32 013 Toekomst financiële sector

Nr. 240 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 oktober 2020

In juli 2019 heeft de Nederlandse financiële sector een belangrijk commitment afgegeven. De sector sprak af om een bijdrage te leveren aan de uitvoering van het Akkoord van Parijs en het Klimaatakkoord. Daartoe gaan alle instellingen die het commitment ondertekend hebben vanaf boekjaar 2020 het CO2-gehalte van hun relevante financieringen en beleggingen meten en uiterlijk in 2022 actieplannen inclusief reductiedoelstellingen voor 2030 voor al hun relevante financieringen en beleggingen bekendmaken.

In mijn brief van 19 december 2019 schreef ik dat er jaarlijks een overkoepelende rapportage wordt opgesteld die verslag doet van de inspanningen en resultaten van de afspraken in het commitment.1 Hiertoe is een commissie opgericht, de Commissie Financiële Sector Klimaatcommitment (CFSK). De Commissie heeft haar eerste rapportage opgesteld. Die geleid ik bij deze door aan uw Kamer2. Hiernaast heb ik ook het begeleidend schrijven van de vertegenwoordigers van de financiële sector bijgevoegd3. Op 28 oktober jl. sprak ik in een rondetafelgesprek met de sector over de uitvoering van het commitment en financieringsuitdagingen.

Raamwerk

In opdracht van de Commissie Klimaatcommitment Financiële sector heeft het adviesbureau KPMG een raamwerk ontwikkeld waarlangs deelnemende financiële instellingen zullen gaan rapporteren. Dit raamwerk vraagt van instellingen dat zij bijvoorbeeld rapporteren over hoe zij het CO2-gehalte van financieringen en beleggingen meten. Daarnaast moeten instellingen rapporteren over de doelstellingen zij stellen, en over de acties die zij nemen om hun klimaatimpact terug te dringen. Instellingen dienen onder andere aan te geven of de geleverde informatie door het bestuur van de onderneming is geaccordeerd en of er externe validatie plaatsvindt. Zij dienen ook aan te geven hoe het commitment onderdeel is van de beoordeling van het functioneren van de bestuurders. Ik heb er vertrouwen in dat dit raamwerk op deze manier goed inzicht zal bieden in de wijze waarop een instelling invulling geeft aan het commitment. Ik ga er daarbij vanuit dat in de komende jaren de sector steeds meer, en over een steeds groter deel van de balans, gaat meten en sturen.

Meten en uitdagingen

In de eerste sectorrapportage wordt inzicht gegeven in de wijze waarop klimaatimpact wordt gemeten door de Nederlandse financiële instellingen. Van de ondertekenende instellingen meet op dit moment (boekjaar 2019), een jaar voordat dit onderdeel van het commitment ingaat, al 47% hun klimaatimpact. Vanaf volgend boekjaar (2020) gaan alle ondertekenaars meten. Het gros van de instellingen die nu al meet rapporteert conform de in Nederland ontwikkelde PCAF-methodiek. Het overige deel rapporteert conform een eigen meetmethode of op basis van de PACTA-methodiek.

De rapportage toont dat de ontwikkelingen op het gebied van meten snel gaan en dat Nederlandse instellingen hier koplopers zijn, maar ook dat nog een lange weg te gaan is tot goed vergelijkbare standaarden en heldere reductiedoelen. Een uitdaging daarbij is de vergelijkbaarheid en beschikbaarheid van voldoende en kwalitatief hoge data.

Onderdeel van het commitment is dat de deelnemende partijen hun eigen methodiek kiezen maar zich verbinden aan een proces om onderling ervaringen te delen, resultaten vergelijkbaar te maken en stappen te zetten om de meting te verbeteren en te verdiepen. Het ontwikkelde raamwerk is hiervoor een mooie eerste stap. Vergelijkbaarheid is belangrijk. Daarom is het verheugend om te zien dat steeds meer instellingen aansluiten bij reeds breed toegepaste meetmethodes zoals PCAF of PACTA. Ik moedig nieuwe deelnemers aan om dergelijke internationaal gebruikte meetmethodes te hanteren. Tot slot heb ik de sector tijdens de ronde tafel aangemoedigd de samenwerking te blijven opzoeken om verdere harmonisering van meetmethodes te bewerkstelligen.

Reductiedoelstellingen en actieplannen

Instellingen hebben zich gecommitteerd om in 2022 reductiedoelstellingen en actieplannen te presenteren. Het doet mij deugd om te zien dat de Nederlandse financiële sector nu al werk maakt van haar ambities. Enkele financiële instellingen hebben al doelstellingen gepresenteerd. Ook ondernemen instellingen al actie om hun klimaatimpact terug te dringen. Zo hebben financiële instellingen plannen gemaakt voor de vergroening van hun hypotheekportefeuille (bijvoorbeeld via een energielabel-doelstelling), het vergroenen van beleggingsportefeuilles, of de geleidelijke uitfasering van kolen-, olie-, of gasinvesteringen. Financiële instellingen zullen hun reductiedoelstellingen en actieplannen in toenemende mate in lijn brengen met de doelstellingen van Parijs.

Ik heb – mede op verzoek van uw Kamer – tijdens de ronde tafel de sector opgeroepen om niet te wachten met het ondernemen van actie of het presenteren van actieplannen tot 2022. Het klimaatakkoord is van start, en de sector kan nu al een belangrijke bijdrage leveren aan de energietransitie. Tegelijkertijd is van belang te benadrukken dat de sector divers is en dat sommige financiële instellingen relatief klein zijn en/of pas net zijn begonnen met meten. Het commitment vormt wat mij betreft een goed forum voor kennisdeling tussen instellingen.

Internationale en nationale ontwikkelingen

Zoals ik aan uw Kamer heb toegezegd, heb ik met de sector afgesproken dat wij ons er samen voor gaan inzetten dat ook in andere landen financiële sectoren afspraken gaan maken over het meten en terugdringen van klimaatimpact. In Duitsland en Spanje heeft het Nederlandse klimaatcommitment inmiddels navolging gekregen. We zetten ons ervoor in dat dit ook in andere landen gebeurt. In de internationale Coalitie voor Ministers van Financiën voor Klimaatactie breng ik het commitment, evenals het belang van transparante meetmethodes, onder de aandacht.

Ik zet mij er voor in om de transparantie, data en standaardisatie over klimaatimpact te vergroten. Hiervoor is een Europese aanpak gewenst, en Nederland heeft dit dan ook als prioriteit gesteld bij haar inbreng op het nieuwe Europese actieplan Duurzame Financiering, dat aan het einde van dit jaar wordt verwacht. Daarbij zie ik, net als de sector, in het bijzonder uit naar de voorstellen van de Europese Commissie voor een publiek Europees datawarehouse dat ertoe kan bijdragen dat bestaande klimaatdata beter toegankelijk wordt. Ook bij herzieningen van andere Europese wetgeving zal ik bezien hoe de Nederlandse inzet zo nauw mogelijk kan aansluiten bij de doelstellingen in het financiële sector commitment.

Tot slot

De financiële sector kan een belangrijke bijdrage leveren aan de energietransitie via haar financieringen en beleggingen. Het commitment dat zij is aangegaan is een belangrijk middel om deze bijdrage verder op te schroeven. Tijdens de ronde tafel gaf de sector aan te streven naar een ambitieuze invulling van het commitment. Ik heb de sector hierin ook aangemoedigd. De komende jaren blijf ik met de sector in gesprek over de uitvoering van het commitment en om eventuele belemmeringen voor duurzame financiering zoveel als mogelijk weg te nemen.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Kamerstuk 32 013, nr. 230.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven