29 628 Politie

Nr. 297 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 maart 2012

1. Inleiding

Bij de aanbieding van het Uitvoeringsprogramma Vorming Nationale Politie d.d. 31 maart 2011 (Kamerstuk 29 628, nr. 241) deed ik de toezegging uw Kamer halfjaarlijks te berichten over de stand van zaken. De eerste rapportage (Kamerstuk 29 628 nr. 270) besloeg de periode tot 19 september 2011. De onderhavige rapportage gaat over het afgelopen half jaar. Onomkeerbare stappen zijn in de afgelopen periode niet gezet en aangezien ik strak de regie houd, kan ik daar ook goed op blijven toezien. Er worden geen onomkeerbare stappen gezet tot de Eerste Kamer heeft ingestemd met de nieuwe Politiewet.

In antwoord op uw brief d.d. 14 februari 2012, betreffende het verzoek van lid Kuiken (PvdA) om een brief waarin gereageerd wordt op kritiek van onder meer de heer Fijnaut op de vorming van de nationale politie, vraag ik uw Kamer de onderhavige voortgangsbrief in samenhang met de antwoorden die uw Kamer gelijktijdig ontvangt op de vragen d.d. 23 februari 2012 van de leden Kuiken en Marcouch (beiden PvdA) over «problemen bij de vormgeving van de nationale politie» (Aanhangsel Handelingen II 2011/12, nr. 1988) te lezen.

2. Stand van zaken per onderdeel

2.1 Bestuurlijke inbedding

Over de inrichting en werking van de nationale politie heb ik in de rapportageperiode twee maal overleg gevoerd met de zogeheten Klankbordgroep Vorming Nationale Politie. Ik hecht zeer aan dit gremium als voorloper op het overleg dat de minister van Veiligheid en Justitie in de toekomst op grond van artikel 19 van de nieuwe Politiewet wet zal voeren met de regioburgemeesters en de voorzitter van het College van procureurs-generaal over de politie.

Op 3 november 2011 is het Actieprogramma Lokale Besturing Politie van start gegaan, een tijdelijke platform, dat een aanjagende rol vervult ter versterking van de posities van het lokale gezag en van de gemeenteraad. Een van de eerste initiatieven is het uitbrengen van een publicatie die de werking van het bestel op lokaal niveau en de kansen voor versterking van de lokale inbedding van de politie daarbij illustreert. Basisbegrip daarin is gezamenlijke verantwoordelijkheid voor veiligheid. Voor een succesvolle aanpak van onveiligheid moeten gemeenten en openbaar ministerie gezamenlijk optreden en de politie (gezagsmatig) aansturen. Deze publicatie komt uit nadat de nieuwe Politiewet in het Staatsblad staat.

Naar aanleiding van de aangenomen motie van het lid Kuiken (30 880 nr. 40), zal het WODC op mijn verzoek in het voorjaar een onderzoek laten uitvoeren om de informatiebehoefte van burgemeesters en de eventuele knelpunten daarbij in kaart te brengen.

Mede ten behoeve van de bestuurlijke inbedding van politie faciliteert het Ministerie van Veiligheid en Justitie het bestuur bij de voorbereiding van een aantal conferenties in de toekomstige regionale eenheden over de (uit)werking van de nieuwe Politiewet. Deze conferenties vinden eveneens plaats in de periode na publicatie van de wetgeving.

Binnen de toekomstige regionale eenheden zijn de burgemeesters met het openbaar ministerie en de politie thans bezig om de beoogde samenwerking in de regionale eenheid vorm te geven. Zo worden onder regie van de regioburgemeesters de voorbereidingen getroffen voor het eerste beleidsplan van de regionale eenheden, conform hetgeen daarover is opgenomen in het wetsvoorstel. Het streven is dit eerste beleidsplan van de regionale eenheden in te laten gaan op 1 januari 2013, onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring van het wetsvoorstel.

2.2 Activiteiten departement

Wet en regelgeving

Na instemming van uw Kamer met de voorstellen voor de nieuwe Politiewet en de Invoerings- en aanpassingswet, zijn deze begin december 2011 aan de Eerste Kamer gezonden. Op 22 februari jl. heb ik het verslag van de Eerste Kamer ontvangen (Kamerstuk 30 880, nr. D). Ik streef ernaar de Eerste Kamer de Memorie van Antwoord op korte termijn toe te zenden.

Over een deel van de met de nieuwe Politiewet samenhangende algemene maatregelen van bestuur (amvb) heeft de Raad van State advies uitgebracht. Enkele amvb’s zijn nog in voorbereiding. De concept-amvb «Besluit sterkte en middelen» wordt bij de Raad van State aangehouden in verband met de voorhangprocedure die uw Kamer bij amendement in het wetsvoorstel heeft opgenomen. Diverse ministeriële regelingen zijn in voorbereiding.

Strategische conferentie

In vervolg op een strategische conferentie over nationale politie in september 2011 heeft op 21 november 2011 een tweede conferentie plaatsgevonden met de (beoogde) regioburgemeesters, voorzitter VNG, regiohoofdofficieren van Justitie, het College van procureurs-generaal en de kwartiermakers nationale politie. Er is gesproken over thema’s betreffende lokale verankering van de politie en sturing op de politie. Het heeft geresulteerd in een notitie met een visie op de sturing ten aanzien van de politie op lokaal, regionaal en landelijke niveau waar alle partijen zich in kunnen vinden. De kwartiermaker nationale politie betrekt deze notitie bij het opstellen van het Inrichtingsplan nationale politie.

Addendum op transitieafspraken

In januari 2012 heb ik met een addendum op de transitieafspraken van 22 februari 2011 met de voorzitter van het Korpsbeheerdersberaad en de voorzitter van het College van procureurs-generaal aanvullende afspraken gemaakt over de periode tot aan inwerkingtreding van de nieuwe Politiewet. Dit addendum is bijgevoegd.1

Personeel

Politietop

Zoals ik in de vorige voortgangsrapportage meldde, zijn en worden er tot aan de inwerkingtreding van de wet door mij geen andere functies meer als «kwartiermakerfunctie» aangewezen dan die reeds bij uw Kamer bekend zijn. De huidige kwartiermakers zijn de beoogde leidinggevenden in de nationale politie. Zij worden – indien zij de benoemingsprocedure met succes doorlopen – benoemd vanaf het moment dat de nieuwe politiewet in werking treedt. De benoemingsprocedure wordt na publicatie van de wetgeving gestart. In de ontwerp invoerings- en aanpassingswet zijn de functies aangewezen die op Dag 1 vervuld moeten zijn. Voor een deel daarvan, de «hoofden operatiën» en «hoofden bedrijfsvoering» in de eenheden is in de afgelopen periode inventariserend een interessepeiling gehouden. Conform de toezegging die ik uw Kamer deed op 28 november 2011 tijdens de behandeling van de ontwerp-Politiewet, zal ik uw Kamer tezijnertijd een overzicht doen toekomen inzake de benoemingen van de huidige leden van de korpsleidingen.

Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP)

In november 2011 is in het CGOP een akkoord bereikt over het LFNP. Momenteel ben ik met de vakorganisaties nog in gesprek over een aantal uitwerkingskwesties. Het is mijn ambitie dat het LFNP voor de start van de nationale politie is ingevoerd.

Medezeggenschap

De ondernemingsraden van de huidige 26 korpsen hebben ermee ingestemd om hun advies- en instemmingsrecht inzake aangelegenheden die betrekking hebben op de totstandkoming van de nationale politie en de toekomstige inrichting van de medezeggenschap en die vanuit de wet op de ondernemingsraden (WOR) tot hun bevoegdheid behoren over te dragen aan een landelijk platform. De medezeggenschap krijgt zo meer invloed (samen sterk). Er wordt momenteel gewerkt aan een convenant waarin de afspraken vast worden gelegd. Na inwerkingtreding van de Politiewet worden er verkiezingen gehouden voor de landelijk georganiseerde ondernemingsraad.

Reorganisaties

Het aantal reorganisaties binnen de huidige korpsen dient tot een minimum te worden beperkt, zo is vastgelegd in de transitieafspraken van februari 2011. De binnen mijn departement ingestelde «pre-toetscommissie» heeft in het afgelopen half jaar een gering aantal reorganisatiemeldingen afgehandeld. Het gaat net als in de vorige verslagperiode om kleine veranderingen of bestendiging van bestaande situaties.

Onderwijs

Aan uw Kamer heb ik aangekondigd2 dat op basis van een separaat wetsvoorstel de Politieacademie zal worden ingebed in het nationale politiebestel. Daarbij blijft, omwille van de onafhankelijke kwaliteit van het politieonderwijs en onderzoek, de Politieacademie een onafhankelijk rechtspersoon. Wel zal de Politieacademie beheersmatig opgaan in de nationale politie. Ook zal de verantwoordelijkheid voor de werving -en selectie die de politieacademie thans heeft volledig over gaan naar de korpschef nationale politie. De consultatie van dit wetsvoorstel zal medio 2012 van start gaan.

Cultuur

Zoals ook met uw Kamer besproken tijdens het wetgevingsoverleg op 28 november 2011 (Kamerstuk 32 891/30 880, nr. 20), biedt de vorming van de nationale politie momentum, om structuurverandering gepaard te laten gaan met cultuurverandering. Ik ben als minister aanspreekbaar op het proces dat tot de gewenste cultuurverandering moet leiden. In het zogenoemde Realisatieplan voor de nationale politie, waar de kwartiermaker momenteel aan werkt, zal een planmatige aanpak voor de cultuurverandering worden opgenomen.

Bekostiging, control en monitoring

Er zal een geconsolideerde begroting voor de nationale politie worden opgesteld, alsook een openingsbalans. Er is een rapport met richtlijnen en aanbevelingen aan de kwartiermaker nationale politie meegegeven voor het opstellen van de openingsbalans. Besluitvorming daarover moet nog plaatsvinden. Met de korpsbeheerders heb ik in februari 2012 afspraken gemaakt over financiële afsluiting. Ook overigens heb ik afspraken met hen gemaakt om de overdracht van verantwoordelijkheden op het terrein van beheer goed te laten verlopen.

In overleg tussen mijn departement en de kwartiermakersorganisatie wordt gewerkt aan de ministeriele regelingen betreffende de werking van de beleidscyclus en de beheerscyclus. Hieronder valt een systeem voor managementcontrol en monitoring. Onder voorbehoud van instemming door de Eerste Kamer is de aanbesteding voor de accountant van de nationale politie gestart.

2.3 Activiteiten kwartiermakersorganisatie

In de rapportageperiode is het Ontwerpplan nationale politie afgerond. Het ontwerpplan is een werkdocument dat een eerste schets van de hoofdlijnen van de organisatie van het landelijke korps bevat. De kwartiermaker nationale politie heeft dat plan in mijn opdracht opgesteld en gebruikt dit, met mijn instemming, voor de verdere voorbereiding. Bij het opstellen van dat plan heeft de kwartiermaker uitgebreid afgestemd met burgemeesters, het openbaar ministerie en andere betrokkenen. Van verschillende zijden zijn welkome voorstellen voor de inrichting van het landelijk korps ontvangen die in het plan zijn verwerkt. Op dit moment wordt het ontwerpplan, wederom in mijn opdracht, door de kwartiermaker uitgewerkt in een inrichtingsplan en een realisatieplan. Dat gebeurt ook nu weer in nauwe afstemming met onder meer burgemeesters en het openbaar ministerie. Ik hecht zeer aan die afstemming bij de totstandkoming van de definitieve plannen voor de inrichting van het landelijke korps. De politie moet immers in ondergeschikheid aan het gezag zijn werk uitvoeren. Het is dan ook belangrijk dat de gezagsdragers betrokken zijn en blijven bij de vormgeving van de organisatie van de politie.

Op het moment dat de plannen in concept gereed zijn, zal ik ze ter consultatie sturen aan de gezagsdragers, medezeggenschap, bonden en belangrijke partners. Ik zal de plannen niet eerder vaststellen dan na publicatie van de wetgeving in het Staatsblad. Dan kan ik uw Kamer de plannen toesturen.

De amendementen van uw Kamer op het wetsvoorstel politie, de aangenomen moties en de door mij gedane toezeggingen tijdens het overleg op 28 november 2011 worden voor zover het relevant is voor de inrichting en realisatie van de nationale politie verwerkt in voornoemde plannen, zoals de normen betreffende de wijkagenten en aanrijdtijden, de samenhang tussen de regionale eenheden en de veiligheidsregio’s en de eerdergenoemde planmatige aanpak voor de cultuurverandering.

Over de toekomstige huisvestingslocaties van de onderdelen van het korps zal ik gelijktijdig met, dan wel na, de vaststelling van het Inrichtingsplan en het Realisatieplan Nationale Politie een beslissing nemen. Conform de motie van lid Çörüz (CDA), zal ik bij mijn afwegingen rekening houden met de werkgelegenheidseffecten van de keuze voor locaties. Van sluiting van politielocaties in verband met de komst van de nationale politie kan in deze fase van het proces geen sprake zijn. Over de ontwikkelingen met betrekking tot de politielocaties, zal ik conform mijn toezegging tijdens het wetgevingsoverleg op 28 november 2011, uw Kamer op de hoogte houden.

4. Planning

In het Uitvoeringsprogramma van 31 maart 2011 heb ik uw Kamer inzicht gegeven in de planning voor de vorming van de nationale politie. Daarin werd uitgegaan van 1 januari 2012 als startdatum voor de nationale politie. Deze planning is in de rapportageperiode aangepast aan de parlementaire behandeling van de wetgeving.

Na de publicatie van de wetgeving zijn enkele maanden nodig tot de inwerkingtreding ervan, teneinde zaken als de voorhangprocedure voor het Besluit sterkte en middelen en de benoemingsprocedure ordentelijk te kunnen doorlopen. Tevens zal de politie een aantal praktische zaken dienen te regelen voor «dag 1».

«Dag 1» is een belangrijk moment. Dan treedt de nieuwe Politiewet in werking en gaat de nationale politie formeel van start. Vanaf dat moment zullen de nieuwe verantwoordelijken met voortvarendheid de nationale politie op gaan bouwen op basis van het alsdan vastgestelde Inrichtingsplan en Realisatieplan Nationale Politie. De ambitie is dat de structuurverandering in twee jaar tijd wordt volbracht. De structuurverandering zal van meet af aan gepaard gaan met cultuurverandering, harmonisatie van werkwijzen en systemen en kwaliteitsverbetering in de taakuitvoering. Dit betreft processen die vanzelfsprekend een langere doorlooptijd hebben dan een structuurverandering.

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

In de de toelichting bij de Nota van Wijziging van de politiewet, TK 30 880, nr. 11.

Naar boven