32 440 Nieuwe regels omtrent aanbestedingen (Aanbestedingswet 20..)

Nr. 75 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 oktober 2012

In de regeling van werkzaamheden van 4 oktober 2012 heeft uw Kamer verzocht om de voorhang van het Aanbestedingsbesluit te verlengen, zodat de voorhang tot en met 12 oktober 2012 loopt.

Op 10 juli 2012 heb ik u het ontwerpbesluit, houdende de regeling van enkele onderwerpen van de Aanbestedingswet (Aanbestedingsbesluit) gestuurd (Kamerstuk 32 440, nr.72). Per brief van 24 juli 2012 heb ik u laten weten dat de voorhang van het besluit, conform aanwijzing 43a, eerste lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving, drie weken buiten het reces zal plaatsvinden en derhalve loopt tot en met 8 oktober 2012 (Kamerstuk 32 440, nr. 73). Ik heb uw Kamer toegezegd voor die tijd geen onomkeerbare stappen te nemen inzake het ontwerpbesluit.

Op 27 september 2012 stond de inbrengdatum van het schriftelijk overleg gepland. Ik heb het schriftelijk overleg op 28 september 2012 ontvangen. U heeft mij hierbij verzocht de beantwoording uiterlijk woensdag 3 oktober 2012 om 12.00 uur aan de Kamer te sturen (Kamerstuk 32 440, nr.74). Hoewel er in dit schriftelijk overleg een aanzienlijk aantal vragen van zeer uiteenlopende aard zijn gesteld, heb ik deze vragen binnen de door u gestelde termijn beantwoord.

Om te bewerkstelligen dat de Aanbestedingswet en het Aanbestedingsbesluit op een zo kort mogelijke termijn in werking treden, wil ik het Aanbestedingsbesluit na de voorhangprocedure zo snel mogelijk naar de Raad van State sturen. Nu de Kamer heeft verzocht de voorhang met bijna een week te verlengen, wordt de inwerkingtreding van de Aanbestedingswet en het Aanbestedingsbesluit per 1 januari 2013 bemoeilijkt. Ik betreur dit zeer.

Om uw Kamer niettemin de mogelijkheid te geven de beantwoording van het schriftelijk overleg nader te bestuderen, verleng ik de voorhangprocedure tot en met 12 oktober 2012.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen