Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2019
De eerste, onomkeerbare stap in de energietransitie is in 2013 in gang gezet door
middel van het Energieakkoord: een maatschappelijk akkoord tussen 47 partijen met
hoge ambities en duidelijke afspraken (Kamerstuk 30 196, nr. 202). De afgelopen jaren is de energietransitie zichtbaar geworden door de maatregelen
die in het Energieakkoord zijn afgesproken. In de hele samenleving is meer ingezet op energiebesparing, de groei van
hernieuwbare energieproductie met wind, zon en andere technologieën is sterk gegroeid
en de grootschalige uitrol van windenergie op zee is zo effectief gegaan dat hiervoor nu geen subsidie meer nodig is.
Dit biedt een stevig fundament om de ambitieuze klimaatopgave van 49% reductie in
2030 te realiseren.
De partijen bij het Energieakkoord hebben in november geconcludeerd dat met de start
van de uitvoering van het Klimaatakkoord, ook het moment is gekomen om de afspraken
uit het Energieakkoord in dit kader voort te zetten. Zoals in mijn brief van 1 november
jl. (Kamerstuk 32 813, nr. 400) beschreven zal de uitvoering van het Energieakkoord worden geïntegreerd in de uitvoeringsstructuur
die is opgezet voor het Klimaatakkoord. Hierbij stuur ik u de overdrachtsbrief van
de voorzitter van de Borgingscommissie Energieakkoord1.
Het Klimaatakkoord bouwt voort op de resultaten van het Energieakkoord. De maatregelen
uit het Energieakkoord waarvan de uitvoering doorloopt tot en met 2023, kunnen nu
integraal worden opgenomen in het Klimaatakkoord. De voorzitter van de Borgingscommissie
identificeert daarbij enkele prioriteiten voor borging. Ik herken deze prioriteiten
en samen met de partijen gaan we hier in de uitvoering mee aan de slag.
De uitvoerings- en overlegstructuur van het Klimaatakkoord is inmiddels operationeel.
Er hebben al meerdere sectorale uitvoeringsoverleggen plaatsgevonden, evenals een
eerste Voortgangsoverleg.
Aan de uitvoeringsoverleggen nemen (vertegenwoordigers van) de partijen deel die nodig
zijn voor de uitvoering en zich gecommitteerd hebben aan het Klimaatakkoord. De uitvoeringsoverleggen
zijn gericht op het uitwerken van afspraken en het gezamenlijk oplossen van problemen.
Het Voortgangsoverleg borgt de samenhang tussen sectoren via coördinatie, verbinding
en kennisdeling. Daarnaast organiseert het Voortgangsoverleg de maatschappelijke platformfunctie
voor verbinding tussen de uitvoering en de bredere maatschappelijke dialoog over het
Klimaatakkoord.
Het Voortgangsoverleg fungeert daarmee als een werkoverleg en signaleert knelpunten
rondom trajecten in de uitvoering die meerdere sectoren raken. Er vindt hier geen
besluitvorming plaats, dit is voorbehouden aan de reguliere politiek-bestuurlijke
gremia, zoals bijvoorbeeld via het Bestuurlijk Overleg met de andere overheden. Deelnemers
aan het Voortgangsoverleg zijn de voorzitters van de uitvoeringsoverleggen, de trekkers
van de overige structuren in de uitvoering (Arbeidsmarkt en Scholing, nationaal programma
RES, Financiering, Circulaire economie) en de rijksoverheid. In aanvulling daarop
moet via de platformfunctie een lerend netwerk ontstaan van partijen die bezig zijn
met CO2-reductie om ervaring te delen, van elkaar te leren en nieuwe samenwerkingsverbanden
te ontwikkelen. Bovendien moet via de platformfunctie de verbinding met de samenleving
geborgd worden.
Ik wil alle partijen die zich hebben ingezet voor het succes van het Energieakkoord
bedankt voor hun jarenlange inzet, en zie uit naar de hernieuwde samenwerking met
hen en nog vele andere partners in het Klimaatakkoord.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes