32 372 Wijziging van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden in verband met de implementatie van Europese regelgeving op het gebied van het op de markt brengen en het duurzame gebruik van gewasbeschermingsmiddelen

Nr. 73 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2011

Op mijn toezegging over de uitvoering van de motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (TK 32 372, nr. 67), verzoekt u mij om een nadere toelichting over de toelatingsprocedure van gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

Ik kan u melden dat ik het College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heb gevraagd om de extra capaciteit, die ik in mijn brief d.d. 13-10-2011 (Kamerstuk 27 858, nr. 100) al heb aangekondigd, met name in te zetten voor kleine toepassingen en middelen met een gering risico, zodat deze toelatingsaanvragen sneller in behandeling kunnen worden genomen. Het Ctgb heeft laten weten dit ter hand te nemen.

Dit biedt tevens ruimte voor snellere afhandeling van de aanvragen die onder de oude richtlijn nog moeten beoordeeld. Op dit moment heeft het Ctgb een werkvoorraad van ruim 300 aanvragen waarvan een beperkt deel achterstand heeft. In overleg met de toelatingshouders van deze aanvragen zal worden bepaald welke de hoogste prioriteit hebben. Het Ctgb zet voorts alles op alles om deze en andere aanvragen zo spoedig mogelijk af te handelen.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven