32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 692 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 mei 2023

Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, de antwoorden op de vragen van de Commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het Gezond en Actief Leven Akkoord (bijlage bij Kamerstuk 32 793, nr. 653) en aanverwante vragen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen

Vraag 1.

Wat is de stand van zaken van de eerder door het kabinet aangekondigde actualisatie van de Aanwijzingen voor convenanten 2003?

Antwoord 1.

De actualisatie van de Aanwijzing is gestart en wordt uitgevoerd door een interdepartementale werkgroep. Hierin worden recente ontwikkelingen en evaluaties meegenomen, zoals het advies van de Raad Openbaarheid van Bestuur uit 20201 en de Wet Open Overheid. Overigens bevat de Aanwijzing in de kern nog steeds relevante aanwijzingen die aansluiten bij de kernwaarden van goed openbaar bestuur.

Vraag 2.

Wat is de stand van zaken van de uitvoering van de gewijzigde motie van de leden Özütok, Kerstens en Den Boer (Kamerstuk 34 477, nr. 64) over duidelijkheid over de democratische controle op bestuurlijke akkoorden?

Antwoord 2.

De motie verzoekt de regering te waarborgen dat bij ieder interbestuurlijk akkoord voor de betrokken volksvertegenwoordigers duidelijk is hoe zij democratische controle kunnen uitvoeren op het gesloten akkoord, en hier zo nodig in de akkoorden aandacht aan te besteden.

Het GALA bouwt voort op de beweging die reeds gaande is, namelijk van zorg naar meer focus op gezondheidsbevordering en preventie en richt zich met name op de rol en acties van gemeenten, zorgverzekeraars en VWS voor de lokale en regionale aanpak. Met het GALA wordt uitvoering gegeven aan de ambities uit het Coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) met meer aandacht voor preventie en een gezonde levensstijl van jongs af aan, inzetten op vermijdbare gezondheidsverschillen en een kansrijke start, en een brede aanpak. De gezondheidsdoelen die reeds eerder zijn opgenomen in de Landelijke nota gezondheidsbeleid, het Nationaal Preventieakkoord en in lokale gezondheidsnota’s en preventie- en sportakkoorden, zijn leidend. Nu het GALA is ondertekend komt het aan op de uitvoering in de praktijk en hoe hierop zicht te houden. Ik werk momenteel in overleg met betrokken partijen voorstellen uit over de monitoring en de governance op de uitvoering. Ik ga graag met uw Kamer in gesprek over het akkoord en de uitwerking daarvan.

Vraag 3.

Kunnen de bewindslieden een overzicht geven van alle voorgenomen of overwogen wijzigingen van wet- en regelgeving (inclusief eventuele voorhangtrajecten) genoemd in het GALA, en de Kamer informeren over de hoofdlijnen en de planning van die trajecten, inclusief het voorgestelde proces om tijdig adequate parlementaire betrokkenheid te borgen?

Antwoord 3.

In het GALA zijn diverse maatregelen opgenomen. De maatregelen waarbij sprake is van wijziging van wet- en regelgeving (voor zover nu bekend) betreffen met name die op het gebied van een gezonde leefstijl. Naast de maatregelen bij de verschillende gezondheidsdoelen zijn deze maatregelen in het GALA ook genoemd als het flankerende landelijke beleid van het Ministerie van VWS voor een gezonde leefstijl. De Kamer wordt over deze maatregelen separaat geïnformeerd. Het betreft de volgende maatregelen:

  • tabaksontmoediging: Om het gedeeld belang dat kinderen in een rookvrije en nicotinevrije omgeving kunnen opgroeien te stimuleren voert het Rijk een breed pakket van tabaksontmoedigingsmaatregelen door, waaronder de accijnsverhoging op rookwaren zodat een pakje sigaretten € 10,– kost in 2024. Ook zal het aantal verkooppunten van rookwaren verder worden verminderd. Deze maatregelen volgen uit het Nationaal Preventieakkoord. Het kabinet heeft zich in het coalitieakkoord verbonden aan de doelen uit het Nationaal Preventieakkoord. Op 2 december 2022 heeft u een brief ontvangen met een nadere uitwerking van de maatregelen die het kabinet zal treffen om deze doelen dichterbij te brengen.2

  • belasting op niet-alcoholische (fris)dranken: Per 2024 wordt de verbruiksbelasting op niet-alcoholische (fris)dranken verhoogd (belastingplan 2023). Dit volgt uit afspraken uit het coalitieakkoord. Deze belastingverhoging geldt ook voor het laagste tarief voor bier zodat de accijns over bier niet minder is dan over fris. Mineraalwaters worden uitgezonderd van deze belasting.

  • alcohol: VWS verkent hoe de keuze voor alcohol moeilijker gemaakt kan worden. Dit vloeit al voort uit het Preventieakkoord doel om problematisch alcoholgebruik terug te dringen.

  • suikerbelasting: als onderdeel van het in het coalitieakkoord genoemde onderzoek naar een suikerbelasting wordt onderzocht of bovengenoemde verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken kan worden verfijnd zodat deze meer gericht is op het tegengaan van suikerconsumptie via frisdranken. De Tweede Kamer ontvangt het onderzoek hiernaar voor deze zomer. De appreciatie van het kabinet volgt na de zomer.

  • daarnaast wordt onderzoek gedaan naar suikerbelasting op andere producten. Dit onderzoek moet eind 2023 zijn afgerond en zal dan met de Kamer worden gedeeld.

  • btw-nultarief: het onderzoek naar een btw-nultarief op groenten en fruit is afgerond en met de Kamer gedeeld3. Voor de zomer volgt de appreciatie van het kabinet hierbij.

  • een gezondere voedselomgeving: het Ministerie van VWS wil een wettelijke bevoegdheid creëren voor gemeenten voor het op basis van gezondheidsoverwegingen weren van ongezonde voedselaanbieders. Ook werkt het Ministerie van VWS wetgeving uit om marketing van ongezonde voedingsmiddelen gericht op kinderen tegen te gaan en worden wettelijke normen voorbereid voor levensmiddelen (zoals een maximum zout- of suikergehalte), dit laatste als stok achter de deur bij de zelfreguleringsaanpak. Over de voortgang van de uitwerking van deze wettelijke maatregelen wordt uw Kamer voor deze zomer apart geïnformeerd.

Wat betreft de beschikbaarheid van financiële middelen in de brede Specifieke Uitkering (SPUK) is in het GALA opgenomen dat tijdig wordt afgesproken of de middelen in de SPUK die structureel beschikbaar zijn, na 2025 worden ondergebracht in een (volgende) SPUK of dat een andere financieringsconstructie de voorkeur verdient. Ook hiervoor geldt dat de Kamer wordt geïnformeerd over de uitkomsten van deze afspraken en uiteraard wordt betrokken waar sprake is van aanpassing van wetgeving.

In het antwoord op vraag 4 wordt ingegaan op eventuele juridische drempels bij de uitvoering van de ketenaanpakken. In het antwoord op vraag 5 wordt ingegaan op het voor 2026 aangekondigde voorstel hoe taken en bevoegdheden in wet- en regelgeving kunnen worden verankerd.

Vraag 4.

Is er al zicht op «eventuele juridische drempels die er aan de kant van sociaal domein en/of publiek [sic] bestaan om invulling te geven aan de aanpak», en welke besluitvorming nodig is om die drempels te slechten?

Antwoord 4.

Op dit moment is er geen sprake van juridische drempels bij de invulling en uitvoering van de ketenaanpakken. Dit geldt zowel voor het publiek als het sociaal domein.

Voor zover bestaande informatie daarin niet voorziet, wordt gewerkt aan handreikingen met een concrete beschrijving van de uit te voeren onderdelen van de ketenaanpak in de verschillende domeinen. Hierbij kan een duiding van het Zorginstituut Nederland behulpzaam zijn omdat daarmee duidelijk is welke onderdelen van de ketenaanpak verzekerde zorg zijn.

Vraag 5.

Kunnen de bewindslieden specifiek voor het voor 2026 aangekondigde voorstel hoe taken en bevoegdheden in wet- en regelgeving kunnen worden verankerd de Kamer aangeven hoe zij de Kamer denken te faciliteren in de rolinvulling die de Kamer kiest om zo goed mogelijk te kunnen toetsen of het algemeen belang wordt gediend en tijdig een voorstel doen voor procesafspraken voor parlementaire betrokkenheid?

Antwoord 5.

In het GALA is opgenomen dat voor 2026 door het Ministerie van VWS in samenwerking met VNG en ZN een voorstel wordt uitgewerkt hoe taken en bevoegdheden in wet- en regelgeving kunnen worden verankerd, in het licht van de balans van plichten van zorgverzekeraars en gemeenten en tegen de achtergrond van de wens van gemeenten om structurele financiering via het Gemeentefonds te laten verlopen. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt hier ook bij betrokken. Of dit voorstel betekent dat daadwerkelijk behoefte is om wet- en regelgeving te wijzigen, zal in overleg tussen de betrokken partijen besproken worden. Indien het voornemen is om wet- en regelgeving aan te passen, wordt de Kamer hierover te zijner tijd geïnformeerd en betrokken langs de daarvoor geldende procedures.

Vraag 6.

Wat is, ook met het oog op artikelen 3.1. en 4.1c van de Comptabiliteitswet 2016, de concrete opzet en planning van de monitoring en evaluatie van het GALA en de onderliggende specifieke uitkering, inclusief de wijze waarop de onafhankelijkheid daarvan wordt gewaarborgd?

Antwoord 6.

De concrete opzet en planning van monitoring en evaluatie wordt uitgewerkt. Vooralsnog zijn drie elementen van belang hierbij. In de eerste plaats heeft het Ministerie van VWS het RIVM opdracht gegeven om in samenwerking met de GGD’en en het Mulier Instituut te adviseren hoe bestaande en nieuw te ontwikkelen monitors voor de verschillende deelprogramma’s het beste op elkaar kunnen aansluiten. Ook is het RIVM om advies gevraagd over het monitoren van bijdragen van GALA en SPUK aan overkoepelende doelen van meer integraal beleid. Voor de zomer zal het RIVM dit advies opleveren op basis waarvan een voorstel wordt uitgewerkt.

Daarnaast zal specifiek voor de specifieke uitkering die als financieel arrangement onder het GALA en Sportakkoord II ligt, worden bijgehouden hoeveel middelen er jaarlijks aangevraagd en uitgegeven worden. Bij bijzonderheden ga ik met de betreffende gemeenten in overleg.

Tot slot vormt de midterm review een element in de evaluatie en monitoring. Zie hiervoor de antwoorden op vragen 7 en 8.

Vraag 7.

Kunnen de bewindslieden de Kamer informeren over de voor het GALA en de specifieke uitkering relevante uitkomsten van de aangekondigde uitvoeringstoets Decentrale Overheden?

Vraag 8.

Wat is de opzet en planning van de midterm-review, welke onderwerpen komen in de review aan de orde en wanneer verwachten de bewindslieden de midterm-review naar de Kamer te sturen?

Antwoord op vragen 7 en 8.

Ik ben samen met de Minister van BZK en de VNG in overleg hoe we de uitvoerbaarheid van het GALA kunnen volgen en kunnen toetsen, aan de hand van aspecten van de Uitvoerbaarheidstoets Decentrale Overheden. Het uitgangspunt hierbij is om gemeenten niet extra te belasten, maar juist aan te sluiten bij de wensen en/of knelpunten die spelen. Met als beoogd doel dat de uitvoerbaarheid van de bestuurlijke afspraken en het financiële arrangement zo nodig wordt versterkt. Op korte termijn wordt een voorstel uitgewerkt met daarin in ieder geval opgenomen welke onderwerpen worden behandeld en hoe gemeenten hierbij betrokken zijn. Dit onderwerp wordt meegenomen in een midterm review in 2024 (aansluitend op de midterm review van het IZA).

De opzet en planning van de midterm-review wordt de komende maanden uitgewerkt. De uitvoerbaarheid van de bestuurlijke afspraken en het financiële arrangement zal hierin aan de orde komen. Vooralsnog is het streven om medio 2024 als peildatum te hanteren waarna de uitkomsten naar de Kamer gestuurd kunnen worden.

Vraag 9.

Kunnen de bewindslieden de Kamer nader informeren over de concrete afspraken die er in het Sportakkoord II, het GALA en andere relevante trajecten zijn gemaakt over buurtsportcoaches en daarbij ook ingaan op de wijze waarop de financiering precies is geregeld?

Antwoord 9.

Het Hoofdlijnen Sportakkoord II staat naast het GALA en maakt specifieke en aanvullende afspraken voor het bereiken van de ambities op sporten en bewegen. Buurtsportcoaches spelen hierin een belangrijke rol. In het addendum bij het Sportakkoord II staan de bestuurlijke afspraken die ten aanzien van de Brede Regeling Combinatiefuncties 2023–2026 zijn gemaakt4. Belangrijk is dat de ambities en doelen uit het Hoofdlijnen Sportakkoord II, het programma school en omgeving en de meerjarenbrief «De kracht van creativiteit», als leidraad worden genomen bij de inzet van de buurtsportcoaches. Daarbij zijn zes profielen opgesteld om de inzet van de functionarissen in de verschillende combinaties van beleidsdomeinen gerichter te maken.

Vanaf 2023 worden de middelen voor de Brede Regeling door VWS toegekend via een specifieke uitkering5 voor de uitvoering van de activiteiten in het kader van de ambities en doelen zoals verwoord in het Hoofdlijnen Sportakkoord II. De specifieke uitkering bundelt de financieringsstromen voor verschillende programma’s in het GALA en het Sportakkoord II, zodat gemeenten op lokaal niveau samenhang en integraliteit tussen beleidsdomeinen kunnen realiseren. In de specifieke uitkering worden ook extra middelen ter beschikking gesteld voor de Brede regeling Combinatiefuncties. Met deze middelen kunnen gemeenten Sport Preventie coördinatoren inzetten die de verbinding leggen tussen Sportakkoord II, GALA en andere Rijksprogramma’s zoals school en omgeving en leefbaarheid en veiligheid.


X Noot
1

Raad Openbaarheid van Bestuur, «Advies Akkoord?! Besturen met akkoorden als evenwichtskunst», 2020.

X Noot
2

Kamerstukken 32 011 en 32 793, nr. 97.

X Noot
3

Kamerstuk 30 234, nr. 340.

X Noot
4

Bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties 2023–2026 | Publicatie | rijksoverheid.nl.

X Noot
5

Regeling specifieke uitkering voor sport en bewegen, gezondheidsbevordering en cultuurparticipatie en de sociale basis 2023–2026, Stcrt. 2023, nr. 4245.

Naar boven