31 490 Vernieuwing van de rijksdienst

Nr. 206 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juni 2016

Met mijn brief van 19 januari 2016 (Kamerstuk 31 490, nr. 195) heb ik de geactualiseerde Masterplannen kantoorhuisvesting 2015 ter bespreking aan u aangeboden. In de brief heb ik aangegeven dat ik na vaststelling het Rijksvastgoedbedrijf opdracht zal geven de uitvoering ervan ter hand te nemen, zodat de lopende masterplanprojecten kunnen worden aangepast aan de actualisatie. Tot die tijd blijven de Masterplannen uit 2013 in uitvoering bij het Rijksvastgoedbedrijf.

In vervolg op het Algemeen Overleg Rijksdienst van 11 februari 2016 (Kamerstuk 31 490, nr. 200) heb ik u met mijn brief van 4 maart 2016 (Kamerstuk 31 490, nr. 197) aanvullende informatie verstrekt over de rijkswerkgelegenheid per provincie.

In mijn brief van 20 april 2016 (Kamerstuk 31 490, nr. 202) heb ik u gevraagd te kunnen overgaan tot vaststelling van de geactualiseerde Masterplannen, teneinde de doelstellingen te kunnen behalen.

Tijdens de procedurevergadering van 26 april jl. heeft de commissie voor Wonen en Rijksdienst aangegeven dat de geactualiseerde Masterplannen nog niet kunnen worden vastgesteld, en dat er een schriftelijke vragenronde komt. De commissie heeft mij inmiddels schriftelijke vragen gesteld, waarbij de provinciale rijkswerkgelegenheid een belangrijk onderwerp is. Deze vragen zal ik zo snel mogelijk beantwoorden. Naast de schriftelijke vragenronde heeft de commissie mij verzocht voor de afronding van het schriftelijk overleg geen onomkeerbare stappen te nemen ten aanzien van de geactualiseerde Masterplannen.

De geactualiseerde masterplannen omvatten aanpassingen van de rijkshuisvesting waarbij een beperkt aantal projecten gepaard gaat met provinciegrensoverschrijdende werkgelegenheidseffecten. Daarnaast zijn er projecten die geen provinciegrensoverschrijdende werkgelegenheidseffecten hebben. Met het oog op een tijdige realisatie van de masterplannen en de daarmee gepaard gaande optimalisering van de rijkshuisvesting en besparingen, zijn deze projecten gestart. Bijgaand is een overzicht opgenomen van deze projecten1.

Alle in het overzicht opgenomen projecten hebben geen provinciegrensoverschrijdende werkgelegenheidseffecten, op één project na. Het project renovatie Mandemaat (Assen) betreft onder andere de transitie van 30 fte van Overijssel naar Drenthe (het totale project betreft de renovatie van ca. 1000 werkplekken). Dit project draagt bij aan de werkgelegenheid in de provincie Drenthe en past in mijn optiek daarmee in de eerder door u geuite wensen op het gebied van werkgelegenheidseffecten (motie van het lid Albert de Vries c.s., Kamerstuk 31 490, nrs. 125 en 126).

Andere projecten die provinciegrensoverschrijdende werkgelegenheidseffecten hebben zal ik pas in uitvoering nemen na bespreking van de geactualiseerde Masterplannen kantoorhuisvesting 2015 met uw kamer. Graag wil ik u erop attent maken dat, gezien de aflopende contracten en de periode van voorbereiding die nodig is, ik hier voor de zomer van 2016 mee zou moeten starten.

Ten aanzien van andere mogelijke verschuivingen van organisatieonderdelen in de rijksdienst met provinciegrensoverschrijdende werkgelegenheidseffecten zijn geen onomkeerbare stappen gezet en zullen gegeven uw verzoek ook niet worden gezet voordat het schriftelijk overleg met uw Kamer is afgerond. De enige uitzondering hierop is bovengenoemd project Mandemaat dat gepaard gaat met een verschuiving naar Assen. Derhalve ga ik ervan uit dat binnen het door u geuite verzoek geen onomkeerbare stappen te nemen, de in de bijlage opgenomen projecten wel doorgang kunnen vinden2.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven