22 831 De Hoorn van Afrika

Nr. 63 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 september 2011

Zoals uw Kamer is toegezegd, gaat u hierbij een brief over de Nederlandse inzet ter bevordering van de stabiliteit in Somalië.

Sinds de ineenstorting van het regime van dictator Mohamed Siad Barre in 1991 is Somalië het toneel geweest van een verwoestende burgeroorlog. Mede vanwege het ontbreken van een legitiem en effectief centraal gezag is ruimte ontstaan voor internationale criminaliteit, piraterij en terrorisme. Bovendien zijn de humanitaire en mensenrechtensituatie als gevolg van twintig jaar burgeroorlog en droogte bijzonder slecht. De situatie in Somalië is niet alleen een menselijk drama voor de burgers van dat land maar raakt ook de belangen van Nederland.

Voordat wordt ingegaan op de Nederlandse inzet, volgt een verslag van het bezoek van staatssecretaris Knapen aan Mogadishu. Humanitaire crises kunnen gemakkelijker voorkomen en aangepakt kunnen worden in een situatie van stabiliteit. Dit geldt evenzeer voor het aanpakken van piraterij: het vergroten van stabiliteit en rechtsstatelijke ontwikkeling dragen bij aan het wegnemen van de factoren waardoor piraterij nu kan floreren. Bovendien zal een verbeterd economisch perspectief op gemeenschapsniveau kunnen bijdragen aan het wegnemen van de voedingsbodem voor piraterij. In de regeringsreactie op het AIV-advies over piraterij (Kamerstuk 32 706, nr. 5, 1 april 2011) en de artikel 100 brief (Kamerstuk 29 521, nr. 168, 1 juni 2011) is de regering reeds ingegaan op de bestrijding van piraterij door middel van een samenhangende aanpak.

Bezoek staatssecretaris Knapen aan Mogadishu

Op 1 september 2011 bracht staatssecretaris Knapen een kort bezoek aan Mogadishu, de hoofdstad van Somalië, om zich te laten informeren over de humanitaire situatie en betrokkenheid te tonen bij de slachtoffers van de hongersnood. De Hoorn van Afrika kampt momenteel met de gevolgen van ernstige droogte. Somalië is zwaar getroffen: in zes gebieden is inmiddels sprake van hongersnood. Ongeveer 4 miljoen mensen hebben dringend behoefte aan humanitaire hulp. Ongeveer 1,3 miljoen van hen worden inmiddels bereikt.

In Nairobi sprak staatssecretaris Knapen met de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen, António Guterres, over de humanitaire crisis in de Hoorn van Afrika en de daaruit voortvloeiende vluchtelingenstromen.

In Somalië sprak de staatssecretaris met president Sheikh Sharif Sheikh Ahmed en premier Abdiweli Mohamed Ali van de Transitional Federal Government over de humanitaire, politieke en veiligheidssituatie in Somalië. De staatssecretaris riep de TFG op om de hulpverlening zo goed mogelijk te faciliteren en alles in het werk te stellen om de veiligheid van hulpverleners en hulpbehoevenden te garanderen.

De TFG-bewindspersonen informeerden de staatssecretaris over de gemaakte voortgang met betrekking tot de totstandkoming van een Roadmap, waarin is aangegeven welke resultaten de TFG in samenwerking met andere Somalische partijen dient te bereiken voor het einde van de transitieperiode (augustus 2012). De Roadmap is gericht op:

  • het verbeteren van de veiligheid in Mogadishu en andere gebieden in Zuid-Somalië;

  • de totstandkoming en aanname van een concept-grondwet;

  • politieke outreach naar regionale en lokale overheden en verzoening met- en tussen verschillende groepen;

  • het verbeteren van bestuur, transparantie en accountability.

Tijdens de High Level Consultative Meeting in Mogadishu van 4 tot 6 september bereikten aanwezige Somalische partijen (TFG, vertegenwoordigers van Puntland en Galmudug, Ahlu Sunna Wal Jama’a en het maatschappelijk middenveld) overeenstemming over de inhoud van de Roadmap.

Met de Force Commander van de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (AMISOM) had de staatssecretaris een onderhoud over de veiligheidssituatie in Mogadishu. De humanitaire toegang in Mogadishu is verbeterd na de onverwachte terugtrekking van de radicaal-islamitische beweging Al Shabaab uit Mogadishu begin augustus, maar er blijft nog steeds een dreiging uitgaan van Al Shabaab (o.a. dreiging van zelfmoordaanslagen).

Voorts sprak de staatssecretaris met humanitaire organisaties werkzaam in Somalië en bracht hij een bezoek aan een ontheemdenkamp. Dit maakte inzichtelijk met welke enorme uitdagingen humanitaire organisaties te maken hebben om de hulpbehoevende bevolking van Somalië tijdig van voedsel en overige humanitaire hulp te voorzien. De toegang tot de door Al Shabaab gecontroleerde gebieden in Zuid-Centraal Somalië is toegenomen maar is nog steeds aan grote beperkingen onderhevig. De humanitaire noden in Somalië zijn onverminderd hoog. De staatssecretaris benadrukte tegenover diverse gesprekspartners de noodzaak van vrije humanitaire toegang en drong aan op efficiënte coördinatie van de internationale hulp.

Daags na het bezoek van de staatssecretaris aan Somalië kondigde het kabinet een nieuwe bijdrage aan van 10 miljoen euro aan het Gemeenschappelijke Humanitaire Fonds voor Somalië, dat beheerd wordt door de VN. Deze kwam bovenop de eerdere bijdrage van 4,8 miljoen euro aan dit fonds en de bijdrage van 1,5 miljoen euro ten behoeve van het werk van het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) in Somalië. Aan het regionale hulpverzoek van de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR voor Ethiopië, Djibouti en Kenia werd eerder 2 miljoen euro beschikbaar gesteld. Ook werd 5,5 miljoen euro bijgedragen aan het Gemeenschappelijke Humanitaire Fonds voor Ethiopië en werd 2 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de activiteiten van het Wereldvoedselprogramma in Ethiopië. De algemene bijdragen aan WFP, ICRC, UNHCR en de jaarlijkse bijdrage aan het Centrale VN-Noodhulpfonds CERF bedroegen dit jaar in totaal 145 miljoen euro. Deze organisaties kunnen de ongeoormerkte Nederlandse bijdrage tevens in de Hoorn van Afrika inzetten. Ten slotte draagt Nederland, via de reguliere bijdrage aan de Europese Unie, bij aan de humanitaire hulpbijdrage van ruim 160 miljoen euro van de Europese Commissie voor de Hoorn van Afrika.

Van crisismanagement naar structurele verandering

Het is evident dat humanitaire crises gemakkelijker voorkomen en aangepakt kunnen worden in een situatie waarin sprake is van stabiliteit en afwezigheid van gewapend conflict. Een vergelijkbare redenering gaat op voor piraterij. Piraterij krijgt minder kans in een functionerende rechtsstaat. Voorts geldt dat bij voldoende werkgelegenheid en economisch perspectief mensen wellicht minder geneigd zijn om zich in te laten met illegale activiteiten zoals piraterij. Men dient echter voorzichtig te zijn met het trekken van conclusies. Zelfs bij volledige werkgelegenheid zullen er individuen zijn die de voorkeur geven aan het ontplooien van illegale activiteiten, zoals piraterij. Investeringen in piraterij zijn doorgaans zeer lonend: losgeldbetalingen bedragen gemiddeld 5 miljoen dollar. Een eenzijdige focus op sociaaleconomische ontwikkeling is daarom niet voldoende. Er dient een klimaat geschapen te worden waarin het piraten en investeerders in piraterij zo moeilijk mogelijk gemaakt wordt om hun activiteiten uit te voeren. Rechtsstatelijke ontwikkeling en capaciteitsopbouw van de justitiële infrastructuur (inclusief opsporings-, vervolgings- en detentiecapaciteit) zijn hiervoor belangrijke middelen.

Bevordering van stabiliteit en vredesopbouw in Somalië

De mate van stabiliteit in Somalië verschilt sterk per regio. De regio Somaliland, die sinds 1991 onafhankelijkheid nastreeft, heeft een democratisch gekozen regering en relatief sterke overheidsinstituties. De veiligheidssituatie in Somaliland is de laatste jaren relatief stabiel. Bovendien is Somaliland er tot nu toe in geslaagd om piraterij buiten de deur te houden. Ook Puntland is relatief stabiel te noemen, echter beduidend minder stabiel dan Somaliland en met een zwakkere overheid. Deze regio heeft te kampen met clanconflicten, georganiseerde criminaliteit en piraterij en ondervindt de gevolgen van de gewapende strijd in aangrenzende gebieden. Het conflict concentreert zich in Zuid-Centraal Somalië waar de Transitional Federal Government (TFG) wordt bevochten door de radicaal-islamitische groepering Al Shabaab. De TFG is internationaal erkend maar geniet beperkte steun en legitimiteit onder de bevolking.

Vanwege het gebrek aan vooruitgang op politiek gebied wordt internationaal steeds meer nadruk gelegd op de noodzaak om steun aan de overgangsinstituties te verbinden aan concrete meetpunten uit de Roadmap. Tevens is sprake van een tendens om niet meer alleen «Mogadishu» te steunen, maar ook steun te geven aan en samen te werken met andere, decentrale overheden, in het bijzonder Somaliland en Puntland.

Nederlandse inzet op het gebied van stabilisering Somalië

Het kabinet wil zich inzetten voor het vergroten van de stabiliteit in Somalië. Dit is niet alleen in het belang van de Somalische bevolking maar ook in ons eigen belang. De Nederlandse belangen worden geraakt door piraterij voor de kust van Somalië, de dreiging van terrorisme en door het relatief hoge aantal Somaliërs dat asiel aanvraagt in Nederland.

Uitgangspunten voor de Nederlandse inzet met betrekking tot Somalië zijn:

  • De verantwoordelijkheid voor het oplossen van het conflict ligt primair in Somalië. Een duurzame strategie van staatsopbouw en veiligheid dient gedragen en uitgevoerd te worden door de Somaliërs zelf. De ervaring leert dat extern aangedragen oplossingen niet of nauwelijks succesvol zijn. De rol van de internationale gemeenschap zal dan ook vooral ondersteunend moeten zijn. Daarbij dienen de landen in de regio het voortouw te nemen.

  • Het realiseren van stabiliteit in Somalië is een langetermijnproces dat de inzet van een breed instrumentarium vraagt (o.a. politiek, diplomatiek, militair, OS). Hierbij is van belang dat de grondoorzaken van de instabiliteit worden aangepakt.

  • Do no harm. De situatie in Somalië is uiterst complex. Veel van de strategieën die de afgelopen twintig jaar zijn ontwikkeld om Somalië te stabiliseren, hebben onvoldoende effect gesorteerd, of de situatie soms zelfs verergerd. Lessons learned moeten worden toegepast.

  • Nederland hecht er belang aan en zal zich ervoor inspannen dat de internationale strategie ten aanzien van Somalië meer effect sorteert. Hiervoor is meer coördinatie, coherentie en – op sommige punten – ook conditionaliteit vereist.

  • Somalië is geen OS-partnerland van Nederland. De Nederlandse inzet loopt vooral via multilaterale kanalen. Ook ondersteunt Nederland enkele specifieke projecten in Somalië. De OS-inspanningen zullen de komende jaren in beperkte mate worden uitgebreid. Indien daartoe aanleiding is, zal een bijdrage geleverd blijven worden aan het verlichten van humanitaire noden en het creëren van ruimte voor het leveren van humanitaire assistentie.

Geïntegreerde piraterijbestrijding

In het kader van piraterijbestrijding is Nederland sinds 2008 nagenoeg continu actief met een marineschip voor de kust van Somalië. De inzet vindt plaats in NAVO- dan wel EU-kader. Daarnaast worden sinds april 2011 zelfstandige militaire bewapende beveiligingsteams ingezet ter bescherming van zeer kwetsbare zeetransporten. Via artikel 100-brieven en evaluaties na afloop wordt de Kamer al regelmatig geïnformeerd over deze inzetten.

Nederland zoekt tevens een actieve diplomatieke betrokkenheid in de internationale fora die van belang zijn voor piraterijbestrijding, in het bijzonder de EU, de NAVO en de Contact Group on Piracy off the Coast of Somalia. Ook stimuleert Nederland de betrokkenheid van de centrale overgangsinstellingen en regionale autoriteiten in internationale fora op het gebied van piraterijbestrijding.

Zoals reeds gesteld, en ook aangegeven in het AIV-advies over piraterij, is de militaire inzet ten aanzien piraterijbestrijding alleen niet toereikend om de dreiging van piraterij weg te nemen. De oorzaken van piraterij liggen namelijk op land en niet op zee; piraterij wortelt in de wetteloosheid en het gebrek aan effectief bestuur op het vasteland, en draagt daar inmiddels zelf ook aan bij. Versterking van de rechtsstaat (rule of law), onder meer via justitiële capaciteitsopbouw is dan ook noodzakelijk. Het vergroten van vervolgings- en detentiecapaciteit maakt hier deel van uit. Het kabinet is van mening dat het multilaterale kanaal het meest geschikt is om deze programma’s – gericht op stabilisering op het vasteland – ter hand te nemen. Om de lokale bevolking minder vatbaar te maken voor rekrutering voor de piraterij is het van belang om hen alternatieve en duurzame bronnen van inkomsten te bieden via sociaaleconomische programma’s.

Hieronder wordt de bestaande Nederlandse inzet op het gebied van stabilisering van Somalië – en daarbinnen geïntegreerde piraterijbestrijding – uiteengezet. De VN en EU voeren reeds omvangrijke programma’s uit gericht op het bevorderen van stabiliteit in Somalië. De VN en de EU hebben zowel de financiële middelen als de personele capaciteit om dit op relatief grote schaal te doen, al gelden ook voor deze organisaties beperkingen vanwege de ernstige onveiligheid in grote delen van Somalië.

Inzet van de buurlanden

Naast de VN en de EU dienen ook de Afrikaanse Unie en de regionale organisatie IGAD een belangrijke rol te spelen. Het conflict in Somalië is altijd onderdeel geweest van een regionale dynamiek, die gekenmerkt wordt door competitie over schaarse hulpbronnen, onderontwikkeling, slecht bestuur, conflicten tussen religieuze en etnische groepen en botsende economische belangen. Buurlanden zijn veelvuldig van directe invloed geweest op het verloop van het conflict in Somalië. Zo hebben Ethiopië en Eritrea Somalië deels gebruikt als terrein om hun eigen geschillen uit te vechten (proxy-oorlogen). Andersom is de situatie in Somalië ook van directe invloed op de nationale veiligheid in de buurlanden: men denke aan de bomaanslagen door Al Shabaab in Kampala in juli 2010 en de negatieve impact van piraterij en vluchtelingenstromen in de regio. De buurlanden zijn dus nauw betrokken bij de problematiek; zij kunnen en moeten ook bijdragen aan een oplossing.

De AU levert sinds 2007 een belangrijke bijdrage aan het bevorderen van de stabiliteit in Somalië via de ontplooiing van de AU-missie in Somalië (AMISOM). De door de VNVR gemandateerde troepensterkte van de missie is 12 000 man. Momenteel zijn ongeveer 9 000 Burundese en Ugandese militairen in Somalië actief. Zij ondersteunen de Transitional Federal Government bij het garanderen van de veiligheid in Mogadishu en gebieden in Zuid-Centraal Somalië die onder controle staan van de TFG. Met behulp van AMISOM heeft de TFG in de eerste helft van dit jaar in Mogadishu belangrijke terreinwinst weten te boeken op de radiciaal-islamitische beweging Al Shabaab.

De Afrikaanse Unie zet zich tevens in voor het vinden van een politieke oplossing voor het conflict in Somalië via de activiteiten van de AU Hoge Vertegenwoordiger voor Somalië, Jerry Rawlings, en Speciaal Vertegenwoordiger van de voorzitter van de Commissie van de Afrikaanse Unie, ambassadeur Boubacar Diarra. De AU wordt gesteund door de VN (o.a. via het United Nations Support Office for AMISOM, UNSOA) en in belangrijke mate ook door de EU (EU Africa Peace Facility).

Inzet via de VN

Het belangrijkste forum voor afstemming van de internationale respons op de crisis in Somalië is de International Contact Group on Somalia, voorgezeten door de Speciaal Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal van de VN, Augustine Mahiga (SVSGVN). De SVSGVN zetelt met zijn kantoor UNPOS (United Nations Political Office for Somalia) in Nairobi. Belangrijke elementen uit het mandaat van UNPOS, dat is gebaseerd op resolutie 1 863 (2009) van de VN Veiligheidsraad, zijn het bevorderen van de implementatie van het Djibouti vredesproces en het ondersteunen van de opbouw van een veiligheidssector in Somalië. Recentelijk heeft de SVSGVN een belangrijke faciliterende rol gespeeld bij de totstandkoming van de Roadmap en het bijeenbrengen van verschillende politieke spelers in Somalië.

Nederland ondersteunt diverse initiatieven in VN-kader:

  • Nederland is lid van de International Contact Group on Somalia.

  • Nederland is actief deelnemer aan de Contact Group on Piracy off the Coast of Somalia (CGPCS), in november 2011 voorzitter en draagt 1 miljoen euro bij aan het Trust Fund van de Contact Group t.b.v. regionale capaciteitsopbouw op het gebied van piraterijbestrijding.

  • Tevens draagt Nederland bij aan diverse programma’s van UNODC (UN Office on Drugs and Crime):

    • Bijdrage van 0,8 miljoen euro voor UNODC capaciteitsopbouwprogramma t.b.v. justitiële infrastructuur Seychellen.

    • Bijdrage van 1,5 miljoen euro voor het vergroten van detentiecapaciteit in Somalië via UNODC-programma.

    • Bestaande detachering van een officier van de Koninklijke Marechaussee als politieadviseur bij UNODC-programma en het voornemen om vanuit het KLPD een expert financiële stromen piraterij bij UNODC te detacheren.

  • Bijdrage van 50 000 euro aan de Djibouti Code of Conduct (maritieme capaciteitsopbouw).

  • Via core-bijdrage aan de Security Sector Reform-unit van het VN Department for Peacekeeping Operations (DPKO) ondersteunt Nederland een Security Sector Reform programma van de VN in Somalië.

  • Via Nederlandse core-bijdrage aan het Bureau for Crisis Prevention (BCPR) van het United Nations Development Programme (UNDP) wordt UNDP’s Rule of Law en veiligheidsprogramma in Somalië ondersteund.

  • Via Nederlandse core-bijdrage aan VN Mine Action Services (UNMAS) wordt bijgedragen aan ontmijning in Somalië.

Inzet via de Europese Unie

Binnen de internationale gemeenschap speelt de EU een belangrijke rol in Somalië, onder meer via een politieke dialoog met diverse Somalische spelers en omvangrijke investeringen op het gebied van vrede en veiligheid en ontwikkelingssamenwerking. Zo ondersteunt de EU de Missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (AMISOM) en de training van militaire eenheden van de Transitional Federal Government (EU Trainingsmissie). Ook voert de EU een grootschalige maritieme operatie tegen piraterij uit, Atalanta.

De EU is de grootste donor in Somalië. De EU ondersteunt onder meer de overgangsinstituties, zoals het Transitional Federal Parliament en de Transitional Federal Government. De investeringen van de EU als grootste donor vertalen zich echter nog onvoldoende naar politiek gewicht in het bevorderen van stabiliteit in Somalië. De EU zou een effectievere rol kunnen spelen op politiek en diplomatiek terrein.

De totale meerjarige bijdrage van de Europese Commissie ten behoeve van het bevorderen van stabiliteit in Somalië bedroeg in 2010 346 miljoen euro. De helft van dit bedrag is bedoeld voor de ondersteuning van de Missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (100 miljoen euro) en humanitaire hulp aan het land (77 miljoen euro). De rest wordt op de volgende manier besteed:

  • 52,6 miljoen euro aan goed bestuur en veiligheid;

  • 45,2 miljoen euro aan sociale sectoren (onderwijs, gezondheid en water);

  • 48,0 miljoen euro aan economische ontwikkeling en armoedebestrijding;

  • 16,0 miljoen euro aan logistiek: onderhouden van vliegverbindingen;

  • 7,5 miljoen euro aan piraterijbestrijding: versterking rechtssysteem in Kenia en Seychellen en maritieme capaciteitsopbouw in de regio.

Het gaat hier om substantiële bedragen. Het is ook in het belang van Nederland dat de EU deze middelen zo effectief en coherent mogelijk inzet om stabiliteit te bevorderen.

Naast de reguliere afdrachten aan de EU – die mede ten goede komen aan de hierboven genoemde programma’s – draagt Nederland via de volgende EU-programma’s bij aan stabilisering van Somalië:

  • Nederland levert via de EU een bijdrage aan de financiering van de Afrikaanse Unie missie in Somalië (AMISOM).

  • Vanaf eind 2011 zal Nederland een politiek adviseur leveren aan de EU-maritieme operatie Atalanta. Deze adviseur zal geplaatst worden in Nairobi en is verantwoordelijk voor de contacten met de regio.

  • Nederland beziet de mogelijkheden om, bij voorkeur via de EU, bij te dragen aan regionale maritieme capaciteitsopbouwactiviteiten.

Daarnaast draagt Nederland met financiële en personele middelen in belangrijke mate bij aan trainingsprogramma’s voor Burundese en Ugandese troepen die worden ingezet binnen AMISOM. Dit gebeurt via het ACOTA-programma (Africa Contingency Operations Training and Assistance) van de VS. Sinds 2007 draagt Nederland jaarlijks 6 miljoen euro bij aan ACOTA.

Overige Nederlandse inzet:

In aanvulling op genoemde multilaterale initiatieven financiert Nederland de volgende programma’s en projecten gericht op stabilisering in Somalië:

  • Nederland ondersteunt met een bijdrage van 486 200 euro de training van parlementariërs en parlementaire staf in Somaliland en de bouw van een parlementsgebouw van de House of Elders, uitgevoerd door AWEPA (Association of European Parliamentarians for Africa). Looptijd: 2009–2012.

  • Sinds 2008 steunt Nederland Interpeace, een internationale organisatie die is voortgekomen uit het War-torn Societies Project en zich bezighoudt met vredesopbouw. Vanuit de Nederlandse core-bijdrage besteedde Interpeace in 2010 930 000 euro aan samenwerkingsprogramma’s met de Academy for Peace and Development in Hargeisa (Somaliland) en het Puntland Development Research Centre in Garowe (Puntland).

  • Nederland ondersteunt met een bijdrage van 500 000 euro een Community Safety project t.b.v. de versterking van maatschappelijke structuren en community policing, uitgevoerd door de Danish Demining Group in de Puntlandse stad Galkayo. Looptijd: tot september 2011.

  • Via het medefinancieringsprogramma (MFS) draagt Nederland bij aan de uitvoering van diverse projecten in Somalië, uitgevoerd of gefinancierd door Nederlandse NGO’s. Een voorbeeld hiervan is de core-bijdrage aan Free Press Unlimited (algemene bijdrage 380 000 euro). Deze organisatie heeft actieve ondersteuning geboden bij het schrijven van de nieuwe perswet in Somaliland en ondersteunt onafhankelijke Somalische media bij hun werk.

Toekomstige inzet

Nederland zal de komende jaren een belangrijke bijdrage blijven leveren aan de bestrijding van piraterij, die mede veroorzaakt en in stand gehouden wordt door de aanhoudende instabiliteit op het Somalische vasteland en die de integriteit van internationale zeevaartroutes bedreigt. Zoals aangegeven vindt de Nederlandse inzet op het gebied van vrede en veiligheid, inclusief piraterijbestrijding, primair in multilateraal kader plaats. Ook zal Nederland – indien daartoe aanleiding is – een bijdrage blijven leveren aan het verlichten van humanitaire noden in de regio.

Het Nederlandse kabinet zal zich inzetten voor een meer gecoördineerde en coherente internationale respons ten aanzien van Somalië. De diverse VNVR-resoluties met betrekking tot Somalië vormen hierbij het richtinggevende kader. De EU zou meer moeten doen om een effectieve rol te spelen in Somalië. Daarbij valt te denken aan:

  • ontwikkeling van een geïntegreerde en concrete strategie voor Somalië die past binnen het kader van een bredere EU Hoorn van Afrika strategie. Zo blijft het zinvol om te zoeken naar verdere versterking van de coördinatie tussen AMISOM en Atalanta;

  • aanpak van de onderliggende oorzaken van het conflict en de instabiliteit in Somalië;

  • versterking van het centrale overheidsgezag én bevordering van de stabiliteit via de regio’s Somaliland en Puntland;

  • druk op de overgangsinstellingen om uitvoering te geven aan de Roadmap voor de transitieperiode. De benchmarks en deadlines dienen nauwgezet gevolgd te worden. Indien onvoldoende voortgang wordt geboekt, dienen daar consequenties aan verbonden te worden;

  • inzet voor gecoördineerde hulp aan Somalië, o.a. via joint programming.

De komende jaren zal de Nederlandse OS-inspanning in Somalië in beperkte mate worden uitgebreid. Hierbij zal onder meer gebruik gemaakt worden van de uitkomsten van de verkennende studie die de Conflict Research Unit van Clingendael eerder dit jaar heeft uitgevoerd naar mogelijkheden voor intensivering van de Nederlandse inzet in Somalië. Nederland zal alleen activiteiten financieren die een duidelijke meerwaarde hebben ten opzichte van de multilaterale inzet. De focus zal liggen op:

  • 1. het versterken van (overheids-)structuren en rule of law op gemeenschapsniveau om daarmee de veiligheid van mensen (human security) te vergroten.

  • 2. het verruimen van de mogelijkheden van mensen om in hun levensonderhoud te voorzien (livelihoods) en om hen weerbaarder te maken tegen natuurrampen en crises zoals droogte.

Middels het financieren van activiteiten in deze categorieën beoogt Nederland om van «onderop» een bijdrage te leveren aan de stabilisering van gemeenschappen in Somalië. Er geldt geen geografische beperking. Wel dient de veiligheidssituatie in ogenschouw genomen te worden. Waarschijnlijk betekent dit dat de inzet in eerste instantie vooral beperkt zal blijven tot Somaliland en Puntland. De Nederlandse inzet moet waar mogelijk resulteren in invloed op voor Nederland prioritaire gebieden (o.a. afname piraterij, medewerking aan terugkeer en overname overeenkomsten, WOTS etc.).

Somalië is geen partnerland en dat blijft zo. Gezien de beperkte middelen en capaciteit en de uiterst complexe situatie in Somalië dient men realistische verwachtingen te koesteren over de resultaten/impact van de Nederlandse inspanningen op de korte en middellange termijn.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Naar boven