32 793 Preventief gezondheidsbeleid

D VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 12 maart 2024

De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 hebben kennisgenomen van de brief de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 december 2023, waarmee de Kamer geïnformeerd is over de voortgang van de preventieaanpak leefstijl.2 De leden van de fracties van PVV en PvdD hadden over dit onderwerp nog een aantal vragen.

Naar aanleiding hiervan is op 13 februari 2024 een brief gestuurd aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De Staatssecretaris heeft op 11 maart 2024 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Den Haag, 13 februari 2024

De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hebben kennisgenomen van uw brief van 21 december 2023, waarmee de Kamer geïnformeerd is over de voortgang van de preventieaanpak leefstijl.3 De leden van de fracties van PVV en PvdD hebben over dit onderwerp nog enkele vragen.

Op pagina 2 van de brief van 21 december 2023 lezen de leden van de PVV-fractie: «De aanpak van overgewicht en een ongezond voedingspatroon vraagt om een langdurige en samenhangende aanpak, binnen en buiten het gezondheidsdomein. Met het NPA4 is daar in 2018 een stevige basis voor gelegd. Met ruim 70 maatschappelijke organisaties zijn doelen opgesteld, waaronder het terugdringen van het aantal volwassenen en kinderen met overgewicht en obesitas. Om die doelen te bereiken is een lange adem en een brede aanpak nodig, gericht op duurzame gedragsverandering, een omgeving die uitnodigt tot het maken van de gezonde keuze en op het gezonder maken van de gehele voedselketen.»

Op pagina 6 van de brief staat: «De verleiding en toegang tot ongezond eten en drinken is in onze huidige voedselomgeving overweldigend groot. Overal waar we komen worden we geconfronteerd met ongezond aanbod, zelfs als we niet bewust uit zijn op het kopen van eten en drinken. Denk hierbij aan (online) marketing, aan reclame in winkelstraten of aanbod op stations. In tegenstelling tot wat je zou willen, is de keuze niet vrij, maar wordt juist de ongezonde keuze onbewust continue aangewakkerd. Zelfs voor een gemotiveerde consument die graag gezond(er) wil kiezen, is het hierdoor heel lastig om dit te doen en vol te houden. Gezondheidswetenschappers zijn het erover eens dat een gezonde voedselomgeving essentieel is voor preventie en gezondheidsbevordering. Daarom zet ik, samen met betrokken partijen, in op aanpassingen van omgeving en aanbod zodat de gezonde keuze makkelijker wordt en we de verleiding tot ongezond eten beperken. Ook goede informatievoorziening hoort daarbij. Zo stimuleren we meer mensen om te eten volgens de Schijf van Vijf. Wat betreft producten buiten de Schijf stimuleer ik een gezondere samenstelling via de Nationale Aanpak Productverbetering en voer ik met Nutri-Score een keuzehulpmiddel in.»

De leden van de PVV-fractie vragen of u voor alle genoemde maatregelen die inzetten op een gezonder voedingspatroon kunt aangeven in hoeverre deze gebaseerd zijn op het huidige narratief inzake klimaatverandering. Graag krijgen zij een gemotiveerd antwoord.

Kunt u voor alle genoemde maatregelen die inzetten op een gezonder voedingspatroon aangeven in hoeverre deze zijn gebaseerd op de transitie van dierlijke naar plantaardige eiwitten. De leden van de PVV-fractie verzoeken om een gemotiveerd antwoord.

De leden van de PvdD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van 21 december 2023, waarin onder meer de uitkomsten van het bij brief van 25 oktober 2023 aangeboden rapport «Onder welke condities doet Gezond School ertoe?»5 in de context van het beleid over de aanpak van overgewicht en voeding worden geplaatst. Tevens hebben deze leden kennisgenomen van de brief van 17 januari 2024 aan de Tweede Kamer met de rapporten over de doorrekening van de impact van het Nationaal Preventieakkoord (NPA) door het RIVM.6

Op pagina 8 van de brief van 21 december 2023 over onder andere de Gezonde Schoolaanpak lezen de leden van de fractie van de PvdD: «Op 27 oktober heeft uw Kamer, via de aangenomen motie van de leden Grinwis en Stoffer, het demissionaire kabinet opgeroepen zo snel mogelijk aan de slag te gaan met een gedifferentieerde belasting op basis van suikergehalte.7 Hierbij zal ook gekeken worden naar de mogelijkheid en wenselijkheid om te differentiëren tussen vruchtensappen, frisdranken en andere dranken, op basis van de aangenomen motie van het lid Erkens.8 Ik geef hieraan gehoor en start, in nauwe samenwerking met de uitvoering, met de voorbereidingen hiervoor. Ook in de Eerste Kamer is een motie ingediend over dit thema door het lid Koffeman.9 Uiteraard wordt ook dit meegenomen in verdere uitwerking van deze maatregel

Naar aanleiding van deze passage hebben de leden van de PvdD-fractie een drietal vragen. Zij vernemen ten eerste graag hoe de hierboven genoemde motie van het lid Koffeman exact wordt meegenomen in de verdere uitwerking van de maatregel en op welke termijn, anders dan de in het vooruitzicht gestelde implementatiedatum in 2026.

Ten tweede, wordt er – naast onderzoek voor de belasting op suikerhoudende producten – tevens onderzoek gedaan naar belasting op vervuilende producten met gezondheidsrisico’s zoals vlees en zuivel? Zo ja, welk onderzoek vindt er plaats? Zo nee, waarom vindt dit onderzoek niet plaats en is het kabinet bereid dit alsnog op korte termijn in gang te zetten?

Ten derde, erkent het kabinet dat het in het belang van mens, dier en milieu is om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden voor een belastingverhoging op vlees en zuivel tot het niveau waarop de maatschappelijke kosten van de productie ervan volledig betaald worden door de eindgebruiker, als dit onderzoek er op dit moment nog niet is of in voorbereiding is?

Door een fout van het Wageningen Economic Research (WEcR) zijn de kosten voor het subsidiëren van schoolfruit verkeerd berekend. In een brief aan de Tweede Kamer van 21 november 2023 stelt de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: «Vanaf 13 november 2023 leveren vier erkende leveranciers al schoolfruit/-groente aan circa 1.300 scholen. Voor de overige circa 1.600 scholen ben ik op zoek naar een passende oplossing om deze scholen zo spoedig mogelijk van schoolfruit/-groente te kunnen voorzien10 Welke passende oplossingen zijn er gevonden of op welke termijn worden die verwacht? Worden al deze 1.600 scholen inmiddels voorzien van schoolfruit? Zo nee, waarom niet en op welke termijn kan daar wijziging in worden gebracht?

De leden van de PvdD-fractie lezen op pagina 7 van de brief van 21 december 2023 dat er gewerkt wordt aan een wetswijziging, getiteld «Wet tegengaan marketing gericht op kinderen van ongezonde voedingsmiddelen». Worden er tevens maatregelen getroffen voor volwassenen, die net als kinderen dagelijks blootgesteld worden aan reclames van grote bedrijven die ongezonde voeding promoten? Zo ja, welke maatregelen worden er getroffen en vallen ook het terugdringen van de vlees- en zuivelconsumptie hieronder? Zo nee, waarom worden er geen maatregelen getroffen?

Als consumenten kiezen voor een product buiten de schijf van vijf, dan wordt aangeraden om naar de Nutri-Score te kijken. Bent u bekend met de kritiek11 op de Nutri-Score? In de reactie van 2 juni 2023 op de Tweede Kamervragen van het lid Van Esch over de Nutri-Score12 merkt u op: «Ik ben ervan op de hoogte dat Nutri-Score niet altijd in lijn is met de voedingsrichtlijnen. De GR [Gezondheidsraad] heeft vastgesteld dat het herziene algoritme is verbeterd ten opzichte van het huidige maar ook dat de score voor een deel van de producten nog niet optimaal is en ruimte laat voor verdere verbetering. De GR heeft aanbevelingen gedaan voor verbeteringen die ik onderschrijf en waarvoor ik me zal inspannen om hieraan opvolging te geven.» Welke aanbevelingen van de Gezondheidsraad hebt u tot op heden opgevolgd? De leden van de PvdD-fractie vernemen ook graag welke aanbevelingen niet zijn opgevolgd en waarom niet.

De leden van de PvdD-fractie hebben tot slot nog een vraag over de als bijlage bij de brief van 17 januari 2024 gevoegde «Samenvatting van de resultaten van de doorrekening Nationaal Preventieakkoord (NPA) voor roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik». De conclusie (pagina 12) luidt als volgt: «voor alle leefstijlkenmerken worden de ambities van het NPA ook in de optimistische interventiescenario’s niet bereikt.» Er worden aanvullende maatregelen voorgesteld die bijvoorbeeld overgewicht kunnen verminderen, te weten het «gezonder maken van de voedselomgeving, zoals ongezonde producten duurder maken, gezonde producten goedkoper maken, een marketingverbod voor producten buiten de Schijf van Vijf en verkooppunten van fastfood verminderen.»

Bent u voornemens om deze adviezen over te nemen? Worden producten als (rood)vlees en zuivel hier ook toe gerekend en is het kabinet bereid zich in Europees verband in te zetten voor een beëindiging van subsidies op verkoopbevordering van deze producten? Zo ja, hoe gaat dit er precies uitzien? Zo nee, dan vernemen de leden van de PvdD-fractie graag waarom het kabinet hiertoe niet bereid is.

De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag bij voorkeur voor 15 maart 2024.

Voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, G. Prins

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 maart 2024

Hierbij zend ik u mijn reactie op de vragen die in uw brief van 13 februari jongstleden zijn gesteld door de leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De vragen zijn gesteld naar aanleiding van mijn brief van 21 december 2023 over de voortgang van de preventieaanpak leefstijl met focus op overgewicht en voeding.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Op pagina 2 van de brief van 21 december 2023 lezen de leden van de PVV-fractie: «De aanpak van overgewicht en een ongezond voedingspatroon vraagt om een langdurige en samenhangende aanpak, binnen en buiten het gezondheidsdomein. Met het NPA2 is daar in 2018 een stevige basis voor gelegd. Met ruim 70 maatschappelijke organisaties zijn doelen opgesteld, waaronder het terugdringen van het aantal volwassenen en kinderen met overgewicht en obesitas. Om die doelen te bereiken is een lange adem en een brede aanpak nodig, gericht op duurzame gedragsverandering, een omgeving die uitnodigt tot het maken van de gezonde keuze en op het gezonder maken van de gehele voedselketen.»

Op pagina 6 van de brief staat: «De verleiding en toegang tot ongezond eten en drinken is in onze huidige voedselomgeving overweldigend groot. Overal waar we komen worden we geconfronteerd met ongezond aanbod, zelfs als we niet bewust uit zijn op het kopen van eten en drinken. Denk hierbij aan (online) marketing, aan reclame in winkelstraten of aanbod op stations. In tegenstelling tot wat je zou willen, is de keuze niet vrij, maar wordt juist de ongezonde keuze onbewust continue aangewakkerd. Zelfs voor een gemotiveerde consument die graag gezond(er) wil kiezen, is het hierdoor heel lastig om dit te doen en vol te houden. Gezondheidswetenschappers zijn het erover eens dat een gezonde voedsel-omgeving essentieel is voor preventie en gezondheidsbevordering. Daarom zet ik, samen met betrokken partijen, in op aanpassingen van omgeving en aanbod zodat de gezonde keuze makkelijker wordt en we de verleiding tot ongezond eten beperken. Ook goede informatievoorziening hoort daarbij. Zo stimuleren we meer mensen om te eten volgens de Schijf van Vijf. Wat betreft producten buiten de Schijf stimuleer ik een gezondere samenstelling via de Nationale Aanpak Productverbetering en voer ik met Nutri-Score een keuzehulpmiddel in.»

De leden van de PVV-fractie vragen of u voor alle genoemde maatregelen die inzetten op een gezonder voedingspatroon kunt aangeven in hoeverre deze gebaseerd zijn op het huidige narratief inzake klimaatverandering. Graag krijgen zij een gemotiveerd antwoord.

Kunt u voor alle genoemde maatregelen die inzetten op een gezonder voedingspatroon aangeven in hoeverre deze zijn gebaseerd op de transitie van dierlijke naar plantaardige eiwitten. De leden van de PVV-fractie verzoeken om een gemotiveerd antwoord.

De leden van de PvdD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van 21 december 2023, waarin onder meer de uitkomsten van het bij brief van 25 oktober 2023 aangeboden rapport «Onder welke condities doet Gezond School ertoe?» in de context van het beleid over de aanpak van overgewicht en voeding worden geplaatst. Tevens hebben deze leden kennisgenomen van de brief van 17 januari 2024 aan de Tweede Kamer met de rapporten over de doorrekening van de impact van het Nationaal Preventieakkoord (NPA) door het RIVM.

Op pagina 8 van de brief van 21 december 2023 over onder andere de Gezonde Schoolaanpak lezen de leden van de fractie van de PvdD: «Op 27 oktober heeft uw Kamer, via de aangenomen motie van de leden Grinwis en Stoffer, het demissionaire kabinet opgeroepen zo snel mogelijk aan de slag te gaan met een gedifferentieerde belasting op basis van suikergehalte. Hierbij zal ook gekeken worden naar de mogelijkheid en wenselijkheid om te differentiëren tussen vruchtensappen, frisdranken en andere dranken, op basis van de aangenomen motie van het lid Erkens. Ik geef hieraan gehoor en start, in nauwe samenwerking met de uitvoering, met de voorbereidingen hiervoor. Ook in de Eerste Kamer is een motie ingediend over dit thema door het lid Koffeman. Uiteraard wordt ook dit meegenomen in verdere uitwerking van deze maatregel.»

Naar aanleiding van deze passage hebben de leden van de PvdD-fractie een drietal vragen. Zij vernemen ten eerste graag hoe de hierboven genoemde motie van het lid Koffeman exact wordt meegenomen in de verdere uitwerking van de maatregel en op welke termijn, anders dan de in het vooruitzicht gestelde implementatiedatum in 2026.

Ten tweede, wordt er – naast onderzoek voor de belasting op suikerhoudende producten – tevens onderzoek gedaan naar belasting op vervuilende producten met gezondheidsrisico’s zoals vlees en zuivel? Zo ja, welk onderzoek vindt er plaats? Zo nee, waarom vindt dit onderzoek niet plaats en is het kabinet bereid dit alsnog op korte termijn in gang te zetten?

Ten derde, erkent het kabinet dat het in het belang van mens, dier en milieu is om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden voor een belastingverhoging op vlees en zuivel tot het niveau waarop de maatschappelijke kosten van de productie ervan volledig betaald worden door de eindgebruiker, als dit onderzoek er op dit moment nog niet is of in voorbereiding is?

Door een fout van het Wageningen Economic Research (WEcR) zijn de kosten voor het subsidiëren van schoolfruit verkeerd berekend. In een brief aan de Tweede Kamer van 21 november 2023 stelt de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: «Vanaf 13 november 2023 leveren vier erkende leveranciers al schoolfruit/-groente aan circa 1.300 scholen. Voor de overige circa 1.600 scholen ben ik op zoek naar een passende oplossing om deze scholen zo spoedig mogelijk van schoolfruit/-groente te kunnen voorzien.» Welke passende oplossingen zijn er gevonden of op welke termijn worden die verwacht? Worden al deze 1.600 scholen inmiddels voorzien van schoolfruit? Zo nee, waarom niet en op welke termijn kan daar wijziging in worden gebracht?

De leden van de PvdD-fractie lezen op pagina 7 van de brief van 21 december 2023 dat er gewerkt wordt aan een wetswijziging, getiteld «Wet tegengaan marketing gericht op kinderen van ongezonde voedingsmiddelen». Worden er tevens maatregelen getroffen voor volwassenen, die net als kinderen dagelijks blootgesteld worden aan reclames van grote bedrijven die ongezonde voeding promoten? Zo ja, welke maatregelen worden er getroffen en vallen ook het terugdringen van de vlees- en zuivelconsumptie hieronder? Zo nee, waarom worden er geen maatregelen getroffen?

Als consumenten kiezen voor een product buiten de schijf van vijf, dan wordt aangeraden om naar de Nutri-Score te kijken.

Bent u bekend met de kritiek13 op de Nutri-Score? In de reactie van 2 juni 2023 op de Tweede Kamervragen van het lid Van Esch over de Nutri-Score merkt u op: «Ik ben ervan op de hoogte dat Nutri-Score niet altijd in lijn is met de voedingsrichtlijnen. De GR [Gezondheidsraad] heeft vastgesteld dat het herziene algoritme is verbeterd ten opzichte van het huidige maar ook dat de score voor een deel van de producten nog niet optimaal is en ruimte laat voor verdere verbetering. De GR heeft aanbevelingen gedaan voor verbeteringen die ik onderschrijf en waarvoor ik me zal inspannen om hieraan opvolging te geven.» Welke aanbevelingen van de Gezondheidsraad hebt u tot op heden opgevolgd? De leden van de PvdD-fractie vernemen ook graag welke aanbevelingen niet zijn opgevolgd en waarom niet.

De leden van de PvdD-fractie hebben tot slot nog een vraag over de als bijlage bij de brief van 17 januari 2024 gevoegde «Samenvatting van de resultaten van de doorrekening Nationaal Preventieakkoord (NPA) voor roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik». De conclusie (pagina 12) luidt als volgt: «voor alle leefstijlkenmerken worden de ambities van het NPA ook in de optimistische interventiescenario’s niet bereikt.» Er worden aanvullende maatregelen voorgesteld die bijvoorbeeld overgewicht kunnen verminderen, te weten het «gezonder maken van de voedselomgeving, zoals ongezonde producten duurder maken, gezonde producten goedkoper maken, een marketingverbod voor producten buiten de Schijf van Vijf en verkooppunten van fastfood verminderen.»

Bent u voornemens om deze adviezen over te nemen? Worden producten als (rood)vlees en zuivel hier ook toe gerekend en is het kabinet bereid zich in Europees verband in te zetten voor een beëindiging van subsidies op verkoopbevordering van deze producten? Zo ja, hoe gaat dit er precies uitzien? Zo nee, dan vernemen de leden van de PvdD-fractie graag waarom het kabinet hiertoe niet bereid is.

II. Reactie van de Staatssecretaris

Op pagina 2 van de brief van 21 december 2023 lezen de leden van de PVV-fractie: «De aanpak van overgewicht en een ongezond voedingspatroon vraagt om een langdurige en samenhangende aanpak, binnen en buiten het gezondheidsdomein. Met het NPA is daar in 2018 een stevige basis voor gelegd. Met ruim 70 maatschappelijke organisaties zijn doelen opgesteld, waaronder het terugdringen van het aantal volwassenen en kinderen met overgewicht en obesitas. Om die doelen te bereiken is een lange adem en een brede aanpak nodig, gericht op duurzame gedragsverandering, een omgeving die uitnodigt tot het maken van de gezonde keuze en op het gezonder maken van de gehele voedselketen.»

Op pagina 6 van de brief staat: «De verleiding en toegang tot ongezond eten en drinken is in onze huidige voedselomgeving overweldigend groot. Overal waar we komen worden we geconfronteerd met ongezond aanbod, zelfs als we niet bewust uit zijn op het kopen van eten en drinken. Denk hierbij aan (online) marketing, aan reclame in winkelstraten of aanbod op stations. In tegenstelling tot wat je zou willen, is de keuze niet vrij, maar wordt juist de ongezonde keuze onbewust continue aangewakkerd. Zelfs voor een gemotiveerde consument die graag gezond(er) wil kiezen, is het hierdoor heel lastig om dit te doen en vol te houden. Gezondheidswetenschappers zijn het erover eens dat een gezonde voedselomgeving essentieel is voor preventie en gezondheidsbevordering. Daarom zet ik, samen met betrokken partijen, in op aanpassingen van omgeving en aanbod zodat de gezonde keuze makkelijker wordt en we de verleiding tot ongezond eten beperken. Ook goede informatievoorziening hoort daarbij. Zo stimuleren we meer mensen om te eten volgens de Schijf van Vijf. Wat betreft producten buiten de Schijf stimuleer ik een gezondere samenstelling via de Nationale Aanpak Productverbetering en voer ik met Nutri-Score een keuzehulpmiddel in.»

De leden van de PVV-fractie vragen of u voor alle genoemde maatregelen die inzetten op een gezonder voedingspatroon kunt aangeven in hoeverre deze gebaseerd zijn op het huidige narratief inzake klimaatverandering. Graag krijgen zij een gemotiveerd antwoord.

Kunt u voor alle genoemde maatregelen die inzetten op een gezonder voedingspatroon aangeven in hoeverre deze zijn gebaseerd op de transitie van dierlijke naar plantaardige eiwitten. De leden van de PVV-fractie verzoeken om een gemotiveerd antwoord.

Mijn inzet ter bevordering van een gezond eetpatroon is gebaseerd op een beoogde transitie naar meer eten volgens de Schijf van Vijf. De Schijf van Vijf is een voorlichtingsmodel van het Voedingscentrum14. De Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad15 zijn de wetenschappelijke basis voor de Schijf van Vijf. Een van de adviezen uit deze richtlijnen is «Eet volgens een meer plantaardig en minder dierlijk voedingspatroon». In relatie tot eiwitconsumptie zijn er bijvoorbeeld ook adviezen over consumptie van peulvruchten, noten, zuivel, vis en vlees.

Ten opzichte van het gemiddelde eetpatroon in Nederland, betekent meer gaan eten volgens de Schijf van Vijf meer plantaardige en minder dierlijke producten gaan eten. Hiermee gaat gezonder eten voor een groot deel gelijk op met een duurzamer eetpatroon. Ik trek wat betreft de inzet om de gezonde en duurzame keuze makkelijker te maken dan ook samen op met de Minister van LNV.

De leden van de PvdD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van 21 december 2023, waarin onder meer de uitkomsten van het bij brief van 25 oktober 2023 aangeboden rapport «Onder welke condities doet Gezond School ertoe?» in de context van het beleid over de aanpak van overgewicht en voeding worden geplaatst. Tevens hebben deze leden kennisgenomen van de brief van 17 januari 2024 aan de Tweede Kamer met de rapporten over de doorrekening van de impact van het Nationaal Preventieakkoord (NPA) door het RIVM.

Op pagina 8 van de brief van 21 december 2023 over onder andere de Gezonde Schoolaanpak lezen de leden van de fractie van de PvdD: «Op 27 oktober heeft uw Kamer, via de aangenomen motie van de leden Grinwis en Stoffer, het demissionaire kabinet opgeroepen zo snel mogelijk aan de slag te gaan met een gedifferentieerde belasting op basis van suikergehalte. Hierbij zal ook gekeken worden naar de mogelijkheid en wenselijkheid om te differentiëren tussen vruchtensappen, frisdranken en andere dranken, op basis van de aangenomen motie van het lid Erkens. Ik geef hieraan gehoor en start, in nauwe samenwerking met de uitvoering, met de voorbereidingen hiervoor. Ook in de Eerste Kamer is een motie ingediend over dit thema door het lid Koffeman. Uiteraard wordt ook dit meegenomen in verdere uitwerking van deze maatregel.»

Naar aanleiding van deze passage hebben de leden van de PvdD-fractie een drietal vragen. Zij vernemen ten eerste graag hoe de hierboven genoemde motie van het lid Koffeman exact wordt meegenomen in de verdere uitwerking van de maatregel en op welke termijn, anders dan de in het vooruitzicht gestelde implementatiedatum in 2026.

Via de motie Grinwis16 is het kabinet verzocht zo snel als mogelijk, doch uiterlijk per 2026, een zo eenvoudig mogelijke, uitvoerbare vorm van een gedifferentieerde verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken in te voeren op basis van het suikergehalte. Momenteel ben ik samen met staatsecretaris Van Rij bezig met het uitwerken van een contourenbrief over dit onderwerp. Deze brief wordt naar verwachting dit voorjaar aan beide Kamers der Staten-Generaal verstuurd. In genoemde contourenbrief worden de opties voor de nieuwe inrichting van deze belasting uiteengezet. Dit betekent dat wordt ingegaan op de mogelijke positie van zuivel- en sojadranken, andere plantaardige alternatieven voor zuiveldranken, pure vruchten- en groentesappen en dranken zonder toegevoegd suiker. Het omvormen van de huidige verbruiksbelasting naar een gedifferentieerde verbruiksbelasting op basis van suiker is een structuurwijziging met een voorbereidingsperiode van ten minste 12 maanden, te rekenen vanaf het moment dat wetgeving is aangenomen. Op zijn vroegst zal de gedifferentieerde verbruiksbelasting kunnen ingaan op 1 januari 2026.

Ten tweede, wordt er – naast onderzoek voor de belasting op suikerhoudende producten – tevens onderzoek gedaan naar belasting op vervuilende producten met gezondheidsrisico’s zoals vlees en zuivel? Zo ja, welk onderzoek vindt er plaats? Zo nee, waarom vindt dit onderzoek niet plaats en is het kabinet bereid dit alsnog op korte termijn in gang te zetten?

Ten derde, erkent het kabinet dat het in het belang van mens, dier en milieu is om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden voor een belastingverhoging op vlees en zuivel tot het niveau waarop de maatschappelijke kosten van de productie ervan volledig betaald worden door de eindgebruiker, als dit onderzoek er op dit moment nog niet is of in voorbereiding is?

In het coalitieakkoord van het huidige demissionaire kabinet is afgesproken onderzoek te doen naar een suikerbelasting. Zoals hierboven aangegeven, wordt hierover binnenkort een contourenbrief gestuurd. Hierin wordt ingegaan op de positie van zuivel- en sojadranken binnen de gedifferentieerde verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Daarnaast loopt een onderzoek naar suikerbelasting op andere producten dan dranken.

Een verbruiksbelasting op vlees is als mogelijke te onderzoeken maatregel opgenomen in de fichesbundel in bijlage bij het rapport Belastingen in een maatschappelijk perspectief: Bouwstenen voor een beter belastingstelsel, dat is aangeboden aan de Tweede Kamer op 12 februari jl17. Het is aan een nieuw kabinet te besluiten over het doen van nader onderzoek naar een belasting op voedingsmiddelen als vlees en andere zuivelproducten dan dranken.

Het demissionaire kabinet vindt het van groot belang dat transparant gemaakt wordt wat de maatschappelijke kosten van voedselconsumptie en -productie zijn (zogenaamde «true price»), zodat zowel consumenten als producenten en schakels in de keten goed geïnformeerd zijn. Hiermee kan duurzaamheid een factor van belang worden in het maken van keuzes. Deze transparantie wordt door de rijksoverheid gefaciliteerd onder meer door ondersteuning te bieden aan de publiek private samenwerking rondom True Price.

Door een fout van het Wageningen Economic Research (WEcR) zijn de kosten voor het subsidiëren van schoolfruit verkeerd berekend. In een brief aan de Tweede Kamer van 21 november 2023 stelt de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: «Vanaf 13 november 2023 leveren vier erkende leveranciers al schoolfruit/-groente aan circa 1.300 scholen. Voor de overige circa 1.600 scholen ben ik op zoek naar een passende oplossing om deze scholen zo spoedig mogelijk van schoolfruit/-groente te kunnen voorzien.» Welke passende oplossingen zijn er gevonden of op welke termijn worden die verwacht? Worden al deze 1.600 scholen inmiddels voorzien van schoolfruit? Zo nee, waarom niet en op welke termijn kan daar wijziging in worden gebracht?

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft op 27 november 2023 de Tweede Kamer geïnformeerd dat het gelukt is om in schooljaar 2023/2024 alle aangemelde circa 2.900 scholen 20 weken lang van schoolfruit te voorzien18. De circa 1.600 scholen die eerder nog geen schoolfruit kregen, ontvangen sinds begin december 2023 schoolfruit.

De leden van de PvdD-fractie lezen op pagina 7 van de brief van 21 december 2023 dat er gewerkt wordt aan een wetswijziging, getiteld «Wet tegengaan marketing gericht op kinderen van ongezonde voedingsmiddelen». Worden er tevens maatregelen getroffen voor volwassenen, die net als kinderen dagelijks blootgesteld worden aan reclames van grote bedrijven die ongezonde voeding promoten? Zo ja, welke maatregelen worden er getroffen en vallen ook het terugdringen van de vlees- en zuivelconsumptie hieronder? Zo nee, waarom worden er geen maatregelen getroffen?

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft aangegeven dat wordt gewerkt aan het stellen van wettelijke beperkingen aan de marketing van ongezonde voedingsmiddelen gericht op kinderen onder de 18 jaar. Hiermee wordt de leeftijdsgrens uitgebreid ten opzichte van de regels die momenteel gelden voor voedingsmarketing gericht op kinderen. De huidige regels zijn vastgelegd in de Reclamecode voor Voedingsmiddelen en hebben een leeftijdsgrens van 13 jaar. In het wetsvoorstel wordt marketing gericht op volwassenen niet meegenomen. Kinderen zijn extra gevoelig voor beïnvloeding van marketing en gezien de groei en ontwikkeling waarin kinderen zich bevinden is het extra belangrijk om te voldoen aan de voedingsstoffenbehoefte. Om die redenen richt het wetsvoorstel zich op kinderen. Dat is wat ik momenteel doe op het gebied van marketing. Daarnaast neem ik ook andere maatregelen om de voedselomgeving voor iedereen gezonder te maken.

Voor de definitie van gezonde voeding wordt aangesloten bij de Richtlijnen Goede Voeding (2015) van de Gezondheidsraad en de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum, ook wat betreft de productgroepen vlees en zuivel.

Als consumenten kiezen voor een product buiten de schijf van vijf, dan wordt aangeraden om naar de Nutri-Score te kijken. Bent u bekend met de kritiek19 op de Nutri-Score? In de reactie van 2 juni 2023 op de Tweede Kamervragen van het lid Van Esch over de Nutri-Score merkt u op: «Ik ben ervan op de hoogte dat Nutri-Score niet altijd in lijn is met de voedingsrichtlijnen. De GR [Gezondheidsraad] heeft vastgesteld dat het herziene algoritme is verbeterd ten opzichte van het huidige maar ook dat de score voor een deel van de producten nog niet optimaal is en ruimte laat voor verdere verbetering. De GR heeft aanbevelingen gedaan voor verbeteringen die ik onderschrijf en waarvoor ik me zal inspannen om hieraan opvolging te geven.» Welke aanbevelingen van de Gezondheidsraad hebt u tot op heden opgevolgd? De leden van de PvdD-fractie vernemen ook graag welke aanbevelingen niet zijn opgevolgd en waarom niet.

De Gezondheidsraad (GR) heeft eind 2022 advies uitgebracht over het herziene algoritme van Nutri-Score en vastgesteld dat dit is verbeterd. Recent is een artikel in Nature Food gepubliceerd over het herziene algoritme met dezelfde conclusie20.

De GR heeft geconcludeerd dat het Nutri-Score logo meerwaarde heeft als aanvulling op de bestaande voedingsvoorlichting. In het advies zijn aanbevelingen gedaan voor de implementatie van het logo die gaan over transparantie over de berekeningen, heldere communicatie naar de consument en monitoring. Deze aanbevelingen zijn opgevolgd.

Ten aanzien van het algoritme heeft de GR vastgesteld dat voor sommige productgroepen verdere differentiatie gewenst is. De scores van producten, zoals brood, verse groenten, diepvriesgroenten, naturel yoghurt en ongezouten noten sluiten goed aan op de voedingsrichtlijnen.

Het onderscheid tussen volkoren-, bruin- en witbrood is met het herziene algoritme sterk verbeterd. Maar bijvoorbeeld witte rijst en zilvervliesrijst krijgen net als witte en volkorenpasta dezelfde score. Ook bij kaas en vlees is meer onderscheid gewenst tussen producten met een betere en mindere samenstelling. Verder zouden meer plantaardige oliën en zachte margarines en halvarines een groene Nutri-Score moeten krijgen dan nu het geval is. Aan de verdere verbeteringen in het algoritme zal het Internationaal Wetenschappelijk Comité Nutri-Score (IWC) de komende jaren verder werken. In 2024 zal het IWC de evaluatie afronden van het groente- fruit- en peulvruchtenaandeel. Hierbij wordt gekeken wat precies meetelt in het groente- fruit-peulvruchten aandeel, en welke mate van bewerking wordt toegelaten. In lijn met de GR aanbevelingen wordt onderzocht of de relatief grote ruimte voor ongunstige componenten (zoals zout of verzadigd vet) in producten met peulvruchten kan worden beperkt. Het verdere werkprogramma van het IWC zal binnenkort worden vastgesteld en gepubliceerd.

Niet alle aanbevelingen voor verbetering van het algoritme kunnen eenvoudig en op korte termijn worden opgevolgd. Voor sommige verbeteringen zoals een betere score van volkorenpasta en rijst, zou een aanpassing van de Europese regelgeving nodig zijn zoals voor de definitie van volkoren. Voor sommige door de GR gewenste verbeteringen is geen eenduidigheid in de voedingsrichtlijnen van de verschillende landen die Nutri-Score hebben ingevoerd.

De leden van de PvdD-fractie hebben tot slot nog een vraag over de als bijlage bij de brief van 17 januari 2024 gevoegde «Samenvatting van de resultaten van de doorrekening Nationaal Preventieakkoord (NPA) voor roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik». De conclusie (pagina 12) luidt als volgt: «voor alle leefstijlkenmerken worden de ambities van het NPA ook in de optimistische interventiescenario’s niet bereikt.» Er worden aanvullende maatregelen voorgesteld die bijvoorbeeld overgewicht kunnen verminderen, te weten het «gezonder maken van de voedselomgeving, zoals ongezonde producten duurder maken, gezonde producten goedkoper maken, een marketingverbod voor producten buiten de Schijf van Vijf en verkooppunten van fastfood verminderen.»

Bent u voornemens om deze adviezen over te nemen? Worden producten als (rood)vlees en zuivel hier ook toe gerekend en is het kabinet bereid zich in Europees verband in te zetten voor een beëindiging van subsidies op verkoopbevordering van deze producten? Zo ja, hoe gaat dit er precies uitzien? Zo nee, dan vernemen de leden van de PvdD-fractie graag waarom het kabinet hiertoe niet bereid is.

Ik ben met een heel aantal van de voorgestelde aanvullende maatregelen al aan de slag. Deze voorbereidingen zijn uiteraard nog niet meegenomen in de berekeningen van het RIVM voor rapport doorrekening NPA dat wordt aangehaald.

Ik ben bezig met de uitwerking van een wet op de voedselomgeving. Hierin wil ik een optionele bevoegdheid voor gemeenten creëren om in het omgevingsplan regels te stellen waarmee de vestiging van nieuwe ongezonde voedselaanbieders op bepaalde plekken kan worden geweerd.

Ook werk ik aan wettelijke beperking van de marketing van ongezonde voedingsmiddelen gericht op kinderen.

Daarnaast stuur ik samen met Staatssecretaris Van Rij binnenkort een contourenbrief naar uw Kamer waarin we opties uiteenzetten voor de invoering van een gedifferentieerde verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken op basis van het suikergehalte.

Bij al deze wettelijke maatregelen wordt voor de definitie van gezonde voeding zoveel als mogelijk aangesloten bij de Richtlijnen Goede Voeding (2015) van de Gezondheidsraad en de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum, ook wat betreft de productgroepen vlees en zuivel.

Gedurende de uitwerking van deze wettelijke maatregelen, wordt in scholen, ziekenhuizen en zorginstellingen, sport- en bedrijfskantines al volop gewerkt aan gezonder en duurzamer maken van het voedingsaanbod, op basis van de richtlijn eetomgevingen van het Voedingscentrum21.

In Europees verband geeft het kabinet al langer aan dat de sector en ondernemers in beginsel zelf verantwoordelijk zijn voor de promotie van landbouwproducten. Zolang het EU Promotiebeleid echter bestaat, moet dit beleid volledig in lijn zijn met ander EU-beleid zoals de Boer-tot-bord-strategie en het Europees Kankerbestrijdingsplan. Daarom wordt door Nederland ook ingebracht dat alleen duurzaam geproduceerde en gezonde producten gebruik zouden moeten kunnen maken van geld vanuit het EU Promotiebeleid. De promotie van vleesproducten met geld vanuit het EU Promotiebeleid zou in geen geval toegestaan moeten worden. Helaas heeft dit nog geen breed Europees draagvlak, maar de inzet hiertoe blijft.


X Noot
1

Samenstelling:

Van Wijk (BBB), Van Knapen (BBB), Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA) (ondervoorzitter), Fiers (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Kaljouw (VVD), Klip-Martin (VVD), Prins (CDA) (voorzitter), Bakker-Klein (CDA), Moonen (D66), Van Meenen (D66), Bezaan (PVV), Koffeman (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Talsma (CU), Van den Oetelaar (FVD), De Vries (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
2

Kamerstukken I 2023/24, 32 793, C.

X Noot
3

Kamerstukken I 2023/24, 32 793, C.

X Noot
4

Nationaal Preventieakkoord.

X Noot
5

Kamerstukken I 2023/24, 32 793, B en bijlage.

X Noot
6

Kamerstukken II 2023/24, 32 793, nr. 711 en bijlagen.

X Noot
7

Kamerstukken II 2023/24, 36 418, nr. 89.

X Noot
8

Kamerstukken II 2023/24, 36 418, nr. 72.

X Noot
9

Kamerstukken I 2023/24, 36 410, F.

X Noot
10

Kamerstukken II 2023/24, 31 532, nr. 286.

X Noot
16

Kamerstukken II 2023–2024, 36 418, nr. 87.

X Noot
17

Kamerstukken II 2023–2024, 32 140, nr. 180

X Noot
18

Kamerstukken II 2023–2024, 31 532, nr. 287

Naar boven