32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 491 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 augustus 2020

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft op 1 juli jongstleden de landelijke suïcidecijfers over 2019 gepubliceerd. In deze brief ga ik in op deze cijfers en de laatste stand van zaken van de monitoring door de Commissie Actuele Nederlandse Suïcideregistratie. Daarnaast zal ik in deze brief conform toezegging uit de brief op 4 juni jongstleden1 ingaan op de stand van zaken van de activiteiten die lopen in het kader van de huidige Landelijke Agenda (LA) Suïcidepreventie (2018–2021) en schets ik kort de stand van zaken van aanpalende programma’s op het gebied van suïcidepreventie.

Laatste cijfers aantal zelfdodingen

Uit de cijfers van het CBS is gebleken dat in 2019 1.811 mensen zijn overleden door suïcide, waarvan 1.232 mannen en 579 vrouwen. Dat is 1 procent minder dan in 2018. Het aantal zelfdodingen onder jongeren tot 20 jaar schommelt: het ging om 81 jongeren in 2017, 51 in 2018 en 67 in 2019. Onder 20- tot 60-jarigen en vrouwen is het aantal zelfdodingen afgenomen, bij 60-plussers en mannen nam het iets toe.2

De cijfers van het CBS laten zien dat in zijn algemeenheid gesteld kan worden dat het aantal zelfdodingen in 2019 nagenoeg gelijk is gebleven ten opzichte van 2018. Over de kenmerken van de suïcides van de 67 jongeren in 2019 is recentelijk3 door de Kamer gevraagd naar een duiding. Deze duiding zal in oktober beschikbaar zijn en samen met de nieuwe landelijke agenda suïcidepreventie gedeeld worden met de Kamer.

De laatste cijfers laten zien dat suïcidepreventie, zeker ook onder jongeren, belangrijk is en blijft. In de nieuwe LA suïcidepreventie (2021–2025) zal daarom ook specifiek aandacht zijn voor het voorkomen van zelfdoding onder jongeren. De aanbevelingen die zijn voortgekomen uit het onderzoeksrapport «Suïcides in 2017 onder jongeren», waarover u op 16 januari 2020 bent geïnformeerd, worden daar ook in meegenomen.4 Daarnaast zal er in de nieuwe LA een focus op de grootste doelgroep van suïcidepreventie komen te liggen: de groep mannen van middelbare leeftijd.

Naast de cijfers van het CBS wordt in het kader van de (gevolgen van de) coronacrisis het aantal suïcides en suïcidepogingen gemonitord door de Commissie Actuele Nederlandse Suïcideregistratie (CANS). Deze commissie is in maart 2020 opgericht door 113 Zelfmoordpreventie in verband met zorgen over een mogelijke toename in suïcides. Over de periode tot augustus 2020 constateren de commissieleden5 geen toename van geregistreerde suïcides en suïcidepogingen.

Stand van zaken Landelijke Agenda Suïcidepreventie 2018–2021

Sinds 2013 hebben landelijke partijen6 zich gecommitteerd aan de LA suïcidepreventie. Speerpunten in die aanpak zijn kennisoverdracht, het trainen van vaardigheden om suïcidaliteit te herkennen, bespreekbaar te maken en hier goed op te handelen, onder ander door sterke samenwerking tussen lokale partners.

In 2017 is met alle betrokken partijen een tweede LA (2018–2021) overeengekomen.7 In deze tweede LA is voortgebouwd op de eerder ingezette activiteiten in de domeinen zorg, onderwijs, media, en de sociaaleconomische sector. In de bijlage staat per domein welke activiteiten en resultaten er in het kader van de LA de afgelopen jaren zijn gerealiseerd. Hieronder zal ik per domein enkele resultaten naar voren brengen.

Zorg

Op het gebied van de zorg is de afgelopen jaren ingezet op het continueren en verbreden van de Suïcide Actienetwerken in de Gemeenschap (Supranet Community) en Suïcidepreventie Actie Netwerk in de GGZ (Supranet GGZ). In Supranet Community staan lokale partijen centraal die met elkaar een bewezen effectieve aanpak doorvoeren om het aantal suïcides in hun regio terug te dringen, kijkend naar de lokale en regionale omstandigheden en daarbij gefaciliteerd door 113 Zelfmoordpreventie. In de bijeenkomsten van de Supranet Community is er ook aandacht voor specifieke risicogroepen zoals de (LHBTI-)jongeren, mannen van middelbare leeftijd en in sommige regio’s de agrariërs. In 2016 is gestart met 6 Supranet (community) regio’s, inmiddels is dit uitgegroeid tot 10.

Supranet GGZ voorziet in een netwerk van ggz-instellingen, die met elkaar data verzamelen en uitwisselen over hun suïcidepreventiebeleid, om op deze wijze de kwaliteit van hun suïcidepreventiebeleid te verbeteren en het aantal suïcides terug te dringen. Daarnaast vindt uitwisseling en ontwikkeling plaats van best practices. Inmiddels telt Supranet GGZ 16 deelnemers, waarvan één in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Andere instellingen, in het jeugdveld en de ggz, worden uitgenodigd om lid te worden van Supranet GGZ.

Onderwijs

In het onderwijsdomein geldt dat onderwijsinstellingen 113 Zelfmoordpreventie steeds beter weten te vinden met vragen over suïcidepreventie, beleid, concrete casussen en gatekeepertrainingen. In 2020 wordt vooral aandacht gegeven aan de verspreiding van de recent verschenen online suïcidepreventie training (gatekeepertraining) en het bestaande ondersteuningsmateriaal van 113 Zelfmoordpreventie.

Media

Voor de media geldt dat de laatste jaren veel werk is verzet voor de realisatie van veilige berichtgeving, advies en awareness op het gebied van suïcide. Doel daarvan is om de berichtgeving conform de nieuwe handreiking Suïcide en Media van het Trimbos-instituut (2019) te laten plaats vinden en mythes/taboes over het onderwerp te doorbreken. Dit lukt steeds beter: media verwijzen in toenemende mate naar 113 Zelfmoordpreventie. 113 Zelfmoordpreventie zal ook in de toekomst blijven inzetten op verantwoorde berichtgeving.

Sociaaleconomisch domein

Wat betreft het sociaaleconomisch domein groeide de afgelopen jaren de interesse in het veld, werden vele lezingen gegeven en nam het aantal trainingen toe. In de proeftuinregio’s van Supranet Community zijn medewerkers van organisaties uit het sociaaleconomisch domein getraind en wordt samengewerkt met zorg- en welzijnsorganisaties. Ook hebben enkele grote stakeholders, zoals het UWV en de politie, belangrijke stappen gezet voor meer permanente inbedding van suïcidepreventie binnen deze organisaties, bijvoorbeeld door dit in te bedden in het klantcontact. Denk hierbij ook aan opname van het onderwerp in het eigen opleidingsaanbod en handreikingen voor medewerkers en leidinggevenden.

Stand van zaken aanpalende programma’s (buiten de LA)

Naast de acties die 113 Zelfmoordpreventie in samenwerking met betrokkenen uitvoert in het kader van de LA, heeft ZonMw een onderzoeksprogramma gericht op suïcidepreventie (2016–2021) en wordt door ProRail in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het programma «Suïcidepreventie, afhandeling en nazorg op het spoor 2017–2021» uitgevoerd. Dit zijn aparte programma’s, maar (de uitvoerders van) deze programma’s staan wel actief in verbinding met de 113 Zelfmoordpreventie en de LA. In het onderstaande wordt ingegaan op de voortgang van deze programma’s.

Voortgang programma «Suïcidepreventie, afhandeling en nazorg op het spoor 2017–2021»

Voor het spoor wordt sinds 2017 het programma «Suïcidepreventie, afhandeling en nazorg op het spoor 2017–2021» van ProRail uitgevoerd.8 Voor het fysiek afschermen van het spoor worden op risicolocaties maatregelen getroffen, zoals het plaatsen van hekwerken en anti-loopmatten. Het plaatsen hiervan is momenteel volop gang. Tevens wordt de opleiding voor spoorpersoneel (herkennen en aanspreken van mogelijk suïcidale personen) voortgezet en uitgebreid naar andere vervoerders en aannemers. Er is nauwe samenwerking met 113 Zelfmoordpreventie, zowel landelijk als op lokaal niveau via Supranet Community. Het programma van de spoorsector genereert hiermee nieuwe inzichten en ontwikkelt op basis daarvan nieuwe passende maatregelen. Het aantal slachtoffers in 2019 bleef gelijk met 194 suïcides t.o.v. 2018. Hiermee is de daling t.o.v. 2017 (2015) behouden.

Voortgang Onderzoeksprogramma Suïcidepreventie ZonMw

Dit onderzoeksprogramma levert kennis op die bijdraagt aan de preventie van suïcide. Daarnaast stimuleert het programma de kennisoverdracht en implementatie en heeft het als inzet om de samenwerking rond suïcidepreventie te bevorderen. Het programma omvat twaalf projecten. De projecten richten zich op prioriteiten die zijn vastgesteld: het doorbreken van het taboe, implementatieonderzoek, sluitende ketenzorg, de inzet van naasten en ervaringsdeskundigen, fundamenteel onderzoek ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe interventies en suïcidepreventie bij jongeren. Oplevering van de resultaten is voorzien gedurende 2018–2024.

Drie projecten zijn inmiddels afgerond. De uitkomsten van de eerste twee studies zijn in de Kamerbrief van 9 juli 2019 beschreven.9 De derde studie is afgelopen jaar afgerond. Hierin is een psycho-educatieve cursus voor naasten van suïcidale cliënten ontwikkeld die zeer goed is ontvangen. Patiënten waarbij suïcidaliteit aan de orde is, worden steeds vaker thuis behandeld. Gezinsleden en andere naastbetrokkenen zijn zeer gemotiveerd om (mantel)zorg te leveren, maar ervaren die taak als «erg zwaar». De cursus ondersteunt ze in hun mogelijkheden om deze rol goed te vervullen.

Voor alle ZonMw-projecten over het thema suïcidepreventie is bij de start van het programma budget voor verspreiding en implementatie van projectresultaten gereserveerd. Verschillende onderzoeksgroepen zijn inmiddels met hun implementatietrajecten gestart. Ik zal uw Kamer over de uitkomsten van de studies die in het kader van het Onderzoeksprogramma Suïcidepreventie ZonMw plaatsvinden informeren, zodra deze bekend zijn.

Tot slot

Het terugdringen van suïcides is complex en vergt een lange adem. De afgelopen jaren zijn al veel goede stappen gezet in het kader van suïcidepreventie. De resultaten en lessen die zijn geleerd worden meegenomen bij het opstellen van de derde LA (2021–2025). De insteek van deze nieuwe LA is om met een netwerkaanpak integraal een stap verder te zetten op het terrein van suïcidepreventie. Zoals eerder aangekondigd, wordt de nieuwe landelijk agenda in oktober met uw Kamer gedeeld.

Ik heb er vertrouwen in dat we met een integrale aanpak een stap dichter komen bij het doel om het aantal suïcides terug te dringen en zal me hiervoor onverminderd blijven inzetten.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis


X Noot
1

Kamerstuk 32 793, nr. 482

X Noot
2

Het nieuwsbericht van het CBS en een overzicht van alle cijfers is hier te vinden: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/27/1–811-zelfdodingen-in-2019.

X Noot
3

Vraag Kamerlid Westerveld, Handelingen II 2019/20, nr. 91, item 64

X Noot
4

Kamerstuk 32 793, nr. 470.

X Noot
5

Registratienetwerk Forensische Geneeskunde, Nationale Politie, ProRail, NS, IGJ, GGZ Nederland, initiatiefgroep Zero Suicide, FARR, Supranet GGZ, vakgroep Forensische Geneeskunde GGD GHOR NL, LOT-C, landelijk netwerk ziekenhuizen en 113 Zelfmoordpreventie.

X Noot
6

Stichting 113online, Prorail, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), GGZ Nederland, GGD Nederland, Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP), Landelijk Platform GGZ (LP GGZ), Landelijke Huisartsenvereniging (LHV), Verpleegkundigen & Verzorgenden (V&VN), Ivonne van de Venstichting, Nederlandse Vereniging voor Spoedeisende Hulp Verpleegkundigen (NVSHV), Nederlandse Vereniging voor Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA), het Trimbosinstituut, Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG).

X Noot
7

Kamerstuk 32 793, nr. 270.

X Noot
8

Kamerstuk 29 893, nr. 212

X Noot
9

Kamerstuk 32 793, nr. 405

Naar boven