32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 247 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 november 2018

Tijdens de behandeling van de begroting van Koninkrijkrelaties is door het lid Özütok (GroenLinks) een vraag gesteld over het betrekken van Caribisch Nederland bij het halen van de klimaatdoelstellingen en de onderhandelingen daarover en over het bijhouden van de C02-uitstoot (Handelingen II 2018/19, nr. 10, item 23 en (Handelingen II 2018/19, nr. 11, item 7).

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in de beantwoording gemeld dat hij de vraag zal doorgeleiden naar het Ministerie van EZK. In deze brief beantwoord ik de vraag van het lid Özütok.

Het VN Klimaatverdrag (UNFCCC), het Kyoto Protocol, de Overeenkomst van Parijs en de daaruit voortvloeiden Europese reductieverplichtingen zijn alleen geldig voor het Europese deel van het Koninkrijk. Ook de dataverzameling van broeikasgasemissies en de rapportage aan de UNFCCC en aan de Europese Commissie hebben alleen betrekking op het Europese deel van het Koninkrijk.

De eilanden van Caribisch Nederland zijn niet betrokken bij het Klimaatakkoord, waar aan de tafels gewerkt wordt aan de invulling van de reductiedoelstelling voor het Europese deel van het Koninkrijk.

Voor Caribisch Nederland is geen volledige informatie beschikbaar over CO2-emissies en de andere broeikasemissies. Op basis van de CBS publicatie «Trends in the Caribbean Netherlands 2017» en de daarin beschikbare informatie over de opgewekte elektriciteit kan de zeer grove schatting gemaakt worden dat CO2 emissies in de ordegrootte van 50 kton kunnen bedragen. Hiervan is het grootste deel voor Bonaire (ongeveer 35 kton) terwijl Saba en St Eustatius ieder rond de 6–7 kton voor hun rekening nemen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven