32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 443 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2019

De eerste, onomkeerbare stap in de energietransitie is in 2013 in gang gezet door middel van het Energieakkoord: een maatschappelijk akkoord tussen 47 partijen met hoge ambities en duidelijke afspraken (Kamerstuk 30 196, nr. 202). De afgelopen jaren is de energietransitie zichtbaar geworden door de maatregelen die in het Energieakkoord zijn afgesproken. In de hele samenleving is meer ingezet op energiebesparing, de groei van hernieuwbare energieproductie met wind, zon en andere technologieën is sterk gegroeid en de grootschalige uitrol van windenergie op zee is zo effectief gegaan dat hiervoor nu geen subsidie meer nodig is. Dit biedt een stevig fundament om de ambitieuze klimaatopgave van 49% reductie in 2030 te realiseren.

De partijen bij het Energieakkoord hebben in november geconcludeerd dat met de start van de uitvoering van het Klimaatakkoord, ook het moment is gekomen om de afspraken uit het Energieakkoord in dit kader voort te zetten. Zoals in mijn brief van 1 november jl. (Kamerstuk 32 813, nr. 400) beschreven zal de uitvoering van het Energieakkoord worden geïntegreerd in de uitvoeringsstructuur die is opgezet voor het Klimaatakkoord. Hierbij stuur ik u de overdrachtsbrief van de voorzitter van de Borgingscommissie Energieakkoord1.

Het Klimaatakkoord bouwt voort op de resultaten van het Energieakkoord. De maatregelen uit het Energieakkoord waarvan de uitvoering doorloopt tot en met 2023, kunnen nu integraal worden opgenomen in het Klimaatakkoord. De voorzitter van de Borgingscommissie identificeert daarbij enkele prioriteiten voor borging. Ik herken deze prioriteiten en samen met de partijen gaan we hier in de uitvoering mee aan de slag.

De uitvoerings- en overlegstructuur van het Klimaatakkoord is inmiddels operationeel. Er hebben al meerdere sectorale uitvoeringsoverleggen plaatsgevonden, evenals een eerste Voortgangsoverleg.

Aan de uitvoeringsoverleggen nemen (vertegenwoordigers van) de partijen deel die nodig zijn voor de uitvoering en zich gecommitteerd hebben aan het Klimaatakkoord. De uitvoeringsoverleggen zijn gericht op het uitwerken van afspraken en het gezamenlijk oplossen van problemen.

Het Voortgangsoverleg borgt de samenhang tussen sectoren via coördinatie, verbinding en kennisdeling. Daarnaast organiseert het Voortgangsoverleg de maatschappelijke platformfunctie voor verbinding tussen de uitvoering en de bredere maatschappelijke dialoog over het Klimaatakkoord.

Het Voortgangsoverleg fungeert daarmee als een werkoverleg en signaleert knelpunten rondom trajecten in de uitvoering die meerdere sectoren raken. Er vindt hier geen besluitvorming plaats, dit is voorbehouden aan de reguliere politiek-bestuurlijke gremia, zoals bijvoorbeeld via het Bestuurlijk Overleg met de andere overheden. Deelnemers aan het Voortgangsoverleg zijn de voorzitters van de uitvoeringsoverleggen, de trekkers van de overige structuren in de uitvoering (Arbeidsmarkt en Scholing, nationaal programma RES, Financiering, Circulaire economie) en de rijksoverheid. In aanvulling daarop moet via de platformfunctie een lerend netwerk ontstaan van partijen die bezig zijn met CO2-reductie om ervaring te delen, van elkaar te leren en nieuwe samenwerkingsverbanden te ontwikkelen. Bovendien moet via de platformfunctie de verbinding met de samenleving geborgd worden.

Ik wil alle partijen die zich hebben ingezet voor het succes van het Energieakkoord bedankt voor hun jarenlange inzet, en zie uit naar de hernieuwde samenwerking met hen en nog vele andere partners in het Klimaatakkoord.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven