31 899 Nota Overgewicht

32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 26 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 oktober 2015

Tijdens het algemeen overleg preventiebeleid van 25 februari 20151 sprak ik met uw Kamer over onder meer de aandacht voor preventie en gezondheids-bevordering in het onderwijs. Naar aanleiding hiervan hebben de leden Dik-Faber en Wolbert moties ingediend (resp. Kamerstuk 32 793, nr. 175 en Kamerstuk 32 793, nr. 183). Deze moties zijn aangenomen. De motie Dik-Faber verzoekt de basisschool een vast onderdeel van de JOGG2-aanpak te maken. De motie Wolbert verzoekt de regering, in overleg met JOGG-partners te komen tot een aanpak zodat iedere schoolkantine per 1-1-2017 gezond is en duidelijk aan te geven aan welke eisen schoolkantines moeten voldoen, hoe wordt omgegaan met langlopende horecacontracten, hoe het toezicht wordt geregeld en hoe wordt omgegaan met scholen die in 2017 geen gezonde kantine hebben en de Kamer hier uiterlijk 1 oktober 2015 over te informeren. Met deze brief reageer ik, mede namens de Staatssecretaris en Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op deze twee moties.

Het terugdringen van overgewicht is een belangrijke prioriteit in het leefstijlbeleid. Dit is een complex probleem met betrokkenheid van veel partijen. Een antwoord hierop vraagt om een multidisciplinaire en een langdurige aanpak. Ouders spelen daarin een belangrijke rol. Maar ook het onderwijs is een van de partijen die hierin een ondersteunende rol kan spelen. Kinderen en jongeren zijn immers een groot deel van hun tijd aanwezig op school. Dit geeft de mogelijkheid voor scholen om binnen hun verantwoordelijkheden een stimulerende rol te pakken.

Motie Dik-Faber

Tijdens het VAO preventiebeleid van 29 april 20153 is de motie van lid Dik-Faber aangenomen om de basisschool een integraal onderdeel van de JOGG-aanpak te maken. De aanleiding voor deze motie lag mede in het feit dat in JOGG-gemeenten het aantal scholen met een vignet Gezonde School achterblijft.

Ik ondersteun de doelstelling om meer Gezonde Scholen te realiseren in JOGG-gemeenten, eventueel resulterend in een vignet Gezonde School. Hiervoor is het van belang om kort te schetsen hoe de programma’s JOGG en Gezonde School zich tot elkaar verhouden.

Vanuit het leefstijlbeleid wordt enerzijds ingezet op specifieke thema’s zoals het terugdringen van overgewicht. Een belangrijk programma hiervoor is het programma JOGG. De JOGG-aanpak richt zich op de ondersteuning van gemeenten om op dit complexe probleem effectief beleid in te zetten, gemeentebreed of in aangewezen wijken. Inmiddels zijn al 83 gemeenten met deze methode aan de slag.

Anderzijds wordt er vanuit het leefstijlbeleid themaoverstijgend ingezet op ondersteuning van een sector, zoals het onderwijs, bij gezondheidsbevordering in bredere zin. De Gezonde School, inclusief de vignetten Gezonde School, is hier een goed voorbeeld van. Vanuit dit programma worden scholen ondersteund om een keuze te maken op inzet op een gezondheidsthema, zoals sport en bewegen of voeding, maar ook bijvoorbeeld sociaal-emotionele ontwikkeling of andere thema’s, en een aanpak hierop structureel te borgen in het schoolbeleid.

Binnen de JOGG-aanpak ligt de verantwoordelijkheid bij gemeenten om te bepalen via welke domeinen (zoals school, kinderopvang, sportvereniging, etc) de inzet plaatsvindt. Dit sluit aan bij het karakter van de aanpak, en het belangrijke maatwerk dat lokaal plaatsvindt. In de praktijk blijken gemeenten het basisonderwijs in de JOGG-wijken vrijwel altijd al mee te nemen in de aanpak, maar hierin zit nog wel ruimte voor verbetering en concretisering van samenwerking. Naar aanleiding van de motie zullen de volgende verbeteringen plaatsvinden:

  • Landelijk worden alle materialen, communicatie en activiteiten van JOGG die (indirect) gericht zijn op het (basis)onderwijs, vroegtijdig afgestemd met het programma Gezonde School en de betrokken PO-raad;

  • Lokaal wordt de JOGG-inzet op scholen nadrukkelijker verbonden aan het doel om uiteindelijk Gezonde School te worden. Lokale JOGG-medewerkers gaan scholen in JOGG-wijken stimuleren om een vignet Gezonde School (thema voeding of bewegen) te gaan behalen. Daarnaast worden gemeenten gewezen op de kansen die inzet op Gezonde School en verbinding met de buurtsportcoach kan bieden, ook voor scholen die zich niet in JOGG-wijken bevinden;

  • Lokale JOGG-medewerkers worden van handvatten voorzien om het bestuurlijke, collegebrede (B&W) draagvlak – een voorwaarde voor de JOGG-aanpak – te benutten. Hiermee wordt handelingsperspectief geboden om onderwerpen die onder verschillende wethouders vallen, meer in samenhang te agenderen (bijvoorbeeld hoe een vergunning voor een mobiele snackwagen voor het schoolplein zich verhoudt tot het gezonde schoolbeleid);

  • Scholen in JOGG-wijken krijgen voorrang binnen het programma Gezonde School4, onder meer bij de toekenning van het ondersteuningsaanbod en het programma Gezonde Schoolpleinen.

Op bovenstaande wijze zal de afstemming, zowel landelijk als lokaal, tussen beide programma’s, sterker geïntegreerd worden in de huidige aanpak.

Motie Wolbert

Tijdens het VAO preventiebeleid van 29 april 2015 is de motie van lid Wolbert, met het doel om alle schoolkantines gezond te maken, aangenomen. Zoals aangegeven in het overleg ondersteun ik dit doel volledig: scholieren brengen een belangrijk deel van hun tijd door in het onderwijs, en een gezond voedingsaanbod in de kantines maakt het voor deze scholieren makkelijker om een gezonde keuze te maken. Hierin hebben veel partijen een verantwoordelijkheid: uiteraard ten eerste het onderwijs zelf, maar ook de aanbodleverende partijen, zoals de groothandels, cateraars en/of automatenleveranciers. Om succesvol te zijn in het bewerkstelligen van een gezond aanbod in schoolkantines, is het belangrijk dat bij deze partijen voldoende draagvlak is voor een gezond aanbod.

Om dit te stimuleren zet ik sinds 2013 al geïntensiveerd in op actieve ondersteuning aan scholen via het Voedingscentrum (het programma de Gezonde Schoolkantine, onderdeel van het ondersteuningsaanbod vanuit de Gezonde School). Dit programma heeft in de loop van de jaren alle schoollocaties in Nederland de mogelijkheid gegeven om ondersteund te worden. Inmiddels hebben ruim 1.100 schoollocaties een advies op maat gekregen en is zo’n 84% van de geadviseerde scholen met het assortiment aan de slag gegaan.

Daarnaast worden de aanbodleverende partijen al sinds 2011 door JOGG gestimuleerd om het assortiment in scholen gezonder te maken via het huidige «Handvest Gezonder Voedingsaanbod op Scholen 2011–2015».

Beide trajecten lopen inmiddels een aantal jaren. Hiermee is een belangrijke voorwaarde gerealiseerd voor een breed draagvlak: partijen zijn met elkaar in gesprek en zijn het eens over het uiteindelijke doel, namelijk een voedingsaanbod in schoolkantines dat voldoet aan de richtlijnen van het Voedingscentrum.

Dit heeft er ook toe geleid dat eind 2015 ongeveer 20% van de scholen een gezonde schoolkantine heeft. Het zorgvuldig gecreëerde draagvlak bij betrokken partijen en de stijgende lijn van het percentage gezonde schoolkantines wil ik doortrekken. Dit zal er niet toe leiden dat per 1 januari 2017 alle kantines in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs een gezond voedingsaanbod hebben, zoals verzocht is in de motie. Echter, door enerzijds in te zetten op verdere stimulering van het onderwijs en anderzijds draagvlak voor concrete afspraken op een gezond assortiment door aanbodleverende partijen, kan toegewerkt worden naar meer gezonde kantines in het onderwijs. Hiervoor zal ik in 2016 de financiering van het programma De Gezonde Schoolkantine continueren en zal de inzet die momenteel plaatsvindt binnen het Handvest een meer gericht en minder vrijblijvend vervolg krijgen in een nieuw Akkoord Gezonde Voeding op Scholen.

Hieronder zal ik ingaan op de specifieke onderdelen van de motie:

  • a) aan welke eisen moeten schoolkantines voldoen.

    Het Voedingscentrum heeft richtlijnen ontwikkeld voor, onder andere, schoolkantines. Hierin staan de criteria beschreven waaraan kantines moeten voldoen om het predikaat «Gezonde Schoolkantine» te verkrijgen.

  • b) hoe wordt omgegaan met langlopende horecacontracten.

    Langlopende contracten worden uiteraard gerespecteerd. Echter, de aanbodleverende partijen die aangesloten zijn bij het Akkoord, zullen worden gewezen op hun verantwoordelijkheid voor een gezond aanbod in kantines vanuit nieuwe contracten als ook vanuit reeds lopende contracten.

  • c) hoe wordt het toezicht geregeld.

    Het Voedingscentrum voorziet in advies op maat voor en begeleiding van

    scholen om in een gezond aanbod te voorzien. Hierbij wordt ter plekke het

    assortiment van de kantine geïnventariseerd. Het aanbod van cateraars en automatenleveranciers die aangesloten zijn bij het nieuwe Akkoord worden daarnaast in het najaar van 2016 ook apart gemonitord door het Voedingscentrum.

  • d) hoe wordt omgegaan met scholen die geen gezonde kantine hebben.

    De verantwoordelijkheid voor een gezond voedingsaanbod in kantines ligt in eerste instantie bij scholen. Deze kunnen via gezondeschool.nl activiteiten vinden die kunnen helpen op het thema voeding, zoals het programma De Gezonde Schoolkantine. Specifiek voor de schoolkantines die momenteel nog niet gezond zijn, zal dit programma deze scholen blijven adresseren met een aanbod voor advies op maat, als ook via de aangesloten aanbodleverende partijen van het Akkoord.

    Daarnaast ben ik in gesprek gegaan met partners van Gezonde School5 over welke andere mogelijkheden er zijn. Vanuit de huidige Gezonde School aanpak betrekken we met name schoolbesturen en leraren. Gebleken is dat het betrekken van ouders bij gezondheidsthema’s een belangrijke voorwaarde kan zijn voor een succesvolle aanpak. Daarom zullen de partners van Gezonde School in gezamenlijkheid dit onderwerp op de agenda te zetten in de gremia waar ouders en leerlingen/studenten met de school in gesprek zijn. Hierbij wordt aangegeven waaraan een gezonde schoolkantine moet voldoen en welke mogelijkheden er voor de school zijn om een gezonde kantine te realiseren.

Aanvullend zie ik nog mogelijkheden om de inzet op gezondere kantines te verscherpen door:

  • 1) het realiseren van een gezonder aanbod in de automaten in kantines.

    Inmiddels blijkt dat een aantal omstandigheden bepalend is voor het aanbod in de kantine. De aanwezigheid van de snoepautomaat kan, vanwege de vaak overwegend minder gezonde artikelen, met name een negatieve invloed hebben op het realiseren van een gezond voedingsaanbod op school. Een aantal belangrijke landelijke en lokale automatenleveranciers zijn al betrokken bij het huidige Handvest 2011–2015 om een gezonder aanbod te realiseren: deze partijen hebben recent meegedacht bij het concretiseren van een nieuw Akkoord en hebben zich positief uitgelaten over de ondertekening daarvan. In 2016 zullen deze partijen de mogelijkheid hebben om het Akkoord daadwerkelijk te ondertekenen. Ondertekening hiervan betekent, volgens de afgesproken randvoorwaarden van het Akkoord, dat deze partijen vanaf dat moment hun aanbod laten voldoen aan de richtlijnen van het Voedingscentrum (zie a). Hierop zal jaarlijks worden gemonitord. Om het aantal gezonde schoolkantines in samenwerking met betrokken partijen de komende jaren sterker te laten stijgen is de inzet van en het realiseren van verbeteringen, zoals omschreven in het Akkoord, door deze partijen belangrijk. Gezien de reeds eerder (in het Handvest) gedeelde ambitie om te komen tot een gezond voedingsaanbod op scholen, en de actieve participatie van deze partijen bij de invulling en totstandkoming van het Akkoord, verwacht ik hier veel van;

  • 2) het betrekken van groothandels bij het Akkoord.

    Bij het huidige Handvest zijn een groot aantal belangrijke cateraars betrokken: hun inzet is van waarde geweest om het huidige aantal gezonde schoolkantines te realiseren. In het toekomstige Akkoord zullen zij ook een belangrijke rol hebben. Echter, meer dan de helft van de scholen heeft het voedingsaanbod in de kantine in eigen beheer. Daarom is het belangrijk om de komende tijd extra in te zetten op het betrekken van groothandels bij dit akkoord, waardoor deze partijen het scholen makkelijker kunnen maken om een gezond assortiment aan te kunnen bieden aan de leerlingen. Hiermee worden de scholen die kantines in eigen beheer hebben nog nadrukkelijker meegenomen in de huidige aanpak;

  • 3) het stimuleren op dit onderwerp vanuit het onderwijs zelf, via onder andere Gezonde School.

    De huidige beleidsinzet is, middels het programma de Gezonde Schoolkantine en het Akkoord Gezonde Voeding op Scholen, gericht op stimulering van vragende partijen (scholen) en aanbodleverende partijen (cateraars, automatenleveranciers en groothandels). Zoals hierboven aangegeven, is het draagvlak van deze partijen belangrijk om daadwerkelijke verbeteringen tot stand te brengen. Er is een belangrijke rol weggelegd voor het onderwijs zelf om dit onderwerp te agenderen. De VO-raad en de MBO Raad nemen dit op zich door ondersteuning van het doel van de motie, het onder de aandacht brengen van de huidige programma’s bij hun achterban en nauwe samenwerking met het Voedingscentrum en de Gezonde School. Hierbij committeren de VO-raad en de MBO Raad zich vanuit het programma Onderwijsagenda Sport, Bewegen en Gezonde Leefstijl aan het doel om te komen tot gezonde schoolkantines. De MBO Raad zal hiervoor tevens het Facilitair Samenwerkingverband Roc's, aoc's en vakinstellingen (FSR) benutten.

Vervolg in 2016 en verder

Op dit moment is het RIVM bezig met het monitoren van het productaanbod in schoolkantines in het VO en MBO. Hierdoor ontstaat inzicht in wat het beleid van de afgelopen jaren tot stand heeft gebracht. De uitkomsten van deze monitor zijn beschikbaar in het eerste kwartaal van 2016. Hierover zal ik uw Kamer uiteraard informeren.

Zoals toegezegd in de brief over de voortgangsrapportage van het Convenant Gezond Gewicht6 zal ik vervolgens in 2016 u een brief doen toekomen over de beleidsinzet die zal plaatsvinden op gezondheidsbevordering in breder perspectief in het onderwijs (Gezonde School) na 2016.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Kamerstuk 32 793, nr. 171

X Noot
2

Jongeren Op Gezond Gewicht

X Noot
3

Kamerstuk 32 793, nr. 82–3

X Noot
5

VO-raad, MBO-raad, RIVM, Voedingscentrum

X Noot
6

Kamerstuk 31 899, nr. 25

Naar boven