32 793 Preventief gezondheidsbeleid

E VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 29 april 2024

De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 hebben in hun vergadering van 26 maart 2024 gesproken over de reactie van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 maart 20242 op de schriftelijke vragen over de brief van 21 december 20233, waarmee de Kamer geïnformeerd is over de voortgang van de preventieaanpak leefstijl. De leden van de fracties van de BBB, GroenLinks-PvdA, PVV, PvdD, SGP, SP en Volt stelden hierover nog een aantal nadere vragen.

Naar aanleiding hiervan is op 11 april 2024 een brief gestuurd aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De Staatssecretaris heeft op 26 april 2024 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Den Haag, 11 april 2024

De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben in hun vergadering van 26 maart 2024 gesproken over uw reactie van 11 maart 20244 op de schriftelijke vragen over de brief van 21 december 20235, waarmee de Kamer geïnformeerd is over de voortgang van de preventieaanpak leefstijl. De leden van de fracties van de BBB, GroenLinks-PvdA, PVV, PvdD, SGP, SP en Volt stellen hierover nog een aantal nadere vragen.

Op 16 januari 2024 besloot de vaste Eerste Kamercommissie voor Financiën de brief6 van de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst over een tweetal aangenomen moties7 met betrekking tot de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken aan te houden in afwachting van de contourenbrief die in het eerste kwartaal van 2024 aan de Kamer zou worden voorgelegd.

Nu het eerste kwartaal inmiddels is verstreken en het moment van aanbieding van de contourenbrief volgens uw brief van 11 maart jl. is verschoven naar «dit voorjaar», ontvangen de leden graag een nauwkeurige indicatie van de planning van deze brief.

De volgende vragen van de leden van de commissie hebben betrekking op het besluit van het merk Appelsientje om zuivelbestanddelen toe te voegen aan vruchtensap en op die wijze de verbruiksbelasting te ontgaan.

Kunt u aangeven of u dergelijke vormen van ontwijking wilt tegengaan en – als dat het geval is – op welke termijn en op welke wijze u de regeling wilt aanpassen?

Kunt u ook aangeven of u hierin aanleiding ziet om de verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken zonder toegevoegde suikers versneld af te bouwen?

De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 10 mei 2024.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Greet Prins

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2024

Hierbij zend ik u mijn reactie op de vragen die in de brief van 11 april jongstleden zijn gesteld door de leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze vragen zijn gesteld naar aanleiding van de aangehouden moties over de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken, in afwachting van de contourenbrief over dit thema.

In de brief is gevraagd om een nauwkeurige indicatie van de planning van de contourenbrief. Daarover kan ik zeggen dat de contourenbrief gedifferentieerde verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken op basis van suikergehalte op 26 april 2024 is gedeeld met uw Kamer. In de brief worden de contouren voor een nieuw systeem geschetst, waarbij het tarief van de verbruiksbelasting afhankelijk wordt van het suikergehalte van de drank.

In de brief zijn vragen gesteld over het besluit van het merk Appelsientje om zuivelbestanddelen toe te voegen aan vruchtensap en op die wijze de verbruiksbelasting te ontgaan.

Alcoholvrije dranken die een bepaald gehalte aan melkvet («zuivel») bevatten, zijn uitgezonderd van de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken.8 Ook dranken waaraan zuivel wordt toegevoegd, vallen op deze manier niet onder de verbruiksbelasting. Op basis van de huidige wetgeving is dit toegestaan. Dit is niet nieuw. De huidige vormgeving van de uitzondering voor zuivel bestaat sinds 1993.

Door de huidige vormgeving van deze uitzondering zijn alcoholvrije dranken betrekkelijk snel uitgezonderd van de verbruiksbelasting als zuivel wordt toegevoegd. Ik vind dit onwenselijk en ga in de contourenbrief nader in op oplossingsrichtingen. In de brief is aangegeven hoe de huidige uitzondering voor zuivel- en sojadranken kan worden aangepast binnen een nieuw systeem op basis van het suikergehalte in de drank en binnen het bestaande systeem.

Mocht er een voorkeur zijn voor een wijziging op dit gebied, dan betreft dit een structuurwijziging, waarvoor een voorbereidingsperiode geldt van 12 tot 24 maanden voor de Douane.

Ten slotte is gevraagd of het kabinet hierin aanleiding ziet om de verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken zonder toegevoegde suikers versneld af te bouwen.

Zoals aangegeven, heeft het kabinet een contourenbrief met opties voor een gedifferentieerde verbruiksbelasting op basis van suikergehalte gedeeld met beide Kamers. Het demissionaire kabinet heeft de route van een contourenbrief gekozen vanwege haar demissionaire status, de verscheidenheid in politieke wensen – de aangenomen moties geven geen eenduidig beeld – en de nog te maken keuzes. Afhankelijk van de voorkeur van de Tweede Kamer voor één van de in deze brief opgenomen opties kan het demissionaire kabinet deze desgewenst uitwerken in een wetsvoorstel.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen


X Noot
1

Samenstelling:

Van Wijk (BBB), Van Knapen (BBB), Lievense (BBB) Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA) (ondervoorzitter), Fiers (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Geerdink (VVD), Kaljouw (VVD), Klip-Martin (VVD), Prins (CDA) (voorzitter), Bakker-Klein (CDA), Moonen (D66), Van Meenen (D66), Bezaan (PVV), Koffeman (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Talsma (CU), Van den Oetelaar (FVD), De Vries (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
2

Kamerstukken I, 2023–2024, 32 793, D

X Noot
3

Kamerstukken I, 2023–2024, 32 793, C

X Noot
4

Kamerstukken I, 2023–2024, 32 793, D

X Noot
5

Kamerstukken I, 2023–2024, 32 793, C

X Noot
6

Kamerstukken I, 2023–2024, 36 418, AG

X Noot
7

Motie Visseren-Hamakers c.s. over de invoeringsdatum van verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken(Kamerstukken I, 2023–2024, 36 418, W) en motie Visseren-Hamakers c.s. over een nultarief van de verbruiksbelasting voor dranken zonder toegevoegde suikers (Kamerstukken I, 2023–2024, 36 418, X)

X Noot
8

Deze uitzondering is vormgegeven in artikel 9, derde lid, onderdeel a van de Wet verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken, dat regelt dat als «limonade» niet wordt aangemerkt de uit melk of melkproducten bereide drank met een gehalte aan melkvetten van 0,02%mas of meer waarin zich melkeiwit en melksuiker bevinden, niet zijnde een uit wei of weiproducten vervaardigde drank.

Naar boven