32 623 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten

Nr. 138 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 17 oktober 2014

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over de brief van 25 augustus 2014 over de beëindiging van de Nederlands inzet van Patriot-systemen in Turkije (Kamerstuk 32 623, nr. 136).

De vragen en opmerkingen zijn op 25 september 2014 aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie voorgelegd. Bij brief van 14 oktober 2014 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Ten Broeke

De adjunct-griffier van de commissie, Mittendorf

Inhoudsopgave

   

Blz.

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie

3

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

3

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

5

II

Antwoord/reactie van het kabinet

6

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

De leden van de VVD-fractie hebben met zorg kennisgenomen van het besluit van het kabinet om de Patriot-systemen eind 2014 uit Turkije terug te trekken. In 2012 heeft het kabinet op verzoek van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) twee bemande fire-units en een reserve fire-unit in Turkije geplaatst als antwoord op ballistische dreiging met massavernietigingswapens tegen Turkse bevolkingscentra in het grensgebied met Syrië. In 2013 is de plaatsing verlengd en nu vraagt de NAVO opnieuw om verlenging, omdat de dreiging er nog steeds is. Het kabinet trekt de Patriot systemen terug omdat de grens van het voortzettingsvermogen van zowel personeel als materieel bereikt is. Het kabinet heeft vanaf het begin van deze missie duidelijk gesteld dat deze inzet niet onbeperkt kon voortduren, aldus de leden van de VVD-fractie.

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat de moderne vredesmissies en het beschermen van onze handelsbelangen vragen om een krijgsmacht met slagkracht die beschikt over voldoende eenheden en materieel van hoge kwaliteit, maar bovenal bestaat uit voldoende, goed gemotiveerd, opgeleid en geoefend personeel. Op internationaal gebied moet Nederland met gerichte bijdragen laten zien dat het kwalitatief op het hoogste niveau mee kan doen. Defensie moet vooruitkijken en investeren in de krijgsmacht van de toekomst. Zeker op terreinen waar Nederland een verschil kan maken zoals raketverdediging. De krijgsmacht heeft de beschikking over een combinatie van basis- en nichecapaciteiten voor diverse typen missies en soorten conflicten. Nichecapaciteiten zijn, in NAVO- en EU-verband, hoogwaardige, specialistische capaciteiten die internationaal schaars zijn. Goede bondgenoten verdelen de lasten en de risico’s. Nederland toont zich een betrouwbare partner door nichecapaciteiten aan te houden die in andere lidstaten slechts beperkt voorhanden zijn en die in te zetten als de omstandigheden daarom vragen, aldus de leden van de VVD-fractie.

De leden van de VVD-fractie zien dat de Europese grenzen in brand staan. Zij zien oplopende spanningen aan de oostgrens met Rusland, chaos in het Midden-Oosten en onbeheersbare vluchtelingenstromen vanuit Afrika. De Verenigde Staten (VS) verleggen de aandacht naar de Pacific en Europa moet daarom in staat zijn meer voor de eigen veiligheid te kunnen zorgen. Bondgenoten spreken elkaar meer en meer aan op de hoogte en de kwaliteit van de defensie-inspanningen. Het recente besluit om de defensie uitgaven vanaf 2015 structureel met 100 miljoen euro te verhogen wordt in de Kamer breed gedragen, aldus de leden van de VVD-fractie.

De leden van de VVD-fractie hebben de volgende vragen. Hoe beoordelen onze bondgenoten het besluit om de inzet van de Patriot niet te verlengen? In hoeverre weegt in die beoordeling mee dat het besluit primair gebaseerd is op de staat van materieel en personeel? Hoe is dit besluit te plaatsen tegen de achtergrond van de Nota «In het belang van Nederland»1. Waarom kan het preventief onderhoud en de modificatie niet in Turkije worden uitgevoerd? Zo vragen deze leden.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief en hebben nog enige vragen.

De Patriots vormen voor Nederland een zogeheten nichecapaciteit, conform de visie die uiteengezet is op 17 september 2013 «In het belang van Nederland». Hierin is opgenomen: «Nichecapaciteiten zijn, in NAVO- en EU verband, schaarse capaciteiten waarover een beperkt aantal lidstaten beschikt.» en «Nederland toont zich bijvoorbeeld een betrouwbare partner door nichecapaciteiten aan te houden die in andere lidstaten slechts beperkt voorhanden zijn en die in te zetten als de omstandigheden daarom vragen.»

Het kabinet heeft wegens het moeten uitvoeren van groot onderhoud moeten besluiten tot het beëindigen van de Nederlandse inzet van Patriotssystemen in Turkije, aldus de leden van de PvdA-fractie. Deze leden vragen hoe dit zich verhoudt met de in de nota «In het belang van Nederland» gedane uitspraken, zoals hierboven aangehaald, die betrekking hebben op de toekomst van de Nederlandse krijgsmacht.

Wat betekent het gegeven dat Nederland bepaalde systemen maar voor een beperkte duur kan inzetten voor toekomstige missies waaraan Nederland deelneemt? Wat betekent dit voor de samenwerking in EU-verband? En wat betekent dit voor de samenwerking in NAVO-verband als het gaat om de inzet van de niche capaciteiten? Welke maatregelen neemt het kabinet om zowel de materiële als personele inzet van niche-capaciteiten – die in EU- en NAVO-verband schaars zijn – te kunnen garanderen conform de nota «In het belang van Nederland»? In hoeverre zijn er geconcretiseerde plannen voor de komende jaren? Overweeg het kabinet de vervanging of aanschaf van bepaalde niche capaciteiten? Zo ja, welke, zo vragen de leden van de PvdA-fractie.

Reeds bij aanvang van de Nederlandse inzet van deze niche-capaciteit was bekend dat de bijdrage niet jaren zou kunnen worden voortgezet, grotendeels vanwege het benodigde onderhoud aan de Patriotssystemen. De leden van de PvdA-fractie vragen of bij aanvang van de missie bekend was wat de gevolgen zouden zijn wanneer Nederland de bijdrage aan de missie zou moeten gaan beëindigen. Voorts vragen deze leden of de bondgenoten vooraf is medegedeeld wat de maximale termijn zou zijn, waarop Nederland een bijdragen zou kunnen leveren.

De leden van de PvdA-fractie zouden graag willen weten of de rotaties van het personeel tijdens deze missie zijn verlopen, zoals met de vakbonden is afgesproken. Zo nee, waarom niet? Voorts vragen de leden van de PvdA-fractie of de voortzetting van de missie tot eind januari 2015 met de huidige personele bezetting zal plaatsvinden en in hoeverre de personele capaciteit mogelijk een beperking vormt bij het inzetten van niche-capaciteiten.

Van de drie beschikbare Patriotssystemen waren er twee daadwerkelijk inzetbaar, aldus deze leden. Zij vragen of hierin nog verandering komt voor wat betreft de bijdrage die Nederland in EU- en NAVO-verband kan leveren door het inzetten van deze niche-capaciteit of dat de mogelijke Nederlandse bijdrage gebaseerd blijft op twee inzetbare Patriotssystemen.

De leden van de CDA-fractie hebben met gemengde gevoelens kennis genomen van het besluit van het kabinet om de Patriot-missie in Turkije niet te verlengen. Het kabinet voert vooral het argument aan van het materiële en personele voortzettingsvermogen. De leden van de CDA-fractie zijn daar niet verbaasd over. Al eerder waren er zorgelijke signalen over het voortzettingsvermogen. Begin dit jaar sprak de commandant van de Patriot-eenheid in Turkije van «hikkende systemen», als gevolg van hitte, stof, aanzienlijke vertraging in de levering van reservedelen en uitblijven van hoognodig groot onderhoud, aldus deze leden.

In reactie op schriftelijke vragen van het lid Knops2 sprak de Minister van Defensie nog geruststellende woorden. In reactie op vragen over de zware belasting en het uitblijven van hoognodig groot onderhoud: «In 2014 is groot onderhoud aan de wapensystemen voorzien. Door te rouleren met systemen kan dit worden uitgevoerd zonder dat het ten koste gaat van de operationele inzet.» (antwoord 2). In reactie op de door de commandant geuite twijfels of de Patriot-systemen het nog een jaar vol zouden kunnen houden antwoordde de Minister van Defensie: «Met de inspanningen die worden gepleegd, is vertrouwen in de inzetbaarheid van de Patriot-systemen gerechtvaardigd.» (antwoord 3). De Minister van Defensie was toen nog vol vertrouwen dus, aldus de leden van de CDA-fractie. In de brief van 25 augustus 2014 wordt echter gesproken over het niet volledig kunnen uitvoeren van preventief onderhoud in Turkije en een toegenomen risico op langdurige systeemuitval. De leden van de CDA-fractie vragen wat er is gebeurd met het door de Minister aangekondigde groot onderhoud, dat in 2014 voorzien was en waarvoor middelen op de Defensiebegroting gereserveerd waren.

Een verdere verlenging van de missie zou een te zware wissel trekken op het al veelvuldig ingezette personeel, zo geeft het kabinet aan. De leden van de CDA-fractie hebben begrip voor deze redenering en hebben ook grote waardering voor het personeel en hun thuisfront. Er is inderdaad een grote wissel op hen getrokken, aldus deze leden.

Toch bevreemdt het de leden van de CDA-fractie enigszins, nu de Minister van Defensie tal van maatregelen genomen had om de uitzenddruk te verminderen en opschorting van de uitzendbescherming van personeel tegen te gaan. Volgens de eerder aangegeven planning zouden deze maatregelen effect sorteren en zou de uitzenddruk eind van het jaar tot normale proporties zijn teruggedrongen, zonder schending van uitzendafspraken. Het probleem van de uitzenddruk zou opgelost worden. Nu wordt dit als argument opgevoerd om de missie niet te verlengen. De leden van de CDA-vragen of deze maatregelen niet het gewenste resultaat hebben opgeleverd. Ook vragen zij of de Minister van Defensie deze maatregelen structureel wil maken, met andere woorden: de personele bezetting van de Patriots?

Ook indien de personele bezetting op peil blijft, blijft er volgens de leden van de CDA-fractie een probleem met het voortzettingsvermogen van de Patriots, aangezien de vierde batterij is opgeheven. Daarom hebben de leden van de CDA-fractie met de motie Knops3 verzocht om heroprichting. Waarom heeft de Minister van Defensie deze motie ontraden en waarom heeft de Minister zelfs besloten de extra middelen uit het Herfstakkoord en in de begroting van 2015 niet aan te wenden voor de vierde batterij Patriots. Ziet de Minister dit als een knelpunt dat ze nog niet heeft opgelost?

Waarom kan Duitsland wel verlengen en Nederland niet? Welke lessen is het kabinet bereid te trekken? Wanneer kan de Kamer de evaluatie van de samenvoeging van luchtverdedigingseenheden van landmacht en luchtmacht tot het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) tegemoet zien, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

De leden van de CDA-fractie plaatsen de terugtrekking van de Patriots in het breder perspectief van een kabinet dat per saldo nog steeds bezuinigt op Defensie en een te laag ambitieniveau hanteert voor de krijgsmacht. Het kabinet ging met lege handen naar de NAVO-Top in Wales door de combinatie van het terugtrekken van de Patriots, een mini-missie naar Afghanistan en bezuinigingen op Defensie. De leden van de CDA-fractie zijn niet verbaasd over het diplomatieke excuus dat het kamertje van de anti-Islamitische Staat in Irak en Syrië (ISIS) coalitie te klein zou zijn geweest voor Nederland.

Deze leden vragen of het kabinet kan aangeven hoeveel Nederland bijdraagt aan lopende en geplande NAVO-operaties en hoe deze inzet zich dit verhoudt tot andere NAVO-landen. Kan het kabinet een landenlijst met militaire bijdragen aan de Kamer doen toekomen?

De leden van de CDA-fractie zien ook een probleem in het – te krappe – Budget Internationale Veiligheid (BIV); het is al belegd voordat het begrotingsjaar begonnen is. Bovendien wordt 60 miljoen euro aan «Defensie geld» overgeheveld naar de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De leden van de CDA-fractie zijn hier fel op tegen en verzoeken het kabinet deze verkapte bezuiniging op Defensie terug te draaien. Zij vragen of het gebrek aan middelen binnen het BIV een reden is geweest om de Patriot-missie niet te verlengen. Zo ja, waarom staat dat niet in de brief?

Ten slotte vragen de leden van de CDA-fractie zich af waarom het kabinet in het korte briefje niet is ingegaan op het aspect van de rol van Turkije in Syrië. Er is een overweldigende hoeveelheid berichtgeving, beschuldigingen en aanwijzingen dat Turkije steun verleend heeft aan jihadisten in Syrië, waaronder het aan Al Qaeda gelieerde Al Nusra en Islamitische Staat. Het lid Omtzigt heeft hierover op 22 september 2014 een nieuwe reeks schriftelijke vragen gesteld4. De leden van de CDA-fractie verzoeken het kabinet te stoppen met de struisvogelpolitiek en een helder antwoord te geven. Deze leden waren al langer van mening dat de Patriot-missie niet mag dienen als beschermparaplu voor een Turkije dat de grenzen wagenwijd openzet voor stromen wapens en jihadisten richting Syrië. De leden van de CDA-fractie vragen of er druk is uitgeoefend op Turkije en of Nederland heeft besloten de Patriot-missie niet te verlengen vanwege de steun van Turkije aan jihadisten in Syrië.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het kabinetsbesluit om de inzet van Patriot-systemen vanaf eind januari 2015 niet opnieuw te verlengen. Graag willen zij het kabinet nog enkele vragen voorleggen.

De leden van de D66-fractie merken op dat de Patriot-systemen van de Nederlandse krijgsmacht meermalen als niche-capaciteit zijn gekenmerkt, waarmee de krijgsmacht zich kan onderscheiden. Tevens is deze niche-capaciteit van belang voor de verdediging van het NAVO-grondgebied. Echter, er zijn zowel materiële als personele problemen bij de inzet waardoor de missie nu wordt beëindigd, zo constateren deze leden,. Het bevreemdt de leden van de D66-fractie dat het voortzettingsvermogen van deze niche-capaciteit beperkt is. Kan het kabinet de reden daarvan toelichten? Kan het kabinet tevens aangeven hoe groot het voortzettingsvermogen is van de Patriot-systemen? Hoe lang kunnen de Patriot-systemen onafgebroken maximaal worden ingezet? Zo vragen deze leden. Ook vragen de leden van de D66-fractie een toelichting op de constatering dat «het risico van langdurige systeemuitval [is] toegenomen». Kan het kabinet uitleggen wat dit concreet betekent? Ook zouden de genoemde leden graag een duidelijkere toelichting krijgen op de opgeschorte uitzendbescherming, en het feitelijke tekort aan personeel. Welke gevolgen had dit voor het personeel? In hoeverre was de uitzendbescherming opgeschort? Kan het kabinet hier nader op ingaan, zo vragen deze leden.

Tot slot wijze de leden van de D66-fractie op de toenemende chaos en instabiliteit aan de grenzen van Turkije door het uitroepen van het islamitisch kalifaat en het vestigen van de Islamitische Staat. Kan het kabinet in het licht van deze ontwikkelingen toelichten waarom het kabinet juist nú besloten heeft de Patriot-missie na januari 2015 te beëindigen? Is het kabinet zich er van bewust welk signaal hiervan uitgaat naar de NAVO-bondgenoten? Kan het kabinet ook daar nader op ingaan, zo vragen deze leden.

II Antwoord/reactie van het kabinet

Naar aanleiding van de brief van de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie d.d. 25 augustus 2014 inzake Beëindiging van de Nederlandse inzet van Patriot-systemen in Turkije (Kamerstuk 32 623, nr. 136) zijn enkele vragen gesteld en opmerkingen gemaakt. Hieronder gaan de ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken graag in op deze vragen en opmerkingen.

Besluit beëindiging missie en reactie bondgenoten

De leden van de VVD-fractie hebben gevraagd hoe onze bondgenoten het besluit om de inzet van de Nederlandse Patriots niet te verlengen, hebben beoordeeld. De leden van de PvdA-fractie hebben gevraagd of de bondgenoten vooraf is medegedeeld wat de maximale termijn zou zijn, waarop Nederland een bijdrage zou kunnen leveren. Ook hebben zij gevraagd of bij aanvang van de missie bekend was wat de gevolgen zouden zijn wanneer Nederland de bijdrage aan de missie zou moeten gaan beëindigen.

De Verenigde Staten, Duitsland en Nederland hebben bij het begin van de missie eenheden beschikbaar gesteld voor een termijn van twaalf maanden. Op verzoek van Navo-bondgenoot Turkije is deze termijn in 2013 verlengd met opnieuw twaalf maanden. In de loop van 2014 is met bondgenoten gesproken over het beperkte voortzettingsvermogen van Nederland. Voor het besluit de Nederlandse Patriot-missie niet te verlengen, is begrip onder de bondgenoten. De Nederlandse inzet is zeer gewaardeerd. Spanje heeft inmiddels aangekondigd de Nederlandse rol in de missie over te nemen.

De leden van de CDA-fractie hebben gevraagd naar de reden waarom Duitsland, in tegenstelling tot Nederland, zijn inzet in Turkije wel kan verlengen.

Duitsland heeft meer inzetbare Patriot-batterijen dan Nederland. Duitsland heeft er twaalf, Nederland drie. Hieruit volgt dat Duitsland een inspanning, zoals geleverd in Turkije, langer kan volhouden.

De leden van de CDA-fractie hebben voorts gevraagd hoeveel Nederland bijdraagt aan lopende en geplande Navo-operaties en hoe deze inzet zich verhoudt tot de inzet van andere Navo-landen. Hierbij is ook gevraagd of het kabinet de Kamer een landenlijst met militaire bijdragen kan doen toekomen.

Nederland heeft dit jaar een bijdrage geleverd of toegezegd aan zes lopende en geplande Navo-operaties. Dit zijn: International Security Assistance Force (ISAF) en Resolute Support in Afghanistan, de Ballistic Missile Defence Task Force (BMDTF) in Turkije, operatie Ocean Shield voor de kust van Somalië, Baltic Air Policing vanuit Polen en KFOR in Kosovo. Mede in het kader van de geruststellende maatregelen heeft Nederland bovendien in de eerste drie maanden van 2014 een bijdrage geleverd aan de Standing Naval Maritime Group 2 en gedurende heel 2014 aan de Standing Naval Mine Counter Measures Group 1. In totaal zijn op dit moment ongeveer 475 Nederlandse militairen uitgezonden in Navo-operaties. Daarnaast zijn diverse Nederlandse militairen werkzaam op Navo-hoofdkwartieren en op die manier ook betrokken bij de verschillende operaties. Het is niet mogelijk om de Kamer een lijst met militaire bijdragen van bondgenoten te sturen, omdat dit vertrouwelijke informatie is die niet door de Navo wordt vrijgegeven.

De leden van de CDA-fractie hebben de vraag gesteld of het gebrek aan middelen binnen het BIV een reden is geweest om de Patriot-missie niet te verlengen. Ook hebben zij gevraagd of de vermeende steun van Turkije aan jihadisten in Syrië een rol heeft gespeeld in het besluit.

Nee. Het besluit te stoppen met de missie berust op de negatieve consequenties van verlenging voor personeel, materieel en geoefendheid.

De leden van de D66-fractie wezen op de toenemende chaos en instabiliteit aan de grenzen van Turkije door het uitroepen van het islamitisch kalifaat en het vestigen van de Islamitische Staat. Zij hebben gevraagd of het kabinet in het licht van deze ontwikkelingen kan toelichten waarom het kabinet juist nú besloten heeft de Patriot-missie na januari 2015 te beëindigen.

Het kabinet vindt de situatie aan de Zuidoostelijke grenzen van het bondgenootschap zeer zorgelijk en heeft uw Kamer reeds geïnformeerd over de wijze waarop het bijdraagt aan de strijd tegen ISIS (Kamerstuk 27 925, nr. 506). Het besluit om de missie te beëindigen berust, zoals gezegd, op de negatieve consequenties van verlenging voor personeel, materieel en geoefendheid. De Patriots zijn destijds ingezet ter bescherming van de bevolking van Adana en het Turkse grondgebied in antwoord op de dreiging van ballistische raketten vanuit Syrië. De dreiging die uitgaat van ISIS, is van een andere aard.

Inzetbaarheid Patriots

Leden van de fracties van de VVD en de PvdA hebben gevraagd hoe het besluit om de Patriot-missie niet te verlengen zich verhoudt tot de nota «In het belang van Nederland».5 Daarbij hebben de leden van de PvdA-fractie gevraagd welke maatregelen het kabinet zal nemen om de inzetbaarheid van nichecapaciteiten te garanderen. De leden van de fracties van de PvdA en het CDA hebben gevraagd of de mogelijke Nederlandse bijdrage gebaseerd blijft op twee inzetbare Patriot-systemen. De leden van de CDA-fractie verwezen hierbij naar de motie Knops6, waarin is verzocht om heroprichting van de vierde Patriot-batterij. De leden van de D66-fractie hebben gevraagd om een toelichting op het beperkte voortzettingsvermogen van deze niche-capaciteit.

Het besluit om een van de vier Patriot-batterijen op te heffen, is genomen met de beleidsbrief van 2011. Het materieel van de opgeheven batterij is aangehouden als logistieke en operationele reserve. De nota «In het belang van Nederland» bevat de inzetbaarheidsdoelstellingen voor de krijgsmacht. De Patriots zijn daarin opgenomen als nichecapaciteit: een hoogwaardige, specialistische capaciteit die internationaal schaars is. Voor nichecapaciteiten is de omvang of duur van de inzet afhankelijk van de hoeveelheid beschikbare systemen of eenheden binnen de specifieke nichecapaciteit. Op grond van het aantal van drie batterijen is langdurige inzet van één batterij mogelijk. Bij de Patriotmissie in Turkije zijn twee van de drie beschikbare batterijen gedurende twee jaar continu ingezet. Er is daarmee sprake van langdurige inzet op een niveau dat, gezien het aantal beschikbare eenheden en de vereisten van de onderhoud- en opwerkcyclus, een onevenredig zware belasting vormde voor zowel het personeel als het materieel.

Er zijn geen plannen om het aantal Patriot-batterijen uit te breiden. De motie Knops is in het notaoverleg van 6 november 2013 over de nota «In het belang van Nederland» door de regering ontraden vanwege ontbrekende dekking. Uw Kamer heeft deze motie ook verworpen. Voor de aanwending van de extra middelen uit het Herfstakkoord in 2013 en in de begroting van 2015 zijn andere keuzes gemaakt. Overigens zou ook met een vierde Patriot-batterij de duur van een gelijktijdige inzet van twee Patriot-batterijen beperkt blijven.

De leden van de PvdA-fractie hebben gevraagd wat het gegeven dat Nederland bepaalde systemen maar voor een beperkte duur kan inzetten, betekent voor toekomstige missies waaraan Nederland deelneemt.

Zoals in de nota «In het belang van Nederland» is verwoord, verdelen goede bondgenoten de lasten en de risico’s, in het bijzonder ten aanzien van nichecapaciteiten. Als voortzetting van de inzet wenselijk is nadat de Nederlandse bijdrage de maximale inzetduur heeft bereikt, ligt het voor de hand dat allereerst naar een bijdrage van een andere bondgenoot wordt gekeken. Zo neemt Spanje voor wat betreft de Patriot-inzet in Adana het stokje over van Nederland.

De leden van de CDA-fractie hebben gevraagd wanneer de Kamer de evaluatie van de samenvoeging van luchtverdedigingseenheden van landmacht en luchtmacht tot het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) tegemoet kan zien.

De Kamer wordt voor de komende begrotingsbehandeling geïnformeerd over de evaluatie van het DGLC.

Personele aangelegenheden

De leden van de fracties van PvdA, CDA en D66 hebben vragen gesteld over de resultaten van de maatregelen die zijn genomen om de uitzenddruk bij het personeel te verlichten. Ook hebben zij vragen gesteld over de opschorting van de uitzendbescherming. De leden van de PvdA-fractie hebben gesteld graag te willen weten of de rotaties van het personeel tijdens deze missie zijn verlopen, zoals met de vakbonden is afgesproken.

De Minister van Defensie heeft uw Kamer eerder geïnformeerd over het feit dat in de verlengingsperiode een deel van het betrokken personeel bij hoge uitzondering niet de gebruikelijke uitzendbescherming zou kunnen genieten (Kamerstuk 32 623, nr. 117 en Kamerstuk 32 623, nr. 122). Normaal gesproken worden uitgezonden militairen na terugkeer voor twee keer de duur van hun uitzending vrijgesteld van uitzending (de uitzendnorm 1:2). Bij aanvang van de verlengingsperiode waren echter niet voldoende militairen met de juiste opleiding en training beschikbaar om aan deze norm te kunnen voldoen. Daarom is besloten om voor personeel dat in 2013 uitgezonden is geweest en in 2014 wederom wordt uitgezonden, de uitzendbescherming van 2013 op te schorten tot 2015.

Om de belasting voor het thuisfront die hieruit voortvloeit zoveel mogelijk te beperken, zijn aanvullende personeelszorgmaatregelen getroffen. De uitzendperiode is tot stand gekomen in goed overleg met het personeel, dat een zekere mate van vrijheid heeft gehad in de keuze van de periode. Ook zijn de uitzendperiodes korter geweest dan standaard. Er is maatwerk geleverd, vooral voor de militairen die in 2013 en 2014 zijn ingezet. Dat heeft geresulteerd in een uitzendduur van één, twee of vier maanden. In de tijd dat men in Nederland was, werd het personeel bewust minder belast. Ook is, in voorkomend geval, flexibel omgegaan met de repatriëringsregeling als persoonlijke omstandigheden dat vereisten.

Dankzij een herschikking binnen de eenheid, een extra opleidingsinspanning en het beschikbaar stellen van geschikt personeel door andere defensieonderdelen, wordt het grootste deel van het personeel inmiddels wel op basis van het gebruikelijke rotatieschema uitgezonden. Gemiste uitzendbescherming zal worden opgeteld en alsnog worden genoten na terugkeer van de laatste uitzendperiode in Turkije.

De leden van de CDA-fractie hebben voorts gevraagd of de Minister van Defensie deze maatregelen structureel wil maken.

De maatregelen die de afgelopen periode op personeelsgebied zijn genomen, hadden uitsluitend tot doel om de huidige verlenging van de missie tot eind januari 2015 mogelijk te maken.

Voorts hebben de leden van de PvdA-fractie gevraagd of voortzetting van de missie tot eind januari 2015 met de huidige personele bezetting zal plaatsvinden en in hoeverre de personele capaciteit mogelijk een beperking vormt bij het inzetten van niche-capaciteiten.

De missie zal tot eind januari 2015 worden voortgezet met de huidige bezetting. Mogelijk zal extra personeel worden ingezet om het terugbrengen van personeel en materieel na het einde van de missie te begeleiden. Deze mogelijkheid maakt thans deel uit van het planningsproces. De huidige personele capaciteit heeft in deze missie een beperkend effect gehad op het voortzettingsvermogen, dat daarnaast ook werd beperkt door de materiële capaciteit en overwegingen op het gebied van geoefendheid.

Onderhoud

Waarom kan het preventief onderhoud en de modificatie niet in Turkije worden uitgevoerd?

Tijdens het 96-wekelijks onderhoud worden de Patriot-batterijen volledig uit elkaar gehaald, gereinigd, getest en weer in elkaar gezet. Dit moet in een schone en stofvrije ruimte gebeuren. Een dergelijke ruimte is in Turkije niet beschikbaar. Een andere reden is de schaarste in hoogwaardig opgeleide monteurs. Zij draaien allen mee in de missie en hebben onvoldoende tijd om het 96-wekelijks onderhoud naast hun reguliere onderhoudstaken uit te voeren.

De leden van de CDA-fractie hebben gevraagd wat er is gebeurd met het door de Minister aangekondigde groot onderhoud, dat in 2014 was voorzien was en waarvoor middelen op de Defensiebegroting waren gereserveerd.

Begin 2014 is begonnen met groot (96-wekelijks) onderhoud aan de Patriot-batterij die in Nederland is geplaatst. Dit onderhoud zou in april gereed zijn. De levering van reserve-onderdelen is echter aanzienlijk vertraagd. Reserve-onderdelen voor de Patriot-batterijen zijn zeer schaars, onder andere vanwege de wereldwijd zeer hoge inzet van deze systemen. Ook vereisen de essentiële onderdelen van een Patriot-batterij een langdurig, hoogwaardig productieproces. Vanwege de vertraagde levering van onderdelen is het onderhoud aan de eerste Patriot-batterij in Nederland pas onlangs voltooid. Deze batterij zal eind oktober worden omgewisseld met een van de batterijen die nu in Turkije zijn geplaatst, waaraan daarna groot onderhoud kan worden uitgevoerd.

Ook vragen de leden van de D66-fractie een toelichting op de constatering dat «het risico van langdurige systeemuitval [is] toegenomen». Kan het kabinet uitleggen wat dit concreet betekent?

Het toenemende risico op langdurige systeemuitval komt door slijtage, in combinatie met het reeds genoemde gebrek aan reserve-onderdelen. Hoewel het Patriot-systeem nog altijd het meest geavanceerde is, is de techniek enigszins verouderd. Daardoor zijn de diverse componenten kwetsbaar voor slijtage. Hoe langer de belasting duurt, hoe groter de slijtage en daarmee de kans op uitval. Vanwege de schaarste aan reserve-onderdelen worden defecte onderdelen gerepareerd en opgenomen in de landsvoorraad. Tijdens de missie in Turkije is gebleken dat de levensduur van componenten korter is dan de tijd die nodig is om deze te repareren. Daardoor neemt de voorraad langzamerhand af. Vanwege de complexiteit van het bouwproces kan de productie van deze reservedelen niet worden opgeschroefd. Dit probleem speelt overigens niet alleen bij Nederland, maar bij alle gebruikers van het Patriot-systeem.


X Noot
1

Kamerstuk 33 763, nr. 1

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 1035

X Noot
3

Kamerstuk 33 763, nr. 17

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 161

X Noot
5

Kamerstuk 33 763, nr. 1

X Noot
6

Kamerstuk 33 763, nr. 17

Naar boven