16 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor het debat over de Najaarsnota 2017 toe te voegen aan de agenda van de Kamer. Het is erg rumoerig in de zaal. Ik stel voor bij het debat maximumspreektijden te hanteren van:

  • -VVD, PVV, CDA en D66: tien minuten;

  • -GroenLinks, SP en PvdA: zeven minuten;

  • -ChristenUnie, PvdD, 50PLUS, SGP, DENK en Forum voor Democratie: vijf minuten.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Meneer Moorlag, ik zei net dat het erg rumoerig was in de zaal, dus u moet even wachten.

Ik deel de Kamer mee dat de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Tellegen en tot haar ondervoorzitter het lid Peters.

Op verzoek van de fractie van de ChristenUnie benoem ik:

  • -in de contactgroep Duitsland het lid Van der Graaf tot lid in plaats van het lid Bruins.

Op verzoek van de PVV-fractie benoem ik:

  • -in de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat het lid Kops tot lid in plaats van het lid Madlener.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 29628-735; 21501-32-1046; 21501-32-1047.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan ga ik nu naar de rest van de regeling van werkzaamheden. Ik wil eigenlijk mevrouw Diks als eerste het woord geven omdat zij een vooraankondiging heeft en hierna gelijk naar een procedurevergadering moet. Mevrouw Diks namens GroenLinks.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Heel fijn dat dit mij toegestaan wordt. Ik wil graag een vooraankondiging doen voor een VAO. Het heeft betrekking op de RBZ/Handel die aanstaande maandag gehouden zal worden. Ik wil graag deze week nog een VAO.

De voorzitter:

Dan gaan wij daar in de planning rekening mee houden. Dank u wel.

Mevrouw Kröger namens GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Gisteren werden wij opgeschrikt door een sterk staaltje onderzoeksjournalistiek. Ik hoop echt dat iedereen hem al gezien heeft of hem gaat zien: de documentaire Beerput Nederland. De documentaire legt pijnlijk bloot hoe frauduleuze afvalverwerkingsbedrijven jarenlang ongestoord giftige stoffen hebben kunnen lozen in plaats van ze te verwerken. Daarbij komt dat de docu laat zien hoe ...

De voorzitter:

Nee, nee, nee. U wilt een debat.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik wil heel erg graag een debat, zowel met de staatssecretaris als de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Ik doe dit verzoek mede namens de Partij voor de Dieren.

De heer Sienot (D66):

Het klopt inderdaad dat het een heel interessante documentaire was. Wij zijn dan ook heel benieuwd naar een reactie van de minister in de vorm van een brief. Wij betrekken de inhoud graag bij het AO Scheepvaart. Geen steun voor een debat.

De heer Laçin (SP):

Steun voor het debat. Wij vragen morgen in de procedurevergadering ook een hoorzitting hierover om alle feiten boven tafel te krijgen. Zeker steun voor het debat.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter. Schokkend stukje, zeker als je ziet dat dat soort bedrijven ook meegeschreven hebben aan wetgeving. Dus steun voor het debat en graag ook een brief hierover.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, heel graag een brief. Laten wij die betrekken bij het AO Scheepvaart of een ander debat als een kabinetsreactie op deze korte termijn niet lukt.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Het CDA is het eens met de ChristenUnie en andere fracties, maar dan moet die brief wel voor donderdag bij de Kamer liggen. Anders wordt het een beetje lastig om het bij het AO Scheepvaart te betrekken.

De voorzitter:

Dus geen steun?

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Geen steun voor een apart debat. Het liefst zo snel mogelijk een debat.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Steun, voorzitter.

De heer Öztürk (DENK):

Steun voor een debat en zo snel mogelijk ook een brief.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Voorzitter. In de herhaling op internet ‘s nachts viel ik helaas in slaap, dus ik ben slechts halverwege de documentaire gekomen, maar ik wil wel graag een brief krijgen. Ik denk dat wij de uitzending donderdag kunnen betrekken bij het algemeen overleg Scheepvaart.

De heer Van Aalst (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Eerst een brief en eventueel betrekken bij het AO Scheepvaart.

De voorzitter:

Mevrouw Kröger, u heeft geen meerderheid voor het houden van een debat.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dan zou ik graag een dertigledendebat willen hebben met de staatssecretaris over de aspecten rond de afvalverwerking. Daarnaast wil ik inderdaad een brief, zodat die betrokken kan worden bij het AO Scheepvaart.

De voorzitter:

Dan stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. U wilde iets zeggen over het niet steunen van het debat, meneer Wassenberg?

De heer Wassenberg (PvdD):

Ja, voorzitter. Dit verzoek is mede namens de Partij voor de Dieren gedaan. Dat betekent agendatechnisch dat mijn verzoek van de agenda kan worden afgevoerd, want dat ging over hetzelfde onderwerp.

De voorzitter:

Oké, dank u wel. Dan gaan we dit verzoek toevoegen aan de lijst van dertigledendebatten. Dank u wel.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik heb nog een volgend punt.

De voorzitter:

O, ja, dat klopt. Uw volgende verzoek.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik dacht: ik blijf staan. Mijn verzoek is om het debat over de MER Lelystad, dat al op de planning staat, volgende week ingepland te krijgen. We hebben nu bijna twee technische briefings achter de rug. Het is belangrijk om met de minister een discussie te hebben over wat er is misgegaan en over hoe het nu verder moet.

De voorzitter:

Volgende week behandelen we de begroting van VWS en de begroting van Economische Zaken en Klimaat en hebben we een debat over de Europese top en over de missie naar Mali en Afghanistan. Het kan vanavond wat mij betreft. Maar goed ... Dat was een grapje.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter, het is heel vol en heel druk, maar toch wil ik dit verzoek steunen. Het mag ook de week erna, maar het is wel goed om dit voor de kerst afgehandeld te hebben.

De heer Paternotte (D66):

Ik steun de oproep van collega Bruins. Desnoods op donderdagavond 21 december, maar in ieder geval voor de kerst.

De heer Laçin (SP):

Steun en heel graag volgende week.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Voorzitter, nogmaals steun voor het verzoek.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Steun voor het verzoek.

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter, steun. Maar het hoeft niet volgende week. Het kan ook de week daarop.

De heer Van Raan (PvdD):

Steun voor het verzoek, voorzitter.

De voorzitter:

Er is een meerderheid om het ergens volgende week of de week daarop in te plannen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

De week daarop is wat mij betreft ook een optie.

De voorzitter:

Oké, dan gaan we daarnaar kijken.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Oké, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Uit berichtgeving op NU.nl en in De Telegraaf blijkt dat de minister van Binnenlandse Zaken op korte termijn een voorstel presenteert aan de ministerraad, waarin zou staan dat burgers zich niet via een referendum zullen mogen uitspreken over de intrekkingswet van dat referendum. Daarmee wordt het raadgevend referendum eigenlijk al ontmanteld voordat de intrekkingswet er is. Daarover zou mijn fractie graag een debat willen met de minister van Binnenlandse Zaken.

De voorzitter:

Even voor de helderheid: het gaat om een wetsvoorstel. Dat wetsvoorstel ligt bij de Raad van State en dat komt gewoon naar de Kamer voor behandeling.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ja, maar daar wil ik nu een debat over aanvragen.

De heer Van Raak (SP):

De minister-president wil een democratisch recht afschaffen zonder dat de bevolking zich daarover kan uitspreken. Dat is een dictatoriale neiging.

De voorzitter:

Steunt u het verzoek?

De heer Van Raak (SP):

Ik constateer dat er al een debat staat van mij met de minister-president over het referendum. Ik zie wel dat er nu nieuwe feiten boven tafel zijn gekomen, namelijk deze spoedprocedure. Ik zou dus willen voorstellen om het debat met de minister-president over het referendum, dat al gepland staat, heel snel te houden, nog voor het kerstreces. De minister van Binnenlandse Zaken kan daar natuurlijk bij aanschuiven. Desnoods doen we het in een AO, maar we moeten hier op dit moment snel over spreken.

De voorzitter:

Dus u doet eigenlijk een nieuw voorstel? Het is geen tegenvoorstel. Meneer Van Raak, u heeft een dertigledendebat op de lijst staan. Is dat wat u bedoelt?

De heer Van Raak (SP):

Dat is wat ik bedoel. Het debat staat er al. Dat debat met de minister-president kunnen we uitbreiden naar een debat met de minister van Binnenlandse Zaken. Dat lijkt mij een hartstikke goed idee. Er staat al een debat met de minister-president over het referendum. Mijn voorstel zou zijn om dat nog voor de kerst te houden. Als dat niet in deze zaal kan, dan maar in een andere zaal.

De voorzitter:

Ja, dat heeft u gezegd. Het is een nieuw voorstel, dus we gaan dat bekijken.

De heer Martin Bosma (PVV):

Steun voor zowel het dierenvoorstel als het voorstel van de heer Van Raak.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Ik steun het voorstel van de heer Van Raak, omdat we verschillende geluiden horen vanuit het kabinet. Graag een combinatie.

De voorzitter:

Dat is weer een nieuw voorstel.

De heer Jetten (D66):

Voorzitter, het waren zojuist een beetje zware woorden van collega Van Raak. Zoals u zelf al aangaf, ligt er nu een voorstel van het kabinet bij de Raad van State. Het lijkt me niet meer dan normaal dat we dat gewoon even rustig afwachten en dan fatsoenlijk een debat voeren over het wetsvoorstel dat naar de Kamer komt. Geen steun dus voor de aanvraag.

De heer Öztürk (DENK):

Voorzitter, steun voor een debat. Jammer dat D66 het vuile werk van de coalitie aan het doen is. Steun voor het debat.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter. Het is verstandig om eerst het advies van de Raad van State af te wachten. Dus geen steun voor welk voorstel dan ook.

De heer Krol (50PLUS):

Mevrouw de voorzitter. De leden van 50PLUS hebben zojuist weer een nieuw referendum aangevraagd over de aflosboete. Dat is een reden voor ons om dit soort verzoeken van harte te steunen.

De heer Koopmans (VVD):

Voorzitter. Laten we gewoon het voorstel van de regering afwachten. Geen steun.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter, steun voor het voorstel van de heer Van Raak.

De voorzitter:

Er zijn tussendoor verschillende voorstellen gedaan. Voor beide is er geen meerderheid, laat ik het zo zeggen. Eerst de heer Wassenberg.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik heb even niet meegeteld, maar heb ik wel de steun van 30 leden?

De voorzitter:

Ja, die heeft u wel.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dan mag het debat wat mij betreft op de lijst en dan kijken we later wel of er iets kan worden samengevoegd.

De voorzitter:

Oké. Heeft u een nieuw voorstel, meneer Van Raak?

De heer Van Raak (SP):

Ja. Laten we donderdag bij de procedurevergadering kijken of we voor de kerst nog een AO kunnen organiseren met de premier en de minister van Binnenlandse Zaken.

De voorzitter:

Prima. Dat komt dan in de commissie aan de orde en niet in de plenaire zaal.

Dan ga ik naar mevrouw Becker namens de VVD.

Mevrouw Becker (VVD):

Voorzitter. Vorige week verscheen een zorgelijk rapport van het SCP over de situatie van 40.000 Somaliërs die in Nederland wonen en de mate waarin zij geïntegreerd zijn. Het feit is dat dit verslechterd is. Dat is zeer zorgelijk. De helft heeft een bijstandsuitkering, twee derde heeft moeite met de Nederlandse taal en 21% vindt het zelfs vervelend ...

De voorzitter:

U wilt een debat.

Mevrouw Becker (VVD):

... als de kinderen Nederlandse vrienden hebben. Ik zou hier dus graag een debat over willen met minister Koolmees.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Heel veel Somalische Nederlanders hebben inderdaad problemen in de samenleving. Het is goed om daarover een debat te voeren. Van harte steun, vooral ook om de positie van die mensen in Nederland te verbeteren.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter. Dit is het zoveelste rapport dat laat zien dat het inburgeringsbeleid in Nederland de afgelopen jaren ongelooflijk slecht heeft gewerkt. Nu gaat het specifiek over deze groep, maar wat mij betreft kan de regering hier voor het AO Integratie van volgende week op reageren.

De voorzitter:

Dus u steunt het verzoek?

De heer Paternotte (D66):

Dan is er geen apart debat nodig, omdat we de komende twee weken al een AO Integratie en de begrotingsbehandeling SZW hebben staan.

De voorzitter:

Oké. Geen steun dus.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Ik wil me daarbij aansluiten. We hebben volgende week een AO Integratie. Ik zou graag van de minister een reactie op dit onderzoek krijgen voorafgaand aan het AO, zodat we het bij dat algemeen overleg kunnen betrekken.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer Özdil (GroenLinks):

Voorzitter, ik sluit me aan bij mijn collega's. Het lijkt mij verstandig om dit onderwerp te betrekken bij het algemeen overleg van volgende week over integratie en inburgering.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, ook de ChristenUnie wil graag een brief en die dan betrekken bij het algemeen overleg.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter, wij steunen mevrouw Becker.

De heer De Graaf (PVV):

Wat ons betreft kan het worden betrokken bij het AO "Uitburgering" van volgende week.

De voorzitter:

Dus geen meerderheid, mevrouw Becker.

Mevrouw Becker (VVD):

Nee, voorzitter, inderdaad. Ik zou het dan van belang vinden dat de brief, die we dan krijgen voor het AO, uitgebreid ingaat op het rapport. Als het niet genoeg aan de orde kan komen in het AO, overweeg ik later alsnog een debat aan te vragen. Dan wacht ik nu de brief even af. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Dan de heer Grashoff namens GroenLinks. Ik zie dat u drie verzoeken heeft. Gaat uw gang.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter. Graag wil ik een debat aanvragen naar aanleiding van het bericht dat boeren aan landjepik doen om aan meer subsidie te komen. Dat is een wonderlijke gang van zaken. Voorafgaand aan dat debat wil ik daarover graag een brief van de minister hebben. Ik wil er hier al bij zeggen dat een alternatief zou kunnen zijn dat wij deze kwestie betrekken bij het begrotingsdebat, maar dat begint al morgenavond. Dat zou betekenen dat we de brief van de minister morgen al voor het eind van de middag binnen zouden moeten hebben, zodat we die voorafgaand aan het debat ook nog even kunnen lezen.

De heer Futselaar (SP):

Er wordt in de media gesuggereerd dat subsidiebeleid stimuleert om land in te pikken. Ik wil daar afstand van nemen, want als je land pikt, dan pik je land. Dat moet je niet doen. Dit lijkt mij een debat waard, dus steun voor debat en brief.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, steun voor het debat. Ik zou graag zien dat de minister in de brief ook ingaat op het verdwijnen van houtsingels en bomen in het hele landschap vanwege dezelfde dynamiek.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, landjepik mag niet. Dat is overduidelijk. Ik wil dan ook heel graag een reactie van de minister en die betrekken bij een van de debatten die gepland staan. Ik wil er geen apart debat over, want dat gaat weer lang duren. In het najaar is er ongetwijfeld nog een mogelijkheid om dit erbij te betrekken.

De heer De Groot (D66):

Steun voor de opmerking van de ChristenUnie.

De heer Geurts (CDA):

Steun voor de woorden van de ChristenUnie.

Mevrouw Lodders (VVD):

Steun voor de brief. Geen steun voor het debat.

De heer Madlener (PVV):

Eerst de brief afwachten.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Dat betekent nog steeds dat ik zou hopen en wensen dat de minister die brief voor morgenmiddag kan sturen, want dan kunnen we die betrekken bij het begrotingsdebat. Dat is denk ik het beste moment.

De voorzitter:

Dan stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Uw volgende verzoek.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter. Normaliter doen we dit soort verzoeken geloof ik vanaf de interruptiemicrofoon, maar u zal mij vergeven dat ik het vanaf hier doe. Ik doe bij dezen een vooraankondiging voor een VSO Landbouw- en Visserijraad van 11 en 12 december 2017, met stemmingen. Dat kan dan alleen nog deze week.

De voorzitter:

Daar gaan we in de planning rekening mee houden.

Uw laatste verzoek.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter, tot slot. Wij zijn afgelopen weekend geconfronteerd met een brief van de minister van LNV, die aangeeft dat het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn niet meer voor het eind van dit jaar behandeld kan worden in de Kamer omdat zij het pas kort voor het kerstreces gaat opsturen. We zijn al meer dan een halfjaar bezig om dit plan in de Kamer op tafel te krijgen. Als we het op deze manier doen terwijl het plan op 31 december ingeleverd moet zijn bij de Europese Commissie, betekent dit naar de mening van de fractie van GroenLinks dat het parlement zo zijn werk niet kan doen en zijn controlerende taak niet kan uitvoeren. Daarom wil ik een interpellatie. Ik wil van de minister weten wat de consequenties zijn, ik wil weten of het niet mosterd na de maaltijd is als we daar te laat over gaan spreken en ik wil weten van de minister of het niet toch eerder kan. Op deze manier wil ik proberen om nog iets van dit waardeloze proces te redden.

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter, ik kijk u even aan, procedureel. Volgens mij moet het bij een interpellatiedebat gaan om zaken die niet snel op de agenda staan. Morgen hebben we een VAO over het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn. Daarna hebben we de begroting. Ik vraag mij even af of het procedureel wel kan om nu een interpellatiedebat aan te vragen.

De voorzitter:

Ja, dat kan zeker.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik kan goed begrijpen dat de GroenLinksfractie vragen heeft aan de minister, maar ik wil toch voorstellen om die mee te nemen bij de debatten die al gepland staan. We hebben een debat over de Nitraatrichtlijn. Het VAO daarover staat morgen gepland. Dan kan de heer Grashoff al zijn vragen aan de minister voorleggen.

De heer De Groot (D66):

Morgen kunnen we richtinggevende uitspraken doen in een VAO. We hebben ook de begroting. Dat is denk ik voldoende tijd om het te behandelen.

De heer Futselaar (SP):

De heer Grashoff spreekt grote woorden en vraagt om zware middelen. Ik moet constateren dat hij daar gewoon gelijk in heeft, want het proces dreigt spaak te lopen. Het gaat niet om inhoud, maar om de vraag of wij ons überhaupt nog voor de deadline hierover kunnen uitspreken. Dan lijkt ons een interpellatie op haar plaats.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, zo is dat. De suggesties van collega's dat we het eventjes kunnen afdoen bij een VAO, waarbij twee minuten spreektijd per persoon staat inclusief het indienen van moties, zijn gewoon onheus. Dit zijn zeer terechte punten. De Kamer heeft voortdurend gevraagd om dit actieplan op tijd te krijgen. Als het niet komt, dan een interpellatiedebat.

De heer Moorlag (PvdA):

Voorzitter, steun voor dit voorstel, eventueel te combineren met het VAO.

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter, morgen betrekken bij het VAO. We hebben ook als commissie aangegeven dat we wellicht in het nieuwe jaar daarover komen te spreken met elkaar.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter, we hebben een begroting. Er is een VAO en er is een debat geweest. Het is gewoon niet juist dat het niet besproken kan worden of dat er geen invloed kan worden uitgeoefend. Ik steun dit verzoek niet.

De voorzitter:

Niet?

De heer Madlener (PVV):

Nee.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter, ik denk dat ik één ding nog moet melden. Het stuk is helemaal niet naar de Kamer gestuurd. We hebben het nooit toegestuurd gekregen. We moeten het van internet plukken, via een internetconsultatie en een terinzagelegging. Het is nog niet definitief. De minister geeft dat zelf nadrukkelijk aan. Het is er nog niet. We kunnen er dus niet over spreken in een VAO of bij de begrotingsbehandeling. Het stuk is er niet. En dat is echt kwalijk als wij hier een halfjaar bezig zijn om dit op tafel te krijgen.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid, meneer Grashoff.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter, het Reglement van Orde geeft aan dat ik aan 30 leden voldoende heb voor een interpellatie. Ik wil u verzoeken om die begin volgende week in te plannen.

De voorzitter:

Nou, 30 leden zijn inderdaad nodig voor een interpellatiedebat, maar uiteindelijk is er ook een meerderheid van de Kamer nodig om het te plannen. Ik ga nu dus vragen of een meerderheid er iets voor voelt om het sneller te plannen.

De heer Futselaar (SP):

Ja.

De voorzitter:

De heer Futselaar, nee, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De heer Futselaar zei ja, en ik zeg hetzelfde.

De heer Öztürk (DENK):

Ja, steun.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Steun.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter, het feit dat het er nog niet ligt, vind ik toch wel ernstig. Daar heeft de heer Grashoff gelijk in. Ik wil het dus toch steunen.

De heer Moorlag (PvdA):

Voorzitter, steun. We hebben morgen een VAO. Ik denk dat dat heel goed gecombineerd zou kunnen worden met een interpellatie.

De voorzitter:

Nee, die discussie hebben we gehad. Het gaat nu om het plannen. De vraag is of dat zo snel mogelijk moet gebeuren.

De heer Moorlag (PvdA):

Zo snel mogelijk, ja.

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter, ik zit even na te denken. Ik doe het volgende tussenvoorstel. Is de behandeling bij de begroting in de ogen van een meerderheid van de Kamer onvoldoende, dan gaan we kijken of het nog terugkomt tijdens de regeling van werkzaamheden.

De voorzitter:

De begroting van Landbouw begint morgen, hè?

De heer Geurts (CDA):

We hebben morgen de begroting, voorzitter. Donderdagavond hebben we de eerste termijn van de minister en de tweede termijn van de Tweede Kamer. Dan kunnen we dinsdag bij de regeling van werkzaamheden kijken of er nog noodzaak toe is.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik vind het in alle eerlijkheid heel constructief van de heer Geurts dat hij wil meedenken, maar de essentie is dat de minister in de brief aangeeft dat het stuk er niet is. We kunnen het er bij de begroting niet over hebben, want het stuk is er niet. En het stuk had hier al maanden geleden moeten liggen, volgens de planning die door de voorganger van deze minister is aangegeven en volgens de toezeggingen die deze minister zelf heeft gedaan.

De voorzitter:

Ja, ja, ja.

De heer Grashoff (GroenLinks):

We zitten klem. Dit raakt niet zozeer aan de inhoud als zodanig, maar aan de vraag of wij als parlement onze controlerende taak op een fatsoenlijke manier kunnen invullen.

De voorzitter:

De heer Geurts, een nieuwe poging.

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter, de heer Grashoff geeft zelf argumenten om de vragen gewoon bij de begroting neer te leggen. Als ze dan onvoldoende beantwoord worden, dan gaan we gewoon volgende week dinsdag bij de regeling van werkzaamheden kijken hoe we er verder mee omgaan. Geen steun dus.

De voorzitter:

Meneer Grashoff, er wordt een poging gedaan om toch tot een compromis te komen.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter, ik kijk ook u aan in uw rol als Kamervoorzitter. Het is hartstikke goed dat er voorstellen gedaan worden, maar wij kunnen niet spreken over een stuk dat we niet hebben. En het stuk is nog niet klaar. Wat dat betreft zit dit dus gewoon klem. De minister moet ervoor zorgen dat zij een stuk op tijd toestuurt als zij dat op 31 december naar de Europese Commissie moet sturen.

De voorzitter:

Dan ga ik naar mevrouw Dik-Faber, want zij stond al te wachten.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, dit zijn indringende vragen, maar morgen staan al twee debatten gepland met de minister, één VAO en één begrotingsdebat. Als de vragen zo indringend en urgent zijn, pak dan de kans en de uitgestoken hand van de heer Geurts. Mocht het niet voldoende zijn, dan komen we er volgende week op terug.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter, ik kan me voorstellen dat we het interpellatiedebat morgen voeren, direct voorafgaand aan het VAO of tussen het VAO en de begrotingsbehandeling.

De voorzitter:

Dat kan niet. Er is een meerderheid nodig voor het plannen van een interpellatiedebat.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Nou ja, dit is een poging van mijn kant om te kijken of we elkaar kunnen naderen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, in de zoektocht naar een uitweg zouden we ervoor kunnen kiezen om het VAO te vervangen door een derde termijn. We hebben een AO gehad ...

De voorzitter:

U maakt het nog ingewikkelder.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Nou, ik denk dat de heer Grashoff er echt gelijk in heeft dat deze vragen niet bij de begroting thuishoren. Het VAO biedt ook onvoldoende ruimte. Als we het VAO omzetten in een derde termijn, dan is er voldoende ruimte voor de vragen die echt gesteld moeten worden en voor eventuele moties. Dan zijn we eruit, volgens mij.

De voorzitter:

Ik wist niet dat u woordvoerder was op landbouw, meneer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik ben van bijna alle markten thuis.

De voorzitter:

Van alle markten thuis, ja.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter, collega Grashoff stelt hier dat het gaat om de informatiepositie van de Kamer. Men wil het bij een VAO betrekken, maar we weten allemaal dat de spreektijd bij een VAO beperkt is en dat het eigenlijk alleen de bedoeling is om daarin moties in te dienen. Ook de begroting is niet de gelegenheid om hierover te spreken. Nu zijn er 30 leden die een interpellatie steunen. Dat is vrij uitzonderlijk; dat gebeurt niet vaak. Ik kan me niet herinneren wanneer dat voor het laatst is gebeurd. De vraag aan de coalitiepartijen is eigenlijk of zij de ruimte geven om dit in te plannen. Dat is de enige vraag die nu wordt gesteld. Dat vind ik geen onredelijke vraag. Daarom doe ik een beroep op de redelijkheid van de coalitiepartijen om in ieder geval de 30 leden die graag een interpellatiedebat willen — dat is een beperkte vorm van een debat — de ruimte te bieden om het begin volgende week in te plannen. Dit is echt een heel redelijke vraag. Het ging bij de regeringsverklaring over de uitgestoken hand van de coalitie. Dit lijkt me een goed moment om die uit te steken.

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. Als ik het goed begrijp, wil de heer Grashoff over het actieprogramma debatteren. Hij geeft aan dat dat er niet is. Dat klopt. Dat is er morgen niet. Dat is er volgende week niet. We hebben namelijk te horen gekregen dat het ter inzage ligt. Dus als de heer Grashoff het wil bespreken, dan moet dat in het kerstreces of in de eerste week na het kerstreces.

De voorzitter:

U zegt: het ligt ter inzage. Waar, mevrouw Lodders? Bij het CIP?

Mevrouw Lodders (VVD):

Volgens mij ligt het ter inzage ter consultatie. Ondernemers kunnen reageren op het conceptactieprogramma. Dat hebben we met elkaar besproken.

De voorzitter:

Nog niet bij ons.

Mevrouw Lodders (VVD):

Daarover is morgen het VAO.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Het conceptactieprogramma is ook nooit naar de Kamer gestuurd. En de inzagetermijn is intussen afgelopen. Die sloot op 24 november.

De voorzitter:

Meneer De Groot, ik weet niet of u een nieuw punt toe te voegen hebt. Het heeft geen zin om in herhaling te vervallen.

De heer De Groot (D66):

Het is geen herhaling, voorzitter. Ik heb nog wel één overweging. Het onderhandelingsproces duurt echt nog voort. Naar verwachting wordt het pas op 1 april toegezegd. Ik zie de haast dus niet helemaal.

De voorzitter:

Meneer Grashoff, u heeft gevochten als een leeuw. Laat ik daarmee beginnen. U hebt geen steun voor het snel plannen van een interpellatiedebat. Er is wel meegegeven dat morgen de behandeling van de begroting van Landbouw plaatsvindt en dat u dan uw vragen kunt stellen. Ik zal ook het stenografisch verslag van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, zodat ook de minister ervan op de hoogte is. De heer Geurts heeft nog een handreiking gedaan: mocht het niet helemaal voldoende worden uitgediscussieerd, dan komt u volgende week bij de regeling weer terug.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter, het is op dit moment wat het is. Dat heb ik duidelijk gemerkt. Ik ben daar teleurgesteld over, omdat het echt gaat om de werking van het parlement zelf, om onze mogelijkheid om onze controlerende taak hier uit te voeren. Ik wil nog een laatste opmerking in uw richting maken, voorzitter. Wilt u zich eens verdiepen in deze kwestie? Dit zou niet de manier moeten zijn waarop de minister en haar departement omgaan met de Kamer.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik ga zeker kijken hoe het zit met de informatievoorziening. Niet om me er inhoudelijk mee te bemoeien, maar het is wel belangrijk om te weten. Ik zal dit verzoek overigens toevoegen aan de lijst van dertigledendebatten, want daar heeft u om gevraagd.

Ik kijk even op de lijst. Ik geef het woord aan de heer Van Raan namens de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Wellicht is mijn verzoek een stuk eenvoudiger. Er is nieuwe informatie: het ijs van Antarctica smelt sneller dan we allemaal voorzien hadden. Het KNMI, toch niet een instantie die bekend staat als een club van onruststokers, constateert een enorm risico op een versnelde verhoging van de zeespiegel. Daarbij komt nog eens een keer dat nieuw onderzoek van de Universiteit van Utrecht ...

De voorzitter:

U wilt een debat daarover?

De heer Van Raan (PvdD):

... aanbeveelt om ook de bovengrens van de stijging van de zeespiegel mee te nemen. We hebben daar natuurlijk een klimaatdebat ...

De voorzitter:

Nee, nee, u moet het echt kort houden.

De heer Van Raan (PvdD):

Ik wil daar graag een debat over. Dank u wel.

De voorzitter:

Oké.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter, dank. Het CDA wil graag een brief hierover ontvangen. We hebben een AO Klimaat op de agenda staan bij de procedurevergadering van de vaste commissie voor EZK. Daar zou ik het graag bij willen betrekken. Die brief moet er echt voor die tijd zijn.

De heer Krol (50PLUS):

Er is erg veel onrust over dat bericht. Steun dus voor een brief. Als ik die gelezen heb, steun ik wellicht daarna ook het debat.

De voorzitter:

U steunt het dus voorlopig nog niet. Begrijp ik dat goed? Ja.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Het onderwerp ligt mij zeer na aan het hart. Maar we hebben een AO Klimaat en volgende week hebben we de begroting EZK. Wat ons betreft komt ook klimaat daarbij ruimschoots aan de orde. Dus helaas geen steun voor dit debat, maar wel steun voor een brief.

De voorzitter:

Meneer Sienot, D66. Het knopje van de microfoon zit aan de onderkant. Ja, en dat moet u dan ingedrukt houden.

De heer Sienot (D66):

Ik ben een beetje te lang hiervoor.

De voorzitter:

Ja, ik merk het. We moeten nieuwe microfoons gaan aanschaffen, zie ik, voor de nieuwe lichting. Gaat uw gang.

De heer Sienot (D66):

Steun voor een brief. Het is belangwekkend. Niettemin: volgende week is er een AO Klimaat. Het gaat over voorspellingen voor 80 jaar, dus het kan later ook nog bij een AO Waterveiligheid.

De heer Kops (PVV):

De fantasten van het KNMI moeten zich vooral lekker bezighouden met de weersverwachting voor de komende dagen en zeker niet met het klimaat. Geen steun dus.

De heer Futselaar (SP):

Ja, voorzitter. Hierna zou ik het verzoek bijna steunen, maar het is echt logischer om dit in het AO Klimaat te bespreken. Wel steun voor een brief.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Steun voor de brief. Geen steun voor een debat.

De heer Moorlag (PvdA):

Steun voor een brief. Geen steun voor een debat. Betrek dit bij het AO.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dat geldt ook voor de ChristenUnie. Wel een brief, maar laten we het betrekken bij het algemeen overleg Klimaat of natuurlijk bij de begroting.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, ik tel mijn zegeningen. We krijgen een brief. Ik zou die brief graag willen ontvangen voor de begrotingsbehandeling van EZK.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Van Raan (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

U ook bedankt.

De heer Klaver namens GroenLinks.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter, dank u. Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt in Maastricht is met een rapport gekomen over de tekorten op de arbeidsmarkt in 2022 voor onderwijs, techniek en zorg. Ze hebben het daarin ook over de kansen voor hoog- en laagopgeleiden. Ik wil graag een debat aanvragen met de minister-president over dit rapport. Ik zal u heel kort uitleggen waarom. Dit gaat over heel veel verschillende terreinen. Het zal erover gaan bij de begroting van Onderwijs, bij de begroting van Sociale Zaken en bij de begroting van Zorg, maar ik denk dat het van het grootste belang is om dit ook in samenhang met elkaar te bespreken. Daarom doe ik dit verzoek voor een hoofdlijnendebat. Ik wil ook graag een reactie van het kabinet op het rapport, te ontvangen voor 1 februari, zodat we kort daarna dit debat met elkaar kunnen voeren.

De heer Van Raak (SP):

Van harte steun.

De heer Pieter Heerma (CDA):

De heer Klaver merkt terecht op dat dit bij verschillende begrotingsbehandelingen aan de orde kan komen, maar het vraagstuk van krapte op de arbeidsmarkt zal, denk ik, over twee weken echt uitgebreid besproken worden bij de begroting van Sociale Zaken. Een reactie van het kabinet zou ik dus graag voorafgaand aan die begrotingsbehandeling ontvangen, zodat we er dan met elkaar uitgebreid over kunnen spreken. En dan nu geen steun voor dit debatverzoek, maar mogelijk kunnen we dat weer met elkaar bezien na de begrotingsbehandeling van Sociale Zaken.

De heer Wiersma (VVD):

Voorzitter, dit is ook voor onze fractie een belangrijk thema. Terecht werd genoemd dat dit bij een aantal begrotingsbehandelingen aan de orde komt, bijvoorbeeld volgende week bij EZ, maar ook deze week bij OCW en daarna bij SZW. Geen steun dus voor dit verzoek; laten we het onderwerp bespreken bij de verschillende behandelingen. Een brief hierover voorafgaand aan de behandeling van SZW lijkt mij ook een goed idee.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, dit gaat om visie. Het is belangrijk om het debat over de toekomst van ons land te voeren en ik ben wel benieuwd naar de visie van de minister-president. Dus steun voor het debat.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Dit is een thema waarover we de komende jaren veel moeten gaan praten. Ik vind het ook goed dat dit onderwerp wordt genoemd. Ik wil graag eerst even de begroting van Sociale Zaken afwachten. Ik denk dat dit vooral daar samenkomt. Een brief op korte termijn lijkt mij een goed idee. Na de begrotingsbehandelingen moeten we even kijken of een additioneel debat nog nuttig is. Dus op dit moment nog geen steun.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Donderdag spreekt de commissie voor VWS al over de arbeidsmarkttekorten in de zorg. Daarmee wil ik aangeven dat het op de verschillende beleidsterreinen absoluut aan de orde komt. Het kan ook bij de begroting SZW aan de orde worden gesteld. Geen steun dus voor een apart debat.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter, wél steun voor het voorstel. We kunnen het er niet vaak genoeg over hebben.

De heer De Jong (PVV):

Voorzitter. Het is een belangrijk onderwerp, maar deze week vindt er al een debat plaats over de arbeidsmarktproblematiek in de zorg. Ook hebben we binnenkort de begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ik zou graag de oproep willen doen aan het kabinet om de brief over dit onderwerp te sturen vóór de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Nu geen steun voor een debat.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter. Hoewel GroenLinks ons niet steunde, omdat er nog allerlei debatten aankomen over het klimaat, geven wij om dezelfde reden heel veel steun aan GroenLinks, want het is een belangrijk onderwerp.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik heb nog nooit zo warm de steun voor een voorstel ontvangen van de Partij voor de Dieren, waarvoor ontzettend veel dank.

Voorzitter, ik kan tellen en ik zie wat het is. De argumentatie van een aantal woordvoerders was dat op de verschillende deelterreinen al debatten worden gevoerd. Het was juist mijn voorstel om het eens bij elkaar te hebben, omdat ik denk dat dat van het grootste belang is. Ik heb de woordvoerder van het CDA goed gehoord. Laten we kijken hoe het aan de orde komt bij Sociale Zaken. Dat zal ik goed in de gaten houden. Als het nodig is, zal ik daarna nog kijken of het opnieuw geagendeerd moet worden. Ik denk echt dat we moeten voorkomen dat we dit, met alle waardering voor de collega's in de verschillende commissies, alleen maar apart in vakcommissies behandelen. We moeten dit onderwerp ook in het totaal bezien.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Wassenberg hoeft niet meer, dus dan geef ik het woord aan de heer Krol namens 50PLUS.

De heer Krol (50PLUS):

Mevrouw de voorzitter, we hebben het er net in het vragenuurtje al heel kort over gehad, maar het onderwerp verdient wat ons betreft meer aandacht. Uit de rapportage over het sociaal domein blijkt dat 40% van de onderzochte gemeentegriffiers aangeeft dat raadsleden te weinig tijd hebben voor een goede uitvoering van hun taken. Wij hebben steeds meer overgeheveld naar de gemeenten, dus wat mij betreft is er alle reden om daar eens goed over te praten hier.

De heer Van den Bosch (VVD):

Voorzitter. Het is zeker heel belangrijk om daarover te praten. We hebben het er net met de minister over gehad en zij heeft er al een paar dingen over verteld. Het zou mij goed voorkomen als we vragen om een zo snel mogelijke integrale reactie van het kabinet op dit rapport, want het houdt nogal wat in, ook op meer onderwerpen. Dan kunnen we in de procedurevergadering van Binnenlandse Zaken even kijken of we hier een debat over voeren of dat we het in een AO doen.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun.

Mevrouw Den Boer (D66):

Voorzitter. Het is een heel belangrijk thema uit het SCP-rapport. Ik steun de lijn van de VVD.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter, ik sluit mij aan bij de opmerkingen die de VVD-fractie heeft gemaakt.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook de ChristenUnie sluit zich daarbij aan.

De heer Öztürk (DENK):

DENK sluit zich daar niet bij aan. DENK sluit zich aan bij de woorden van de heer Krol. Steun voor het voorstel.

De heer Moorlag (PvdA):

Voorzitter. Ik steun het verzoek, maar tezelfdertijd kan ik ook tellen. In het geval er onvoldoende steun is voor het houden van een debat op korte termijn, zou er een brief en een vervolg in de procedurevergadering moeten komen.

De voorzitter:

Maar u steunt het verzoek.

De heer Van Raak (SP):

Ik steun het verzoek. Ik denk dat we donderdag even moeten kijken of we een overleg kunnen houden met de minister, want dit is een héél belangrijk onderwerp. We gaan allemaal raadsleden kiezen straks en die moeten hun werk kunnen doen.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Ik sluit me aan bij de SP.

De voorzitter:

Meneer Krol, u hebt geen meerderheid.

De heer Krol (50PLUS):

Nee, maar ik heb begrepen dat iedereen wel de brief van harte steunt. Ik kan wel tegen u zeggen "zet het maar op de lange lijst", maar dat heeft geen zin denk ik. Als de brief er aanleiding toe geeft, gaan we kijken op welk moment we het het beste kunnen bespreken. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Krol. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Dan de heer De Lange namens de VVD.

De heer De Lange (VVD):

Voorzitter. Vanmorgen is er een rapport verschenen van de Kinderombudsman met de titel Alle kinderen kansrijk. Dit rapport gaat over het verbeteren van de ontwikkelkansen van kinderen in armoede. Voor de VVD is belangrijk dat elk kind in Nederland zich kansrijk kan ontwikkelen. Vandaar het voorstel om hier een debat over aan te vragen met de betreffende staatssecretaris. Ik kan me voorstellen dat het goed zou zijn om nog een reactie te krijgen en daarbij zou ik ook een reactie willen krijgen op de SER-rapportage Opgroeien zonder armoede. Om mee te denken in de efficiency van deze Kamer zou ik me kunnen voorstellen dat het misschien een idee is om dit samen te voegen met het debat dat vorige week is aangevraagd over de Klijnsmagelden.

De voorzitter:

En het was niet mogelijk om daarvoor even met elkaar contact op te nemen en dat af te stemmen, meneer De Lange?

De heer Raemakers (D66):

Geen steun voor een apart debat. De laatste suggestie om de twee debatten samen te voegen, heeft wel onze steun.

De voorzitter:

Ik ga even kijken welk debat u precies bedoelt. Dat is een meerderheidsdebat op verzoek van de heer Gijs van Dijk. Er is dus al een meerderheidsdebat van de heer Van Dijk dat op de lijst staat.

De heer Kuzu (DENK):

Geen steun voor een apart debat, wel voor samenvoeging.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor de kabinetsreactie en steun voor het debat. Het lijkt me inderdaad een goede suggestie om het samen te voegen.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Ik vind het ingewikkeld om te overzien of je het samen moet voegen of niet, zeker omdat de indiener van dat vorige debat er niet is. Dus daar wil ik geen standpunt over innemen. Maar ik vind het wel een heel belangrijk onderwerp en ik steun het voorstel voor een brief en een debat over dit onderwerp.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Eens. Als de indiener van het eerste debat het hiermee eens is, kan dat samengevoegd worden. Het belangrijkste is natuurlijk dat de VVD wil debatteren over armoede onder kinderen. Dat steun ik graag.

De heer Peters (CDA):

Dat steun ik ook, maar dan wel samengevoegd. Geen apart debat.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter. Wat ons betreft kan het allebei. Wij steunen het, omdat het een belangrijk onderwerp is.

De heer Moorlag (PvdA):

Voorzitter. De PvdA-fractie is aangenaam verrast dat de VVD aandacht wil besteden aan dit vraagstuk en aan het rapport van de Kinderombudsman. De PvdA trekt zich dat ook aan. Steun voor het debat.

De heer De Jong (PVV):

Voorzitter. Wij hebben binnenkort de begroting. Daar kan het wat ons betreft bij worden betrokken, maar ik ben er ook een voorstander van om de debatten samen te voegen.

De voorzitter:

Er is geen steun voor een apart debat. Er staat al een debat op de lijst van de heer Gijs van Dijk. Het kan daar aan de orde worden gesteld.

De heer De Lange (VVD):

Voorzitter. Voor de helderheid: daarbij wordt dan wel toegevoegd het rapport van de Nationale ombudsman. Het is een samenhangend pakket, vandaar ook mijn voorstel om het bij elkaar te betrekken. Voor zover ik begrijp, is er wel gevoel bij om dat er in algemene zin bij te gaan betrekken.

De voorzitter:

Ja, er is een meerderheid voor het betrekken van het onderwerp bij het bestaande debat, maar er is geen meerderheid voor uw verzoek om een apart debat te houden. Zo simpel is dat, lijkt mij.

De heer De Lange (VVD):

Voor de volledigheid, er was volgens mij wel steun om nog een reactie te vragen van het kabinet. Dan komt dat erbij.

De voorzitter:

Ja, natuurlijk. Dat zeker. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer De Lange (VVD):

Hartstikke goed. Oké.

De voorzitter:

Tot slot geef ik het woord aan de heer Markuszower namens de PVV.

De heer Markuszower (PVV):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Een 74-jarige islamgeleerde kent de gehele Koran uit zijn hoofd, maar verkracht ook minimaal zes jaar lang in ieder geval een meisje van slechts 10 jaar oud. Eerst ontkent de verdachte in alle toonaarden en opeens, drie maandjes later, ter zitting, is hij dement geworden. Ammehoela, voorzitter. Wie gelooft dit nog? Waarom laten wij enge verkrachters die met de Koran in de hand meisjes van 10 verkrachten, zonder straf wegkomen? Daarom vraag ik met spoed een debat aan met de minister voor de Rechtsbescherming.

De heer Van Oosten (VVD):

Voorzitter. Het ongemak dat de heer Markuszower beschrijft, herken ik wel, maar dat leidt bij mij niet tot steun voor een debat. Ik wil u wel zeggen waarom. A. dit is een individuele zaak. B. ik weet niet of deze onder de rechter ligt. Daarom wil ik wel graag een brief van de minister, waarin hij ons wat meer duiding op dit punt kan geven.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Ik steun een brief, maar niet het debat, omdat het onder de rechter is. In die brief zou ik wel graag meegenomen willen zien wat we eraan kunnen doen als iemand wel in een gesloten instelling moet verblijven, maar misschien niet in een gevangenis. Dat zal steeds vaker voorkomen. We willen dat dit aspect meegenomen wordt. Zo iemand moet niet op vrije voeten komen.

De heer Groothuizen (D66):

Voorzitter. De heer Markuszower mengt zich inderdaad weer in een strafzaak, en op een tamelijk gênante wijze. Geen steun voor het debat.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de lijn van D66.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Een brief is prima, maar geen steun voor een debat, om de redenen die genoemd zijn.

De heer Van Raak (SP):

Ik ben het eens met de VVD over die brief. Ik zou daar ook heel graag in willen zien hoe we in het algemeen met dit soort gevallen omgaan en hoe we ervoor zorgen dat zo iemand niet dezelfde fout gaat maken; hoe die vast kan worden gehouden en waar. Dus dat is meer een procedurele brief. Die vraag wil ik ook wel graag beantwoord hebben.

De heer Moorlag (PvdA):

Voorzitter. Dit is een zaak voor de rechter. Die heeft ook de bevoegdheid om te kunnen veroordelen. Geen steun voor het debat, wel steun voor een brief.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Ik sluit me aan bij D66.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Markuszower.

De heer Markuszower (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Ik wens jullie allemaal een heel fijne avond, want we zijn aan het einde gekomen van de regeling en van de vergadering.

Naar boven