3 Ov, ov-chipkaart en taxi (AO d.d. 06/03)

Aan de orde is het VAO Ov, ov-chipkaart en taxi (AO d.d. 06/03).

De voorzitter:

Ik heet staatssecretaris Mansveld van harte welkom. Het woord is aan de heer Hoogland.

De heer Hoogland (PvdA):

Voorzitter. Wij gaan vandaag met het openbaar vervoer en niet met de taxi. Ik wil twee onderwerpen bespreken: de poortjes op de stations en de tarieven in het regionale vervoer.

Ik begin met de poortjes op de stations en dien hierover een motie in, samen met mevrouw De Boer van de VVD.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het sluiten van de poortjes op tientallen stations bedoeld is om de sociale veiligheid te verbeteren en om het zwartrijden tegen te gaan;

overwegende dat de stationsgebieden met het sluiten van de ov-chipcardpoortjes minder toegankelijk worden voor niet-reizigers en hulpverleningsdiensten in geval van calamiteiten;

overwegende dat er goede redenen kunnen zijn voor niet-reizigers om op stations te vertoeven, bijvoorbeeld om iemand af te zetten of om via het station de andere kant van het station te bereiken;

overwegende dat de situatie per station en per gemeente verschilt;

verzoekt de regering, de NS erop aan te spreken om per station in overleg met de betrokken gemeente maatwerk te bieden om daarmee de toegankelijkheid van de stations voor iedereen te waarborgen;

verzoekt de regering tevens, de Kamer over de voortgang hierop binnen zes maanden te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hoogland en De Boer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 561 (23645).

U hebt nog drie kwart minuut spreektijd.

De heer Hoogland (PvdA):

Ja en daarin wil ik de staatssecretaris vragen naar de toezegging die zij heeft gedaan over de prijsstijgingen die kunnen voorkomen in het busvervoer. Mensen zijn weleens geconfronteerd met een prijsstijging van 30%. Dit is fors. Het betekent een flinke extra last als je drie kinderen hebt die allemaal met de bus naar school gaan. De staatssecretaris heeft toegezegd met de provincies en de vervoerders te kijken naar meer uniforme producten en tarieven in Nederland, naar mogelijkheden voor eenzelfde kortingskaart per regio en dezelfde tarieven per regio. Zou de staatssecretaris per brief aan de vervoerders kunnen vragen hoe zij denken over de maximering van tariefstijgingen? Wij kunnen dan in ieder geval vooraf corrigeren in plaats van achteraf, want dat zorgt vaak voor veel onrust.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Sentire-product voor het stads- en streekvervoer en het ov-chipplusproduct voor het spoor niet voor alle blinden en slechtzienden een goede oplossing is om zonder problemen gebruik te maken van het openbaar vervoer;

overwegende dat reizen op rekening een goede oplossing kan zijn voor een groot deel van de blinden en slechtzienden, maar dat de ontwikkeling hiervan voor de consumentenmarkt bij de verschillende vervoerders nog enige tijd duurt en blinden en slechtzienden al twee jaar wachten op een goede oplossing;

constaterende dat reizen op rekening via de NS-Business Card vandaag al mogelijk is in het hele openbaar vervoer, maar alleen voor zakelijke reizigers;

verzoekt de regering, in overleg met NS alles op alles te zetten om reizen op rekening via de NS-Business Card uiterlijk 1 juli 2014 beschikbaar te stellen voor blinden en slechtzienden naast de al bestaande producten voor deze doelgroep en te bezien of het ov-loket hierbij als intermediair kan fungeren voor de centrale landelijke helpdesk;

verzoekt de regering tevens om, indien dit niet wordt gerealiseerd, per 1 juli 2014 de afgeschafte Viziris-kaart tijdelijk opnieuw in te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 562 (23645).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vier jaar geleden al door de toenmalige staatssecretaris is toegezegd dat de ov-begeleiderskaart verchipt zou worden, dat dit nog steeds niet is gerealiseerd en dat er nu zelfs een extra kaart komt, de zogenaamde toegangskaart;

verzoekt de regering, de ov-begeleiderskaart zo spoedig mogelijk te verchippen zodat een extra toegangskaart voor deze doelgroep niet nodig is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 563 (23645).

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik zie dat ik nog een halve minuut spreektijd heb. Ik maak graag gebruik van die tijd om mijn eerste motie toe te lichten. De NS-Business Card werkt heel efficiënt voor zakelijke reizigers. De NS heeft hiervoor contracten met bedrijven afgesloten. Ik begrijp natuurlijk dat het vanuit de positie van de NS niet handig is om met allemaal individuele personen overleg te voeren. Daarom heb ik voorgesteld om te bekijken of het OV Loket als intermediair kan dienen. Wij denken dat dit zeer realistisch is.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Ik val in voor mijn fractiegenoot, mevrouw Van Tongeren, en ik dien een motie in over de toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor mensen met een visuele beperking. Wij vinden het belangrijk dat het openbaar vervoer voor iedereen goed toegankelijk is. Daarbij hebben we het niet alleen over het reizen met het openbaar vervoer zelf, maar ook over de toegang daartoe middels de ov-chipkaart. Ik dien daarom de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Sentire-kaart niet aan de behoefte van visueel beperkte reizigers tegemoetkomt;

overwegende dat visueel beperkte reizigers momenteel geen acceptabele ov-kaart hebben waarmee zij van het openbaar vervoer gebruik kunnen maken;

overwegende dat reizen op rekening veel problemen kan ondervangen;

overwegende dat reizen op rekening technisch reeds mogelijk is met de NS-Business Card;

verzoekt de regering, reizen op rekening in te voeren voor visueel beperkte reizigers via de NS-Business Card,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voortman en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 564 (23645).

De heer De Graaf en mevrouw De Boer zien af van hun spreektijd. Het woord is aan de heer Smaling.

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. Het wordt een vluggertje voor de staatssecretaris, want ook onze motie gaat over de toegankelijkheid van het ov voor blinden en slechtzienden.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er na maanden overleg nog steeds geen volwaardig alternatief is geboden door het stads- en streekvervoer voor het Viziris-abonnement;

overwegende dat reizen op rekening een goede oplossing zou zijn voor slechtzienden en blinden;

overwegende dat een dagabonnement hier ook deel van kan uitmaken;

verzoekt de regering om voor de zomer een reisproduct gerealiseerd te hebben voor deze doelgroep waarmee men op rekening kan reizen, en ervoor te zorgen dat de website voldoende toegankelijk is voor slechtzienden en blinden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Smaling en De Boer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 565 (23645).

De heer Smaling (SP):

Daarnaast onderschrijf ik het pleidooi van collega Hoogland. Hij vroeg of de staatssecretaris informatie met ons kan delen over de tariefstructuur en de tariefstijgingen. Collega Bashir heeft onderzoek hiernaar gedaan. Ik weet niet of hij de goedheid heeft gehad om de resultaten aan de staatssecretaris te overhandigen. Als dat niet het geval is, kan ik daar nog voor zorgen. In het onderzoek is aangetoond dat met name de regionale vervoerders behoorlijke tariefstijgingen hebben moeten doorvoeren, in ieder geval voor een korte tijdsspanne. Wij horen daar graag iets over.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. In het AO waren twee duidelijke speerpunten en dat zien we terug in de moties. Een van die speerpunten is de toegankelijkheid voor mensen met een visuele beperking. Mijn fractie heeft aan de staatssecretaris gevraagd om snel met een oplossing te komen. Ik wil niet vooruitlopen op de vorm van deze oplossing, maar we onderstrepen wel de urgentie. Het heeft nu wel erg lang geduurd en er moet een goede, werkbare oplossing komen voor deze groep.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat ten behoeve van het functioneren van de ov-chipkaart, de veiligheid van de passagiers en het NS-personeel en het voorkomen van zwartrijden, ov-poortjes zijn of worden geplaatst;

verzoekt de regering, in overleg te treden met de NS, waarbij wordt vastgehouden aan de doelstellingen van de ov-poortjes — vermindering van zwartrijden, maximale veiligheid voor NS-personeel en passagiers en optimaal functioneren van de ov-chipkaart — waarbij in overleg met gemeenten maatwerk wordt geboden om te voorkomen dat poortjes een essentiële doorgang binnen of tussen wijken belemmeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 566 (23645).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat op sommige trajecten tussen grote steden de laatste trein nu al voor 23.00 uur vertrekt;

constaterende dat de NS voornemens is, vanaf 2015 de laatste treinen vanuit de Randstad later te laten vertrekken, maar dat deze treinen slechts tot het eerstvolgende station doorrijden;

overwegende dat voor goed en aantrekkelijk openbaar vervoer ook goede verbindingen op een later tijdstip nodig zijn;

verzoekt de regering, in overleg met de NS de mogelijkheden in kaart te brengen om laatste treinen later te laten vertrekken, de reeds voorgenomen laatste treinen verder te laten doorrijden naar bijvoorbeeld Groningen, Maastricht of Enschede, maar ook te kijken naar treinen vanuit andere steden naar de Randstad en treinen binnen bijvoorbeeld Brabant of Twente,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 567 (23645).

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik kan mij voorstellen dat wij dit verder met elkaar bespreken bij de behandeling van de Lange Termijn Spooragenda. Het zou echter mooi zijn als de staatssecretaris voor die tijd alvast wat voorwerk doet.

De voorzitter:

Wij zijn daarmee gekomen aan het einde van de termijn van de Kamer.

De vergadering wordt van 11.11 uur tot 11.20 uur geschorst.

De voorzitter:

Zijn alle kopjes koffie leeg? Dan kunnen wij weer gewoon beginnen. Mevrouw De Boer holt binnen. Ik geef het woord aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Mansveld:

Voorzitter. Ik begin met de motie op stuk nr. 561 van de leden Hoogland en De Boer. Die motie is wat mij betreft ondersteuning van beleid. De motie vraagt om de Kamer binnen zes maanden te informeren. Dat lijkt me uitstekend.

De motie op stuk nr. 566 van het lid Van Veldhoven bevestigt voor mij net als de motie op stuk nr. 561 dat zorgvuldigheid belangrijk is. Verder is het belangrijk dat per station wordt gekeken hoe zaken worden opgelost, waarbij belangrijk is dat dat lokaal gebeurt. Ook die motie zie ik als ondersteuning van beleid.

Over de motie op stuk nr. 562 van het lid Dik-Faber stel ik op voorhand dat ik de ambitie van de fracties deel. Het is belangrijk dat er een product komt voor blinden en slechtzienden. Recentelijk heb ik met de Oogvereniging een treinreis gemaakt om te zien hoe dat verloopt. Daarbij heb ik uitgebreid met vertegenwoordigers van die vereniging gesproken. Zoals bekend heb ik op 9 april een gesprek met betrokkenen. Daarin wil ik duidelijk krijgen wat de belemmeringen zijn. Ik vind dat er een duidelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen korte en lange termijn: wat is makkelijk, wat kan snel, wat is het doel en wat duurt wat langer? In het AO heb ik gezegd dat ik ook weleens denk dat alles met een druk op de knop kan. Mijn gesprek met slechtzienden heeft daarop een goed licht geworpen. Mogelijk is reizen op rekening een van de oplossingen. De reiziger hoeft dan geen saldo meer op zijn kaart te laden en heeft achteraf zicht op zijn transacties. Wel moet er dan worden in- en uitgecheckt. In het gesprek wil ik met de vervoerders de stappen bespreken die nog gezet moeten worden om op korte termijn reizen op rekening in te kunnen voeren, waarbij we de ervaringen met de NS-Business Card en met de RET zo veel mogelijk meenemen. Ik zal de Kamer zo spoedig mogelijk na het overleg met de Oogvereniging informeren over de uitkomst. Daarbij zal ik de suggestie meenemen voor een tijdelijke oplossing via Viziris, omdat daar nadrukkelijk naar is gevraagd. In die zin vraag ik mevrouw Dik de motie aan te houden.

De voorzitter:

Ik kijk even naar mevrouw Dik.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik denk dat onze motie behulpzaam kan zijn bij het voeren van het overleg, omdat ik ook hecht aan een Kameruitspraak daarover. Dat is niet bedoeld als diskwalificatie van deze staatssecretaris. Integendeel, ik heb zojuist de inzet van de staatssecretaris gehoord, en ik ben daar heel erg blij mee. Ik zou de inzet van de staatssecretaris graag willen ondersteunen door het indienen van een motie, die waarschijnlijk door veel partijen gesteund zal worden. Daarmee kan de staatssecretaris dat overleg met een groot Kamermandaat voeren. We spreken hier al zó ontzettend lang over! Die urgentie wil ik graag onderstrepen met een motie, dus ik aarzel echt om haar aan te houden.

Wat ik wel zal doen, is het dictum van de motie iets opener formuleren, want ze stuurt nu inderdaad heel erg op de NS-Business Card, wat een mogelijkheid is. Ik ga dat gedeelte eruit halen. Maar laten we wel vaststellen dat iedereen het erover eens is dat er vóór de zomer een oplossing komt voor blinden en slechtzienden.

Staatssecretaris Mansveld:

Ik ben heel blij met wat mevrouw Dik-Faber zegt. We sluiten daar volledig bij aan, maar het enige verschil is dat ik mijn uiterste best zal doen om de motie uit te voeren. De datum van 1 juli maakt het mij niet makkelijk, want dan voel ik me in dat gesprek op voorhand aan handen en voeten gebonden. Als ik de motie zo mag lezen dat zij daarmee een cri du coeur doet om eruit te komen en mij wil ondersteunen, waarmee 1 juli flexibeler is, dan zie ik haar als ondersteuning van beleid.

Dat geldt ook voor de moties op de stukken nrs. 564 en 565.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 562 wordt waarschijnlijk nog iets aangepast. We wachten de gewijzigde motie af.

Staatssecretaris Mansveld:

Ik wil dan wel graag dat mevrouw Faber indien mogelijk rekening houdt met wat ik net gezegd, namelijk dat ik in vrijheid het gesprek wil kunnen voeren om tot een optimale oplossing te komen. Ik wil niet door begrenzingen tot suboptimale oplossingen komen, want dan weet ik nu al dat de Kamer enorm boos op mij wordt omdat ik het niet goed heb gedaan.

De voorzitter:

Dan gaan we toch maar naar de volgende motie.

Staatssecretaris Mansveld:

Ik behandel eerst de moties op de stukken nrs. 564 en 565, te beginnen bij de motie op stuk nr. 564. Hierin wordt de regering verzocht om reizen op rekening in te voeren. Ook hiervoor geldt dat ik in gesprek ben. Ik vraag dan ook om de motie aan te houden. Als de indieners eigenlijk alleen maar willen aangeven dat ze dit een belangrijk punt vinden, dan ervaar ik de motie als ondersteuning van beleid.

Hetzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 565 van de heer Smaling. Het doel om voor de zomer een reisproduct te realiseren, is ook mijn doel. Ik vind het belangrijk dat hier nu een punt achter wordt gezet en dat er een oplossing komt. Ik weet echter niet of dat al voor de zomer lukt. Als ik er niet voor de zomer met partijen uitkom, is de Kamer wellicht boos op mij. Ik verzoek de motie aan te houden. Als ik haar net zo ruim mag lezen als met name mevrouw Dik-Faber net aangaf, zie ik de motie als ondersteuning van beleid.

De heer Smaling (SP):

Ik word helemaal niet zo gauw boos op de staatssecretaris. Laat ik dat eerst zeggen, al is het risico natuurlijk wel altijd aanwezig. Ik stel voor dat de indieners van beide moties, die enigszins op elkaar lijken, de zaken in elkaar schuiven. Dan stellen we het dictum zo op dat de staatssecretaris hiermee vooruit kan. We willen echter wel een beetje druk op de ketel houden. In die zin krijgt de staatssecretaris niet honderd procent coulance; dat is niet de rol van de Kamer.

Staatssecretaris Mansveld:

Ik vind dat beide partijen tot elkaar moeten komen en ik voel de urgentie nadrukkelijk.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De urgentie om dit probleem op te lossen voelen wij dus allemaal, maar mij is het onderscheid nog niet helemaal helder tussen aanhouden en ondersteuning van beleid. Dat zou ik graag willen weten, zodat ik het in mijn fractie goed kan bespreken.

Staatssecretaris Mansveld:

Er zit een aantal grenzen aan. Mevrouw Dik-Faber gaf al aan op welke punten zij haar motie wil gaan aanpassen en waarom. De moties moeten niet beperkend zijn voor de oplossing. Voor de oplossing zou het jammer zijn als er kaders worden gesteld die ervaren kunnen worden als beperkend. Tegelijkertijd heb ik ook al in het AO nadrukkelijk gezegd hoezeer ik het betreur. Inmiddels heb ik even met de vereniging gesproken tijdens een werkbezoek. Ik zal straks ook nog praten met partijen. Ik denk dat er maar één uitkomst kan zijn, namelijk dat we eruit komen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het zit hem er dus vooral in dat je niet kunt zeggen dat het de ene of de andere oplossing moet zijn. Maar dat er een oplossing komt, is zeker. Klopt dat?

Staatssecretaris Mansveld:

Ja.

De voorzitter:

Partijen hebben tot de stemmingen nog de gelegenheid om met elkaar te praten en eventueel moties in elkaar te schuiven, maar dat laat ik aan de leden over.

Staatssecretaris Mansveld:

Ik kom op de motie op stuk nr. 563 van mevrouw Dik-Faber. Ik heb gesproken met een slechtziende die in het bezit is van een begeleiderskaart. Zij heeft er geen enkel probleem mee dat het gaat om twee pasjes. Ze zitten immers in één hoesje. Ik heb ook gesproken over het pragmatisme van een aantal oplossingen. Stel dat we moeten verchippen naar één kaart. De keuze van de vervoerder om van drie zogenaamde sleutelkaarten terug te gaan naar één, vind ik al een verbetering. Ik snap dat vanuit praktisch oogpunt uiteindelijk één kaart de voorkeur heeft. De NS stelt voor om de kaarten hiervoor gezamenlijk in een mapje aan te leveren aan de klant. De kaarten blijven dan altijd bij elkaar en functioneren feitelijk als één kaart. Dat vind ik een pragmatische oplossing. Als de indiener wil dat het één kaart wordt, ontraad ik de motie.

De motie op stuk nr. 567 gaat over de nachtnettreinen. Ik heb in het AO al tegen mevrouw Van Veldhoven gezegd dat een laatste trein altijd een laatste trein blijft. Ik begrijp dat zij wil dat deze treinen verder gaan rijden. Dat is natuurlijk altijd een afweging tussen extra kosten en het aantal reizigers op dat tijdstip. Op basis van de nieuwe concessie zal in ieder geval op vrijdag en zaterdag al langer doorgereden worden. We spreken binnenkort over die nieuwe vervoersconcessie, die binnenkort naar de Kamer komt in concept-conceptvorm om ervoor te zorgen dat de Kamer direct betrokken is bij het traject, ook bij het begin van de consultatieronde. Ik stel voor dat we op dat moment met elkaar bespreken hoe we dit in de concessie zetten en hoe dit moet worden verwoord op basis van de zojuist genoemde afwegingen. Daarom verzoek ik mevrouw Van Veldhoven om de motie aan te houden.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

De motie vraagt de staatssecretaris om de mogelijkheden in kaart te brengen. Het lijkt mij heel goed om die mogelijkheden in kaart te hebben wanneer we met elkaar over die concessie spreken. Ziet de staatssecretaris een mogelijkheid om dat te doen?

Staatssecretaris Mansveld:

Ja, die mogelijkheid zie ik.

Ik zeg de door de heer Hoogland gevraagde brief bij dezen graag toe. Ik heb ook al toegezegd om dat punt met het IPO en de SkVV te bespreken. Na dat gesprek zal ik de Kamer zo snel mogelijk die brief sturen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording. De stemmingen zullen aanstaande dinsdag plaatsvinden. Er is dus nog ruimte om met elkaar aan de moties te schaven.

De vergadering wordt van 11.29 uur tot 13.01 uur geschorst.

Voorzitter: Van Miltenburg

Naar boven