32 563 Oostvaardersplassen

Nr. 25 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2011

Nu het winterseizoen 2010–2011 voor de grote grazers in de Oostvaardersplassen ten einde is, informeer ik u hierbij over de stand van zaken rond het beheer van de grote grazers, inclusief een tussenbalans en een vooruitblik. Aanleiding zijn ook toezeggingen tijdens het algemeen overleg van 1 december 2010 (Kamerstuk 32 563, nr. 9), tijdens het daarop volgende debat (VAO) op 8 december 2010, in mijn brief van 3 februari 2011 (Kamerstuk 32 563, nr. 10) en in het schriftelijk overleg van 17 februari 2011 (Kamerstuk 32 563, nr. 11).

Uitgangspunten beleid

Zoals ik ook eerder heb aangegeven (onder meer Kamerstukken 32 563, nrs. 9, 10 en 11), zijn mijn uitgangspunten voor het beleid voor de grote grazers (Heckrunderen, konikpaarden, edelherten) in de Oostvaardersplassen als volgt. Ik vind het advies van de commissie Gabor (2010) grotendeels een goed richtsnoer, in elk geval de aanbevolen maatregelen voor de kortere termijn. Wel wil ik voorkomen dat bij de grote grazers nog massale sterfte door verhongering optreedt en dat we in een situatie kunnen terechtkomen dat massaal afschot nodig zou zijn, zoals bij het simuleren van een population crash. Verder onderschrijf ik dat het vanuit welzijnsoogpunt belangrijk is dat de dieren voldoende beschuttingsmogelijkheden hebben. Daarnaast wil ik dat er weer maatschappelijk vertrouwen komt in het beheer van de grote grazers. Daartoe heb ik de beheeradviescommissie Oostvaardersplassen (commissie Vaarkamp) ingesteld.

Kortetermijnmaatregelen

Zoals ik eerder meldde, heeft Staatsbosbeheer na het verschijnen van het advies van de commissie Gabor voortvarend een algemeen Plan van Aanpak opgesteld en een aantal kortetermijnmaatregelen genomen. Zo heeft Staatsbosbeheer, na beoordeling door de commissie Vaarkamp, een protocol voor vroeg-reactief beheer vastgesteld (zie Kamerstuk 32 563, nr. 10) en is Staatsbosbeheer conform het protocol gaan werken.

Ook heeft Staatsbosbeheer ten behoeve van beschutting voor de dieren 1 200 meter aan wallen aangelegd. Verder zijn de in het Oostvaardersplassengebied gelegen bospercelen Driehoek, Oostvaardersbos en delen van het bosperceel Kotterbos opengesteld voor alle grazers. Van openstelling van een deel van het naastgelegen Hollandse Hout werd afgezien (zie Kamerstukken 32 563, nrs. 10 en 11).

Terugblik welzijnssituatie winterseizoen 2010–2011

In het winterseizoen 2010–2011 is het soms flink koud geweest en werd zichtbaar dat de conditie van de dieren terugliep. Conform het protocol vroeg-reactief beheer was er dan ook aanleiding voor een behoorlijk afschot (zie hierna). Niettemin oordeelt de commissie Vaarkamp dat de grote grazers het winterseizoen 2010–2011 – vanuit dierenwelzijnsperspectief – redelijk goed hebben doorstaan (zie bijlage 1).1

De cumulatieve sterfte- en afschotcijfers van 15 december 2010 – 29 april 2011 waren als volgt:

 

Sterfte door afschot

Sterfte door natuurlijke dood

Aandeel afschot in totale sterfte (%)

Heckrunderen

54

9

86

konikpaarden

120

10

92

edelherten

584

16

97

Totaal

758

35

96

Het overgrote deel (86–97%) van de gestorven dieren blijkt dus gestorven als gevolg van toepassing van het protocol vroeg-reactief beheer. Ik beoordeel dat in de context van de Oostvaardersplassen als positief. Er is voorkomen dat grootschalige sterfte door verhongering optrad en daarmee ook onnodig lijden.

De commissie Vaarkamp oordeelt ook dat het niet openstellen van het Hollandse Hout, vanwege de weersomstandigheden en door toepassing van het protocol vroeg-reactief beheer, het afgelopen seizoen niet heeft geleid tot een belangrijke welzijnsaantasting van de grote grazers (zie bijlage 1).

Tellingen

Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 5 november 2010 (Kamerstuk 32 500 XIV, nr. 13), heb ik Staatsbosbeheer gevraagd de door de commissie Gabor aanbevolen telmethode (helikoptertellingen in voor- en najaar) voor grote grazers te implementeren. Hoewel Staatsbosbeheer daartoe begin dit jaar formele voorbereidingen in gang had gezet, is meer tijd nodig voor het goed doorlopen van benodigde procedures en bestuurlijke afstemming. Daarom worden de eerste helikoptertellingen nu voorzien in oktober 2011.

Maatregelen voor de middellange termijn

Staatsbosbeheer heeft tot tevredenheid van de commissie Vaarkamp een – algemeen – managementplan voor beheer in het Oostvaardersplassengebied vastgesteld (bijlagen 3 en 4)1.

Er wordt nog gewerkt aan het opstellen van een watermanagementplan voor de Oostvaardersplassen in het bijzonder. Zoals ik heb toegezegd tijdens het algemeen overleg van 1 december 2010, laat ik de mogelijke effecten daarvan op de mineralenhuishouding voor boeren in de omgeving nagaan. De commissie Vaarkamp zal mij daarover nog nader adviseren (bijlage 1).

Over de Oostvaarderswissel stelt de commissie Vaarkamp (bijlage 1) dat een niet realiseren daarvan de de noodzaak versterkt voor alternatieve beschuttingsscenario’s en het nog strakker toepassen van het vroeg-reactieve beheer. De commissie adviseert samen met de regio na te gaan of een effectieve en efficiënte realisatie van de wissel mogelijk is. Over mijn intenties ten aanzien van de Oostvaarderswissel heb ik u bericht in mijn brief van 3 februari 2011 en het schriftelijk overleg van 17 februari 2011 (Kamerstukken 32 563, nrs. 10 en 11). Ik kies er daarom voor nu in te zetten op het ontwikkelen van alternatieve beschuttingsscenario’s en het zonodig nog strakker toepassen van het vroeg-reactieve beheer.

Van de verschillende commissies in relatie tot het beheer van grote grazers in de Oostvaardersplassen, is de door mijzelf ingestelde commissie Vaarkamp leidend. De daarnaast door mij beoogde wetenschappelijke commissie (zie Kamerstukken 32 563, nrs. 9 en 11) zal de vorm krijgen van een wetenschappelijke coördinatiegroep. In tegenstelling tot de commissie Vaarkamp, heeft deze coördinatiegroep geen bindend adviserende rol. De groep richt zich op het meer openstellen van de Oostvaardersplassen voor wetenschappelijk onderzoek. Verder heeft Staatsbosbeheer inmiddels een stakeholders-plaform en een PR-commissie ingesteld (ten behoeve van communicatie over het door mij voorgestane beheer) en zal Staatsbosbeheer een aantal themawerkgroepen instellen.

Langeretermijnmaatregelen

De commissie Gabor heeft als langeretermijnmaatregel de realisatie van het Oostvaarderswold geadviseerd. Zoals bekend, heeft het kabinet voornemens voor het realiseren van robuuste verbindingen, waaronder het Oostvaarderswold, geschrapt (zie bijvoorbeeld Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, Aanhangsel van de Handelingen nr. 290). Dit deel van het advies van de commissie Gabor neem ik dan ook niet over.

Voor het overige heeft de commissie Vaarkamp een doorkijk geschetst naar de toekomst (bijlage 1). Daarin zal volgens de commissie Vaarkamp onder meer aandacht nodig zijn voor alternatieve beschuttingsscenario’s (zie ook hierboven), voor de geschiktheid van het droge deel van de Oostvaardersplassen als foerageergebied voor ganzen als gevolg van eventueel afnemende begrazing door grote grazers door toepassing van het vroeg-reactieve beheer en voor het gebruik van geluidsdempers. Ik neem daar kennis van en zal indien nodig acties ondernemen met betrekking tot genoemde onderwerpen.

Rapportage over adviezen van de commissie Vaarkamp aan Staatsbosbeheer

Voor een rapportage over de adviezen van de commissie Vaarkamp aan Staatsbosbeheer, zoals bedoeld in mijn brief van 3 februari 2011 (Kamerstuk 32 563, nr. 10) en in het besluit ter instelling van de commissie Vaarkamp (zie Kamerstuk 32 563, nr. 24), verwijs ik naar de hierbij als bijlage 1 meegezonden brief.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Bijlagen

Bijlage 1: Brief d.d. 28 april 2011 van de beheeradviescommissie Oostvaardersplassen aan de Staatsecretaris van EL&I over beheer grote grazers e.a. met drie bijlagen (zie hierna);

Bijlage 2: Rapportage van Staatsbosbeheer over de uitvoering van maatregelen van het ICMO-2-advies gedurende de winter 2010–2011 (bijlage 1 bij genoemde brief);

Bijlage 3: Managementplan Oostvaardersplassengebied 2011–2015 van Staatsbosbeheer (bijlage 2 bij genoemde brief);

Bijlage 4: Advies d.d. 28 april 2011 van de beheeradviescommissie Oostvaardersplassen over het Managementplan Oostvaardersplassengebied 2011–2015 van Staatsbosbeheer (bijlage 3 bij genoemde brief).


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven