32 733 Beleidsbrief Defensie

Nr. 148 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 29 oktober 2013

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over de brief van 17 september 2013 over de tweede voortgangsrapportage maatregelen beleidsbrief 2011 (Kamerstuk 32 733, nr. 145).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 25 oktober 2013. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Ten Broeke

De adjunct-griffier van de commissie, Dekker

1

Is er nadere informatie over het wederzijds niet bezuinigen op de internationale samenwerkingsinzet met Duitsland en België?

In de nota In het belang van Nederland is het grote belang uiteengezet dat Defensie hecht aan internationale samenwerking. Zoals bekend heeft de samenwerking in Benelux-verband een belangrijke impuls gekregen met de ministeriële verklaring van 18 april 2012. Datzelfde geldt voor de samenwerking met Duitsland, waarover beide ministers van Defensie op 28 mei jl. een Declaration of Intent hebben getekend. Defensie koestert de samenwerking met Duitsland en in Benelux-verband, en dat is wederzijds. In de nota is daarvoor een belangrijke plaats ingeruimd. Waar mogelijk wordt de onderlinge samenwerking verder versterkt.

2

Kunt u toelichten wat de financiële gevolgen zijn van het lager uitvallen van de beoogde vermindering van het aantal internationale functies?

14

Op welke risicovoorziening wordt het niet behaalde gedeelte van de reductie van het aantal internationale functies in het Duits-Nederlands legerkorps ten laste gebracht?

15

Hoe lang kan het niet behaalde gedeelte van de reductie van het aantal internationale functies in het Duits-Nederlands legerkorps ten laste worden gebracht aan de risicovoorziening?

Een van de taakstellingen uit de beleidsbrief van 2011 betrof een vermindering van het aantal internationale functies, onder meer bij het Duits-Nederlandse legerkorpshoofdkwartier. Vanwege internationale afspraken bleek het niet mogelijk deze taakstelling te halen en als gevolg daarvan is besloten de taakstelling voor het legerkorpshoofdkwartier te verminderen met zestien functies. Het totale bedrag voor de aanpassing van de maatregel internationale functies van € 3,2 miljoen is structureel ten laste gebracht van de risicovoorziening die is opgenomen in de begroting.

3

Bent u van plan de maatregelen uit de Nota In het belang van Nederland (Kamerstuk 33 763, nr. 1), die vastgoed gerelateerd zijn, alsnog op te nemen in het Herbeleggingsplan Vastgoed Defensie (HVD) en daar via de daarvoor geldende informatieafspraken over te rapporteren richting de Kamer?

Bij de uitvoering van de vastgoedmaatregelen als gevolg van de nota In het belang van Nederland zal Defensie dezelfde aanpak hanteren als bij het Herbeleggingsplan Vastgoed Defensie (HVD). In mijn brief van 4 september jl. over fase 3 van het HVD heeft u een totaalbeeld van het vastgoed na de beleidsbrief 2011 ontvangen (Kamerstuk 32 733, nr. 138). De maatregelen uit de nota worden verwerkt in de vastgoedrapportages.

4

Op welke termijn wordt beoogd om de Defensieorganisatie weer volledig te vullen?

Defensie streeft naar een volledige vulling van de organisatie vanaf 2016. Nieuwe reorganisaties en wervingsresultaten zullen de mate en de termijn van de vulling echter beïnvloeden.

5

Word de mogelijkheid om reservisten in te zetten als bewakers op koopvaardijschepen als Vessel Protection Detachments (VPD’s) onderzocht? Zo ja, wat zijn de mogelijkheden? Zo nee, waarom niet?

Deze mogelijkheid wordt op dit moment niet onderzocht. Defensie heeft op dit moment geen tekort aan militairen voor de inzet in VPD’s. Er is dus geen noodzaak tot het inzetten van reservisten en tijdelijke militairen voor deze taak. Wanneer in de toekomst capaciteitsproblemen zouden ontstaan, is de inzet van reservisten één van de mogelijkheden die zal worden onderzocht.

6

Waardoor is niet de volledige € 61 mln. besparing op infrastructuur behaald?

In de eerste halfjaarrapportage over het HVD van 15 mei 2013 (Kamerstuk 32 733, nr. 129) heb ik gemeld dat met de maatregelen van het HVD een besparing wordt bereikt van € 41,9 miljoen. Dit betekent een tekort van € 19,1 miljoen ten opzichte van de doelstelling van € 61 miljoen. De belangrijkste verklaring voor het geconstateerde verschil is dat de beoogde besparing berustte op de ambitie om de operationele capaciteiten van de krijgsmacht zoveel mogelijk te ontzien. De lat is daarbij zo hoog mogelijk gelegd. Bij de uitwerking van deze ambitie voor het herbeleggingsplan in concrete onderzoeken en studies voor de fasen 1 en 2 bleek dat de besparingen lager zijn dan aanvankelijk was beoogd en bovendien later worden bereikt. Dat laatste komt mede omdat de uitwerking van sommige plannen meer tijd vergt. Over de opbrengsten van het HVD zal ik steeds rapporteren in de halfjaarrapportages.

7

Wat wordt bedoeld met gereserveerde leerlingenplaatsen?

Leerlingenplaatsen zijn arbeidsplaatsen voor nieuwe militairen die een initiële opleiding volgen. Deze medewerkers zijn nog niet volledig opgeleid en kunnen niet op een reguliere (operationele) arbeidsplaats worden geplaatst.

8

Welk deel van de maatregel in het opleidingsveld is nog niet voltooid?

De reorganisaties die voortvloeien uit de maatregel in het opleidingsveld zijn bij het Commando Landstrijdkrachten en het Commando Zeestrijdkrachten inmiddels voltooid. Bij de Koninklijke Marechaussee (herinrichting opleidingsveld), het Commando Luchtstrijdkrachten (de Koninklijke Militaire School Luchtmacht) en het Commando DienstenCentra (de NLDA en het Instituut Defensie Geneeskundige Opleidingen) lopen nog enkele reorganisaties, die naar verwachting voor eind 2013 hun beslag zullen krijgen. Verder streeft Defensie ernaar de maatregel om militairen langer op functie te laten zitten vóór 2018 te effectueren.

9

Hoe worden de taken die met het nieuw te kopen vaartuig zouden worden uitgevoerd nu opgevangen?

De Koninklijke Marechaussee zal meer controles vanaf land uitvoeren en vaker gebruikmaken van de middelen van partners in de rijksoverheid. Hierdoor heeft Defensie afgezien van de aanschaf van een nieuw vaartuig voor de Zeeuwse wateren en het aangrenzend Noordzeegebied.

10

Wanneer zal het onderzoek naar het poolconcept bij de landmacht van operationele wielvoertuigen voltooid zijn?

Het onderzoek wordt eind 2014 voltooid.

11

Wanneer zal de studie naar de plaatsing van civiele dienstauto's in decentrale pools voltooid zijn?

Met de oprichting van het Centraal Wagenpark Beheer geeft Defensie invulling aan een doelmatiger gebruik van de beschikbare civiele dienstauto’s. In 2014 worden de civiele dienstauto’s door de defensieonderdelen overgedragen aan het Centraal Wagenpark Beheer en wordt gestart met het meten van het gebruik van deze middelen. Eind 2014 zal dit proces zijn voltooid. Op basis van het verkregen inzicht wordt vanaf begin 2015 gestuurd op de kwaliteit, de kwantiteit en de locaties van de decentrale pools.

12

Hoe wordt voorkomen dat het verminderen van het aantal internationale functies tot complicaties leidt? Wat kan de hierdoor onvermijdelijk verminderde Nederlandse aanwezigheid in het buitenland betekenen in het licht van de steeds belangrijker wordende internationale samenwerking en hoe wordt dit opgevangen?

De vermindering van het aantal internationale functies komt voort uit de taakstelling van dertig procent op het bestuur, als onderdeel van de beleidsbrief 2011. Daarnaast is de Navo commandostructuur aangepast waardoor Nederland minder functies moet vullen. Nederland heeft in de nieuwe Navo commandostructuur wel nieuwe, goed gekwalificeerde functies bemachtigd. Het succes van internationale samenwerking is overigens niet specifiek afhankelijk van de omvang van het internationale functiebestand. De daarmee samenhangende werkzaamheden worden voor een groot deel gedaan vanuit de Bestuursstaf en de staven van de operationele commando’s.

13

Welke afspraken werden er gemaakt over de Nederlandse bijdrage aan het Duits-Nederlandse legerkorps?

16

Hoeveel vte'n worden bij de Nederlandse bijdrage aan het Duits-Nederlands legerkorps beoogd als de taakstelling op 1 mei 2014 een feit zal zijn?

Nederland en Duitsland hebben in de Declaration of Intent van 28 mei jl. afgesproken dat het Duits-Nederlandse legerkorpshoofdkwartier zal worden omgevormd tot een multinationaal hoofdkwartier waaraan ook andere landen personeel kunnen bijdragen. Nederland heeft met Duitsland afspraken gemaakt over de vulling van de functies. In de staf van het hoofdkwartier zijn voor Nederland 144 permanente functies voorzien. Daarnaast worden vijftien functies bij toerbeurt door Duitsland en Nederland vervuld. In het ondersteuningsbataljon van het hoofdkwartier zijn 67 Nederlandse functies opgenomen. Verder zijn er bij het in Nederland gelegerde CIS-bataljon, dat onder meer zorgt voor de verbindingen, nog eens 228 Nederlandse functies.

14

Op welke risicovoorziening wordt het niet behaalde gedeelte van de reductie van het aantal internationale functies in het Duits-Nederlands legerkorps ten laste gebracht?

15

Hoe lang kan het niet behaalde gedeelte van de reductie van het aantal internationale functies in het Duits-Nederlands legerkorps ten laste worden gebracht aan de risicovoorziening?

Zie het antwoord op vraag 2.

16

Hoeveel vte'n worden bij de Nederlandse bijdrage aan het Duits-Nederlands legerkorps beoogd als de taakstelling op 1 mei 2014 een feit zal zijn?

Zie het antwoord op vraag 13.

17

Zijn er buitenlandse adviseurs betrokken bij het opzetten van de Warfare Centres? Zo ja, uit welke landen en wat is hun rol?

De Warfare Centers zijn de kenniscentra van de operationele commando’s. Er zijn geen buitenlandse adviseurs betrokken bij het opzetten hiervan.

18

Wordt er door het Joint ISTAR Commando (JISTARC) samengewerkt met buitenlandse inlichtingendiensten? Zo ja, welke?

Het Joint Intelligence Surveilance Target Acquisition and Reconnaisance Commando (JISTARC) is een eenheid die de Commandant der Strijdkrachten, de operationele commandanten en de MIVD voorziet van operationele inlichtingen. Het commando is vorig jaar opgericht, waarbij alle defensiebrede operationele inlichtingencapaciteit onder één eenheid is gebracht. Het JISTARC is geen inlichtingendienst zoals beschreven in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) 2002. Het JISTARC werkt ook niet samen met buitenlandse inlichtingendiensten. De MIVD is binnen Defensie de aangewezen partij om, in voorkomend geval, relaties met buitenlandse inlichtingendiensten te onderhouden binnen de wettelijke kaders van de Wiv 2002.

19

Wat is de precieze stand van zaken bij het verkleinen van de NAVO commandostructuur?

De Navo is bezig met de implementatie van de nieuwe commandostructuur en de afstoting van de onderdelen die niet meer nodig zijn. Dit wordt uitgevoerd aan de hand van gedetailleerde implementatie- en de-activatieplannen. De verkleining van de commandostructuur wordt eind 2015 voltooid.

20

Op welke termijn kan duidelijkheid verwacht worden over de concrete belangstelling voor de Leopard-tanks?

Defensie is in gesprek met verschillende partijen over de overname van de Leopard-tanks. In dit stadium is het vanwege commerciële redenen niet mogelijk daarover nadere mededelingen te doen. Indien met een partij een principeovereenkomst is bereikt, zult u daarover conform de motie-Van den Doel c.s. worden geïnformeerd.

21

Heeft de opheffing van de Patriot-batterij gevolgen voor de voortgezette inzetbaarheid van de Patriot-batterij in Turkije? Zo ja, welke?

Door de opheffing van de vierde Patriot-batterij is het voortzettingsvermogen van de Patriot lucht- en raketverdedigingscapaciteit verkleind. Indien de Patriot-missie in Turkije langer dan voorzien moet worden voortgezet, zullen personele, materiële en financiële gevolgen in kaart worden gebracht. U wordt hierover geïnformeerd indien een verlenging aan de orde is.

22

Hoeveel effectieve vluchturen hebben de F-16’s, die te koop worden aangeboden? Voor welke periode zijn deze F-16’s nog inzetbaar zonder extra onderhoud?

Na de verkoop van vijftien F-16’s aan Jordanië, waarover u 25 september jl. bent geïnformeerd (Kamerstuk 22 054, nr. 232), beschikt Defensie niet meer over overtollige F-16’s. De vlieguren van de aan Jordanië verkochte F-16’s liggen tussen de 4.300 en 5.200 uren. Toestellen worden afgeleverd in een met de afnemer overeengekomen staat van onderhoud.

Naar boven