30 880 Vaststelling van een nieuwe Politiewet (Politiewet 200.)

Nr. 20 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STAAIJ

Ontvangen 28 november 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In hoofdstuk 2, paragraaf 2.3, wordt in artikel 13, tweede lid, na «bedoeld in artikel 148a van de Gemeentewet,» ingevoegd: de doelen, bedoeld in artikel 38a, eerste lid,.

II

In hoofdstuk 3, afdeling 3.3, wordt na artikel 38 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 38a

  • 1. De gemeenteraad stelt ten minste eenmaal in de vier jaar de doelen vast die de gemeente op het terrein van de veiligheid nastreeft door de handhaving van de openbare orde en de hulpverlening door de politie.

  • 2. Voorafgaand aan de vaststelling van het beleidsplan, bedoeld in artikel 39, eerste lid, hoort de burgemeester van een gemeente in het gebied waarin de regionale eenheid de politietaak uitvoert, de gemeenteraad van die gemeente over het ontwerpbeleidsplan.

III

In hoofdstuk 3, afdeling 3.3, wordt artikel 39 als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «alle betrokken gemeenten» vervangen door: alle betrokken gemeenten en de doelen, bedoeld in artikel 38a, eerste lid.

2. De derde volzin van het eerste lid vervalt.

Toelichting

Met dit amendement beoogt de indiener de lokale verankering van de politietaak te versterken. Hierdoor wordt duidelijk in de wet vastgelegd dat de gemeenteraad een belangrijke taak heeft bij de vaststelling van de lokale doelen op het terrein van openbare orde en de hulpverleningstaak. Bij de vaststelling van het regionale beleidsplan dient zoveel mogelijk rekening gehouden te worden met deze door de gemeente vastgesteld lokale doelen. Dit gaat verder dan de hoorplicht voor de burgemeester die in het wetsvoorstel opgenomen is.

Van der Staaij

Naar boven