32 827 Toekomst mediabeleid

Nr. 130 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juni 2018

De afgelopen maanden bezocht ik regionale en lokale publieke media op allerlei plaatsen in het land en sprak ik met veel plezier met makers, bestuurders en journalisten.

Buiten kijf staat dat lokale publieke omroepen belangrijke functies vervullen. Zij zijn van groot belang voor het functioneren van onze lokale democratie, omdat zij mensen informeren over wat er in hun straten, wijken en steden gebeurt. Dat is vooral urgent in het licht van de kabinetsinzet om de betrokkenheid van inwoners bij lokale en regionale vraagstukken te vergroten, zoals bijvoorbeeld de Energietransitie of de implementatie van de Omgevingswet.

Bij wet is geregeld dat het Commissariaat voor de Media (Commissariaat) maximaal één lokale publieke omroep per gemeente kan aanwijzen (Mediawet 2008, artikel 2.63). Deze aanwijzing gebeurt mede op basis van advisering door de betreffende gemeenteraad over de aanvraag van een lokale media-instelling en of deze aan de wettelijke eisen voldoet. Gemeenten zijn hierdoor verantwoordelijk voor de bekostiging van de eigen lokale publieke omroep. Dit in tegenstelling tot de landelijke en regionale publieke omroepen, die vanuit de Mediabegroting worden bekostigd. Dit artikel regelt tevens dat bekostiging van een lokale omroep zodanig geschiedt dat op lokaal niveau in een «toereikend media-aanbod» kan worden voorzien.

De hoogte van het bedrag waarmee een gemeente de lokale publieke omroep bekostigt ligt niet vast. Sinds 2015 geldt er een richtsnoerbedrag per huishouden dat is vastgesteld door het Ministerie van BZK en is opgenomen in een convenant met de VNG, Organisatie Lokale Omroepen Nederland (OLON)1 en de onafhankelijke Stichting Nederlandse Publieke Omroepen (NLPO).2 3 Onderzoek uit 2015 heeft uitgewezen dat slechts 79% van de gemeenten voldoet aan het richtsnoerbedrag. Ik ben voornemens op dit punt actie te ondernemen. Ik kom aan het eind van mijn brief hierop terug.

Belang lokale publieke omroepen

Lokale publieke omroepen informeren u en mij over het beleid van onze gemeenten. Zij doen echter meer. De omroepen bieden ook een podium voor lokale cultuur en sport. Creatieve makers en journalisten uit onze directe omgeving vertellen de verhalen uit ons dagelijks leven, vanuit de plaatsen waar wij elke dag wonen, werken en leven. Daarmee dragen omroepen bij aan gemeenschapszin en sociale betrokkenheid. In de afgelopen maanden heb ik daarnaast met eigen ogen mogen zien dat veel lokale omroepen ook kraamkamers zijn voor talent. Het zijn plekken midden in de samenleving waar talent ruim baan krijgt om ervaring op te doen, innovatieve ideeën uit te werken en hun eerste programma’s te maken.

Ook acht ik de controlerende functie van lokale omroepen van belang. Het is belangrijk dat er journalisten zijn die lokaal beleid controleren, tegels lichten en problemen aan de kaak stellen. Kwesties die wellicht over het hoofd worden gezien door regionale of landelijke media, maar er wel degelijk toe doen voor inwoners. Dit belang neemt toe nu gemeenten door de decentralisaties meer verantwoordelijkheden hebben gekregen. Een mooi praktijkvoorbeeld is het project «Gelderland Stemt», waar regionale en lokale journalisten in een tot studio omgebouwde bus door de hele provincie reden om inwoners tijdens de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen te informeren over partijen, politici en voorstellen in hun eigen gemeente. Het voorbeeld toont enerzijds de meerwaarde en het bereik aan van lokale media voor inwoners. Anderzijds maakt het de toegevoegde waarde van professionalisering door regionale of lokale samenwerking inzichtelijk. Een ander aansprekend voorbeeld vind ik de samenwerking tussen de (private) Twentsche Courant Tubantia en 1Twente, waarbij inwoners van Enschede via de «Newsroom Enschede» worden geïnformeerd over wat er in hun stad gebeurt. Met deze samenwerking wil men inwoners daarnaast activeren meer betrokken te raken bij het wel en wee van de stad.

Vervolg

Mede dankzij een kabinetsbijdrage van circa € 1.8 miljoen hebben de VNG, OLON, NLPO en lokale omroepen de afgelopen jaren betekenisvolle stappen gezet richting verdere professionalisering van de sector. Zo heeft de zogenoemde «MediaHub» van OLON en de NLPO in 2014 ervoor gezorgd dat lokale omroepen in één keer de distributie van hun radio en televisiekanalen naar alle pakketaanbieders in Nederland kunnen regelen.4 Ook is door de VNG en de NLPO een nauwkeurige beschrijving ontwikkeld van wat het wettelijke begrip «lokaal toereikend media-aanbod» voor lokale omroepen betekent. Het begrip wordt door de NLPO gefaciliteerd, onder andere door het ontwikkelen van een keurmerk dat kan worden uitgereikt aan streekomroepen die aan strenge professionaliteitseisen voldoen. Voor deze en de andere belangrijke activiteiten stel ik jaarlijks geld beschikbaar uit de Mediabegroting. In 2018 was dit ruim € 1.5 miljoen.5

De praktijk laat ook zien dat publieke omroepen elkaar steeds vaker opzoeken in samenwerkingsverbanden. Het Commissariaat ondersteunt hen hierbij. Zo is er de uitgave «Samenwerking van publieke omroepen met andere partijen» en hielden OLON, de NLPO en het Commissariaat afgelopen jaar informatiebijeenkomsten over de voorschriften van de wet. De besturen van de lokale publieke omroepen waren voor deze bijeenkomsten uitgenodigd. Het is belangrijk dat medewerkers van deze omroepen op de hoogte zijn van de voorschriften uit de Mediawet.

Tegelijkertijd concludeer ik dat er vanuit de rijksoverheid actie noodzakelijk is om te zorgen dat ontwikkelingen door kunnen blijven gaan en waar mogelijk worden geïntensiveerd. In het kader van onderzoeksjournalistiek maakt het kabinet structureel middelen vrij.6 Met die middelen wil ik ook onderzoeksjournalistiek op lokaal niveau een impuls geven. Over mijn plannen voor de besteding van die middelen stuur ik uw Kamer separaat een brief (Kamerstuk 32 827, nr. 128).

Daarnaast ben ik voornemens na de zomer – na de vorming van de nieuwe VNG-commissie – (samen met mijn collega van BZK) in gesprek te gaan met de VNG en NLPO. Doel van deze gesprekken is om gezamenlijk het belang en de meerwaarde van lokale media en journalistiek te onderstrepen en waar mogelijk bestuurlijke afspraken te maken. Ik streef daarbij naar een manier die voor alle gemeenten werkbaar is. Dit vraagt om nauwe samenwerking en partnerschap, in het bijzonder met de VNG en de NLPO. Daarbij ben ik voornemens te verkennen op welke wijze gemeenten kunnen voldoen aan het richtsnoerbedrag en hoe er invulling kan worden gegeven aan het lokaal toereikend media-aanbod. Over het gesprek en de uitkomsten ervan zal ik u voor het mediabegrotingsdebat in dit najaar schriftelijk informeren.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

De OLON behartigt de belangen van de lokale publieke omroepen.

X Noot
2

De NLPO is het samenwerkings- en coördinatieorgaan van de lokale omroepen en werkt nauw samen met de OLON. De NLPO ondersteunt lokale omroepen om de sector verder te professionaliseren.

X Noot
3

Ministerie van BZK (2017), Gemeentefonds decembercirculaire gemeentefonds 2014. Geraadpleegd op 22 mei 2018, op Kamerstukken 34 000 B en 34 000 C, nr. 16

X Noot
4

Kamerstuk 34 000 VIII, nr. 61

X Noot
5

Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 31

X Noot
6

Kamerstuk 34 700, nr. 34

Naar boven