32 623 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten

Nr. 136 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 augustus 2014

Op 7 december 2012 heeft het kabinet uw Kamer geïnformeerd over het besluit tot het plaatsen van Patriot-systemen in Turkije (Kamerstuk 32 623, nr. 76). Deze inzet richt zich op de bescherming van de bevolking en het grondgebied van NAVO-bondgenoot Turkije tegen aanvallen met ballistische raketten vanuit Syrië. Met Nederland hebben ook Duitsland en de Verenigde Staten in NAVO-kader Patriot-systemen op Turks grondgebied geplaatst.

Op 15 november 2013 heeft het kabinet uw Kamer geïnformeerd over het besluit om de plaatsing van de Nederlandse Patriot-systemen in Turkije te verlengen tot eind januari 2015 (Kamerstuk 32 623, nr. 117). De NAVO heeft in juni 2014 opnieuw gevraagd de mogelijkheden tot verlenging te bezien.

Zoals bekend vindt de inzet van ballistische raketten hoofdzakelijk plaats binnen de Syrische grenzen. Het gebruik van ballistische raketten door het Syrische regime is afgenomen ten opzichte van het eerste jaar van ontplooiing (2013). De dreiging voor Turkije van ballistische raketten vanaf Syrisch grondgebied is echter niet verdwenen. Reeds bij aanvang van de Nederlandse inzet van deze niche-capaciteit was bekend dat de bijdrage niet jaren zou kunnen worden voortgezet. Na afloop van het huidige mandaat is Nederland dan ook niet in staat de inzet van de Patriot-systemen opnieuw te verlengen.

Nederland beschikt over drie bemande fire units en een reserve systeem. In Turkije zijn twee fire units en het reservesysteem ingezet. Het systeem dat in Nederland is achtergebleven, is niet operationeel inzetbaar omdat het wordt gebruikt om schaarse reservedelen te leveren. Doordat de Nederlandse Patriot-systemen lange tijd zwaar zijn belast en het volledige preventieve onderhoud niet in Turkije kan worden uitgevoerd, is het risico van langdurige systeemuitval toegenomen. Daarnaast is het Nederlandse Patriot-systeem toe aan een reeds voorziene, grote modificatie.

In de bovengenoemde brief van 15 november 2013 over de verlenging bent u ook geïnformeerd over de daarvoor benodigde personele maatregelen, zoals kortere rotaties. Ook was het nodig de uitzendbescherming van personeel in knelpuntcategorieën op te schorten. De betrokken mensen en hun thuisfront verdienen dan ook grote waardering voor hun inzet die de Nederlandse bijdrage aan de missie gedurende twee jaar mogelijk heeft gemaakt. Een verdere verlenging zou een te zware wissel trekken op het al veelvuldig ingezette personeel.

Het kabinet heeft om bovengenoemde redenen besloten de Nederlandse deelneming aan de missie niet nogmaals te verlengen. Door dit besluit reeds nu te nemen, kan de NAVO er rekening mee houden bij de verdere planning van en besluitvorming over inzet in Turkije. Het besluit schept voorts duidelijkheid voor het betrokken personeel en de achterban. De NAVO, Turkije en de meest betrokken bondgenoten Duitsland en de Verenigde Staten zijn inmiddels van het besluit op de hoogte gebracht en toonden hiervoor begrip. De Nederlandse Patriot-systemen blijven nog tot eind januari 2015 gestationeerd in Turkije.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven