32 011 Tabaksbeleid

32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 97 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2022

Het kabinet zet zich in voor een gezond, fit en veerkrachtig Nederland. Om dit te bereiken is preventie van essentieel belang. Ongezonde voeding, te weinig bewegen, roken en alcoholgebruik zijn samen verantwoordelijk voor bijna 20 procent van de ziektelast, 35 duizend doden, 9 miljard aan zorguitgaven en hebben een grote maatschappelijke impact. Roken is hierbij de belangrijkste oorzaak van sterfte en ziekte (9 procent van de ziektelast), gevolgd door ongezonde voeding, alcoholgebruik en weinig bewegen.1 De aanpak op deze thema’s maakt samen met mentale gezondheid onderdeel uit van de preventieaanpak die het kabinet voorstaat. Met de voorliggende brief informeer ik u over de aanpak op roken.

Alle kinderen verdienen een gezonde start, waar zij hun hele leven lang van kunnen profiteren. Dit vereist niet alleen inzet van ouders, verzorgers of leerkrachten maar van ons allemaal. Die goede start is een fundament voor een veerkrachtige jeugd, een gezonde beroepsbevolking en later vitale ouderen. Het kabinet heeft als doel een gezonde generatie in 2040 met een focus op de jeugd door sport, voeding en bewegen. Hiervoor is een brede aanpak nodig waarbij we gezonde keuzes aanmoedigen en ongezonde keuzes ontmoedigen. Zo stimuleert het kabinet sport en bewegen om zo de gezondheid van jong en oud te bevorderen. Over de inzet van het kabinet op sport en bewegen heb ik u in mijn brief van 24 juni 2022 geïnformeerd.2 Een ander essentieel element van die brede aanpak is mentale weerbaarheid. Ik heb u op 10 juni 2022 over de aanpak »Mentale gezondheid: van ons allemaal» op dit vlak geïnformeerd.3

Het kabinet zet de ambities van het Nationaal Preventieakkoord (hierna: NPA) voort. Het hoofddoel van het NPA op roken is een rookvrije generatie in 2040.

De rookvrije generatie is echt een maatschappelijke beweging geworden, die steeds breder wordt. Waar in eerste instantie vooral speeltuinen, kinderboerderijen, sportterreinen en ziekenhuizen rookvrij werden, zien we nu bijvoorbeeld dat ook in de recreatiesector en in het openbaar vervoer stappen worden gezet. Steeds meer pretparken, dierentuinen, campings en vakantieparken worden rookvrij. De Efteling heeft op 29 september jl. aangekondigd vanaf de komende Winter Efteling rookvrij te zijn met uitzondering van afgeschermde rookzones. Ook zijn er steeds meer rookvrije initiatieven in de horeca. In navolging op de rookvrije treinstations en perrons van NS en ProRail worden ook de overige OV-haltes in Nederland rookvrij gemaakt, dat zijn er 50.000 in totaal. Verschillende gemeenten, provincies en vervoersbedrijven zoals RET en GVB zijn hiermee bezig. Onder bedrijven in verschillende branches is er ook een beweging op gang gekomen. Honderden bedrijven hebben inmiddels rookvrij-borden aan hun gevels hangen wat aantoont dat op de bedrijfsterreinen niet gerookt mag worden, dat er geen tabak wordt verkocht en dat zij geen zakendoen met de tabaksindustrie. Grote bedrijven lopen al geruime tijd voorop in deze beweging, zoals ABN AMRO, Peijnenburg, AFAS Software, RET, Menzis en VGZ. Sinds dit jaar zijn ook KLM, PostNL, GVB, ING en KPN volledig rookvrij en vele andere zijn bezig met rookvrij worden. In Eindhoven is inmiddels het eerste rookvrije bedrijvenpark «Strijp-T» gerealiseerd. Strijp-T is 25 hectare groot en is, op uitzondering van 3 rookplekken, volledig rookvrij inclusief de balkons en dakterrassen. Daarnaast zijn er steeds meer partijen, zoals VanWonen, die aandacht hebben voor rookvrij wonen en leven in gebiedsontwikkeling.

Een rookvrije generatie betekent niet alleen dat geen enkele jongere nog rookt in 2040 maar ook dat dan maximaal 5% van de volwassenen rookt en 0% van de zwangere vrouwen. Het terugdringen van roken is zeer urgent. We mogen niet blind zijn voor de verwoestende effecten van roken. Roken zorgt in Nederland voor een verlies van 5 levensjaren onder lichte rokers, 9 levensjaren onder matige rokers en 13 levensjaren onder zware rokers.4 In 2020 overleden in Nederland bijna achttienduizend mensen door roken.5 Bij ziekten als COPD, hart- en vaatziekten, longkanker en andere kankersoorten is roken verantwoordelijk voor veel van de sterfgevallen. Iedere week raken meer dan tweehonderd nieuwe kinderen verslaafd aan roken en als zij blijven roken6, is de kans meer dan 50% dat zij aan de gevolgen daarvan zullen komen te overlijden.7 Stoppen met roken verhoogt de levensverwachting, dus hoe eerder een roker stopt, hoe beter.4 Het is daarom evident dat we rokers helpen met stoppen en dat we moeten voorkomen dat onze kinderen beginnen met roken. Dat vergt een niet-aflatende inzet.

Wereldwijd is tabak verantwoordelijk voor 8 miljoen doden per jaar.8 De WHO spreekt daarom van een tabaksepidemie. De tabaksepidemie in Nederland bereikte zijn hoogtepunt eind jaren vijftig toen maar liefst 90% van de mannen en bijna 30% van de vrouwen rookte.9 Hoewel het verband tussen roken en longkanker in Nederland al in 1948 voor het eerst werd gelegd10 duurde het tot de jaren zestig dat de risico’s van roken breed bekend werden. In 1975 schreef de Gezondheidsraad dat een effectieve aanpak van roken een combinatie zou moeten zijn van verschillende instrumenten en adviseerde een breed pakket aan maatregelen. De eerste maatregel uit dit advies, het verbod op roken in openbare gebouwen, werd in 1988 met de eerste Tabakswet ingevoerd.9

Naast dat roken veel gezondheidsschade en persoonlijk leed veroorzaakt leidt het ook tot hoge maatschappelijke kosten. In 2016 hebben het RIVM, het Trimbos-instituut en de Universiteit Maastricht de maatschappelijke kosten en baten van tabaksontmoedigingsbeleid aan de hand van vijf scenario’s onderzocht. Alle onderzochte scenario’s resulteren in een positief saldo.11 Het bleek dat een gecombineerde aanpak met een jaarlijkse accijnsverhoging van 5 of 10% samen met het door de WHO voorgestelde MPOWER-pakket dat bestaat uit rookverboden, reclameverboden, hulp bij stoppen met roken en massamediale campagnes het effectiefst te zijn.12 Deze combinatiescenario’s resulteerden in zowel baten voor de consumenten en werkgevers als in de accijnsinkomsten voor de overheid.

Het aantal rokers is sinds de jaren zestig flink afgenomen tot 20,1% rokers in 2020. In 2021 is die daling met 20,6% rokers echter gestagneerd.13 Op 19 mei jl. heb ik de laatste cijfers over roken onder zwangeren met u gedeeld.14 Het blijkt dat in 2021 7,7% van de vrouwen rookte tijdens de zwangerschap. In 2018 lag dit percentage op 7,4%. Ik vind het zorgelijk dat er de laatste jaren geen daling heeft plaatsgevonden. Roken vóór, tijdens en na de zwangerschap vergroot de kans op een miskraam, vroeggeboorte, aangeboren afwijkingen en luchtwegaandoeningen, maar vergroot ook de kans dat het kind later zelf een roker wordt. Het RIVM heeft in 2018 berekend dat met de maatregelen uit het NPA de rookvrije generatie in 2040 niet gehaald wordt. Het Trimbos-instituut geeft daarbij aan dat het voor een voortzetting van de daling belangrijk is om effectieve maatregelen zoals accijnsverhogingen te blijven nemen.15 Zoals aangegeven in mijn brief van 17 maart jl. zijn daarom aanvullende maatregelen noodzakelijk.16 Met de voorliggende brief doe ik mijn toezegging af uit de brief van 17 maart jl. om u een nadere uitwerking van het beoogde maatregelenpakket toe te sturen.

De partijen van de thematafel roken van het NPA pleiten voor het verder verhogen van accijns, het verminderen van verkooppunten en het verbeteren van stoppen-met-roken-zorg. Verder roepen de partijen op in te zetten op meerjarige massamediacampagnes, meer rookvrije omgevingen, rookvrije locaties en organisaties, productregulering, en een generatiegebonden verkoopverbod, dan wel het verhogen van de leeftijdsgrens. Ook roepen ze op de rookvrije generatie te vervroegen naar 2035 en eveneens tussendoelstellingen op te nemen. De partijen benadrukken het belang van aandacht voor roken onder mensen met een lage sociaaleconomische status en de naleving van artikel 5.3 van het WHO Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging (FCTC) om zo beïnvloeding van het beleid door de tabaksindustrie te voorkomen. Tot slot benadrukken partijen dat er geen differentiatie moet zijn in de aanpak van tabak en de aanpak van alternatieve producten, zoals e-sigaretten en nicotinezakjes.

Om de rookvrije generatie in 2040 te bereiken richten de acties van het kabinet zich in deze periode vooral op a) een rook- en nicotinevrije omgeving voor kinderen en jongeren, b) prijsprikkels voor een rookvrije generatie en c) ondersteuning bij stoppen met roken.

A) EEN ROOK- EN NICOTINEVRIJE KINDOMGEVING

Kinderen moeten kunnen opgroeien in een omgeving waar niet gerookt wordt en waar tabaksproducten volledig afwezig zijn. Op deze manier worden kinderen tegen tabaksrook en de verleiding om te gaan roken beschermd. Bovendien versterkt het de norm dat roken niet normaal is en dat tabaksproducten geen normale producten zijn. Het is belangrijk dat kinderen evenmin in aanraking komen met e-sigaretten of andere nicotineproducten zoals nicotinezakjes. Door deze producten te gebruiken kunnen kinderen ook aan nicotine verslaafd raken en staan ze bovendien bloot aan veel andere schadelijke stoffen. Verder is er de zorg dat jongeren door het gebruik van deze producten beginnen met roken van tabak. Het kabinet zal daarom de volgende maatregelen die bijdragen aan een rookvrije omgeving nemen.

Regulering van verkooppunten

Kinderen en jongeren worden nog te vaak blootgesteld aan tabak en aanverwante producten (hierna: rookwaren): in supermarkten, bij pakketpunten en gemakszaken die naast frisdrank, snoep en tijdschriften ook rookwaren verkopen. Vermindering van het aantal verkooppunten is een belangrijke maatregel in het rookvrij maken van de kindomgeving. Wanneer rookwaren alleen verkrijgbaar zijn in speciaalzaken waar slechts de volwassen roker komt, komen jongeren minder snel in aanraking met rookwaren. Bovendien worden mensen die willen stoppen met roken of al gestopt zijn minder vaak in de verleiding gebracht om toch sigaretten te kopen. In 2020 heeft uw Kamer de motie van de leden Kuik (CDA) en Dik-Faber (CU) aangenomen (Handelingen II 2019/20, nr. 58, item 20) waarin opgeroepen wordt de afbouw te versnellen, zo nodig met wettelijke maatregelen.17 Ook is het verminderen van het aantal verkooppunten een belangrijk onderdeel van het NPA. Om deze redenen zijn per 1 januari 2022 de tabaksautomaten in de horeca verboden. Ook heeft het vorige kabinet besloten de online verkoop van tabak en aanverwante producten in 2023 te verbieden. In 2024 volgt een verbod op de verkoop in supermarkten. Deze regelgeving wordt op dit moment uitgewerkt, en uw Kamer zal deze AMvB op korte termijn ontvangen in het kader van de voorhangprocedure. Verder heeft het vorige kabinet besloten dat de verkoop vanaf 2030 gefaseerd zal worden afgebouwd bij achtereenvolgens tankstations en gemakszaken, waarna de verkoop voorbehouden zal zijn aan tabaksspeciaalzaken.18

Een grote meerderheid van de Nederlanders is voor verdere beperking van het aantal verkooppunten: 72% staat achter het beperken van de verkoop van tabaksproducten tot alleen tabaksspeciaalzaken.19Uit onderzoek van SEO Economisch Onderzoek20 (hierna: SEO) blijkt dat het aantal verkooppunten na het verbod op de verkoop van tabak in supermarkten zal afnemen van naar schatting 10.000 in 2022 naar 4400 in 2024.

Partijen aan de thematafel roken van het NPA pleiten voor een verdere vermindering van het aantal verkooppunten van rookwaren, omdat er nog steeds een groot aantal verkooppunten bestaat waar ook kinderen en stoppers komen die helemaal niet op zoek zijn naar rookwaren. Het kabinet is daarom voornemens het aantal verkooppunten verder af te bouwen. Vanaf 2030 zal de verkoop van rookwaren voorbehouden zijn aan gemakszaken en speciaalzaken. Daaropvolgend worden rookwaren met ingang van 2032 alleen nog verkocht in speciaalzaken. Het beperken van de verkoop van rookwaren tot alleen gemakszaken en speciaalzaken in 2030 is een ingrijpende wijziging van de marktsituatie, vergelijkbaar met het effect van het verbod op de verkoop in supermarkten dat in 2024 in werking zal treden. Gezien dit effect is ervoor gekozen ondernemers twee jaar de tijd te geven zich voor te bereiden op de situatie in 2032 waarbij de verkoop van rookwaren voorbehouden zal zijn aan speciaalzaken.

Voorts wil het kabinet per 2024 een registratieplicht invoeren voor verkooppunten van rookwaren. Met een registratieplicht kan het aantal verkooppunten goed gemonitord worden en zal de handhaving vergemakkelijkt worden omdat de toezichthouder een completer beeld heeft van de verkooppunten. Uit het onderzoek van SEO valt af te leiden dat Nederland uiteindelijk ca. 1500 speciaalzaken overhoudt die zich vrijwel exclusief richten op de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten. Het onderzoeksbureau gaat ervan uit dat bij elke 10 procent vermindering van het aantal verkooppunten het aantal rokers met 0,5 tot één procent afneemt. Volgens SEO zal de voorgenomen beperking van de verkooppunten er in 2031 voor zorgen dat het aantal rokers met 110.000 tot 120.000 zal afnemen, wat vervolgens leidt tot een gezondheidswinst van 440.000 tot 480.000 levensjaren in goede gezondheid.

E-sigaretten en nieuwe nicotineproducten

In de media verschijnen de afgelopen maanden steeds vaker berichten over de toegenomen populariteit van e-sigaretten (vapes) onder jongeren. Ook vanuit het onderwijsveld bereiken mij deze signalen. Ik vind dit zeer zorgwekkend. Het kabinet wil het gebruik van de e-sigaret onder jongeren tegengaan omdat deze producten schadelijk en verslavend zijn. Bovendien zijn er aanwijzingen dat het gebruik van de e-sigaret een opstap kan zijn naar het roken van tabak.21 In 2021 gaf 14% van de jongeren van 12 t/m 16 jaar aan dat zij wel eens een elektronische sigaret hadden gebruikt. Hoewel dit een daling is ten opzichte van 2019 (25%) geeft het Trimbos aan dat dit verschil lastig te duiden is omdat de vraagstelling uitging van een elektronische sigaret en het gebruik van de populaire «vapes» mogelijk door jongeren niet wordt gezien als e-sigaret.22

Voor het kabinet betekent een rookvrije generatie ook een dampvrije generatie. Daarom zet het kabinet in op het verminderen van de aantrekkelijkheid en beschikbaarheid van e-sigaretten, met name voor jongeren. Hiervoor worden verschillende maatregelen genomen. De verkoop van elektronische rookwaar zal met ingang van 2025 alleen nog kunnen plaatsvinden in speciaalzaken. Dit kunnen speciaalzaken voor e-sigaretten zijn maar ook tabaksspeciaalzaken die meerdere typen rookwaren verkopen. Ook heeft het vorige kabinet besloten smaakjes anders dan tabakssmaak voor e-sigaretten te verbieden.23 Op 1 januari 2023 treedt in dit kader regelgeving met daarin een limitatieve lijst met toegestane smaakbepalende additieven voor elektronische dampwaar in werking. Daarnaast is in het NPA afgesproken om de aantrekkelijkheid van de e-sigaret te verminderen door neutrale verpakkingen voor de e-sigaret in te voeren. Het kabinet is voornemens de AMvB hierover op korte termijn aan uw Kamer te sturen in het kader van de voorhangprocedure. Met deze AMvB worden ook neutrale verpakkingen voor sigaren ingevoerd. In de Verenigde Staten zijn sigaren populairder onder highschoolstudenten dan sigaretten 24 en we willen voorkomen dat hetzelfde in Nederland gebeurt.

De tabaksindustrie lanceert voortdurend nieuwe tabaksproducten en nicotineproducten zonder tabak (hierna: NZT). Jongeren komen zo makkelijker in aanraking met nicotine. De nicotine is op zichzelf al erg schadelijk en er is zorg dat het ook de drempel voor verslaving aan andere nicotinehoudende middelen zoals sigaretten verlaagt. Doel van het stellen van regels aan deze producten is te voorkomen dat kinderen verslaafd raken aan nicotine en hen te beschermen tegen de verleiding te gaan roken en de blootstelling aan rook. Door regels voor tabaksproducten en nicotineproducten gelijk te trekken, wordt het moeilijker voor de industrie om een specifieke groep producten populair te maken. Het kabinet is daarom voornemens NZT die oraal worden gebruikt, zoals nicotinezakjes, te verbieden in lijn met het verbod op tabak voor oraal gebruik (snus). Nicotinezakjes zijn kleine zakjes met een nicotinehoudend poeder die onder de bovenlip worden geplaatst waardoor het gebruik onzichtbaar is. Het RIVM heeft vastgesteld dat nicotinezakjes schadelijke hoeveelheden nicotine bevatten. Bovendien zijn ze in veel smaken beschikbaar wat ze aantrekkelijk kan maken voor jongeren.25 NZT die niet oraal worden gebruikt, zullen worden gereguleerd met onder andere een leeftijdsgrens en het reclameverbod. In het najaar vindt de internetconsultatie van het conceptwetsvoorstel plaats. Hiermee wordt de motie van het lid Kuik c.s. van 28 juni 202126 afgedaan waarin de regering wordt opgeroepen nicotinezakjes zonder tabak onder de Tabaks- en rookwarenwet te brengen. De NVWA, in overeenstemming met de motie, gebruikt tot die tijd de Warenwet om nicotinezakjes met onveilige hoeveelheden nicotine van de markt te weren. Naar aanleiding van signalen van ouders en scholen dat nicotinezakjes en e-sigaretten snel populairder worden onder jongeren zal tevens gericht communicatie plaatsvinden op dit punt.

Generatiegebonden verkoopverbod en leeftijdsgrens

Tijdens het Commissiedebat over medische preventie, verslavingszorg en drugspreventie op 7 juni jl. (Kamerstukken 32 793 en 24 077, nr. 612) heb ik toegezegd te reflecteren op een generatiegebonden verkoopverbod. Met die maatregel wordt ingezet op een rookvrije generatie door de verkoop van rookwaren te verbieden aan mensen die geboren zijn na een bepaald jaar. Rokers van eerdere jaargangen kunnen wel rookwaren blijven kopen. Uiteindelijk zullen er geen mensen meer zijn die rookwaren mogen kopen. Deze optie heeft internationaal veel aandacht gekregen omdat de overheid van Nieuw-Zeeland overweegt de maatregel in te voeren als onderdeel van een breed pakket tabaksontmoedigingsmaatregelen om het land in 2025 rookvrij te maken. Maatschappelijke partijen pleiten ervoor om in Nederland wettelijk vast te leggen dat kinderen geboren vanaf 2017 nooit meer sigaretten kunnen kopen. Vanaf 2035, als deze kinderen 18 worden, wordt dan de minimumleeftijd voor tabaksverkoop elk jaar met één jaar verhoogd.27 Ik vind dit een interessante insteek en ik neem het initiatief om met buurlanden hierover in gesprek te gaan. Omdat het overgrote deel van de rokers begint met roken voor hun 21e, kan een verdere verhoging van de leeftijdsgrens op relatief korte termijn veel rokers voorkomen. Met de huidige leeftijdsgrens van 18 jaar krijgen jongeren van 16 en 17 jaar rookwaren vooral van iets oudere vrienden.28 Het verhogen van de leeftijdsgrens zal effectief zijn in het bestrijden van het roken onder jongeren onder de 18, omdat deze jongeren dan minder makkelijk rookwaren kunnen krijgen in hun sociale groep.29 Een eventuele verhoging van de leeftijdsgrens kost echter tijd, in de voorbereiding en om het maatschappelijke draagvlak te maximaliseren. Een invoering van een leeftijdsgrens van 21 jaar wordt daarom de komende jaren verder onderzocht, maar zal niet aan de orde zijn vóór 2026. In dit onderzoek wordt, naast de effectiviteit van de maatregel, de haalbaarheid en de uitvoerbaarheid onderzocht.

Inzet partijen op rookvrije omgevingen

De VNG ondersteunt gemeenten om rookvrij beleid te formuleren en stimuleert gemeenten om de rookvrije woonomgeving mee te nemen in lokale preventieakkoorden samen met de aanpak van de groene gezonde leefomgeving. Tevens stelt de VNG een handreiking op voor gemeenten hoe zij sportverenigingen kunnen ondersteunen bij het rookvrij maken van de verenigingen en de diverse sportomgevingen. De onderwijsraden (PO, VO en MBO) informeren en stimuleren de scholen over deelname aan o.a. het landelijk programma Gezonde School dat als missie heeft een gezonde leefstijl in het DNA van elke school te krijgen. Het NPA spreekt de ambitie uit om in 2025 alle sportverenigingen en sportevenementen rookvrij te maken. Er zijn nu al ruim 2000 sportclubs geregistreerd rookvrij en sportbonden zijn steeds actiever in het streven om hun sport rookvrij te krijgen. NOC*NSF is dit jaar begonnen met een grote Rookvrije Sport-campagne om zoveel mogelijk clubs te motiveren om mee te doen aan de rookvrije sportomgeving.

Kinderboerderijen Actief brengt in beeld hoe de beherende organisaties van 60 nog niet rookvrije kinderboerderijen het beste geholpen kunnen worden om de stap naar rookvrij te maken. De branchevereniging voor speeltuinen, stads- en kinderboerderijen en kindervakantieorganisaties, LOS30, zal leden bijstaan met communicatie, coaching en monitoring om een rookvrije speelomgeving structureel op te nemen in hun beleid. Het rookvrij maken van buitenruimtes bij kinderdagverblijven is nagenoeg afgerond. De komende jaren zet de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BOinK) in op het wegnemen van de risico’s van derdehands rook in de kinderopvang.

Rookvrije (kind)omgevingen

Zoals ik al schreef zijn rookvrije omgevingen een maatschappelijke beweging geworden. Maatschappelijke partijen zijn heel actief om kinderen te beschermen tegen rook. Uit de vorige paragraaf blijkt dat we over de hele linie belangrijke stappen hebben gezet en zetten. Het is dan ook niet meer uit te leggen dat kinderen op sommige plekken niet die bescherming tegen rook krijgen. Het is daarom tijd om met wetgeving dit voor iedereen gelijk te trekken. Dit wordt ook breed gedragen in de maatschappij. In 2022 vond 80% van de Nederlanders het (heel) goed als er in de toekomst op steeds minder plekken gerookt mag worden.31Daarom is het kabinet voornemens het rookverbod per 2025 uit te breiden met plekken waar veel kinderen komen, zoals speeltuinen en sportparken. Met een aantal branches intensiveren we de gesprekken. Zoals ik op 8 juli jl. met u heb gedeeld zal Koninklijke Horeca Nederland het communicatietraject naar haar leden over rookvrije terrassen voortzetten en goede voorbeelden daarbij delen.32 De voortgang zal worden gemonitord en met uw Kamer worden gedeeld. Dierentuinen en attractieparken geven aan in 2030 rookvrij te willen zijn. Zij zetten zich de afgelopen jaren daar al voor in en zullen in de komende jaren zichtbare stappen zetten om daar te komen.

B) PRIJSPRIKKELS VOOR EEN GEZONDE GENERATIE

In de wetenschappelijke literatuur wordt het regelmatig en substantieel verhogen van de accijns op tabak gezien als de meest effectieve manier om roken terug te dringen. Al in 1999 schreef de Wereldbank dat het verhogen van accijns op tabak de meest effectieve maatregel is die overheden kunnen nemen om gezondheidsschade door roken te verminderen33. Accijns is een veelgebruikte economische maatregel van overheden om in te grijpen als de markteconomie faalt in het beperken van negatieve gezondheidsgevolgen en financiële impact van tabaksgebruik. Dit geldt bijvoorbeeld als de consument zich onvoldoende bewust is van de schadelijke gevolgen van roken voor zichzelf en (de mensen in) zijn omgeving, of van de verslavende eigenschappen van tabak.34 Het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) Gezonde leefstijl uit 201635 geeft aan dat in algemene zin regulering en accijnzen/verbruiksbelastingen de meest effectieve instrumenten voor het bevorderen van de volksgezondheid zijn. Hogere prijzen door accijnsheffing blijken effectiever voor gedragsverandering en het verbeteren van de gezondheid van jeugd en groepen met een lage sociaaleconomische status (SES), dan voor andere groepen binnen de samenleving, omdat deze groepen prijsgevoeliger zijn. In ons land is er veel draagvlak voor deze maatregel: 80% van de Nederlanders vindt het voorkomen dat jongeren beginnen met roken een goede reden om de accijns te verhogen.36

Het kabinet zal zoals afgesproken in het coalitieakkoord de tabaksaccijns verhogen in 2023 en in 2024 zodat een pakje van 20 sigaretten 10 euro gaat kosten. Het Trimbos-instituut adviseert dat in Nederland ieder jaar de tabaksaccijns verhoogd wordt met minimaal 10%. Uit de literatuur blijkt namelijk dat substantiële en regelmatige accijnsverhogingen van belang zijn. De Werkgroep IBO

Gezonde leefstijl gaf in 2016 aan dat verhogingen van minstens 10% worden geadviseerd. De Wereldbank adviseert eveneens niet terughoudend te zijn met grote accijnsheffingen op tabaksproducten en raadt daarbij aan «Go big, go fast».37 Ook na 2024 is een jaarlijkse substantiële prijsprikkel belangrijk om rokers te blijven stimuleren te stoppen met roken. Het kabinet zal daarom scenario’s onderzoeken hoe deze prijsmaatregel na 2024 voor de langere termijn het beste kan worden ingezet om de rookvrije generatie in 2040 te bereiken. De volgende scenario’s worden onderzocht: geen verdere verhoging, jaarlijkse verhoging met de consumentenprijsindex, jaarlijkse verhoging met 10%, jaarlijkse verhoging met 1 euro. Tevens wordt onderzocht hoe met een prijsmaatregel voorkomen kan worden dat rokers overstappen op goedkopere rookwaren zoals rooktabak, verhitte tabaksproducten of kleine sigaartjes (cigarillo’s). Het onderzoek zal naar verwachting volgend jaar zijn afgerond en ik zal de rapportage met uw Kamer delen.

Accijnsverhogingen en daarmee gepaard gaande prijsverhogingen kunnen leiden tot ongewenste neveneffecten zoals het hierboven genoemde substitutiegedrag maar ook tot meer aankopen over de grens en illegale handel. Het rapport «Prijsgevoeligheid van rokers» van het RIVM38 laat zien dat Nederlandse rokers voor de accijnsverhoging van 1 april 2020 af en toe rookwaren in het buitenland halen. Rokers gaven aan dit niet veel meer, of vaker te hebben gedaan na de accijnsverhoging van 1 euro in april 2020. Het rapport geeft aan dat dat 11% van de rokers is gestopt, 25% minder is gaan roken, 8% is overgestapt op een goedkoper product en dat 4 procent rookwaren vaker in het buitenland kocht. Het RIVM concludeert dat er geen grote toename van grenseffecten door de accijnsverhoging heeft plaatsgevonden en denkt dat het niet erg waarschijnlijk is dat een groot deel van de Nederlandse rokers bij verdere prijsstijgingen vaker naar het buitenland zal reizen om daar zijn rookwaren te kopen. Ook het Empty Pack Survey39 dat op 10 mei 2022 naar de Tweede Kamer is gestuurd geeft geen aanleiding een grote verschuiving naar het buitenland te verwachten.

Beide onderzoeken zijn echter wel met onzekerheden omgeven vanwege de samenloop met de tijdelijke, beperkende COVID-19 maatregelen. Onderzoek van Ecorys uit 2018 toont aan dat ook als met deze grenseffecten rekening wordt gehouden, het verhogen van de tabaksaccijns tot positieve effecten leidt voor zowel de volksgezondheid als de inkomsten van de overheid.40 Dit is in lijn met de bevindingen uit de MKBA tabaksontmoediging41 waarin scenario’s voor een rookvrije samenleving zijn doorgerekend.

Hoewel er een verband is tussen prijs en illegale handel, blijkt dat andere factoren zoals handhaving en sancties een minstens zo grote rol spelen42.

Diverse landen hebben laten zien dat het goed mogelijk is om tegelijkertijd de accijns substantieel te verhogen én de omvang van illegale tabak terug te dringen43. Nederland heeft Europese regels ingevoerd om illegale handel in tabaksproducten tegen te gaan die in 2020 in werking zijn getreden. Tabaksproducten moeten getraceerd worden door de hele keten. De verplichting is van toepassing op alle in de Europese Unie (EU) geproduceerde tabaksproducten en op producten van buiten de EU die voor de Europese markt bestemd zijn. In alle EU-lidstaten is een veiligheidskenmerk verplicht gesteld om de authenticiteit van de tabaksproducten beter te kunnen controleren en de strijd tegen de illegale handel in tabaksproducten in de EU te intensiveren. In Nederland is gekozen om het accijnszegel aan te wijzen als veiligheidskenmerk. Voordeel hiervan is dat het hierbij gaat om bewezen technologie (het accijnszegel is zeer goed beveiligd) en dat er optimaal gebruik wordt gemaakt van de ervaring van de Douane in het bestaande toezicht op het gebruik van de accijnszegel. Tot slot heeft Nederland oktober 2020 het protocol tegen illegale tabakshandel bij het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging (FCTC) geratificeerd. Het protocol schrijft uiteenlopende maatregelen voor waarmee illegale handel wordt tegengegaan zoals een verplichting om verdachte transacties te melden, controlemaatregelen op de doorvoer van tabaksproducten en internationale samenwerking. Dit is aanvullend op het reeds bestaande toezicht op illegale handel in tabaksproducten door Douane en de FIOD.

Het kabinet vindt het belangrijk scherp te blijven op mogelijke onwenselijke neveneffecten van accijnsverhogingen en zal daartoe monitoren of grenseffecten het beleid rondom tabaksaccijns ondermijnen. Daarom zullen ook in de komende jaren in ieder geval Empty Pack Surveys gedaan worden, zoals aangekondigd in de brief over het monitoren van grenseffecten.44 Ook zal vergelijkbaar onderzoek als het RIVM heeft uitgevoerd worden herhaald. In deze kabinetsperiode wordt tevens de Europese tabaksaccijnsrichtlijn herzien. Vanuit Nederland wordt hierbij onder andere ingezet op het verhogen van het minimumaccijnsniveau op tabaksproducten. Eind 2022 wordt het voorstel van de Europese Commissie verwacht.

C) STOPPEN-MET-ROKENZORG

Zo’n 80% van de rokers wil stoppen met roken. Roken is helaas een hardnekkige verslaving, de meeste rokers hebben daardoor meerdere pogingen nodig voordat het hen lukt definitief te stoppen. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk rokers een serieuze stoppoging kunnen doen en met het gebruik van de juiste hulpmiddelen is de kans op succes nog groter. In het NPA is daarom afgesproken dat de eerstelijns stoppen-met-rokenprogramma’s volledig vergoed worden vanuit de basisverzekering, en er geen eigen risico in rekening wordt gebracht. Vanaf 1 januari 2020 is dit van kracht geworden. Het is goed dat veel rokers hiermee laagdrempelige hulp kunnen krijgen bij het stoppen. Toch stagneert het percentage rokers dat een serieuze stoppoging doet de laatste jaren. Volgens de meest recente cijfers is het percentage in 2021 met 30,9% lager dan de voorgaande jaren.45 Alle reden dus om die 80% rokers die graag wil stoppen een duwtje in de rug te geven om een serieuze stoppoging te doen.

Dit jaar wordt, ondersteund door het Ministerie van VWS, vanuit het zorgveld, de Taskforce Stoppen met Roken opgericht. Hierbij is een breed zorgveld aangesloten, van medisch specialisten en verpleegkundigen tot bedrijfsartsen en huisartsen. Deze taskforce gaat aan de slag om meer rokers te motiveren een stoppoging te doen. Bijvoorbeeld door zorgverleners te helpen om het gesprek hierover aan te gaan en hen ook handelingsperspectief te geven hoe zij een gemotiveerde stopper goed kunnen doorverwijzen. Belangrijk daarbij is hoe stoppers ondersteund kunnen worden gedurende het hele proces en niet slechts bij een enkele poging. Daarnaast werken het kennisinstituut Pharos en GGD GHOR Nederland samen met de andere leden van de coalitie Iedereen Rookvrij aan plannen voor een lokale aanpak voor stoppen met roken op wijkniveau. Er is daarbij specifiek aandacht voor de doelgroep lage SES en het terugdringen van gezondheidsverschillen, waarvan we weten dat het aanbod in de wijk voor hen essentieel kan zijn om tot een succesvolle stoppoging te komen. Veldpartijen gaan samen met het Trimbos-instituut aan de slag met een herziening van de Multidisciplinaire richtlijn behandeling tabaksverslaving en stoppen-met-roken-ondersteuning. Deze richtlijn zet op een rij welke evidence based interventies kunnen worden toegepast bij tabaksverslaving. Tevens wordt de Zorgstandaard stoppen met roken geüpdatet. De Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT) ontwikkelt in dit kader een modulaire richtlijn «stoppen met roken» voor de medisch specialistische zorg in ziekenhuizen.

In Nederland ontbreekt specialistische stoppen-met-rokenzorg voor zwaarverslaafde rokers. Het ligt voor de hand dat verslavingszorg deze zorg kan bieden, maar het is onbekend hoe gespecialiseerde behandelprogramma’s eruit moeten zien en wat de effectiviteit en kosten van dergelijke behandelprogramma’s zijn. In 2021 is er een experiment gestart vanuit Verslavingskunde Noord Nederland samen met Menzis en vier ziekenhuizen om inzicht te krijgen hoe een intensievere stoppen-met-rokenzorg te organiseren is. Het experiment wordt mede ondersteund door het Ministerie van VWS en loopt gedurende drie jaar.

Taskforce rookvrije start

In het NPA is als doel gesteld dat in 2040 geen enkele zwangere nog rookt. Zoals de laatste cijfers laten zien moeten er nog flinke stappen worden gezet om ongeboren en jonge kinderen te beschermen tegen de schadelijke effecten van tabaksrook. Niet alleen is het van belang dat er tijdens de zwangerschap niet wordt gerookt door ouders, maar ook dat partners stoppen en dat er na de bevalling geen sprake is van terugval. Uit de monitor bleek dat in 2021 35% van de vrouwen die tijdens de zwangerschap is gestopt met roken terugvalt na de zwangerschap. Op 19 mei jl. heb ik uw Kamer een infographic van het Trimbos-instituut over derdehands rook toegestuurd.46 Derdehands rook zijn rookdeeltjes die tijdens en na het roken op bijvoorbeeld je handen, kleren of oppervlaktes terechtkomen en op een later moment weer opgenomen worden. Derdehands rook krijg je binnen door het in te ademen, via aanraking of door het in de mond stoppen van spullen waarop de deeltjes zijn terechtgekomen. Volgens het Trimbos instituut lopen baby’s en kleine kinderen een groter risico derdehands rook binnen te krijgen dan volwassenen. Kinderen kruipen namelijk rond, zitten meer binnen, raken vaker dingen aan en stoppen vaker dingen in hun mond. Veel ouders doen erg hun best door niet in het bijzijn van hun kinderen te roken. De informatie over derdehands rook laat echter zien dat alleen stoppen met roken ervoor zorgt dat kinderen niet worden blootgesteld aan de schadelijke stoffen in tabaksrook. Een kansrijke start is ook een rookvrije start en dus is het rookvrij opgroeien een belangrijke verbinding met het programma Kansrijke Start.

In 2016 is Taskforce Rookvrije Start opgericht. Dit is een samenwerking van beroepsgroepen die werkzaam zijn in de geboortezorg, jeugdgezondheidszorg en stoppen-met-roken-zorg. De Taskforce richt zich op ongeboren en opgroeiende kinderen en (aanstaande) ouders. Het hoofddoel is dat (aanstaande) ouders stoppen met roken en rookvrij blijven na de bevalling. De Taskforce zet zich in om stoppen met roken binnen en buiten de beroepsgroepen te stimuleren. Ook ondersteunt de Taskforce verloskundige samenwerkingsverbanden en de Jeugdgezondheidszorg bij het ontwikkelen van stoppen-met-roken-beleid. Verder werkt de Taskforce aan de ontwikkeling en implementatie van lokale zorgpaden «stoppen met roken». In een zorgpad is vastgelegd hoe de optimale zorg voor de patiënt bereikt kan worden en welke zorgverleners daarvoor verantwoordelijk zijn. Om ervoor te zorgen dat meer zorgverleners vaker en effectiever een stopadvies geven aan zwangeren en jonge ouders heb ik besloten de financiële bijdrage aan de Taskforce te intensiveren. Met deze intensivering gaat de Taskforce onder andere aan de slag met stoppen met roken in de preconceptionele fase, omdat dit invloed heeft op de vruchtbaarheid en de ontwikkeling van het kind. Daarnaast wordt specifiek ingezet op kwetsbare ouders, waarbij sprake is van multi-problematiek. In samenwerking met de doelgroep wil de Taskforce een strategie ontwikkelen om het bestaande aanbod beter op deze doelgroep aan te laten sluiten. Naast deze specifieke aandachtspunten gaat de Taskforce de komende jaren verder met het trainen en ondersteunen van zorgverleners om het stoppen met roken bespreekbaar te maken.

Campagnes

Campagnes kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het tabaksontmoedigingsbeleid. Dit concludeert het Trimbos-instituut op basis van verschillende wetenschappelijke onderzoeken naar de effecten van massamediacampagnes in binnen- en buitenland op het thema stoppen met roken. Zo zorgt Stoptober, de jaarlijkse stoppen-met-rokencampagne die wordt gefinancierd door VWS en de Gezondheidsfondsen voor rookvrij (GvRV), ervoor dat na drie maanden de helft, en na een jaar ongeveer een kwart van de deelnemers blijvend is gestopt met roken. Deelnemers worden dagelijks ondersteund via de Stoptober-app, website en social media. Vanuit het NPA is in 2020 de campagne PUUR Rookvrij gestart. Deze campagne wil rokers aanzetten tot een serieuze stoppoging, net zo lang tot ze definitief gestopt zijn. De campagne focust op de positieve kanten van stoppen met roken en laat rokers nadenken over hun leven als niet-roker. Na twee algemene deelcampagnes, loopt op dit moment een deelcampagne gericht op rokende ouders met jonge kinderen. Hierin is aandacht voor hulp bij stoppen met roken en worden ouders gewezen op de gevaren van derdehands rook. Voor deze campagne wordt een evaluatie uitgevoerd naar de effecten van de campagne, om te bepalen of de gekozen koers de juiste is of dat deze moet worden bijgesteld om nog meer rokers een stoppoging te laten ondernemen. Ook zal gekeken worden of gerichter op groepen zoals jongeren moet worden gecommuniceerd. Ook voor Stoptober start een evaluatieonderzoek. Deelnemers worden gevolgd voorafgaand, direct na de 28 dagen stoppen, na drie maanden en na een jaar. Dit is een herhaling van het onderzoek uit 2016. Op basis van deze evaluaties zal ik de verdere inzet op massamediale campagnes bepalen.

Rookvrije organisaties

Partijen die zich aan dit thema hebben gecommitteerd zoals Topsectoren, GGD-GHOR, de GvRV, de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde bedrijfsartsen (NVAB) zetten hun acties voort. GvRV blijft de komende periode bedrijven aanjagen rookvrije stappen te zetten. Dit gaat niet alleen over het bieden van ondersteuning aan medewerkers bij het stoppen met roken, maar ook over geen zakendoen met de tabaksindustrie, niet investeren in de tabaksindustrie en een volledig rookvrij beleid voeren (binnen én buiten). In 2022 voert de GvRV een campagne waarin bedrijven opgeroepen worden om rookvrij te worden. De NVAB is in 2022 gestart met een meerjarig project om dubbele belasting door roken en blootstelling aan gevaarlijke stoffen aan te pakken. De NVAB ontwikkelt in co-creatie met branches, bedrijfsartsen en andere arboprofessionals een aanpak voor drie bedrijfstakken om gezamenlijk deze dubbele belasting te helpen verminderen. In 2025 hebben ten minste 10 bedrijven in deze drie bedrijfstakken daarmee een concreet programma doorlopen om dubbele belasting tegen te gaan.

Rookvrije Zorg

In de zorg zijn de gevolgen van roken misschien nog wel het meest zichtbaar, roken en goede zorgverlening gaan dan ook eigenlijk niet goed samen. In eerste instantie hebben de verslavingszorg, (academische) ziekenhuizen en GGZ-instellingen het voortouw genomen om de zorg in 2030 geheel rookvrij te maken. Meer organisaties zijn actief aangesloten om deze doelstelling te behalen, dit jaar hebben de brancheorganisaties voor de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg zich ook aan de doelstelling verbonden. Met ondersteuning worden de instellingen geholpen om de belangrijke beweging naar rookvrij te maken in beleid, communicatie en terrein. Voor de reeds aangesloten zorgkoepels blijft aandacht nodig om de geboekte vooruitgang te behouden en de laatste stappen te kunnen zetten. Daarnaast ben ik in gesprek met Jeugdzorg Nederland over het rookvrij worden en het aansluiten bij de ambities van de Rookvrije Zorg.

TEN SLOTTE

Het kabinet zal een lijst van toxische additieven in tabaksproducten en e-sigaretten vaststellen. De lijst is een uitwerking van een algemeen verbod in de wet op additieven met bepaalde toxische eigenschappen en additieven die de inhalatie faciliteren, de nicotineopname stimuleren of de verslavende werking verhogen. Daarbij zal ook wettelijk vastgelegd worden dat het gebruik van menthol niet is toegestaan omdat het de inhalatie faciliteert. Hiermee wordt tevens de toezegging over de inhalatiefacilitatie van menthol afgedaan die is gedaan bij de wetsbehandeling op 28 juni 2021 (Kamerstuk 35 504, nr. 15) van de wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet om het reclameverbod aan te scherpen (Kamerstuk 35 504). Met het vaststellen van deze lijst wil ik voorkomen dat de industrie tabaksproducten aantrekkelijker maakt door stoffen aan de sigaret toe te voegen die het roken makkelijker of verslavender maken. Verder is het kabinet voornemens bepaalde tabaksaccessoires te reguleren onder de Tabaks- en rookwarenwet. Het RIVM adviseert in zijn recente rapport over tabaksaccessoires zoals sprays, inlegkaartjes en opzetfilters om de bekendheid en de verkoop van deze producten te verminderen.47 Het kabinet wil daarom een totaalverbod invoeren op accessoires die smaak toevoegen aan tabak en accessoires met gezondheidsclaims. Daarnaast worden tabaksaccessoires gereguleerd die niet specifiek zijn gericht op het aantrekkelijker maken van roken, zoals vloeipapier of sigarettenhulzen. Deze producten vallen daarmee onder andere onder het reclameverbod en het uitstalverbod en mogen dan slechts in bepaalde verkooppunten verkocht worden.

Tijdens het plenaire debat over de maatregelen uit het NPA op 3 september 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 103, item 9) heeft mijn voorganger de Kamer toegezegd met de NVWA in gesprek te treden over notoire overtreders van het rookverbod en te bekijken of een verhoging van de boetes bij kan dragen aan dit probleem. Dit heeft mede geleid tot een bredere analyse van het sanctioneringsbeleid. Om herhaling van overtredingen te voorkomen is het kabinet voornemens de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang uit te breiden naar alle overtredingen in de Tabaks- en rookwarenwet. Verder is het kabinet voornemens het boeteplafond voor alle overtredingen te verhogen. Dit op basis van advies van de NVWA, omdat het boeteplafond met name bij overtredingen van het rookverbod niet meer toereikend is. De beoogde inwerkingtreding van dit wetsvoorstel is 2024.

Tot slot is het kabinet net als de partijen van de thematafel roken van mening dat beïnvloeding van het beleid door de tabaksindustrie moet worden voorkomen. VWS zal een brief aan gemeentes en andere overheden sturen om hen te herinneren aan artikel 5.3 van het FCTC. Contact met de tabaksindustrie mag alleen plaatsvinden als het gaat over uitvoeringstechnische kwesties die voortkomen uit vastgesteld beleid. De wijze van omgang met de tabaksindustrie wordt als bijlage met de brief meegestuurd.

Het is belangrijk dat ook de komende jaren overheid en maatschappij gezamenlijk blijven optrekken om roken zo snel mogelijk terug te dringen. Zodat kinderen die nu opgroeien deel zullen uitmaken van die rookvrije generatie.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen


X Noot
1

RIVM, 2018. Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018. Beschikbaar via: https://www.vtv2018.nl/

X Noot
2

Kamerstukken 30 234 en 32 793, nr. 302

X Noot
3

Kamerstuk 32 793, nr. 613

X Noot
4

Reep-Van den Bergh CMM, Harteloh PPM, Croes EA. Doodsoorzaak nr. 1 bij jonge Nederlanders: de sigaret. Ned Tijdschr Geneeskd 2017;161(0):D1991.

X Noot
5

RVIM. VZinfo – Gezondheidsgevolgen van roken. Beschikbaar via https://www.vzinfo.nl/roken/gevolgen

X Noot
6

Berekeningen verricht door het Trimbos-instituut, gebruikmakend van data uit 2019 van het Peilstationsonderzoek Scholieren/Leefstijlmonitor, Trimbos-instituut i.s.m. RIVM.

X Noot
7

Trimbos, 2015. Roken, een aantal feiten op een rij. Beschikbaar via: https://www.trimbos.nl/docs/af1358-roken-een-aantal-feiten-op-een-rij.pdf

X Noot
8

WHO, 2022. Tobacco. Beschikbaar via www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/tobacco

X Noot
9

Willemsen M, 2017. Het Nederlandse tabaksontmoedigingsbeleid. Beschikbaar via: https://www.ntvg.nl/artikelen/het-nederlandse-tabaksontmoedigingsbeleid/volledig

X Noot
10

Wassink WF. Ontstaansvoorwaarden voor longkanker. Beschikbaar via: https://www.ntvg.nl/system/files/publications/1948137320001a.pdf

X Noot
11

RIVM, Trimbosinstituut, Universiteit Maastricht, 2016. Maatschappelijke kosten baten analyse van tabaksontmoediging. Beschikbaar via: https://www.trimbos.nl/wp-content/uploads/sites/31/2021/09/ex0007-maatschappelijke-kosten-baten-analyse-van-tabaksontmoediging.pdf

X Noot
12

Polder et al. De rekening van roken. Ned Tijdschr Geneesk. 2017;161: D833.

X Noot
13

CBS, 11 maart 2022. Overgewicht, roken en alcoholgebruik nauwelijks gedaald sinds 2018. Beschikbaar via: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/10/overgewicht-roken-en-alcoholgebruik-nauwelijks-gedaald-sinds-2018

X Noot
14

Kamerstukken 32 793, 32 279 en 32 011, nr. 606

X Noot
15

Trimbos-instituut, 2022. Notitie Effectiviteit Nederlands Tabaksontmoedigingsbeleid. Bijlage bij Kamerstukken 32 793, 32 279 en 32 011, nr. 606

X Noot
16

Kamerstuk 32 793, nr. 584

X Noot
17

Kamerstuk 35 321, nr. 11

X Noot
18

Kamerstukken 32 011 en 32 793, nr. 79

X Noot
19

Draagvlakonderzoek Tabaksontmoedigingsbeleid (2022) uitgevoerd door Kantar Public in

opdracht van Gezondheidsfondsen voor Rookvrij

X Noot
20

Kamerstukken 32 011 en 32 793, nr. 79 en Kamerstukken 32 011 en 32 793, nr. 92.

X Noot
21

Trimbos-instituut, april 2020. Factsheet elektronische sigaretten. Beschikbaar via: https://www.trimbos.nl/aanbod/webwinkel/af1765-factsheet-elektronische-sigaretten

X Noot
22

Trimbos, 2022. HBSC 2021, Gezondheid en welzijn van jongeren in Nederland. Beschikbaar via: https://www.trimbos.nl/aanbod/webwinkel/af2022-hbsc-2021/

X Noot
23

Kamerstukken II 2019/20, 32 793, nr. 484

X Noot
24

CDC, 2020. Tobacco Product Use Among Middle and High School Students -United States, 2020. Beschikbaar via: https://www.cdc.gov/mmwr/volumes/69/wr/mm6950a1.htm

X Noot
25

RIVM 2020. Nicotineproducten zonder tabak voor recreatief gebruik. Beschikbaar via: https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2020–0152.pdf

X Noot
26

Kamerstuk 35 665, nr. 9

X Noot
27

Rookpreventie Jeugd, 17 mei 2022. Petitie voor Rookvrije Generatie. Beschikbaar via: https://rookpreventiejeugd.nl/actueel/item/283-sick-of-smoking-lanceert-petitie-voor-rookvrije-generatie-in-een-wet

X Noot
28

Breuer&Intraval, 2021. Kopen tabak door jongeren – Meting 2020. Kamerstuk 32 011, nr. 68.

X Noot
29

Nuyts et al. An Increase in the Tobacco Age-of-Sale to 21: For Debate in Europe. Nicotine & Tobacco Research, 2020, 1247–1249

X Noot
30

NUSO (brancheorganisatie voor speeltuinverenigingen en stichtingen) zette zich als ondertekenaar van het deelakkoord roken in op deze onderwerpen. Sinds januari 2022 vormt NUSO samen met Steunpunt Kindervakanties de branchevereniging LOS.

X Noot
31

Draagvlakonderzoek Tabaksontmoedigingsbeleid (2022) uitgevoerd door Kantar Public in opdracht van Gezondheidsfondsen voor Rookvrij

X Noot
32

Kamerstuk 32 793 nr. 631

X Noot
33

Jha P & Chaloupka F. (1999). Curbing the Epidemic: Governments and the Economics of Tobacco Control. World Bank, Washington.

X Noot
34

US National Cancer Institute & World Health Organization (2016). The Economics of Tobacco and Tobacco Control. National Cancer Institute Tobacco Control Monograph 21. NIC Publication No. 16-CA-8029A. Bethesda: US Department of Health and Human Services, National Institutes of Health, National Cancer Institute; and Geneva: World Health Organization. Beschikbaar via: https://cancercontrol.cancer. gov/brp/tcrb/monographs/21/docs/m21_complete.pdf

X Noot
35

IBO Gezonde leefstijl, april 2016. Beschikbaar via: Bijlage bij Kamerstuk 32 793, nr. 240

X Noot
36

Draagvlakonderzoek Tabaksontmoedigingsbeleid (2022) uitgevoerd door Kantar Public in opdracht van Gezondheidsfondsen voor Rookvrij

X Noot
37

Trimbos, 2020. Effecten van accijns en prijs op het gebruik van tabaksproducten.

X Noot
38

Bijlage bij Kamerstuk 20/21 32 011 nr. 86

X Noot
39

Bijlage bij kamerstuk 20/21 35 927 nr. 128

X Noot
41

Maatschappelijke kosten basten analyse van tabaksontmoediging, UM/RIVM/Trimbos, 2016

X Noot
42

Dutta S (ed), (2019). Confronting Illicit Tobacco Trade: A Global Review of Country Experiences. Washington: World Bank. Beschikbaar via: https://www.worldbank.org/en/topic/ tobacco/publication/confronting-illicit-tobacco-trade-aglobal-review-of-country-experiences

X Noot
43

Dutta S (ed), (2019). Confronting Illicit Tobacco Trade: A Global Review of Country Experiences. Washington: World Bank. Beschikbaar via: https://www.worldbank.org/en/topic/ tobacco/publication/confronting-illicit-tobacco-trade-aglobal-review-of-country-experiences

X Noot
44

Kamerstuk 35 297, nr. 128

X Noot
45

Trimbos-instituut, 2022. Kerncijfers roken 2021. Beschikbaar via: www.trimbos.nl/wp-content/uploads/2022/06/AF1998-Kerncijfers-Roken-2021.pdf

X Noot
46

Kamerstukken 32 793, 32 279 en 32 011, nr. 606

X Noot
47

Kamerstuk 32 011, nr. 95

Naar boven