32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid

28 638 Mensenhandel

Nr. 207 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2018

Hierbij bieden wij u een nadere toelichting op de huidige stand van zaken m.b.t. de monitoring van de Libische Kustwacht en de situatie in de Libische detentiecentra, zoals gevraagd door het lid Jasper van Dijk (SP) bij de regeling van werkzaamheden van 16 mei jl. (Handelingen II 2017/18, nr. 81, item 7) en toegezegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tijdens het AO JBZ op 31 mei jl. (Kamerstuk 32 317, nr. 517)

Libië – algemeen/politiek

Zoals eerder aan uw Kamer gemeld, bevindt Libië zich sinds de val van Gaddafi in 2011 in een politieke crisis met een beperkte centrale overheid in Libië zelf. Onder leiding van VN-gezant Ghassan Salamé, hoofd van de missie UNSMIL, wordt een politieke oplossing tussen de Libische fracties en staatsinstellingen gezocht. Nederland heeft daar vorig jaar zomer ook zelf aan bijgedragen door het faciliteren van gesprekken tussen de Libische staatsinstellingen, de House of Representatives en High Council of State. Deze instellingen zijn gemandateerd om het internationaal erkende Libische akkoord (Libyan Political Agreement) ondertekend in Skhirat op 17 december 2015 te amenderen. Op deze manier kan het staatsbestel van Libië worden aangepast. Het kabinet hecht eraan te benadrukken dat uiteindelijk de Libische instellingen en fracties zelf verantwoordelijk zijn om te komen tot overeenstemming. De internationale gemeenschap ondersteunt hierbij zo goed mogelijk.

De internationale conferentie over Libië in Parijs van 29 mei jl., georganiseerd door President Macron, is hiervan het meest recente voorbeeld. De Libische leiders zijn daar samengebracht met de meest betrokken landen en hebben een verklaring onderschreven hoe toe te werken naar nieuwe verkiezingen om de politieke impasse te onderbreken. Nederland was daarbij uitgenodigd vanwege de Nederlandse betrokkenheid bij Libië. Namens het kabinet was de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aanwezig. Nederland heeft benadrukt een politieke oplossing en nieuwe verkiezingen aan het eind van het jaar te steunen als voorafgaand aan de noodzakelijke voorwaarden is voldaan. Nieuwe verkiezingen kunnen alleen worden georganiseerd met voldoende veiligheid, een kieswet en politieke acceptatie dat de uitslag van de verkiezingen ook daadwerkelijk wordt geaccepteerd en ondersteund wordt door de internationale gemeenschap.

Nederland vraagt in multilaterale fora als de VN Veiligheidsraad aandacht voor de verslechterde humanitaire omstandigheden in specifieke regio’s en de noodzaak van politieke verzoening om te komen tot een duurzame oplossing. Samenwerking binnen de internationale gemeenschap is hierbij essentieel. Een duurzame oplossing voor stabilisatie van Libië en het beter beheersbaar houden van de irreguliere migratiestroom kan alleen met een inclusieve politieke oplossing tussen de Libische facties. Nederland blijft zich daarom, naast het tegengaan van irreguliere migratie en het verbeteren van de omstandigheden voor deze migranten, inzetten voor capaciteitsopbouw van o.a. lokale overheden, het bij elkaar brengen van strijdende partijen in Libië onder leiding van de VN, het leveren van (technische) expertise waar nodig en het faciliteren van veiligheidsdialogen om milities te ontwapenen en te re-integreren in de Libische samenleving.

Migratie

Zoals in uw Kamer bekend, is de inzet van het kabinet en de EU erop gericht om de situatie in de Libische detentiecentra te verbeteren met als inzet dat deze uiteindelijk gesloten en vervangen worden door alternatieve ontvangst- en transitcentra.1 Er zijn een tiental detentiecentra gesloten. Het aantal mensen dat in de overgebleven centra vast wordt gehouden fluctueert. In dit kader steunt Nederland nadrukkelijk de vrijwillige terugkeer van migranten naar herkomstlanden in het kader van de werkzaamheden van de AU-EU-VN Taskforce.

Hoewel er sprake is van verbeteringen in de centra blijven de inspanningen van de EU-AU-VN taskforce, die eind november 2017 zijn gestart, heel hard nodig. Deze taskforce heeft, na de EU-AU top in november jl., er mede voor gezorgd dat vele duizenden migranten meer uit detentiecentra zijn teruggekeerd naar landen van herkomst en dat vluchtelingen met behulp van UNHCR zijn geëvacueerd. In samenwerking met de centrale Libische autoriteiten is de toegang van UNHCR, IOM en andere hulpverleners sterk verbeterd. Dit jaar heeft UNHCR bijvoorbeeld 660 monitoring bezoeken uitgevoerd naar de verschillende centra. Mede daardoor is UNHCR ook in staat om meer vluchtelingen en asielzoekers in Libië te registreren. Dankzij de inspanningen van UNHCR mogen steeds meer vluchtelingen en asielzoekers de centra verlaten. Dit jaar gaat het in totaal om minimaal 1.396 mensen. Een groot deel is geëvacueerd naar Niger of naar andere landen. Hoewel UNHCR is begonnen aan de bouw van een open centrum in eigen beheer in Tripoli, is dit nog niet gereed om vluchtelingen en kwetsbare migranten op te vangen.

Samen met UNHCR, IOM en de EU blijft het kabinet bij de Libische autoriteiten aandringen op het opzetten van alternatieven voor de huidige detentiecentra. Als gevolg van de opschaling van de internationale gemeenschap via de EU-AU-VN Taskforce blijft het aantal migranten dat met behulp van IOM vrijwillig terugkeert, toenemen. Steeds meer irreguliere migranten keren via ondersteuning terug naar huis. Sinds de EU-AU Taskforce van vorig jaar november zijn de inspanningen flink toegenomen. Alleen in 2018 zijn al 8.710 migranten met behulp van IOM teruggekeerd. Dat is goed nieuws.

Libische kustwacht

De maritieme missie European Union Naval Force Mediterranean (EUNAVFORMED) Sophia heeft o.a. als taak het ontwrichten van mensensmokkelnetwerken die aan de kust van en in Libië opereren. Deze missie is sinds 22 juni 2015 actief in het centrale deel van de Middellandse Zee. Dit neemt niet weg dat de Libische autoriteiten als enige bevoegd zijn om in de eigen territoriale wateren op te treden. Om deze wettelijke taak effectief uit te kunnen voeren is een goed functionerende kustwacht noodzakelijk. Versterking van de capaciteit van de Libische kustwacht draagt zo niet alleen bij aan de bestrijding van mensensmokkel en -handel en het tegengaan van irreguliere migratie, maar ook aan het redden van levens op zee.

Voortvloeiend uit haar kerntaak traint en monitort EUNAVFORMED Sophia de Libische kustwacht. Het respecteren van mensenrechten tijdens reddingsoperaties maakt specifiek onderdeel uit van deze training en monitoring. Mede als gevolg van het aandringen van het kabinet op intensievere monitoring is hiertoe binnen de missie een monitoringsmechanisme opgericht. Deze houdt toezicht op het functioneren van de Libische kustwacht in het algemeen en het onderhoud van het door de EU geleverde materiaal. Monitoring wordt gedaan door middel van webcams aan boord van de missieschepen van Sophia, observatie vanuit de lucht met drones, analyse van de positie van kustwachtschepen, rapportages van de Libische autoriteiten zelf en dagbezoeken aan de operationele hoofdkwartieren van de Libische kustwacht. Op basis van deze monitoring worden bijvoorbeeld de opleidingsprogramma’s en instroom van nieuwe rekruten aangepast.

Naast de monitoringsactiviteiten van EUNAVFORMED Sophia zijn UNHCR en IOM in toenemende mate aanwezig in de centra waar de Libische kustwacht geredde drenkelingen aan wal brengt. Bij zes van deze aankomstpunten heeft UNHCR de opvangfaciliteiten verbeterd zodat geredde drenkelingen direct kunnen worden voorzien in basisvoorzieningen na hun aankomst aan wal. Naast medische hulpposten zijn er water en sanitaire voorzieningen geplaatst als ook verbeteringen om aangekomen drenkelingen in een beschermde omgeving op te vangen. Voorts verzorgt UNHCR de Libische Kustwacht meerdere trainingen op het gebied van internationaal humanitaire recht en internationale bescherming.

Nederland hecht belang aan een effectieve monitoring van de Libische kustwacht en vraagt hiervoor in EU-verband voortdurend om aandacht, bijvoorbeeld tijdens de Europese Raad van december jl. en tijdens de laatste JBZ-raden.2 Het kabinet zal de goede uitvoering van het monitoringsmechanisme binnen EUNAVFORMED Sophia kritisch blijven volgen en zich zolang dit nodig is in blijven zetten voor het versterken van de effectiviteit hiervan. Ook verwelkomt het kabinet inspanningen om op andere manieren het toezicht op het handelen van de Libische kustwacht te versterken. De genoemde aanwezigheid van UNHCR en IOM zijn belangrijke voorbeelden.

Het kabinet onderkent dat de Libische kustwacht nog niet altijd optimaal functioneert, maar ziet ook verbeteringen. Voorts ziet het kabinet ook dat de Libische autoriteiten bereid zijn stappen te zetten bij vermeende misstanden. Zo is een vooraanstaand lid van de kustwacht in Zuwara geschorst wegens betrokkenheid bij mensensmokkel en is deze persoon onderwerp van een strafrechtelijk onderzoek.

Onder de huidige omstandigheden acht het kabinet het niet noodzakelijk om toekomstige steun aan de kustwacht verder te conditioneren. De huidige condities blijven onverminderd van kracht.3 Het respecteren van mensenrechten en het opereren binnen bestaande internationale kaders maakt immers deel uit van de Europese inzet, steun en monitoringsactiviteiten. Vanwege deze voortdurende inspanningen acht het kabinet het op dit moment niet nodig om een nieuw stappen- of actieplan op te stellen.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Kamerstukken 19 637 en 30 573, nr. 2386

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1281 en Kamerstuk 32 317, nr. 516

X Noot
3

Kamerstuk 32 735, nr. 182

Naar boven