32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens

Nr. 38 MOTIE VAN HET LID ELISSEN C.S.

Voorgesteld 5 juli 2012

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de verordening die betrekking heeft op de bescherming van persoonsgegevens en waarover in Europa wordt onderhandeld, gevolgen zal hebben voor de privacy van alle Nederlandse burgers;

constaterende dat deze verordening in artikel 6 het principe van doelbinding, een van de fundamenten van het gegevensbeschermingsrecht, wijzigt en daarmee meer ruimte biedt voor verwerkingen van persoonsgegevens van burgers voor andere doelen dan waarvoor de gegevens verzameld zijn, ongeacht de vraag of die doelen verenigbaar zijn met het oorspronkelijke doel;

constaterende dat het deels loslaten van het beginsel van doelbinding een verzwakking van het privacybeschermingsniveau oplevert;

overwegende dat de Tweede Kamer op 15 maart 2012 middels de unaniem aangenomen motie-Elissen, 32 761, nr. 19, de regering verzocht om het huidige privacybeschermingsniveau in ieder geval als ondergrens te handhaven en als leidend aan te merken;

verzoekt de regering, om er zorg voor te dragen dat de verordening zal voorzien in een bepaling die verwerking van persoonsgegevens voor andere doelen dan het doel waarvoor de gegevens oorspronkelijk zijn verzameld, uitsluitend mogelijk is in geval van verenigbaarheid en op basis van een wettelijke grondslag,

en gaat over tot de orde van de dag.

Elissen

Van Toorenburg

Recourt

Berndsen

Naar boven