32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 711 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 januari 2024

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) rekent eens in de vier jaar de acties uit het Nationaal Preventieakkoord (NPA) door om in te schatten of de ambities voor 2040 worden behaald. Met deze brief bied ik u de resultaten aan van de doorrekening van de acties zoals die van 2019 tot en met 2022 zijn uitgevoerd en de verdere implementatie in de toekomst. Het betreft acties op de thema’s roken, problematisch alcoholgebruik en overgewicht.

In deze brief geef ik allereerst een korte toelichting op het NPA in de context van een bredere preventieaanpak. Daarna licht ik per thema de doorrekening van het NPA door het RIVM toe en geef ik mijn reactie daarop. Daarbij wordt per thema tevens een update gegeven van de acties van partijen bij het NPA om de ambities dichterbij te brengen.

Inleiding en samenvatting

Nederlanders koesteren hun gezondheid, en die van hun naasten. Veel mensen zien in hun omgeving, of maken zelf mee, wat er gebeurt als je opeens geconfronteerd wordt met een ernstige ziekte. Ziektes die in sommige gevallen voorkomen hadden kunnen worden met een gezondere leefstijl. Een gezondere leefstijl vergt gedragsverandering van veel mensen. Dat is niet altijd eenvoudig en ligt bovendien gevoelig. We zijn gehecht aan onze vrije keuze en het opgeven van iets wat leuk of lekker, maar wel ongezond is, is lastig. Tegelijk wordt onze vrije keuze sterk beïnvloed door marketing van bijvoorbeeld alcohol of van fast food ketens. In veel sociale en fysieke omgevingen ligt de ongezonde keuze voor de hand. De ongezonde keuze moeten we daarom minder aantrekkelijk maken, bijvoorbeeld met prijsmaatregelen of door de beschikbaarheid te verminderen. In essentie moeten we de gezonde keuze makkelijker maken en mensen daarbij helpen.

Er zijn veel partijen die mensen helpen om de gezonde keuze te maken, zoals professionals in de zorg en het onderwijs, maatschappelijke partijen en natuurlijk de overheid. Ook marktpartijen kunnen hieraan bijdragen. Het NPA is een goed voorbeeld van hoe uiteenlopende partijen samenwerken om de gezondheid van Nederlanders te verbeteren. Met het NPA zijn belangrijke stappen gezet naar een gezonder Nederland. Maar we zijn er nog niet. Soms is wetgeving nodig om tot effectieve preventieve maatregelen te komen.

De doorrekening van het NPA door het RIVM laat zien dat de afspraken1 bijdragen aan minder mensen die roken en overgewicht hebben. Op problematisch alcoholgebruik is de impact echter minimaal. Met de maatregelen uit het NPA die de afgelopen jaren zijn ingevoerd worden de ambities niet bereikt. Er zijn daarom meer inspanningen nodig om de ambities te bereiken. Het RIVM noemt een aantal maatregelen die een extra bijdrage kunnen leveren aan de ambities van het NPA. Dit zijn veelal wettelijke maatregelen zoals prijsmaatregelen, marketingverboden en het beperken van de beschikbaarheid.

Het kabinet bouwt voort op het fundament dat in 2018 met het NPA is gelegd. Eind 2022 zijn voor de verschillende onderwerpen aanvullende acties aangekondigd om de ambities uit het NPA dichterbij te brengen.2 Belangrijke elementen daarbij zijn collectieve en individuele preventie, beïnvloeden van de leefomgeving en keuze door o.a. specifieke wet- en regelgeving, voorlichting en educatie en passende zorg en ondersteuning daar waar dat nodig is. Ook recenter afgesloten akkoorden dragen hieraan bij zoals het Gezond en Actief Leven Akkoord, het Integraal Zorg Akkoord en het Programma Wonen en Zorg voor Ouderen. Voor het verbeteren van de gezondheid van Nederlanders door het inzetten op preventie is een lange adem nodig. Het is daarom belangrijk om het ingezette beleid voort te zetten en uit te bouwen. Daarbij is het van groot belang dat er structurele financiering voor preventie beschikbaar komt om op de lange termijn stappen te kunnen blijven zetten.

Het NPA in een brede preventie aanpak

Ongezonde voeding, overgewicht en obesitas, roken en alcoholgebruik dragen aanzienlijk bij aan de ziektelast in Nederland.3 Leefstijlbeleid en de inzet op preventie is en blijft daarom hard nodig. Een gezonde leefstijl is een belangrijk onderdeel van gezondheid. Gezondheid draagt niet alleen bij aan de kwaliteit van leven maar vergroot ons welzijn. Het kabinet zet in op een brede domeinoverstijgende aanpak van preventie op onder andere sport en bewegen, gezondheid en leefstijl. Dit gebeurt met een stevige sociale basis, en met bijzondere aandacht voor gezondheidsachterstanden, mentale gezondheid en de jeugd. Preventie vraagt bij uitstek om een duurzame en langdurige benadering. De inzet van nu vertaalt vaak niet naar resultaat in het volgende jaar maar wordt pas later zichtbaar. Leefstijl- en preventiebeleid wordt daarom bij uitstek niet gekenmerkt door overzichtelijke maatregelen die binnen afzienbare tijd tot het gewenste resultaat leiden.

Op 23 november 2018 is het NPA aan uw Kamer aangeboden.4 Het NPA legt een stevige basis voor het leefstijlbeleid in Nederland en bestaat uit een samenhangend pakket van maatregelen op thema’s die gezamenlijk bijdragen aan een gezonde generatie in 2040. Om dat te bereiken zijn met ruim 70 maatschappelijke partijen afspraken gemaakt op drie onderwerpen die verantwoordelijk zijn voor een groot deel van de sterfte en ziekte in Nederland, namelijk roken, problematisch alcoholgebruik en overgewicht. We zetten er bijvoorbeeld op in dat kinderen en jongeren veel meer kunnen bewegen en dat mensen gezondere keuzes kunnen maken. Ook willen we voorkomen dat kinderen gaan roken of op andere manieren nicotineverslaafd worden. Niet roken moet de norm zijn, ook onder volwassenen. Tegelijkertijd willen we bereiken dat zwangeren en jongeren onder de 18 jaar geen alcohol drinken en het overmatig en zwaar alcoholgebruik onder volwassenen daalt.5

De inzet op leefstijl met het NPA wordt versterkt door recenter afgesloten akkoorden. Deze akkoorden hebben als doel meer inzet op integraal lokaal en regionaal gezondheidsbeleid te bevorderen om landelijke doelstellingen te behalen (Gezond en Actief Leven Akkoord), een stevigere inzet op preventie, ook als onderdeel van zorg, door een betere samenwerking tussen het zorg en sociaal domein (Integraal Zorg Akkoord) en vitaal ouder worden (Programma Wonen en Zorg voor Ouderen). Het NPA maakt onderdeel uit van deze brede aanpak en doelstellingen uit andere akkoorden dragen direct bij aan het streven naar een gezonde generatie in 2040 en geven daarmee ook een impuls aan de ambities van het NPA. Ook heb ik uw Kamer een aanpak op bewegen gestuurd.6 Voldoende beweging speelt een belangrijke rol in de gezonde leefstijl van mensen. Om op integrale wijze hiermee aan de slag te gaan is de Beweegalliantie opgericht en gestart. Bij de Beweegalliantie zijn inmiddels meer dan 150 alliantiepartners betrokken. Vanwege blijvende zorgen om de mentale gezondheid van Nederland heb ik uw Kamer samen met zes betrokken bewindspersonen de aanpak «mentale gezondheid: van ons allemaal» toegezonden.7

Doorrekening afspraken NPA en update partijen

In het NPA is afgesproken dat het RIVM jaarlijks de voortgang van de afspraken monitort en eens in de vier jaar de impact van de afspraken berekent om in te schatten of de ambities voor 2040 worden behaald. Bij deze brief treft u de deelrapportages aan op overgewicht, roken en problematisch alcoholgebruik en een samenvattende brochure. Het RIVM heeft drie scenario’s doorgerekend die van 2019 tot en met 2040 lopen, namelijk een referentiescenario, een realistisch interventiescenario en een optimistisch interventiescenario. In het referentiescenario wordt de historische trend doorgetrokken tot en met 2040 en is aangenomen dat er geen NPA-afspraken worden gemaakt en dat alleen het beleid van daarvoor wordt voortgezet. In de scenario’s hierna zijn de afspraken uit het NPA wel gemaakt. In het realistische scenario zijn de aannames realistisch maar behoudend waarbij alleen aannames over de toekomst zijn gedaan als die door concrete aanwijzingen ondersteund worden. In het optimistische scenario zijn de aannames ook realistisch, maar positiever. De doorrekening maakt gebruik van de meest recente voortgangsinformatie over de gemaakte afspraken.

Het RIVM heeft in 2018 een quickscan gepubliceerd waarin de impact van de afspraken uit het NPA is berekend.8 Dit was een minder uitvoerige inschatting van de impact dan de huidige doorrekening, waarbij de aanname is gehanteerd dat alle afspraken gehaald zouden worden binnen de afgesproken termijnen. Het RIVM concludeerde toen voor het deelakkoord roken dat de geformuleerde ambities voor volwassenen mogelijk realiseerbaar zijn met de voorgenomen acties en doelstellingen. Voor jongeren en zwangere vrouwen gold dat echter niet. Voor de deelakkoorden overgewicht en problematisch alcoholgebruik leken de ambities niet haalbaar met het overeengekomen pakket aan acties en doelstellingen. Geconcludeerd werd dat op elk van de thema’s extra maatregelen nodig zijn om de ambities te halen.

Hieronder zal per thema een korte samenvatting worden gegeven van de resultaten van de doorrekening van het RIVM. Vervolgens wordt bij elk thema de voortgang op de acties van partijen geschetst.

Overgewicht

Doorrekening afspraken door het RIVM

De ambitie binnen het NPA op het gebied van overgewicht is om in 2040 het overgewicht- en obesitasniveau terug te brengen naar het niveau van 1995. Dit betekent een daling van jeugdigen met overgewicht van 13,5% naar 9,1% en met obesitas van 2,8% naar 2,3%. Voor volwassenen geldt dat een daling van het percentage met overgewicht nodig is van 48,7% naar 38% en met obesitas van 14,5% naar 7,1% of lager in 2040. Tevens wordt een evenredige daling nagestreefd van 40% van het aantal Nederlanders met aan obesitas gerelateerde ziekten (zoals diabetes type 2, hart-, vaat-, en leverziekten) in 2040 ten opzichte van 2017.

De ambities voor 2040 uit het deelakkoord overgewicht van het NPA worden volgens de doorrekening niet bereikt. Tevens blijkt dat met de huidige voortgang van de afspraken en de beschreven aannames voor voortgang in de toekomst, de stijging in het percentage volwassenen en jeugd (4 tot en met 17 jaar) met overgewicht en het percentage volwassenen met obesitas wat afneemt, maar zeker nog niet leidt tot een daling. De afspraken in het NPA zorgen er samen voor dat in 2040 het percentage volwassenen met overgewicht en obesitas 2 tot 3 procentpunt lager ligt dan in het referentiescenario. Het percentage jeugd met overgewicht ligt in 2040 door de afspraken in het NPA 1 procentpunt lager dan in het referentiescenario. Voor het percentage jeugd met obesitas en het percentage volwassenen met diabetes type 2 is de impact van de afspraken in het NPA minimaal (minder dan 1 procentpunt).

Het RIVM kon niet voor alle geclusterde afspraken van het deelakkoord de grootte van het effect vaststellen omdat onvoldoende informatie aanwezig was of verwacht werd dat de afspraken op zichzelf een te klein effect zouden hebben. Dit wil echter niet zeggen dat dit geen effectieve interventies kunnen zijn. Voor deze interventies bleek de inzet tot nu toe onvoldoende om (extra) impact te verwachten. Door deze interventies intensiever te maken, breder in te zetten of beter te handhaven zou mogelijk wel impact bereikt kunnen worden. Er zijn weliswaar onzekerheden te noemen bij de modelberekeningen en aannames, maar uit de doorrekening is wel te concluderen dat de ambities voor 2040 met alleen de inspanningen die door het RIVM zijn doorgerekend niet worden bereikt. Dit had ik natuurlijk liever anders gezien. Door de bestaande afspraken nog breder en beter te implementeren en verder te intensiveren, en door aanvullende maatregelen zou meer impact behaald kunnen worden. De mogelijkheden die in het rapport worden genoemd om te intensiveren zijn onder andere verdere verbetering van het voedselaanbod en verdere beperkingen van marketing gericht op kinderen voor ongezonde voedingsmiddelen. Zoals ik recent aan uw Kamer heb gemeld, werk ik onder andere reeds aan een wet op de voedselomgeving, aan een wetsvoorstel voor een gedifferentieerde belasting op (fris)dranken en aan productverbetering en bereid ik beperking van de marketing voor ongezonde voedingsmiddelengericht op kinderen voor.9 Deze maatregelen zijn nog niet meegenomen in de doorrekening.

Update acties partijen op overgewicht en voeding

Ik heb uw Kamer voor het Kerstreces geïnformeerd over de voortgang van de preventieaanpak leefstijl met focus op overgewicht en voeding.10 De grote diversiteit aan activiteiten die ik daar noem maken onderdeel uit van de samenhangende aanpak om overgewicht tegen te gaan en gezond eten en drinken te stimuleren. Aanvullend daarop kan ik aangeven dat er door de deelnemende partijen volop wordt gewerkt aan de acties uit het deelakkoord overgewicht. Ik noem hierbij graag een aantal relevante ontwikkelingen.

De Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) heeft verschillende ronde tafels georganiseerd over de rol van de industrie bij preventie. Hierbij kwamen onder andere onderwerpen aan bod als reclame voor voedingsmiddelen en kinderen in relatie tot social media. De samenwerking van FNLI met Food Valley heeft geleid tot de lancering van de «Healthier Food Community». Op basis van gehouden interviews, heeft Food Valley bij levensmiddelenfabrikanten, retail en horeca maar ook bij andere stakeholders belemmeringen voor productherformulering in kaart gebracht. Uit onderzoek van JOGG blijkt dat veel ouders en grootouders niet tevreden zijn over het aanbod gezonde voeding voor kinderen in de horeca. Het Voedingscentrum heeft een menukaart ontwikkeld voor een gezonder en duurzamer menu voor kinderen van 3 tot 12 jaar met voorbeelden van gerechten en dranken met daarbij tips voor het aanbod en de presentatie ervan. Koninklijke Horeca Nederland (KHN) heeft dit verspreid onder haar achterban.

Het GroentenFruit Huis spant zich in samenwerking met BeBright en Rabobank in om het belang van gezonde, groenterijke en sociale lunches voor werknemers en scholieren onder de aandacht te brengen. Hun inzet is om dit de nieuwe norm te maken. De afgelopen periode zijn in UMC’s en in veel algemene ziekenhuizen leefstijl- zorgloketten gerealiseerd voor de doorverwijzing en toeleiding naar de eerstelijn en het sociaal domein. Dit proces staat in verbinding met de andere acties gericht op netwerkaanpakken voor mensen met overgewicht en obesitas. De twaalf bij Special Heroes NL aangesloten revalidatiecentra hebben meer dan 2.000 deelnemers geholpen in een Sport- of Leefstijlloket (een verbreding van een Beweeg- & Sportloket). Met het programma Healthy Habits worden centra in deze ontwikkeling ondersteund.

Door de Alliantie Voeding in de Zorg, PON en Hogeschool Utrecht is in de periode 2019 tot april 2023 een programma opgebouwd met geneeskunde- en verpleegkundeopleidingen om binnen het onderwijs voor zorg- en welzijns- professionals extra aandacht voor gezonde voeding, sport, beweging, gezonde leefstijl en de behandeling van overgewicht en obesitas te genereren. Er wordt onder andere ervaring op inzet van leefstijl in zorgonderwijs gedeeld, met professionals lesmateriaal ontwikkeld en zijn er lerende netwerken waar voor de opleidingen inspiratie wordt opgedaan en ervaring gedeeld. Tot slot geven diverse partners in de Beweegalliantie invulling aan enkele doelstellingen vanuit het deelakkoord overgewicht van het NPA. Denk hierbij aan samenwerkingsverbanden ten aanzien van Gezonde Buurten waar samen met bewoners en gemeenten buurten structureel beweegvriendelijker en groener worden gemaakt of Gezonde Schoolpleinen waar bewegen op (groene) schoolpleinen gedurende of na de schooldag wordt gestimuleerd.

Roken

Doorrekening afspraken door het RIVM

Het NPA streeft een rookvrije generatie in 2040 na. Dat betekent dat in 2040 geen enkele jongere of zwangere meer rookt. Daarnaast rookt nog maximaal 5% van de volwassenen. Het RIVM kon van verschillende tabaksmaatregelen die met het NPA zijn afgesproken en vervolgens zijn ingevoerd de grootte van het effect en bereik vaststellen zodat de impact van de maatregel berekend kon worden. Zo konden bijvoorbeeld de effecten worden berekend van de significante accijnsverhogingen in 2020, 2023 en 2024, het uitstalverbod, neutrale verpakkingen, vermindering van verkooppunten, rookvrije omgevingen waar veel kinderen komen, de rookvrije werkomgeving en stoppen-met-rokenzorg. Het RIVM heeft het gebruik van e-sigaretten niet meegenomen in de doorrekening maar geeft aan dat het belangrijk is om het gebruik tegen te gaan. Dit om te voorkomen dat jongeren mogelijk overstappen op het roken van traditionele sigaretten.

Het RIVM geeft aan dat in het referentiescenario op basis van de historische trend het percentage volwassen rokers tot ongeveer 13% daalt in 2040 (ter vergelijking: in 2022 rookte 18,9% van de volwassenen). Als rekening wordt gehouden met de impact van de afspraken uit het NPA daalt het percentage volwassenen dat in 2040 rookt in de interventiescenario’s ongeveer 2 tot 3 procentpunt extra ten opzichte van het referentiescenario. In beide scenario’s wordt de ambitie dat maximaal 5% van de volwassen in 2040 rookt niet gehaald. In het referentiescenario voor jongeren daalt het percentage jongeren dat in de afgelopen maand heeft gerookt op basis van de historische trend tot 5% in 2040 (ter vergelijking: in 2021 rookte 9,5% van de 12 tot 16-jarigen in de afgelopen maand). In zowel het realistische als het optimistische interventiescenario daalt het percentage rokende jongeren harder dan in het referentiescenario. Het percentage jongeren dat in 2040 rookt ligt in beide interventiescenario’s ongeveer 1 procentpunt lager dan in het referentiescenario. In beide scenario’s wordt de ambitie van 0% rokende jongeren niet gehaald.

Uit deze doorrekening blijkt dat de interventies van het NPA gezamenlijk kunnen leiden tot een extra daling in rookprevalentie van 2 tot 3 procentpunt in 2040. Dit is een extra daling ten opzichte van het referentiescenario dat is gebaseerd op de historische trend tussen 2002 en 2018, dus voordat de acties en maatregelen uit het NPA in gang werden gezet. Er kan dus worden geconcludeerd dat het NPA effectief is om roken terug te dringen. Wel blijkt dat deze acties niet voldoende zijn om de ambities te halen en dat aanvullende maatregelen nodig zijn. Volgens het RIVM lijken met name verdere accijnsverhogingen kansrijk. Dit geldt ook voor maatregelen die de deelname aan stoppen-met-rokenzorg vergroten.

Dat er aanvullende maatregelen nodig zijn bleek ook uit de «Quickscan mogelijke impact NPA» van het RIVM uit 2018. Het RIVM adviseerde toen om bovenop de afspraken in te zetten op grotere jaarlijkse accijnsverhogingen, forse inperking van aantal verkooppunten, uitgebreidere rookverboden en verdergaande productregulering. Dit kabinet is aan de slag gegaan met dit advies en werkt aan verdere stappen op deze punten.11 De rapportages van het RIVM onderstrepen naar mijn mening de noodzaak om het ingezette beleid voort te zetten en verder uit te bouwen om zo de rookvrije generatie dichterbij te brengen. De inzet ten aanzien van roken laat zien dat voor effectief preventiebeleid wettelijke maatregelen nodig zijn. Een voorbeeld hiervan is de ambitie het aantal tabaksverkooppunten te verminderen, en daarmee de beschikbaarheid van het product. Concrete wetgeving op dit terrein is bijvoorbeeld het verbod op de online verkoop per 1 juli 2023 en het verbod op het verkopen van rookwaren in supermarkten per 1 juli 2024.12 Ondanks het feit dat de ambitie breed gedragen wordt zien we dat sommige marktpartijen in het gat springen en nieuwe tabaksspeciaalzaken openen, veelal in de buurt van supermarkten. Ik ben hier oprecht teleurgesteld over en roep daarom ondernemers op winstoverwegingen niet te laten prevaleren en de rookvrije generatie voorop te stellen.

Update acties partijen op roken

Veel maatschappelijke partijen zetten zich met veel energie in om roken terug te dringen. Het is volstrekt duidelijk dat ook die inzet cruciaal is om de rookvrije generatie echt binnen handbereik te brengen. De zorgpartijen die zich inzetten om de zorg rookvrij te maken in het kader van de Rookvrije Zorg blijven voortgang boeken. In 2023 heeft een flink aantal zorginstellingen de stap naar rookvrij gezet. Per sector vervullen de verschillende aanjagers een belangrijke rol in het ondersteunen van hun achterban om deze soms lastige maar belangrijke stap te zetten. De Branchevereniging voor Kleinschalige Zorg (BVKZ) heeft onlangs aangegeven ook graag bij de Rookvrije Zorg aan te sluiten. Op 30 november 2023 vond het congres «(Niet) Roken en de Zorg» plaats, waarop ruim 400 professionals uit heel het land elkaar hebben geïnspireerd en ervaringen hebben uitgewisseld. Sommigen staan nog aan het begin van het rookvrij worden, anderen hebben de uitdaging om rookvrij te blijven als de aandacht wat lijkt te verslappen. Alleen door goed samen te werken kunnen we de zorg in 2030 helemaal rookvrij maken.

Verder worden in de stoppen-met-rokenzorg veel stappen gezet om roken te ontmoedigen. Belangrijk daarbij is wel dat er voor wie wil stoppen ook goede begeleiding beschikbaar is. In de Zorgstandaard Tabaksverslaving staan duidelijke rollen omschreven voor het adviseren, motiveren en begeleiden van stoppen met roken. Het vormt daarmee een belangrijk instrument om te komen tot een uniforme en gecoördineerde aanpak van het stoppen met roken. De nieuwe Zorgstandaard is aangepast en uitgebreid en sinds dit voorjaar opgenomen in het register van het Zorginstituut. Op dit moment worden naar aanleiding van de nieuwe Zorgstandaard ook de behandelrichtlijnen aangepast met als doel meer differentiatie mogelijk te maken voor bijvoorbeeld zwangere vrouwen of mensen met een licht verstandelijke beperking. Om meer mensen te laten stoppen met roken wordt ook aandacht besteed aan de toeleiding naar stoppen-met-rokenzorg. Onder de naam RookStopZorg worden zorgverleners geholpen om roken bespreekbaar te maken, een stopadvies te geven en door te verwijzen. De integrale wijkaanpak stoppen met roken is nu in 38 wijken gestart. Met deze aanpak wordt gericht ingezet op groepen rokers met een lage sociale economische positie en het vergroten van de toeleiding naar stoppen-met-rokenzorg voor deze groep.

Sinds 2020 wordt de multimediale campagne Puur Rookvrij gevoerd om mensen te stimuleren tot het doen van een stoppoging. Zo is afgelopen december weer een campagneperiode gestart in het kader van de goede voornemens. Daarnaast bestond Stoptober afgelopen jaar 10 jaar en hebben er rond de 53.000 mensen een stoppen-met-roken poging gedaan. Tot slot worden meer en meer omgevingen rookvrij. Zo is inmiddels 85% van de kinderboerderijen rookvrij, nagenoeg alle beheerde speeltuinen én alle locaties voor kinderdagopvang. Vanuit het Rijk worden stoppen-met-roken cursussen aangeboden aan medewerkers. Verder blijft de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) aandacht vragen voor stoppen-met-roken advies door bedrijfsartsen. Ook zijn de Gezondheidsfondsen afgelopen jaar samen met cultuurmakers een campagne gestart die roken in de media- en cultuursector aan de kaak stelt. Het blijkt namelijk dat in tegenstelling tot de fysieke wereld er in media-uitingen vaak nog wel wordt gerookt.

Problematisch alcoholgebruik

Doorrekening afspraken door het RIVM

Het NPA bevat afspraken om alcoholgebruik onder de 18 jaar en gebruik tijdens de zwangerschap te voorkomen, overmatig en zwaar alcoholgebruik te verminderen en bewustwording van het eigen drinkgedrag en de gezondheidseffecten daarvan te vergroten. De doorrekening laat zien dat de ambities uit het deelakkoord «problematisch alcoholgebruik» van het NPA voor volwassenen en jongeren niet worden bereikt met de huidige voortgang van de afspraken. De daling van het alcoholgebruik is met de huidige inzet maar minimaal. Het percentage overmatige en zware drinkers ligt in het realistische scenario en in het optimistische scenario naar verwachting minder dan 1 procentpunt lager dan in het referentiescenario.

In het referentiescenario voor overmatige en zware drinkers daalt het percentage tot 8% in 2040. Voor zowel overmatige als zware drinkers was echter 5% in 2040 als ambitie in het akkoord opgenomen. Het percentage jongeren (12–16 jaar) dat de afgelopen maand heeft gedronken ligt in 2040 ook minder dan 1 procentpunt lager dan in het referentiescenario (25%). In het NPA was echter de ambitie opgenomen dat dit percentage op 15% zou liggen in 2040. Voor zwangere vrouwen is de ambitie opgenomen dat het percentage zwangeren dat alcohol drinkt terwijl zij weten dat zij zwanger zijn, daalt naar maximaal 2%. Uit de kwalitatieve inschatting van het RIVM voor zwangere vrouwen blijkt dat deze ambitie mogelijk bereikt kan worden. Het is echter onduidelijk of dit toe te schrijven is aan de afspraken van het NPA.

De inschattingen voor 2040 liggen, ook in een optimistisch scenario, nog ver van de ambities. Er zullen daarom aanvullende maatregelen nodig zijn om de ambities voor problematisch alcoholgebruik te bereiken. Om dichter in de buurt van de ambities te komen is het nodig dat de huidige afspraken uit het NPA beter geïmplementeerd, verder geïntensiveerd en/of beter gehandhaafd worden. Dit is echter niet genoeg om de ambities van 2040 te halen en daarom zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft op basis van wetenschappelijk onderzoek drie «best buys» aangemerkt voor het verminderen van problematisch alcoholgebruik. Dit zijn het verhogen van de prijs van alcoholhoudende dranken, het beperken van beschikbaarheid van alcoholhoudende dranken en het beperken van alcoholmarketing.

Update acties partijen op problematisch alcoholgebruik

De afgelopen jaren hebben partijen aan de hand van verschillende acties aan de doelstellingen van het NPA gewerkt. In 2019 is het Samenwerkingsverband Vroegsignalering Alcoholproblematiek (SVA) opgericht om de signalering en bespreking van (beginnende) alcoholproblematiek en de toeleiding naar zorg te verbeteren. Het SVA heeft zich de afgelopen jaren in dit kader specifiek gericht op de doelgroepen zwangeren of mensen met een kinderwens, jeugd, werknemers, mensen «in zorg» en ouderen. Dit gebeurt onder andere via de eerste- en tweedelijnszorg (waaronder de geboortezorg), werkgevers en naasten. In 2024 zal het SVA verder worden doorontwikkeld. Het SVA richt zich hierbij met name op de lokale implementatie en verspreiding van de lessons learned, tools en producten die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld en opgedaan. Het SVA zet hierbij speciale functionarissen in die vroegsignalering lokaal aanjagen en onder de aandacht brengen bij onder meer zorgprofessionals en preventiewerkers. Ook zal het SVA een rol vervullen in het ondersteunen van gemeenten die binnen het GALA aan de slag gaan met vroegsignalering van alcoholproblematiek.

In 2024 werkt het SVA eveneens verder aan een «Praktijkhandleiding Preventie van Alcoholproblematiek» (werktitel). Dit wordt een basisdocument dat zorgprofessionals ondersteunt bij het herkennen van alcoholproblematiek, het bespreken ervan en het verlenen van of doorverwijzen naar de juiste hulp. Daarnaast wordt de website herkenalcoholproblematiek.nl doorontwikkeld om als praktisch instrument voor professionals te kunnen dienen. Tot slot is het platform allesoverdrinken.nl, waar preventieve interventies gericht op alcoholgebruik zijn gebundeld eind 2022 online gegaan. Dit platform en de interventies die daarop staan worden doorlopend doorontwikkeld.

Hogescholen en universiteiten hebben de afgelopen jaren gewerkt aan plannen «Alcoholpreventie & Studie» en in bijna alle steden is dit inmiddels ingevoerd of bevindt het zich in de afrondende fase. Er is geen vaste vorm voor deze uitwerking, maar hogescholen en universiteiten werken dit ieder op een eigen manier uit. Vanuit de sport werkt NOC*NSF aan een gezonde sportomgeving waarin op een verantwoorde manier alcohol wordt geschonken. Bijvoorbeeld via het certificaat Verantwoord Alcohol Schenken, in het totaal zijn daarvan al 55.700 certificaten uitgereikt. Daarnaast wordt door JOGG-Teamfit advies en ondersteuning gegeven aan sportclubs, tot nu toe zijn er ruim 2.000 sportlocaties die van deze ondersteuning gebruik hebben gemaakt. Ook op het terrein van de naleving van de leeftijdsgrens zijn acties ondernomen. Zo zetten supermarkten zich in met een eigen e-learning en de jaarlijkse NIX Challenge. Aan deze NIX Challenge doen jaarlijks tussen de 25.000 en 30.000 medewerkers mee.

Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) heeft een website gelanceerd om een verzamelpunt te bieden voor alle informatie die relevant is voor supermarktmanagers over het thema alcohol. Koninklijke Horeca Nederland en slijterijen hebben de e-learning verspreid via de nieuwsbrief en het verenigingsblad. De Vereniging Drankenhandel Nederland heeft de geborgde werkwijze voor verkoop op afstand aangescherpt, onder andere door een duidelijke NIX18-aanduiding op verpakkingen te plaatsen. Daarnaast gaan producenten in de toekomst de slogan «geen 18 geen alcohol» vervangen door NIX18 en dit wordt ook opgenomen in de Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken. Ik hoop dat bovenstaande inspanningen leiden tot een betere naleving van de leeftijdsgrens door verstrekkers. Het tweejaarlijkse landelijke onderzoek naar de naleving van de leeftijdsgrens bij de verkoop van alcohol en tabak wordt dit jaar weer uitgevoerd. Uiterlijk begin volgend jaar zal ik u informeren over de resultaten van dit onderzoek.

Het terugdringen van alcoholreclame is een belangrijke maatregel om problematisch alcoholgebruik tegen te gaan. Nederlandse Brouwers heeft in samenwerking met NOC*NSF alle reclameborden voor alcohol langs de sportvelden vervangen voor 0.0% en zij blijven dit uitdragen. CBL heeft een richtlijn opgesteld om terughoudend te zijn met alcoholreclame-uitingen die aantrekkelijk kunnen zijn voor kinderen, zoals bijvoorbeeld erebogen. Deze afspraak wordt opgenomen in de Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken. Voor Instagram, Facebook, YouTube en Snapchat geldt inmiddels dat alcoholreclame niet te zien is voor personen onder de 18 jaar. Op TikTok is alcoholreclame volgens hun eigen regels helemaal niet toegestaan. Met deze platforms heeft Stichting verantwoord alcoholgebruik (STIVA) contact.

Ondanks de acties vanuit de marktpartijen zijn er aanwijzingen dat zelfregulering niet werkt om kwetsbare groepen te beschermen tegen blootstelling aan alcoholreclame of tegen bepaalde inhoud van reclame.13 Om een beter inzicht te krijgen in wat jongeren zien en om te bezien of alcoholreclame voldoet aan de zelfreguleringscodes laat ik alcoholreclame vanaf 2023 jaarlijks monitoren. Een eerste rapportage verwacht ik halverwege 2024 met uw Kamer te delen.

Daarnaast blijkt uit onderzoek van Panteia dat een verbod op online alcoholreclame wordt aanbevolen.14 Zij geven echter aan dat een algeheel alcoholreclameverbod de meest eenduidige en consequente maatregel is. Dit voorkomt namelijk dat reclame verplaatst naar andere domeinen en het voorkomt lastige technische vraagstukken die verbonden zijn aan een verbod op online alcoholreclame. Een beslissing over het nemen van vervolgmaatregelen laat ik aan mijn ambtsopvolger.

Ten slotte

De uitkomsten van het RIVM over de impact van afspraken uit het NPA op roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik benadrukken dat de urgentie om te blijven inzetten op preventie hoog is en blijft. De ambities kunnen met alleen de huidige maatregelen niet worden behaald. Het RIVM concludeert dat er naast de afspraken uit het NPA, ook maatregelen nodig zijn die verder gaan dan de bestaande afspraken. Verder kan er winst behaald worden in de implementatie en door bestaande maatregelen te intensiveren.

Ik constateer dat er noodzaak is om het ingezette beleid voort te zetten, structurele financiering voor preventie beschikbaar te maken en aanvullende maatregelen te treffen om de doelen uit het NPA te kunnen realiseren.

Alleen met een duurzame, domeinoverstijgende aanpak op preventie en leefstijl kunnen we de ambities uit het NPA en de aanpalende akkoorden verwezenlijken en daarmee een gezonde generatie daadwerkelijk realiseren. Het is nu zaak daar samen de schouders onder te zetten zodat we de gezondheid van iedereen in Nederland kunnen verbeteren.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen


X Noot
1

Met afspraken worden de acties en doelstellingen van het NPA bedoeld.

X Noot
2

Overgewicht en voeding: Kamerstuk 32 793, nr. 647; Roken: Kamerstuk 32 011 en 32 793, nr. 97; Overmatig alcoholgebruik: Kamerstuk 27 565 en 32 793, nr. 183

X Noot
3

RIVM, 2021. Impactvolle determinanten van gezondheid. Beschikbaar via: https://www.rivm.nl/factsheet-determinanten

X Noot
4

Kamerstuk 32 793, nr. 339

X Noot
5

Overmatig drinken: meer dan 14 glazen per week voor vrouwen en meer dan 21 glazen voor mannen. Zwaar drinken: minstens één keer per week 4 glazen voor vrouwen en 6 glazen voor mannen op een gelegenheid.

X Noot
6

Kamerstuk 32 793, nr. 694

X Noot
7

Kamerstuk 32 793, nr. 613

X Noot
8

RIVM, 2018. Quickscan mogelijke impact Nationaal Preventieakkoord. Bijlage bij Kamerstukken II 2018/19, 32 793, nr. 339

X Noot
9

Kamerstuk 32 793, nr. 710

X Noot
10

Kamerstuk 32 793, nr. 710

X Noot
11

Kamerstuk 32 011 en 32 793, nr. 97

X Noot
12

Kamerstuk 32 011 en 32 793, nr. 97

X Noot
13

Trimbos-instituut, 2023. Expertisecentrum Alcohol: Wat wordt er gedaan tegen alcoholreclame. Beschikbaar via https://www.trimbos.nl/kennis/alcohol/alcoholreclame-en-alcohol-in-de-media/wat-wordt-er-gedaan-tegen-alcoholreclame/

X Noot
14

Kamerstuk 32 793, nr. 557

Naar boven