32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 125 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2014

Conform de toezegging aan uw Kamer ontvangt u de halfjaarlijkse rapportage over de benutting van het financieringsinstrumentarium van het Ministerie van Economische Zaken in 2013.

Zoals ik u vorig jaar onder meer in mijn brief over «Ondernemingsfinanciering»1 van 19 december 2013 heb gemeld, blijft de financiering van het bedrijfsleven, en met name van het mkb, onder druk staan. Vanwege het belang van het mkb voor de Nederlandse economie, spant het kabinet zich op vele manieren in om financiering voor ondernemers toegankelijk te houden. Zoals uit deze halfjaarsrapportage blijkt, is de benutting van de financieringsinstrumenten die de kredietverlening stimuleren gedaald ten opzichte van het niveau van enkele jaren geleden. Deze daling is een reflectie van de daling van de gehele zakelijke kredietverlening in 2013. Ondanks deze dalende trend in de markt voor zakelijke kredietverlening, welke gebruikelijk is in een recessieperiode, heeft het financieringsinstrumentarium van de overheid in 2013 voor honderden miljoenen aan krediet en vermogen mogelijk gemaakt voor duizenden ondernemers in de meer kwetsbare segmenten van de financieringsmarkt, voornamelijk startende, kleine, snel groeiende en/of innovatieve bedrijven. Indien het voorspelde economische herstel doorzet en daarmee ook de behoefte aan ondernemingsfinanciering voor investeringen toeneemt, zal het huidige financieringsinstrumentarium weer een grote rol kunnen spelen voor ondernemers die willen groeien maar onvoldoende buffer of zekerheden hebben om de daarvoor benodigde financiering aan te trekken.

Omdat de kapitaalmarkt een aantal structurele ontwikkelingen kent2, die het met name voor segmenten in het mkb moeilijk maakt om voldoende toegang tot financiering te houden, zullen hiermee niet alle in de kern gezonde ondernemers die tegen financieringsknelpunten aanlopen worden bereikt.

Met het stimuleringspakket ondernemingsfinanciering dat het kabinet in de begroting voor 2014 heeft opgenomen, wordt het financieringsaanbod voor het mkb daarom verbreed. Met deze brief informeer ik u tevens over de uitvoering van maatregelen uit het stimuleringspakket.

Het kabinet is alert op verdere signalen rondom kredietverlening – mede op basis van een DNB studie die momenteel wordt afgerond – zodat bij een economisch herstel de groei van de kredietverlening zo veel mogelijk kan worden geaccommodeerd. Zoals ik u tijdens het Algemeen Overleg met de Vaste Commissie voor Economische Zaken over «Regeldruk, Ondernemen en MVO» van 20 maart jl. al aangaf, werk ik aan een aanvullend actieplan voor de financiering van het mkb, in lijn met de oproep daartoe van DNB. Daarin zal ik onder andere ingaan op de verdere ontwikkeling van alternatieve bronnen van financiering en van de beschikbaarheid van buffervermogen voor bedrijven; onderwerpen waar zoals u eerder gemeld3 mijn aandacht momenteel specifiek naar uit gaat. Ik zal u hier voor de zomer verder over informeren.

Naar aanleiding van mijn toezegging bij de begrotingsbehandeling van Economische Zaken van 7 november 2013 (Handelingen II 2013/14, nr. 21, items 5, 8 en 11) informeer ik u ook over afspraken met de banken inzake het doorverwijzen naar andere aanbieders van financiering. Daarnaast bevat deze brief informatie over de stand van zaken met betrekking tot de middelen die de verzekeraars toegezegd hebben in mkb-financiering te zullen steken als uitvloeisel van de commissie Hoek.

Ook stuur ik u bij deze brief het rapport over ketenfinanciering dat in opdracht van mij tot stand is gekomen4. Tot slot zijn bijlagen over het Toetsingskader Risicoregelingen en garanties Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) en het Toetsingskader Risicoregelingen en garanties Garantie ondernemingsfinanciering (GO) bijgevoegd5.

Benutting financieringsinstrumenten

De cijfers over het tweede halfjaar van 2013 laten vergeleken met het eerste half jaar zien dat de benutting van het garantie-instrumentarium over bijna de gehele linie gedaald is en de benutting van het overige financieringsinstrumentarium stabiel is gebleven.

Gebruik van het financieringsinstrumentarium hangt af van de vraag naar en het aanbod van financiering. In een periode van laagconjunctuur zoals die zich de afgelopen periode voordeed blijft de vraag naar financiering achter. Bovendien blijft vooral de vraag naar nieuwe financieringen achter, waar het instrumentarium primair op is gericht. Ook aan de aanbodzijde is een afname te zien. Banken hebben de laatste jaren hun kredietbeleid aangescherpt. Sinds medio 2013 krimpt de bancaire kredietverlening aan het bedrijfsleven.

Vooral het kleinere mkb, dat sterk op bancaire financiering is aangewezen, komt moeilijk aan financiering. Bij een zwakke economie zijn investeringen ook vaker niet of minder rendabel en daardoor niet financierbaar, ook niet met behulp van de financierings-instrumenten van de overheid. Het instrumentarium kan de grootste ondersteuning bieden op momenten dat er een grote vraag is naar financiering. Dit is bijvoorbeeld het geval in een periode van economisch herstel wanneer bedrijven uitbreiden en groeien maar er weinig middelen zijn binnen het bedrijf zelf om dit te financieren. Het is dan ook van groot belang dat met name het mkb kan blijven beschikken over financieringsinstrumenten vanuit de overheid om de toegang tot financiering te ondersteunen. Indien de (voorspelde) economische groei voor 2014 leidt tot een toename in de vraag naar financiering, is de verwachting dat ook het gebruik van de financieringsinstrumenten weer toeneemt.

Ook in de afgelopen periode, waarbij vraag naar en aanbod van met name mkb-financiering onder druk staat, stelt het instrumentarium van de overheid – ondanks het gedaalde gebruik – financiers in staat om een groot aantal bedrijven te blijven financieren. Zoals ik in de brief «Stimulering Ondernemingsfinanciering» van 17 september jl. aankondigde, is het instrumentarium op onderdelen tijdelijk verruimd om ondernemers ook nu tijdens de aanhoudende crisis aanvullend te ondersteunen. Het effect hiervan kan met name in 2014 worden waargenomen.

Overzicht benutting financieringsinstrumenten

Het Ministerie van Economische Zaken heeft twee garantie-instrumenten voor zakelijke kredieten: de Borgstelling mkb-kredieten (BMKB) en de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) voor het mkb en grotere bedrijven. Daarnaast zijn er instrumenten voor de ondersteuning van risicodragend kapitaal en specifieke sectoren. De Export Kredietverzekering (EKV) en het Fonds Opkomende Markten (FOM) zijn, zoals ook in de vorige benuttingrapportage is gemeld, overgegaan naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken, maar blijven voor de volledigheid in deze benuttingsrapportage opgenomen.

Borgstelling mkb-kredieten

De daling van de benutting van de BMKB in 2012 ten opzichte van de recordbenutting in 2011 heeft zich ook in 2013 voortgezet. In het gehele jaar is € 344 mln. van het beschikbare budget van € 705 mln.6 benut, waar de benutting in 2012 nog € 486 mln. was.

De benutting in de tweede helft van 2013 was met € 169 mln. iets lager dan de € 175 mln. benutting in de eerste helft van het jaar. In termen van aantal verstrekte borgstellingskredieten is de daling iets minder groot: er zijn in 2013 1.983 nieuwe borgstellingskredieten verstrekt, tegen 2.640 in 2012.

Zoals in de brief «Stimulering Ondernemingsfinanciering» van 17 september 2013 aangekondigd7, is de BMKB per begin november van het vorige jaar tijdelijk uitgebreid. Hierdoor is het maximale borgstellingskrediet verhoogd van € 1 mln. naar € 1,5 mln., en kan voor borgstellingskredieten tot € 200.000 aan bestaande bedrijven (de «kleine kredieten») het hogere borgstellingspercentage van per saldo 67,5% worden gebruikt, dat standaard voor starters geldt. In november en december 2013 hebben de banken deze verruimingen binnen de BMKB 32 keer gebruikt, waarvan 30 keer «klein krediet» en 2 keer een borgstelling van boven € 1 mln. Verwacht wordt dat de in november 2013 ingevoerde tijdelijke uitbreiding van de regeling in 2014 een verder stimulerend effect zal hebben op het gebruik.

Indien de kredietvraag in 2014 aantrekt als gevolg van het aantrekken van de economie, is tevens de verwachting dat er een groter beroep op de BMKB en de overige financieringsregelingen wordt gedaan. Deze bieden namelijk juist ondersteuning in de fase dat ondernemers vanwege een aantrekkende conjunctuur willen uitbreiden, maar als gevolg van een voorgaande recessie te weinig eigen reserves hebben. Mede daarom wordt in april een campagne gestart om de regelingen goed onder de aandacht te brengen van ondernemers, intermediairs en financiers. Hierop zal ik verderop in deze brief nader ingaan.

De BMKB is 19 oktober 2012 ook opengesteld voor andere financiers dan banken. Inmiddels heeft Qredits aan de voorwaarden voor toetreding voldaan en kan het gebruik maken van de regeling. In 2013 heeft dit nog niet geleid tot gebruik van de regeling door Qredits. Wel zijn begin 2014 de eerste borgstellingen verleend op door Qredits verstrekte kredieten. Recent heeft ook MILK Kennis en Krediet Coöperatie I U.A. aan de voorwaarden voor toetreding voldaan en kan deze organisatie gebruik maken van de BMKB. Er zijn nog enkele partijen die kenbaar hebben gemaakt van de mogelijkheid tot toetreding gebruik te willen maken. Aangezien de niet-bancaire partijen die toetreden tot de BMKB het aanbod van financiering voor het mkb verbreden, is de verwachting dat de benutting van de BMKB dankzij deze toetreders ook zal toenemen. In het najaar zal de pilot openstelling BMKB worden geëvalueerd.

Benutting BMKB (bedragen in miljoenen euro)
 

2010

2011

2012

2013

Gepubliceerd budget

805

1.000

705

705

Benutting

742

909

486

344

Totaal aantal

3.701

4.325

2.640

1.983

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

Met het instrument GO kunnen banken een 50% staatsgarantie krijgen op (middel)grote leningen vanaf € 1,5 mln. Door de verstrekking van een staatsgarantie wordt het risico voor de bank op de ondernemingsfinanciering gereduceerd. Dit vergroot de mogelijkheden om te voorzien in de financieringsbehoefte bij het Nederlandse bedrijfsleven. De benutting van de GO is in 2013 gedaald (€ 62 mln. gefiatteerd) ten opzichte van 2012 (€ 117 mln. gefiatteerd).

De GO heeft in 2013 te maken gehad met een lager gebruik vanwege de lagere activiteit op de financieringsmarkt voor het bedrijfsleven. Vooral factoren als verminderde investerings- en risicobereidheid van bedrijven en banken spelen een rol in de lagere benutting. De verwachting is dat in 2014 bij een aantrekkende economie de benutting op een hoger niveau zal komen te liggen.

Benutting GO (bedragen in miljoenen euro)
 

2010

2011

2012

2013

Gepubliceerd budget1

1.259

   

150

Fiatteringen2, actueel na annulering/terugname3

493

240

117

62

Verstrekte garanties

413

261

103

103

X Noot
1

Vanaf 2013 geldt er een jaarbudget, tot 2012 bestond er een totaalbudget over de jaargrens heen.

X Noot
2

Gecorrigeerd voor annulering/terugname in latere jaren. Als gevolg van overloop van jaar op jaar ontstaat er een verschil tussen fiattering en verstrekking van garanties.

X Noot
3

De overheid staat garant voor 50%, dus de leningsbedragen zijn het dubbele hiervan.

Overige instrumenten

In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de benuttingscijfers van de overige bedrijfsfinancieringsinstrumenten: de Groeifaciliteit, de Seed-faciliteit, de Faciliteit Opkomende Markten (FOM) en de Microkredieten. Verder zijn opgenomen de instrumenten die aan bedrijfsfinanciering verwant zijn zoals de Exportkrediet-verzekering (EKV) en de Innovatiekredieten.

Tot slot bevat de bijlage de benutting van de Garantstelling Landbouw, Garantstelling Landbouw Plus en de in maart 2013 gepubliceerde Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfinanciering.

Groeifaciliteit

Met de Groeifaciliteit worden bedrijven geholpen bij het aantrekken van risicodragend vermogen door een 50% staatsgarantie te verstrekken op achtergestelde leningen van banken en op aandelen van participatie-maatschappijen. De Groeifaciliteit kan ondernemingen in een groeifase, bij bedrijfsovernames en bij herstructureringen helpen bij het aantrekken van risicokapitaal.

Voor de Groeifaciliteit was er in 2013 sprake van een benutting van € 8,5 mln.

Het lagere gebruik ten opzichte van vorig jaar ligt in achterblijvende investeringen vanwege de conjunctuur enin het feit dat de financiering van het bedrijfsleven, en met name van het mkb, onder druk blijft staan. Financiers zijn voorzichtiger geworden. Dat zij minder financieren, zien we ook terug in de mate van benutting van het garantie-instrumentarium.

Seed Capital

De krapte op de financieringsmarkt heeft in 2013 ook invloed gehad op de benutting van de Seed Capital regeling. Het aantrekken van private financiering voor de opzet nieuwe innovatiefondsen (minimaal 50%) blijkt lastig waardoor de financiering vanuit de Seed Capital regeling op € 12 mln. in plaats van de volledige € 20 mln. is uitgekomen.

Innovatiekrediet (IK)

Door de aanhoudende krapte op de financieringsmarkt, waaronder ook de risicokapitaalmarkt, is het voor innovatieve ondernemingen lastig om de private bijdrage in de financiering van innovatieprojecten te realiseren. Dit heeft invloed op de benutting van het Innovatiekrediet. Ondanks dit knelpunt is het Innovatiekrediet met € 52 mln. op nagenoeg hetzelfde niveau benut als in 2012. Om het knelpunt aan te pakken is het Innovatiekrediet per 1 januari 2014 aangepast, zodat de omvang van de financiering vanuit het Innovatiekrediet voor kleine ondernemingen is verhoogd van 35% naar 45% van de projectsom.

Garantstelling Landbouw

De benutting van de Garantstelling Landbouw nam in de eerste helft van 2013 nog af in vergelijking met 2012 maar toonde het tweede half jaar enig herstel. Per saldo is het niveau van 2013 vergelijkbaar met dat van 2012. Daarmee lijkt de bodem te zijn bereikt. De benutting door glastuinbouwbedrijven is nog minimaal als gevolg van het aanhoudend slechte economische klimaat. Het accent ligt daar vooralsnog op vermogensherstel in plaats van het doen van (uitbreidings-) investeringen. Door de onzekerheid over de verkoopopbrengst bij executie zijn banken voorzichtig met het financieren van investeringsplannen.

De benutting door melkveebedrijven is toegenomen in het vooruitzicht van het wegvallen van het systeem van melkquotering in 2015 en de goede perspectieven voor de opbrengstprijs van melk. In de varkenshouderij en pluimveehouderij is er sprake van voortgaande opschaling om de rentabiliteit op peil te houden, mede onder invloed van wettelijke aanscherpingen van milieu- en welzijnseisen.

Garantstelling Landbouw Plus

De benutting van de Garantstelling Landbouw Plus in 2013 ligt op een vergelijkbaar laag niveau als een jaar eerder. Het betreft voornamelijk veehouderijbedrijven en slechts sporadisch glastuinbouwbedrijven. De oorzaken zoals benoemd bij de Garantstelling Landbouw werken hier nog sterker door omdat het grotere investeringsbedragen betreft.

Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfinanciering

In 2013 is de gewijzigde Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfinanciering (GSF) gepubliceerd (totaal garantiebudget € 1 miljard) en zijn de eerste garanties verstrekt. Met de GSF kunnen banken 80% staatsgarantie krijgen op de nieuwbouwfinanciering van een schip. Hierdoor wordt het risico voor de bank op de te verstrekken bouwfinanciering of voorfinanciering gereduceerd. Dit vergroot de kans voor Nederlandse scheepswerven om financiering aan te trekken. De sector kan door deze regeling beter concurreren met buitenlandse werven die van soortgelijke garantieregelingen gebruik kunnen maken. In 2013 stond voor € 44 mln. aan fiatteringen uit, verdeeld over zes scheepsbouwprojecten die worden uitgevoerd door twee werven. Bij de ene werf gaat het om vier schepen die worden geëxporteerd en bij de andere werf om een binnenlandse leverantie.

Stimuleringspakket alternatieve financiering en ondernemerseducatie

Zoals aangekondigd in mijn brief «Stimulering Ondernemingsfinanciering»8 van 17 september jl. heeft het kabinet in de begroting 2014 een bedrag van € 125 mln. vrijgemaakt voor stimulering van ondernemersfinanciering. Dit betreft extra middelen voor vroege fase financiering waarvan de uitvoering medio dit jaar in werking zal treden. Ik heb u over de voortgang hiervan geïnformeerd in mijn brief over «Ambitieus ondernemerschap»9 van 17 maart jl. Tevens betreft het extra middelen voor Qredits en voor de verruiming van de Borgstelling mkb-kredieten, die beiden reeds gerealiseerd zijn. Ook omvat het stimuleringspakket een bijdrage aan de Nederlandse Investeringsinstelling, waarover momenteel een advies wordt voorbereid door de kwartiermaker, de heer Van Rutte. Tot slot valt hier een bedrag van € 5 mln. onder voor stimulering van alternatieve financieringsvormen en ondernemerseducatie. Met deze middelen zijn of worden onderstaande voorstellen gerealiseerd.

Tevens schets ik hier enkele ontwikkelingen op dit gebied, die los staan van mijn financiële bijdrage.

A. Stimuleren van alternatieve financieringsvormen

Qredits. Sinds 1 november 2013 verstrekt Qredits mkb-kredieten tot € 150.000 aan ondernemers met een haalbaar ondernemersplan die bij de bank niet terecht kunnen. Op 18 november heb ik het eerste mkb-krediet namens Qredits aan Yvet Hurks mogen uitreiken. Zij is dierenarts en kon met het mkb-krediet van Qredits een dierenkliniek in Nuland overnemen. Ik heb in november vorig jaar de bestaande lening aan Qredits voor microkredieten van € 15 mln. verhoogd tot € 45 mln. zodat Qredits deze mkb-kredieten kon introduceren. De verzekeraars en banken hebben op 31 januari jl. de contracten met Qredits getekend voor leningen van respectievelijk € 30 mln. en € 15,5 mln. De drie grootbanken (Rabobank, ING en ABN AMRO) en Triodosbank, hebben hiermee hun bestaande lening van € 15,5 mln. verhoogd tot € 31 mln.

Kredietunies. Ik ondersteun de Samenwerkende Vereniging van Kredietunies en Kredietcoöperaties, waarin verschillende kredietunies zijn verenigd, met een subsidie van € 200.000. De subsidie wordt aangewend om bestaande en nieuwe kredietunies te ondersteunen ten aanzien van activiteiten die van collectief belang zijn. Het tot stand komen van specifiek op kredietunies toegesneden regelgeving is wezenlijk om een snelle ontwikkeling van kredietunies mogelijk te maken. Het is bemoedigend om te zien dat Tweede Kamer en kabinet zich gezamenlijk inspannen om kredietunies te ondersteunen. Dit blijkt uit de inspanningen van leden Van Hijum en Mulder (CDA) om te komen tot een initiatiefwet kredietunies. Met deze initiatiefwet wordt een voorstel gedaan om voor coöperatieve kredietunies een specifiek toezichtkader in het leven te roepen dat is toegesneden op de activiteiten van deze organisaties. De ruimte die de Europese CRD IV richtlijn biedt wordt momenteel met de Europese Commissie besproken. Hierover wordt uw Kamer door de Minister van Financiën nader geïnformeerd. Vooruitlopend op de totstandkoming van dit kader zijn inmiddels enkele kredietunies en -coöperaties gestart of in voorbereiding en zijn de eerste kredieten verleend. Ik waardeer dat vooruitlopend op de wetgeving kredietunies reeds starten, om uit te testen welke knelpunten men in de praktijk tegenkomt.

Business Angels. Business Angels worden steeds belangrijker voor de financiering van ondernemers. Zij investeren namelijk vooral in starters, jonge innovatieve en snelgroeiende bedrijven en kunnen daarmee een impuls geven aan innovatief ondernemerschap en het versterken van het buffervermogen. Het is daarom van belang dat zowel de ondernemer als de investeerder over de juiste kennis en kunde beschikt om met elkaar goede investeringen te doen. Het programma dat ik hiervoor heb ontwikkeld richt zich op het vergroten van de bewustwording over informal investment bij potentiële business angels en ondernemers. Ook richt het zich op het bijbrengen van meer kennis en het zorgen voor meer bekwaamheid en deskundigheid bij potentiële en bestaande business angels en ondernemers (investment readiness).

Stimuleren financierbaarheid mkb door beleggers. Ik steun met een subsidie van ruim € 190.000 het project mkb in beeld waarbij voor beleggers in kaart gebracht wordt welke beleggingsmogelijkheden er zijn in het Nederlandse mkb. Dit sluit aan bij het kabinetsbeleid om institutionele beleggers, zoals verzekeraars en pensioenfondsen, meer te laten investeren in de Nederlandse economie, waaronder het mkb. Bij dit project is een groot aantal partijen uit de financiële sector betrokken, zoals pensioenfondsen en -uitvoerders, banken, wetenschappers, adviseurs en brancheorganisaties.

B. Voorlichting en educatie

i) Uitbreiding voorlichting.

Week van de Ondernemer. Tijdens congressen en seminars, zoals de Week van de Ondernemer en aansluitende congressen in de regio vindt direct contact plaats tussen ondernemers en overheidsadviseurs. Voor deze congressen heb ik een bedrag ter beschikking gesteld van € 250.000. Op deze evenementen komen jaarlijks duizenden ondernemers af. Op de speciale Financieringsvloer van de Week van de Ondernemer zijn, naast overheidsadviseurs (voor de diverse overheidsregelingen) en bankadviseurs, een groot aantal vertegenwoordigers van alternatieve financieringsvormen aanwezig. Zo zullen er vertegenwoordigers zijn van Qredits, crowdfundingplatforms, kredietunies en een beurs voor mkb-obligaties. In speciale sessies zal hun werkwijze worden toegelicht en kunnen ondernemers met partijen in contact komen. Ook zullen er financiers van innovatie en groei zijn, zoals Venture Capitalists, Private Equity maatschappijen, Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen en Business Angels.

Voorlichting Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO). RVO geeft advies op maat over de overheidsregelingen. Ook lanceert RVO een grote financieringscampagne rond de start van de Week van de Ondernemer. Bij deze campagne worden de overheidsregelingen op het gebied van financiering over het voetlicht gebracht.

Voorlichtingscampagne crowdfunding. Ik ondersteun een voorlichtingscampagne van de branchevereniging Nederland Crowdfunding om de groei van crowdfunding te faciliteren en de bekendheid voor ondernemers en investeerders verder te vergroten. De groei van crowdfunding is substantieel. In 2012 bedroeg de omvang van crowdfunding € 11,4 mln. In 2013 is de omvang gegroeid naar € 32 mln. euro. Dit spoort met de prognose van het onderzoek dat ik in mei 2013 door Douw & Koren heb laten uitvoeren. Om verdere groei te kunnen realiseren dienen nieuwe investeerders betrokken te worden en moeten de mogelijkheden van crowdfunding onder de aandacht worden gebracht van een grotere groep bedrijven. Voorts laat ik de Duisenberg School of Finance onderzoek doen om het inzicht in de risico’s van crowdfunding voor investeerders te vergroten.

ii) Verbetering van informatievoorziening.

Financieringsdesk bij het Digitale Ondernemersplein. Zoals aangekondigd in mijn brief «Ondernemersfinanciering» van 19 december vorig jaar heb ik op 20 januari van dit jaar een centraal telefoonnummer gelanceerd voor alle financieringsvragen. Dit nummer is onderdeel van de financieringsdesk bij het Digitale Ondernemersplein van de Kamer van Koophandel. Via de financieringsdesk worden ondernemers snel en deskundig geholpen met financieringsvragen waarbij een doorverwijsfunctie is ingericht richting banken, aanbieders van alternatieve financieringsvormen en de Ondernemerskredietdesk van MKB Nederland en de Nederlandse Vereniging van Banken.

Criteria die gehanteerd worden bij het verstrekken van middelen uit de begrotingspost van € 5 mln. voor de stimulering van alternatieve financieringsvormen, voorlichting en educatie.

Bij de bepaling van de hoogte en de vorm van de bijdragen die ik verstrek maak ik onderscheid tussen bijdragen aan nieuwe aanbieders van mkb-financiering en bijdragen aan projecten die de infrastructuur van bedrijfsfinanciering betreffen, zoals voorlichting, informatie en kennisvergroting.

Eerstgenoemde groep kan ik, binnen de staatssteunregels ondersteunen via leningen met een commerciële vergoeding. Ik acht deze vorm van ondersteuning wenselijk om te voorkomen dat concurrentievervalsing optreedt tussen de verschillende bestaande en nieuwe aanbieders van mkb-financiering. Daarnaast zullen de initiatiefnemers minstens een even grote geldelijke bijdrage moeten leveren als de overheid, om er voor te zorgen dat de initiatiefnemers een voldoende groot belang hebben bij het slagen van hun initiatief. Voor niet-bancaire financiers heb ik overigens reeds de BMKB opengesteld en zal ik ook de Garantie Ondernemingsfinanciering openstellen.

Voor de tweede groep ben ik bereid om onder gunstiger voorwaarden dan aan de hiervoor genoemde groep een bijdrage te verstrekken, waarbij de voorwaarden strenger zullen zijn naarmate het project commerciëler is. Ik zal van geval tot geval zakelijk bezien welke bijdrage nodig is om het betreffende project te realiseren. In alle gevallen zal aan de regels inzake staatssteun voldaan dienen te worden.

Perspectief van banken op doorverwijzing

Conform mijn toezegging aan het lid Gesthuizen (SP) bij de begrotingsbehandeling van Economische Zaken van 7 november 2013 is met de banken overlegd over het doorverwijzen van bedrijven die niet voor kredieten in aanmerking komen. De banken geven aan dat het voor bedrijven van belang is dat zij de juiste financier kunnen vinden om hun plannen te realiseren. Bedrijven die zich met een financieringsvraag bij een bank melden worden beoordeeld en waar mogelijk geholpen. Daar waar de standaard bancaire producten niet passen, zijn er verschillende andere mogelijkheden binnen een bank, waaronder de inzet van garantieregelingen. Mede door het lage niveau van financieringsaanvragen is het gebruik van deze regelingen lager dan in voorgaande jaren. De inzet van een garantieregeling is alleen dan mogelijk wanneer de financier vertrouwen heeft in de financiële toekomst van de ondernemer.

Indien een bedrijf zich meldt bij de bank, maar deze niet de juiste financier blijkt, dan is het gebruikelijk dat het bedrijf wordt doorverwezen. Doorverwijzing vindt bijvoorbeeld plaats naar private equity partijen, business angels of Qredits. Nu de risico’s van veel posten mede als gevolg van de economische omstandigheden voor de banken te hoog zijn, doet dit zich vaker voor. Binnen de banken wordt dan ook aandacht besteed aan het vergaren en uitdragen van kennis en vaardigheden op dit vlak. Banken maken op hun websites melding van aanvullende financieringsvormen en alternatieve aanbieders van financiering. Daarnaast zoeken zij actief naar aanvullende mogelijkheden en nemen zij deel aan nieuwe samenwerkingsvormen, bijvoorbeeld het onlangs aangekondigde NL Ondernemingsfonds.

Naast de aandacht voor de niet standaard financieringsproducten en aanvullende financieringsvormen in interne media en opleidingen werken de banken en MKB-Nederland momenteel aan een nieuwe versie van de Ondernemerskredietdesk. Hierbij zal een brede kijk op de financieringsmogelijkheden worden gegeven en wordt de ondernemer inzicht geboden om zijn/haar onderneming op passende wijze gefinancierd te krijgen. Zoals ik hiervoor al meldde zullen ondernemers die de financieringsdesk van het Ondernemersplein bereiken met specifieke vragen op dit terrein naar de Ondernemerskredietdesk worden doorverwezen.

MKB Investeringsfonds

Conform mijn toezegging aan uw Kamer tijdens het AO over de Nederlandse Investeringsinstelling van 12 december 2013 (Kamerstuk 33 746, nr. 5), informeer ik u over de wijze waarop de overheid betrokken is bij het MKB Investeringsfonds van het Verbond van Verzekeraars. Naar aanleiding van het position paper «Investeren in Nederland» van het Verbond van Verzekeraars en het advies van de commissie Hoek, heeft een negental verzekeraars toegezegd om in principe een bedrag van € 170 mln. ter beschikking te stellen voor de financiering van het MKB. Zoals eerder in deze brief is aangegeven, is door de verzekeraars inmiddels een lening van € 30 mln. ter beschikking gesteld aan Qredits, in combinatie met een aanvullende financiering door banken van € 15 mln. en een achtergestelde lening van mijn ministerie van € 30 mln. Het resterende bedrag van € 140 mln. zal door de verzekeraars in een MKB leningen fonds worden gestopt. De verzekeraars hebben laten weten dat zij verwachten dat het MKB leningen fonds in het tweede kwartaal van dit jaar gerealiseerd kan worden en dat hier vooraf externe communicatie over zal volgen. De betreffende groep verzekeraars heeft niet aangegeven behoefte aan overheidsbetrokkenheid te hebben.

Onderzoek Ketenfinanciering

Bij deze brief is het onderzoek over ketenfinanciering in Nederland bijgevoegd. Reverse factoring is het meest gangbare instrument bij ketenfinanciering.

Bij reverse factoring kan een toeleverancier over zijn geld beschikken zodra zijn afnemer de betaling van de factuur bevestigd heeft, waarna een financier (meestal een bank) makkelijker tot financiering kan overgaan. Dit onderzoek gaat in op de status en potentie van reverse factoring voor met name het mkb. Ik juich het gebruik van dergelijke instrumenten toe en zie graag het belang van ketenfinanciering als alternatieve financieringsvorm groeien. Zorgvuldige toepassing is belangrijk omdat toeleveranciers door gebruik van ketenfinancieringsinstrumenten zeer afhankelijk kunnen worden van hun afnemers.

De belangrijkste bevindingen uit het onderzoeksrapport zijn dat de omvang van deze financieringsvorm in Nederland nog relatief beperkt is, het gebruik van ketenfinancieringsprogramma’s in Nederland toeneemt, dat het mkb daar nog vrijwel geen gebruik van maakt en dat zonder stimulansen ook niet te verwachten valt dat het gebruik door het mkb zal toenemen. De aanbevelingen uit het rapport omvatten vier thema’s die tot doel hebben samen de grootste knelpunten van ketenfinanciering aan te pakken.

Aanbeveling één betreft drie elementen:

  • 1) Informatieverstrekking en het geven van het goede voorbeeld. Ik zal hierover in overleg gaan met VNO-NCW om het grootbedrijf actief te betrekken. Daarnaast is betrokkenheid van MKB-Nederland, de grootbanken en het topteam Logistiek belangrijk om goede voorbeelden van ketenfinanciering breder onder de aandacht van het bedrijfsleven te brengen.

  • 2) Verkorten van betalingstermijnen van mede-overheden. Zoals ik u in mijn brief over «Toezeggingen tijdens het Algemeen Overleg Ondernemen, Regeldruk en MVO en de begrotingsbehandeling van EZ»10 van 16 januari jl. al heb gemeld, zal ik in overleg treden met de VNG en andere vertegenwoordigers van mede-overheden om te komen tot een aanpak hiervan. In juni van dit jaar zal ik uw Kamer hierover uitgebreider informeren.

  • 3) Snellere accordering en betaling door de Rijksoverheid. Met een aantal uitvoerende overheidsdiensten die een substantieel deel van de overheidsuitgaven voor hun rekening nemen bezie ik de mogelijkheden om snellere accordering en betaling door de Rijksoverheid breder onder de aandacht te brengen.

Aanbeveling twee betreft het doorzetten naar onderaannemers van de betalingstermijn die de overheid hanteert. Tegelijk met de mogelijkheden om snelle accordering en betaling onder de aandacht te brengen, zal ik de mogelijkheden nagaan of dit voordeel door hoofdaannemers doorgegeven kan worden aan onderaannemers, bijvoorbeeld via reverse factoring programma’s.

Aanbeveling drie betreft het verkennen van de mogelijkheden tot het inrichten van een onafhankelijk platform waarop afnemers en toeleveranciers facturen aanbieden waarbij snelle betaling mogelijk wordt en zo extra financieringsruimte voor het mkb wordt gecreëerd.

Ik zal met betrokkenen, bijvoorbeeld partijen binnen de topsector logistiek, het relevante bedrijfsleven en de financiële sector, bespreken welke mogelijkheden zij hiervoor zien en of een stimulans nodig is.

Aanbeveling vier stelt voor om stimulering van nieuwe vormen van debiteurenfinanciering specifiek gericht op het mkb nader te onderzoeken. Dergelijke oplossingen en platformen bieden liquiditeit aan het mkb met grote bedrijven als klant zonder dat het grootbedrijf een ketenfinancieringprogramma hoeft op te zetten of de ondernemer toegang hoeft te verlenen. Ik zal nagaan of deze aanbieders van debiteurenfinanciering belemmeringen ervaren met betrekking tot het gebruik van het financieringsinstrumentarium.

Mijn reactie op deze aanbevelingen zal ik dit jaar uitwerken en u hierover nader informeren.

Toetsingskaders BMKB en GO

Conform het garantiekader dat op 17 september 2013 door de Minister van Financiën aan uw Kamer is toegezonden (Kamerstuk 33 750, nr. 13) dienen bij wijzigingen van garantieregelingen de toetsingskaders van deze regelingen aan de Tweede Kamer te worden toegezonden. Bijgaand treft u de toetsingskaders van de Borgstelling mkb-kredieten (BMKB) en de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) aan met betrekking tot de verruimingen van deze regelingen die begin november 2013 zijn doorgevoerd en het openstellen van de GO voor niet-bancaire financiers wat nog zal plaatsvinden.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Bijlage: Benutting overige instrumenten

Tabel 1: Benutting Qredits, SEED Capital, Innovatiekrediet, groeifaciliteit, Garantie Scheepsbouwfinanciering, EKV, en FOM (bedragen in miljoenen euro)
 

2010

2011

2012

2013

Qredits (leningen en garanties)1

11,7

16,0

19,6

16,4

SEED (verleende financiering)

16,8

17,1

18,0

18,8

Innovatiekrediet (verleende financiering)

48,0

47,5

52,9

52,0

Groeifaciliteit (garanties)

24,8

11,6

13,1

8,5

Garantie Scheepsbouwfinanciering (fiatteringen)

44,1

EKV (saldo)

9.050

9.953

9.227

11.416

FOM (saldo)

76

78

75

87

X Noot
1

Vanaf 2011 alleen leningen.

Tabel 2: Benutting Garantstelling Landbouw en Garantstelling Landbouw Plus (bedragen in miljoenen euro)

Garantstelling Landbouw

     
 

2011

2012

2013

Jaarlijks beschikbaar garantiebudget

50

50

50

In behandeling

6,2

1,7

2,6

Toegekend (cumulatief)

40,6

19,8

19,4

Besteedbaar garantiebudget

3,2

28,5

27,9

Garantstelling Landbouw Plus

     
 

2011

2012

2013

Jaarlijks beschikbaar garantiebudget

80

80

80

In behandeling

2,4

0,5

2,0

Toegekend (cumulatief)

23,5

13,6

13,0

Besteedbaar garantiebudget

54,1

66,0

65,0


X Noot
1

Kamerstuk 32 637, nr. 99.

X Noot
2

Zie hiervoor mijn brief «Rapportage Ondernemingsfinanciering» van 25 juni 2013, Kamerstuk 32 637, nr. 61.

X Noot
3

Brief over «Ondernemingsfinanciering» van 19 december 2013, Kamerstuk 32 637, nr. 99.

X Noot
4

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
5

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
6

Per 17 juli jl. is het voor 2013 gepubliceerde budget van € 1 miljard voor de BMKB verlaagd tot € 705 mln. Reden hiervoor is dat de overeenkomst met het Europees Investeringsfonds (EIF), welke het mogelijk maakte een hoger budget te publiceren, is opgezegd vanwege kosten die in werking treden zodra een minimum benuttingsbedrag niet gehaald wordt. Gezien de benutting in 2012 en de 1e helft 2013 zou hiervan sprake zijn.

X Noot
7

Kamerstuk 32 637, nr. 85.

X Noot
8

Kamerstuk 32 637, nr. 85.

X Noot
9

Kamerstuk 31 311, nr. 104.

X Noot
10

Kamerstuk 32 637, nr. 103.

Naar boven