vraagstukken opkomen die ervoor zorgen dat marktintroductie of bredere uitrol stokt. Een overheid die belemmeringen wegneemt in samenwerking met medeoverheden, of tijdelijk een regie- en coördinatiefunctie vervult, kan deze trajecten versnellen. Dit geldt overigens niet alleen voor groene groei maar ook voor andere maatschappelijke opgaven.

Ontwikkelingen in het portfolio

In de periode 2011 tot en met 2014 zijn 176 Green Deals afgesloten met 1090 deelnemende partijen. De deals die in 2013 en 2014 zijn afgesloten, kenschetsen zich door een meer strategisch karakter en door een groter aantal deelnemende partijen, waardoor opschalingspotentieel en het uitstralende effect vanaf het begin beter geborgd is. Voor komende jaren verwacht ik dat het aantal nieuwe deals jaarlijks rond de 20 zal liggen.

Inmiddels zijn 40 deals afgerond. Komend jaar komt daar nog een fors aantal bij. Succesvolle deals wil ik de komende jaren ook na afronding monitoren om zicht te houden op de resultaten en effecten. Om meer inzicht te krijgen in het effect van de Green Deals zal ik, zoals aangegeven, een externe effectmeting laten uitvoeren. Over de uitkomst hiervan verwacht ik uw Kamer in het voorjaar van 2016 nader te kunnen informeren.

Bereikte resultaten in de Green Deals

De voortgangsrapportage laat zien dat er concrete resultaten worden bereikt en dat de aanpak door deelnemende partijen wordt gewaardeerd. Ik noem enkele voorbeelden:

  • In de Green Deal met New Motion, winnaar van de Green Deal Award 2014, zijn 15.000 laadpalen gerealiseerd voor elektrisch rijden;

  • In de 5 Blok-voor-Blok Green Deals zijn 8.100 woningen energiezuinig gemaakt;

  • De Green Deal LNG Rijn Wadden realiseert LNG-tankpunten voor vrachtwagens en de scheepvaart. Inmiddels zijn er in Nederland zeven tankstations en twee bunkerstations aangelegd;

  • In de Green Deal-aanpak Duurzame Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) hebben partijen gezamenlijk een methode ontwikkeld om duurzaamheid integraal mee te nemen in de aanbesteding van GWW-werken en passen partijen deze jaarlijks toe in circa 50 projecten;

  • In de Green Deal Community of Practice Bedrijven en Biodiversiteit hebben ondernemers kennis en ervaringen gedeeld over het meewegen van biodiversiteit in investeringsbeslissingen en passen zij die toe in hun eigen bedrijfspraktijk. Als spin-off is een Community of Practice gestart in de financiële sector.

Ook zijn er in de Green Deals belemmeringen in wet- en regelgeving weggenomen waardoor randvoorwaarden voor groene groei zijn verbeterd; een overzicht hiervan vindt u in de bijlage. Hiermee geef ik invulling aan mijn toezegging tijdens het Algemeen Overleg Groene Groei van 4 september 2014. De belemmeringen en ervaringen vanuit de Green Deals worden tevens ingebracht in het Programma Ruimte in Regels voor Groene Groei, onderdeel van de pijler Dynamiek bevorderende wet- en regelgeving van de Groene Groeiagenda. Ook zullen de ervaringen worden betrokken bij het inventariseren en waar mogelijk oplossen van innovatiebelemmerende regelgeving zoals toegezegd tijdens de behandeling van de begroting 2015 van het Ministerie van Economische Zaken d.d. 14 en 16 oktober 2014 (Handelingen II 2014/15, nr. 13, item 24 en Handelingen II 2014/15, nr. 15, item 11).

Lerende aanpak

Het gaat in de Green Deal-aanpak om innovatieve projecten. Daarbij hoort dat slechts een deel daarvan succesvol is. In de externe audit die in 2013 werd uitgevoerd, werd al geconstateerd dat bij de oordeelsvorming over de Green Deal-aanpak en de behaalde resultaten rekening gehouden moet worden met het gegeven dat het bij Green Deals gaat om bovengemiddeld innovatieve en ambitieuze initiatieven die een meer dan gemiddelde faalkans hebben. Dat is terug te zien in de voortgangsrapportage. Bij 32 Green Deals zijn de acties niet of niet geheel te realiseren. Oorzaken hiervan zijn dat het project technisch toch niet haalbaar blijkt, dat de business case (nog) niet sluitend is of dat de financiering niet rond komt. Daarnaast zaten in een aantal deals bij nader inzien niet de juiste partijen aan tafel of kwam de vergunningverlening niet rond. Ook van de Green Deals die niet slagen wordt geleerd. Per Green Deal worden leerervaringen vastgelegd, zodat andere partijen daar kennis van kunnen nemen en de Green Deal-aanpak verder verbeterd kan worden.

De Green Deal Board faciliteert de Green Deal-aanpak: uitdagen en uitdragen

De aangekondigde herijking van de governance – en dan specifiek de rol van de Green Deal Board daarin – heb ik inmiddels doorgevoerd. Deze herijking bestaat in concreto uit het uitbreiden van het aantal leden van de Green Deal Board, zodat alle Groene Groeidomeinen in de Board zijn vertegenwoordigd.3 Ook zullen de leden van de Green Deal Board zich sterker gaan richten op het uitdagen van het veld om met nieuwe Green Deal-initiatieven te komen en op het uitdragen van de resultaten.

Concluderend

De werkwijze die in de Green Deal-aanpak tot stand is gekomen, zie ik als een succesvolle manier om samen met partijen in de samenleving toe te werken naar groene groei. Tevens is deze aanpak goed toepasbaar bij andere maatschappelijke opgaven waarin de overheid een faciliterende rol kan spelen bij initiatieven die door de energieke samenleving worden geïnitieerd.

In de Tussenbalans Groene Groei, die ik uw Kamer voor het zomerreces zal sturen, zal ik verder ingaan op de betekenis van de Green Deal-aanpak voor het Groene Groeibeleid. Daarbij komen zowel aspecten aan bod die betrekking hebben op de werking van de aanpak als lessen uit deals die in bredere zin relevant zijn voor de voortgang van het Groene Groeibeleid.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

BIJLAGE 1 Overzicht aanpassingen in wet- en regelgeving

In 104 Green Deals is het wegnemen van belemmeringen in wet- en regelgeving als actie benoemd. Veelal is de actie algemeen geformuleerd. Tijdens de uitvoering van de Green Deal worden belemmeringen geïnventariseerd en nader geconcretiseerd. Soms blijken er geen belemmeringen te zijn en kunnen partijen met informatie en advies worden geholpen.

In deze bijlage wordt een overzicht gegeven van belemmeringen in Green Deals die door aanpassingen in wet- en regelgeving zijn weggenomen.

Aanpassingen in wet- en regelgeving

Energie

Bioenergie

Co- en monovergistingsinstallaties worden onder algemene regels (WABO) gebracht en zijn dan niet meer vergunningplichtig; streefdatum inwerkingtreding is 1 juli 2015. Er kan dan worden volstaan met een melding. Dit scheelt boeren lange vergunningprocedures.

Warmte

Een aantal belemmeringen voor warmteprojecten is weggenomen. Zo was er onduidelijkheid over aansluitplicht, de verrekening van kosten over aangesloten woningen en werd warmte niet gewaardeerd in het Energielabel.

  • Waardering van duurzame warmte in de energieprestatiecoëfficiënt (EPC): Dit is geregeld via het Bouwbesluit 2012 door de introductie van de EMG (Energieprestatienorm voor maatregelen op gebiedsniveau).

  • Aansluitplicht (wanneer is het verplicht voor woningen om aan te sluiten op een warmtenet): Dit is geregeld in het Bouwbesluit (namelijk binnen 30 meter verplicht, tenzij gelijkwaardigheid kan worden aangetoond. Via een Warmteplan kan een gemeente die gelijkwaardigheid nader omschrijven/inperken).

  • Aansluitbijdrage (Verrekening van kosten van aansluiting over de aangesloten woningen): Is geregeld in de Warmtewet van 17 juni 2013.

  • Sinds 1 januari 2015 wordt warmte net als andere opties forfaitair gewaardeerd in het energielabel. In de uitgebreide energieprestatiebepalingsmethodiek (die sinds 1 januari 2015 resulteert in een energie-index) wordt warmte meegerekend naar werkelijke prestatie. In prestatieafspraken tussen corporaties en overheden telt warmte nu volwaardig mee. Om de huurder te beschermen tegen te hoge woonlasten telt warmte niet mee bij de bepaling van maximale huurwaarde in het woningwaarderingsstelsel.

  • Het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen van 25 maart 2013 bepaalt de regels met betrekking tot het installeren en in werking hebben van bodemenergiesystemen. Er is een handreiking voor provincies en een handreiking voor gemeenten opgesteld, met de titel «Handreiking besluiten bodemenergiesystemen (BUM) voor het beoordelen van vergunningaanvragen en voor de toetsing en handhaving van zowel de vergunningen als de algemene regels».

Elektrisch rijden en Smart Grids

Publieke laadpalen moesten op voorschrift van netbeheerders (in doorvertaling van regelgeving) twee slimme meters bevatten. Inmiddels hebben de netbeheerders voor dit punt een oplossing aangedragen en gecommuniceerd richting laadpuntfabrikanten en exploitanten en volstaat één slimme meter.

In 2015 gaat de Regeling Experimenten Elektriciteitswet van start. Deze regeling geeft ontheffing van bepalingen in de Elektriciteitswet 1998 en richt zich op burgers en bedrijven. Het gaat hierbij om de ontheffing van de levering aan kleinverbruikers, van de splitsing van het netbedrijf en energieleverancier/producent tot de ontheffing van gereguleerde tarieven. De regeling wordt binnenkort in de Staatscourant gepubliceerd en gaat naar verwachting in mei open.

Zon-PV

Zonnepanelen op asbestdaken: het verwijderen van asbesthoudende daken, gevels en dakgoten en het aanschaffen en monteren van nieuwe dakplaten, dakgoten en gevels is opgenomen op de Milieulijst sinds 1 januari 2013. Hierdoor kan een percentage van de investeringskosten (extra) afgeschreven worden van de fiscale winst.

Biobrandstoffen

De Regeling Hernieuwbare Energie/onderdeel Dubbeltellingregeling biobrandstoffen is per 1 januari 2015 uitgebreid met lignocellulosisch materiaal, zodat ook gras – met een bepaalde cellulosewaarde, geteeld voor biobrandstoffen – onder voorwaarden kan worden aangemerkt voor dubbeltelling.

Het Besluit Hernieuwbare Energie Vervoer is per 26 november 2012 gewijzigd, zodat biokerosine (via vrijwillige registratie) meetelt in het halen van de jaarverplichting hernieuwbare energie voor brandstofleveranciers. Hiermee is het aantrekkelijker om biokerosine te produceren.

Grondstoffen en meststoffen

De positieve lijst van bijlage Aa van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet is naar aanleiding van verschillende Green Deals uitgebreid. Op deze lijst staan producten die mogen worden gebruikt als materiaal voor covergisting, waarbij het eindproduct als meststof mag worden verhandeld.

Het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet is per 1 januari 2015 gewijzigd, zodat uit afvalstromen herwonnen fosfaten als meststof kunnen worden toegepast.

De Regeling Bodemkwaliteit is per 1 juli 2013 gewijzigd om de toepassing van AVI-bodemassen als bouwmateriaal te vergemakkelijken. De emissiewaarde voor antimoon in niet vormgegeven bouwstoffen in bijlage A is verhoogd van 0,16 naar 0,32 mg/kg. Het aanpassen van de emissiewaarde voor een andere stof is nog in onderzoek.

Het demonteren van brom- en snorfietsen is per 1 maart 2014 toegevoegd aan het Activiteitenbesluit. Bedrijven hoeven dan geen omgevingsvergunning milieu aan te vragen voor die activiteit maar hoogstens een omgevingsvergunning beperkte milieutoets. Ook wordt het voor bedrijven mogelijk gemaakt om bromfietsen die zij willen demonteren online af te melden bij de RDW. Effect is dat het voor bedrijven regeltechnisch eenvoudiger en met minder administratieve lasten mogelijk is geworden om bromfietsen en scooters te demonteren en uiteindelijk te recycleren.

Faciliteren interpretatie van wet- en regelgeving voor vergunningverlening

Bioenergie

Er is een Handreiking Co- en Monovergistingsinstallaties voor vergunningverleners opgesteld.

Elektrisch vervoer

Er is een Handreiking Vergunningverlening Laadinfrastructuur opgesteld samen met o.a. VNG.

Zon-PV

Er is een handreiking voor inpassing van Zon-PV op monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten opgesteld in afstemming met gemeenten en VNG. De titel van deze handreiking is: Zonne-energie in de historische omgeving: Groene Gids.

Faciliteren uitvoering van wet- en regelgeving

Enkele Green Deals zijn er op gericht om vooruitlopend op het van kracht worden van regelgeving ervaring op te doen met de uitwerking van regelgeving in de praktijk of om in beeld te brengen wat nodig is om innovaties in wet- en regelgeving in te passen. Voorbeeld is de Green Deal Milieuprestatieberekening van gebouwen waarin een implementatieperiode is georganiseerd waarbij in projecten geoefend is met de berekeningssystematiek.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

De Green Deal-aanpak omvat de 8 Groene Groeidomeinen (energie, grondstoffen, biobased economy, voedsel, mobiliteit, bouw, water, klimaat) plus biodiversiteit. De vier pijlers van de Groene Groeiagenda zijn: een stimulerend kader met dynamiekbevorderende wet- en regelgeving, slimme inzet van marktprikkels, innovatie en overheid als netwerkpartner.

X Noot
3

Instellingsbesluit Green Deal Board, Staatscourant nr. 32371, 11 november 2014.

Naar boven