Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 februari 2022
Mede namens de staatsecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap informeer ik u
hierbij over een kwestie die verband houdt met de Slag in de Javazee, die op 27 februari
a.s. 80 jaar geleden plaatsvond. Bij deze slag zijn drie Nederlandse marineschepen,
Hr.Ms. De Ruyter, Hr.Ms. Java en Hr.Ms. Kortenaer, met 915 bemanningsleden vergaan.
Tijdens een door het Karel Doorman Fonds geïnitieerde expeditie in 2016 werd duidelijk
dat de scheepswrakken geheel of gedeeltelijk zijn verdwenen en dat Nederlandse oorlogsgraven
zijn geschonden. Na deze constatering hebben Indonesië en Nederland zich samen ingezet
voor de bescherming van maritiem erfgoed.
Deze samenwerking heeft geleid tot betere afspraken en bescherming van de drie wraklocaties.
In dit kader is bijvoorbeeld in 2019 een gezamenlijk Indonesisch-Nederlands maritiem-archeologisch
onderzoek uitgevoerd op de locaties van de wrakken van de drie schepen1. De Kamer is sinds 2016 meerdere malen geïnformeerd over relevante ontwikkelingen2.
Indonesië en Nederland zijn gedurende deze periode ook in gesprek geweest over enkele
voorwerpen afkomstig van de wraklocaties, zogenoemde artefacten, die in 2016 zijn
geborgen. Het betreft een granaathuls en een afsluiter van de locatie van Hr.Ms. Kortenaer
en een granaathuls en een fles van de locatie van Hr.Ms. Java.
Voor de nabestaanden vormen deze artefacten tastbare herinneringen aan hun dierbaren.
Deze zijn daarom van grote emotionele waarde. Indonesië en Nederland hebben onlangs
afgesproken dat de artefacten zullen worden overgebracht naar het Marinemuseum in
Den Helder en daar worden tentoongesteld. Het kabinet is de Indonesische regering
hiervoor erkentelijk.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren