33 043 Groene economische groei in Nederland (Green Deal)

30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 34 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 september 2014

Met de brief van 3 september 2014 vraagt u, voorafgaand aan het algemeen overleg Bouwregelgeving van 9 september 2014, een schriftelijke reactie op het voorstel van de Europese Commissie: Mededeling «Hulpbronnen-efficiëntie in de bouwsector» COM (2014) 445 aan de Tweede Kamer te zenden.

Een algemene schriftelijke reactie is u reeds op 5 september 2014 als bijlage van een brief van de Minister van Buitenlandse Zaken gestuurd (Kamerstuk 22 112, nr. 1902) met fiche 7: «Mededeling over circulaire economie in de bouwsector».

De Mededeling van de Europese Commissie gaat in op de potenties voor circulaire economie in de bouw en doet voorstellen om, via niet-bindende initiatieven, het hergebruik van materialen in de bouw in de Europese Unie substantieel te vergroten. De Mededeling bevat twee hoofdsporen:

  • 1. Naar een gemeenschappelijke Europese aanpak voor de beoordeling van de milieuprestatie van gebouwen

  • 2. Naar een beter functioneren markt voor de gerecycleerde materialen.

De Europese ambitie sluit goed aan op het beleid in Nederland dat zich zowel richt op meer en hoogwaardig recyclen («achterkant in de keten») als op het eenduidig en transparant declareren van de milieuprestatie van gebouwen in combinatie met het stimuleren van het gebruik van meer duurzame producten op de markt («voorkant van de keten»). Het eenduidig kunnen bepalen van de milieueffecten is hierbij essentieel.

Bij de beoordeling van de milieuprestatie van gebouwen richt Nederland de aandacht met name op het Europees harmoniseren van de bepalingsmethoden, om technische specificaties van bouwproducten, gebouwen en andere bouwwerken te kunnen vaststellen. Dit is van belang voor een level playing field tussen aanbieders en voor een goede internationale verhandelbaarheid van bouwproducten. Daarnaast kan hiermee de milieuwinst van biobased en circulair bouwen worden gekwantificeerd. Gelet op het niet verbindend karakter van de Mededeling is dan aan de Europese lidstaten zelf om er al dan niet normerende regels aan te verbinden.

Het is in het belang van Nederland dat de kennisontwikkeling en de acties op EU-niveau aansluiten bij de Nederlandse ambities zoals die zijn verwoord in de brief van het kabinet aan de Tweede Kamer over «Groene Groei» van 28 maart 2013 (Kamerstuk 33 043, nr. 14). Daarom zal vanuit mijn departement actief worden bijgedragen aan de ideeënontwikkeling voor de voorstellen van de Europese Commissie voor de beoordeling van de technische specificaties van bouwproducten, gebouwen en andere bouwwerken. De kennisvoorsprong die het Nederlandse bedrijfsleven en kennissector bezit, zal hiervoor worden benut.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven