Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 32793 nr. K |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 32793 nr. K |
Vastgesteld 25 november 2024
De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport2 hebben in hun vergadering van 15 oktober 2024 gesproken over de brief van de Staatssecretaris Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst en de Staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport van 29 augustus 2024 waarin zij reageren op het verzoek de Eerste Kamer ten aanzien van de uitvoering van de moties Koffeman c.s. (36 410, F) en Visseren-Hamakers c.s. (36 418, W en X) te informeren over zowel de onderlinge verantwoordelijkheidsverdeling als over het beoogde tijdpad.3
Naar aanleiding hiervan is op 25 oktober 2024 een brief met nadere vragen gestuurd aan de Staatssecretaris Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst met een afschrift aan de Staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport.
De Staatssecretaris Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft op 22 november 2024 gereageerd, mede namens de Staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer
Aan de Staatssecretaris Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst
Den Haag, 25 oktober 2024
De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hebben in hun vergadering van 15 oktober 2024 gesproken over uw brief van 29 augustus 2024 waarin u en de Staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport reageren op het verzoek de Eerste Kamer ten aanzien van de uitvoering van de moties Koffeman c.s. (36 410, F) en Visseren-Hamakers c.s. (36 418, W en X) te informeren over zowel de onderlinge verantwoordelijkheidsverdeling als over het beoogde tijdpad.4 De leden danken u voor uw reactie. De leden van de fractie van JA21 hebben naar aanleiding hiervan nog twee nadere vragen.
Vragen van de leden van de fractie van JA21
Uit cijfers van de Rabobank blijkt dat de prijzen van dranken die onder de verbruiksbelasting vallen – zowel met als zonder suiker – met 15% tot 18% zijn gestegen.5 Welke stappen bent u bereid te nemen om te voorkomen dat gezondere alternatieven, zoals suikervrije frisdranken, verder onnodig duurder worden en consumenten hierdoor ontmoedigd worden om gezondere keuzes te maken?
De verbruiksbelasting in Nederland brengt jaarlijks ongeveer 700 miljoen euro op. Dat is meer dan twee keer zoveel als in het Verenigd Koninkrijk, waar de bevolkingsomvang vier keer groter is. Kunt u uitleggen waarom de belastingopbrengsten in Nederland relatief zoveel hoger zijn en hoe dit zich verhoudt tot de gezondheidsdoelstellingen?
Een afschrift van deze brief is verzonden aan de Staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport.
De leden van de vaste commissie voor VWS zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 15 november 2024. Deze deadline is gesteld omdat het van belang is dat de Kamer geïnformeerd is voor de plenaire behandeling van het Belastingplan op 9 en 10 december 2024.
Voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, G. Prins
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 november 2024
Hierbij stuur ik u, mede namens de Staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport, het verslag van een schriftelijk overleg inzake nadere vragen over preventieaanpak leefstijl en gedifferentieerde verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken (moties 36 410 F en 36 418 W en X).
De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, T. van Oostenbruggen
Met interesse heb ik kennisgenomen van de vragen die door de fractie van JA21 zijn gesteld naar aanleiding van de bespreking van Kamerstuk 32 793/36 418, H in uw vergadering d.d. 15 oktober 2024. Onderstaand wordt bij de beantwoording de volgorde van het verslag aangehouden.
De leden van JA21 geven aan dat uit cijfers van de Rabobank blijkt dat de prijzen van dranken die onder de verbruiksbelasting vallen – zowel met als zonder suiker – met 15% tot 18% zijn gestegen.6 Zij vragen welke stappen het kabinet bereid is te nemen om te voorkomen dat gezondere alternatieven, zoals suikervrije frisdranken, verder onnodig duurder worden en consumenten hierdoor ontmoedigd worden om gezondere keuzes te maken?
De huidige verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken heeft hoofdzakelijk een budgettair doel. Binnen de belasting is sprake van een vlak tarief: alle dranken die onder de belasting vallen, worden onder hetzelfde tarief belast. Met ingang van 1 januari 2024 is de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken verhoogd van € 8,83 per hectoliter naar € 26,13 per hectoliter. Ook de verhoging per 1 januari 2024 had hoofdzakelijk een budgettair doel.
Hiernaast is ook per 1 januari 2024 mineraalwater om gezondheidsredenen van de verbruiksbelasting uitgezonderd.
Op 26 april 2024 heeft mijn ambtsvoorganger een contourenbrief aan beide Kamers gezonden, met daarin de mogelijkheden voor een gedifferentieerde verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken op basis van het suikergehalte van de drank (hierna kortweg: gedifferentieerde verbruiksbelasting).7 Onder een dergelijk systeem zouden dranken met weinig suiker minder worden belast dan nu, en dranken met veel suiker meer worden belast dan nu. De reden om over te stappen op een dergelijk systeem is het bevorderen van de volksgezondheid. Het idee is dat met een dergelijke belasting de inname van suikers via alcoholvrije dranken zal afnemen.
Het huidige kabinet beraadt zich op dit moment over de vraag of de omzetting naar een gedifferentieerde verbruiksbelasting wenselijk is, en zo ja, welk scenario dan de voorkeur heeft.
De leden van JA21 geven aan dat de verbruiksbelasting in Nederland jaarlijks ongeveer 700 miljoen euro opbrengt. Dat is meer dan twee keer zoveel als in het Verenigd Koninkrijk, waar de bevolkingsomvang vier keer groter is. Zij vragen het kabinet uit te leggen waarom de belastingopbrengsten in Nederland relatief zoveel hoger zijn en hoe dit zich verhoudt tot de gezondheidsdoelstellingen.
Zoals reeds aangegeven heeft de huidige verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken primair een budgettaire doelstelling. De verhoging die per 1 januari 2024 heeft plaatsgevonden, kent een budgettaire opbrengst van in totaal € 300 mln. Per dezelfde datum is mineraalwater van de belasting uitgezonderd, om het drinken daarvan fiscaal te stimuleren ten opzichte van andere alcoholvrije dranken. Ook zuivel- en sojadranken zijn (al van oudsher) van de verbruiksbelasting uitgezonderd. In 2024 is de opbrengst van de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken geraamd op € 648 mln. In vergelijking met andere (EU-)landen waar een verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken bestaat, is deze opbrengst – afgezet tegen de bevolking – inderdaad fors. Wel geldt dat ieder land zijn belastingen op een andere manier inricht. Ook kunnen landen verschillende doelstellingen voor hun belastingen hebben (het genereren van een budgettaire opbrengst, stimuleren van de volksgezondheid, enz.). Gebaseerd op die doelstellingen maken landen andere keuzes voor wat betreft bijvoorbeeld de tariefstelling of de te belasten producten. Zo bestaat in Duitsland een verbruiksbelasting op koffie.
Op de vraag van de leden van JA21 hoe de hoge opbrengst zich verhoudt tot de gezondheidsdoelstellingen, geldt dat de huidige verbruiksbelasting op dit moment dus geen gezondheidsdoelstelling heeft – op de uitzondering van mineraalwater na. Als wordt besloten tot omzetting naar een gedifferentieerde verbruiksbelasting, komt wel een gezondheidsdoelstelling te gelden. Alcoholvrije dranken met weinig suiker worden dan minder belast dan nu, en dranken met veel suiker meer belast dan nu.
De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, T. van Oostenbruggen
Samenstelling:
Van Wijk (BBB), Van Knapen (BBB), Lievense (BBB) Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA) (ondervoorzitter), Fiers (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Geerdink (VVD), Kaljouw (VVD), Klip-Martin (VVD), Van de Sanden (VVD), Prins (CDA) (voorzitter), Bakker-Klein (CDA), Moonen (D66), Van Meenen (D66), Bezaan (PVV), Koffeman (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Talsma (CU), Van den Oetelaar (FVD), De Vries (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)
Rabobank.nl, Inflatiemonitor Nederland 2024Q3: inflatieverwachting valt iets hoger uit door prijzen van diensten en voeding, 31 juli 2024, zie https://www.rabobank.nl/kennis/d011437417-inflatiemonitor-nederland-2024q3-inflatieverwachting-valt-iets-hoger-uit-door-prijzen-van-diensten-en-voeding.
Rabobank.nl, Inflatiemonitor Nederland 2024Q3: inflatieverwachting valt iets hoger uit door prijzen van diensten en voeding, 31 juli 2024, zie Inflatiemonitor Nederland 2024Q3: inflatieverwachting valt iets hoger uit door prijzen van diensten en voeding - Rabobank.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32793-K.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.