Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2022
Tijdens de behandeling van de Najaarsnota in uw Kamer heeft het lid Klaver c.s. een
motie ingediend waarin de regering wordt verzocht de Algemene Rekenkamer te vragen
om in kaart te brengen wat de totale omvang van fossiele subsidies is in Nederland,
en indien daar aannames voor nodig zijn verschillende varianten uit te werken (Kamerstuk
36 250, nr. 10). Met deze brief schets ik mede namens de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit
en Belastingdienst de wijze waarop het kabinet het verzoek voor meer transparantie
over de omvang van fossiele subsidies wil oppakken.
Het kabinet is voorstander van het uitfaseren van fossiele subsidies aangezien deze
niet in lijn zijn met de ambitie om vervuilende activiteiten te beprijzen. In het
coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) worden daarom een aantal uitzonderingen in de sfeer van de energiebelasting afgeschaft.
Dit is een eerste stap. Daarnaast zet het kabinet in op vervolgstappen bij voorkeur
in Europees verband omdat dit het meest effectief is. Nederland zet daarom bij de
onderhandelingen over de herziening van de Richtlijn energiebelastingen in het kader
van het Fit for 55-pakket in op afschaffing van de fossiele vrijstellingen.
Ten aanzien van het vraagstuk of en in hoeverre fossiel gebruik van energie wordt
bevoordeeld heeft de toenmalige Minister van Economische Zaken en Klimaat in een brief
aan uw Kamer (Kamerstuk 32 813, nr. 566) geschetst dat er diverse definities bestaan voor fossiele subsidies die daardoor
ook leiden tot uiteenlopende bedragen. Dit leidt uiteraard tot verwarring. In de brief
is aangegeven dat de definitie die het kabinet nu hanteert, aansluit bij de internationaal
erkende definitie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Deze definitie en de daaruit
volgende inventarisatie zijn vervolgens getoetst bij de OESO en het internationale
energie agentschap (IEA). Ook deze rapporten zijn met uw Kamer gedeeld.
Zoals in de brief werd geconcludeerd is in de Nederlandse situatie sprake van het
mislopen van inkomsten door het toepassen van fiscale en niet-fiscale regelingen.
Daarnaast is er een aantal uitgaven die betrekking hebben op fossiele brandstoffen.
Maatregelingen specifiek gericht op fossiel gebruik van energie kennen we niet in
Nederland, maar indirect kunnen deze wel leiden tot een voordeel voor fossiel gebruik.
Het kabinet is met uw Kamer van mening dat transparantie op dit onderwerp van groot
belang is. Ik zeg toe uw Kamer in het voorjaar van 2023 nader te informeren over de
wijze waarop het kabinet voornemens is de transparantie nog verder te vergroten. Het
kabinet denkt daarbij onder meer aan het structureel jaarlijks inzicht bieden in de
omvang van het budgettaire beslag behorende bij de relevante uitgaven, fiscale en
niet-fiscale regelingen. Daarnaast zal worden ingegaan op de mogelijkheden om bedragen
van regelingen die nu nog op «niet bekend» staan in kaart te brengen, het verschil
in mogelijke definities inzichtelijk te maken, en het betrekken van de Algemene Rekenkamer
of een andere externe partij voor het vaststellen of toetsen van de omvang van de
fossiele subsidies.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten