32 043 Toekomst pensioenstelsel

Nr. 138 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 oktober 2012

Tijdens het ordedebat van 2 oktober 2012 heeft het lid Van Weyenberg (D66) mij gevraagd een reactie te geven op een artikel uit het Financieele Dagblad van die datum over de hoogte van de uitvoeringskosten bij pensioenfondsen. Tevens zijn hierover Kamervragen gesteld door het lid Vermeij (PvdA) met kenmerk 2012Z16647, door het lid Omtzigt (CDA) met kenmerk 2012Z16648 en door het lid Lodders (VVD) met kenmerk 2012Z16749.

De gevraagde reactie en de antwoorden op de Kamervragen treft u hierbij aan (Aanhangsel Handelingen II 2012/13, nrs. 322, 323 en 324).

In het betreffende artikel wordt vermeld dat van de betaalde pensioenpremies 17% op gaat aan kosten. Op zich is dat juist, maar ik ben van mening dat dit percentage niet veel zegt. In dit geval worden de kosten louter gerelateerd aan de pensioenpremies. Pensioenpremies worden echter alleen betaald voor actieve deelnemers, terwijl ook het vermogen dat wordt aangehouden ter dekking van de pensioenverplichtingen van inactieve deelnemers (gepensioneerden en slapers) beheerd moet worden. Kosten van vermogensbeheer moeten daarom worden gerelateerd aan de grootte van het beheerd vermogen. Afgezet tegen het vermogen bedroegen de kosten van vermogensbeheer in totaal naar schatting tussen de 0,45 en 0,53% van het pensioenvermogen.

Wat betreft de hoogte van de kosten merk ik op dat hierover in zijn algemeenheid geen uitspraken kunnen worden gedaan. De omvang van de kosten moet worden beoordeeld in het licht van de behaalde rendementen en de kwaliteit van de administratie en communicatie. Het terugdringen van de kosten is daarmee geen doel op zich.

Wel is het van groot belang dat pensioenfondsen transparant zijn over de uitvoeringskosten. Het geeft inzicht in de kosten, op basis waarvan het bestuur van het pensioenfonds zijn beslissingen neemt.

Bovendien is het hierdoor mogelijk verantwoording af te leggen aan alle bij het pensioenfonds betrokken partijen. Ten behoeve van de benodigde transparantie heeft de Pensioenfederatie in november 2011 de Aanbevelingen Uitvoeringskosten gepresenteerd. In maart van dit jaar is er een Nadere Uitwerking kosten vermogensbeheer uitgegeven. In de aanbeveling is een implementatietraject opgenomen. Uit informatie van de Pensioenfederatie blijkt dat pensioenfondsen vooruit lopen op dat traject.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom

Naar boven