32 706 Beveiliging zeevaartroutes tegen piraterij

Nr. 40 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 februari 2013

Op 12 december 2011 heeft de Europese Raad ingestemd met het Crisis Management Concept (CMC) van de civiele EU Regional Maritime Capacity Building (EUCAP Nestor) missie. Het besluit van de Europese Raad wordt ondersteund door VN-resolutie 1851. Deze resolutie moedigt internationale samenwerking tussen staten en organisaties aan op het gebied van piraterijbestrijding. EUCAP Nestor is gericht op regionale maritieme capaciteitsopbouw in Djibouti, de Seychellen, Kenia, Somalië en op termijn Tanzania. De missie is onderdeel van de geïntegreerde benadering van de EU ten aanzien van piraterijbestrijding.

In de brief met de geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van ministers van Defensie in Nicosia van 19 september 2012 (Kamerstuk 21 501-28, nr. 82) is gemeld dat Nederland de Deputy Head of Mission levert en beziet of het aanvullend staffunctionarissen kan leveren. Belangrijk onderdeel van de Nederlandse inzet in de Hoorn van Afrika is bijdragen aan stabiliteit en veiligheid. Veiligheid in Somalië en omliggende landen is een voorwaarde om piraterij, terrorisme en migratiestromen tegen te gaan. Dit is voor Nederland zowel op economisch als veiligheidsgebied van belang. Daarom heeft de Nederlandse regering haar principebereidheid tot een Nederlandse bijdrage aan EUCAP Nestor verwoord in de brief EU informele bijeenkomst Ministers van Defensie van 25 oktober 2012 (Kamerstuk 21 501-28, nr. 84), de brief EU RBZ van 9 november 2012 (Kamerstuk 21 501-28, nr.87) en de brief Piraterijbestrijding van 7 december 2012 (Kamerstuk 21 501-28, nr. 89). De totale Nederlandse bijdrage aan EUCAP Nestor zal bestaan uit ongeveer tien functionarissen.

Piraterij vormt een bedreiging voor de internationale koopvaardij. Daarom levert Nederland via de NAVO-operatie Ocean Shield en EU-operatie Atalanta een bijdrage aan de piraterijbestrijding voor de kust van Somalië. Maar met militair optreden alleen kunnen de grondoorzaken van piraterij niet worden weggenomen. Straffeloosheid en gebrek aan alternatieve inkomstenbronnen maken piraterij voor de kust van Somalië tot een lucratief verdienmodel. Om de oorzaken van piraterij weg te nemen zijn stabilisatie en capaciteitsopbouw in Somalië en de regio noodzakelijk. De rechtsstaat, de veiligheidssector en de economie dienen te worden opgebouwd met steun van de internationale gemeenschap. Somalië en omliggende landen in de regio zijn daarvoor primair zelf verantwoordelijk.

Mandaat en opzet van de missie

De missie EUCAP Nestor is vooral gericht op maritieme capaciteitsopbouw in de Hoorn van Afrika. Het hoofdkwartier van de missie is gevestigd in Djibouti. De missie gaat Djibouti, Somalië, Kenia, Tanzania en de Seychellen assisteren bij het ontwikkelen van duurzame maritieme capaciteit zodat landen in de regio zelf effectieve controle kunnen uitoefenen in hun territoriale wateren. Daarnaast richt de missie zich op ontwikkeling van de rechtsstaat door de opbouw van goed bestuur en justitiële capaciteit in Somalië zelf. Daarbij ligt de nadruk in eerste instantie op Somaliland en Puntland. De missie bestaat uit 137 internationale en 39 lokale stafleden. In januari 2013 is het Operatieplan (Oplan) gepresenteerd en naar verwachting zal de missie in het tweede kwartaal van 2013 volledig operationeel zijn. Het huidige mandaat van de missie loopt tot 1 december 2013 en wordt naar verwachting met twee jaar verlengd tot 1 december 2015.

Geïntegreerde benadering

Deelname aan EUCAP Nestor past bij de geïntegreerde benadering die Nederland voorstaat met betrekking tot piraterijbestrijding. Nederland levert een bijdrage aan antipiraterij-operaties door deelname aan NAVO-operatie Ocean Shield, EU-operatie Atlanta en de staf Combined Martime Forces (CMF). Daarnaast levert Nederland een bijdrage aan de opbouw van regionale capaciteit om piraterijbestrijding ter hand te nemen en een einde te maken aan straffeloosheid via UN Office on Drugs and Crime (UNODC). Deze inspanningen zijn erop gericht piraterij aan te pakken en de stabiliteit in de Hoorn van Afrika te bevorderen. Ook stelt Nederland twee experts beschikbaar en draagt het financieel bij aan het Regional Anti-Piracy Prosecutions and Intelligence Coördination Centre (RAPPIC). Een initiatief van het Verenigd Koninkrijk om straffeloosheid van leiders,

onderhandelaars en financiers van piraterij tegen te gaan. Deelname aan EUCAP Nestor is complementair aan deze inspanningen. Een goed functionerende kustwacht, kustpolitie en juridische sector in de regio en op termijn in Somalië, Somaliland en Puntland zijn noodzakelijk om piraten in de regio te kunnen oppakken en vervolgens te berechten. Door de hiervoor benodigde capaciteit op te bouwen kunnen de staten stapsgewijs de verantwoordelijkheid op zich nemen in de strijd tegen piraterij.

Naast activiteiten op het gebied van piraterijbestrijding investeert Nederland ook in ontwikkeling in Somalië om zo de grondoorzaken van piraterij weg te nemen. Het kabinet is zich ervan bewust dat dit een langetermijninvestering in vrede, veiligheid en ontwikkeling op land vergt. Somalië is geen OS-partnerland, wel is besloten tot beperkte intensivering van bilaterale steun aan Somalië vanaf 2012 in navolging van de brief van 16 november 2011 (Kamerstuk 22 831, nr. 63). De steun is gericht op de versterking van rule of law en livelihoods. Nederland investeert bilateraal EUR 1,5 miljoen (2012–2015) via de Association of European Parliamentarians for Africa (AWEPA) voor capaciteitsopbouw van regionale parlementen in Puntland en Somaliland. Ook draagt Nederland EUR 2,5 miljoen (2012–2015) bij aan veiligheidsinitiatieven op gemeenschapsniveau en EUR 2 mln. (2012–2014) via het Somalia Stability Fund. Nederland levert daaraan ook een deskundige. Daarnaast wordt over de periode 2012–2015 EUR 2,3 miljoen via Oxfam en EUR 2,2 miljoen via Care geïnvesteerd ten behoeve van de wederopbouw.

Diplomatieke inzet via de VN en de EU heeft door gecoördineerde politieke druk van de internationale gemeenschap op de Transitional Federal Government tot bemoedigende resultaten geleid. De situatie is nog steeds fragiel, maar voor het eerst sinds twintig jaar is er sprake van een politieke omwenteling in Somalië en van gekozen centrale autoriteiten (Somalia National Government). Binnen het kader van een geïntegreerde internationale inzet wil Nederland ook de eigen inzet op verschillende sporen complementair laten zijn.

Nederlandse bijdrage EUCAP Nestor

Nederland gaat uit van een bijdrage van ongeveer tien personen. Op basis van de behoefte van de missie, geeft Nederland daarbij de voorkeur aan de functies van trainers voor de kustwacht, politieadviseurs en mogelijk politieke en juridische adviseurs. Het kabinet wil de Nederlandse bijdrage aan EUCAP Nestor vooral concentreren op de Seychellen. De Nederlandse marine heeft in 2012 tweemaal onderschepte verdachten van piraterij voor vervolging overgedragen aan de Seychellen. De Nederlandse bijdrage aan EUCAP Nestor op de Seychellen zou een verdere bestendiging van de relatie met de Seychellen zijn. Daarnaast wil Nederland vanuit sleutelposities op het hoofdkantoor in Djibouti ook een bijdrage leveren aan de maritieme capaciteitsopbouw in de regio. Nederland kan zowel militair als civiel personeel inzetten, maar het karakter van de missie is civiel en dus zullen de deelnemers uitsluitend civiele taken uitvoeren. De Nederlandse bijdrage aan de missie loopt tot januari 2015, met de mogelijkheid tot verlenging. Naast Nederland leveren België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, Verenigd Koninkrijk en Zweden een bijdrage aan de missie.

Veiligheidssituatie

De veiligheidssituatie op de Seychellen en Djibouti is stabiel. Op de Seychellen is er geen sprake van terroristische dreiging.

In Djibouti is dit wel het geval. Een kleinschalige aanslag op Westerse militairen die niet of nauwelijks beveiligde locaties bezoeken, is mogelijk. Missieleden zullen vooralsnog niet werken in Somalië, ook niet in de regio’s Somaliland en Puntland.

Kosten van Nederlandse bijdrage aan de missie

De additionele uitgaven voor de Nederlandse deelneming zijn uitsluitend van personele aard.

De inzet van tien functionarissen zal in 2013 naar schatting EUR 600.000 bedragen. In 2014 zullen de uitgaven voor de missie beperkt toenemen, aangezien dit een volledig jaar betreft. De uitgaven zullen worden gefinancierd binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

De minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

De minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven