32 623 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten

Nr. 122 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2013

Tijdens de begrotingsbehandeling van 13 en 14 november jl. (Handelingen II 2013/14, nrs. 23 en 24, behandeling begroting Defensie) en het algemeen overleg van de Patriotmissie van 17 december jl. heb ik toegezegd u nader te informeren over de uitzendbescherming. Hierbij voldoe ik aan deze toezeggingen.

In 1999 heeft mijn ambtsvoorganger u in een notitie over personeelszorg rondom crisisbeheersingsoperaties (Kamerstuk 26 933, nr. 1) gemeld dat de uitzendnorm 1:2 van toepassing is. Dit houdt in dat een militair die een bepaalde periode uitgezonden is geweest, vervolgens gedurende twee even lange periodes direct daarop aansluitend niet kan worden uitgezonden. Deze uitzendnorm is sindsdien staand beleid, zoals in verschillende brieven aan uw Kamer is bevestigd. Om redenen van operationele noodzaak kan hier in uitzonderingsgevallen van worden afgeweken.

De inzet van de krijgsmacht is geen onderwerp van overleg met de centrales van overheidspersoneel, de zorg voor het uit te zenden personeel is dat wel. Aangezien het generieke uitzendritme 1:2 voor een beperkt deel van het personeel bij de verlenging van de patriotmissie in Turkije tijdelijk onder druk komt te staan, is hierover met de centrales van overheidspersoneel gesproken. In dit overleg is het principe van de uitzendbescherming – en dus de norm 1:2 – nogmaals bevestigd. Bij noodzakelijke beperkte afwijking zal maatwerk worden toegepast.

Zoals ik in de brief van november jl. heb vermeld (Kamerstuk 32 623, nr. 117), kunnen ongeveer 90 van de 270 functies bij aanvang van de verlengingsperiode van de Patriotmissie niet regulier worden gevuld. Dit aantal zal in de loop van 2014 afnemen door personeel binnen de eenheid te herschikken, voormalig Patriot-personeel in te schakelen en personeel aanvullend op te leiden. Hierdoor zal het aantal functies dat niet regulier kan worden gevuld na het eerste kwartaal in 2014 afnemen naar 60 en na het tweede kwartaal naar 20 functies. Eind 2014 is de gebruikelijke uitzendbescherming voor nagenoeg alle militairen weer van toepassing.

Om de belasting voor het thuisfont te beperken, wordt in overleg met de militair maatwerk toegepast. Dit maatwerk betreft onder andere een aanpassing van de duur van de uitzendperiode, door middel van korte rotaties. Indien de omstandigheden bij het thuisfront of bij de militair dat vereisen, zal ook flexibel met de repatriëringsregeling worden omgegaan.

In de zomer van 2014 zal ik de inzet van het maatwerk voor het Patriot-personeel evalueren. De uitkomsten van deze evaluatie zal ik in het derde kwartaal 2014 met u delen.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven