31 311 Zelfstandig ondernemerschap

Nr. 141 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 november 2014

Tijdens het WRR-debat van 24 juni jl.1 heb ik toegezegd om nog terug te komen op het SP-rapport «Hart voor de zaak» uit 2010.

De SP komt in het rapport middels tientallen aanbevelingen op voor de positie van de kleine ondernemer. Een thema dat de SP een warm hart toedraagt. En terecht, ik onderschrijf van harte dat het kleinbedrijf een belangrijke kracht vormt binnen onze economie en een bron is van innovatie en groei. Waarmee het van groot belang is om voldoende aandacht voor het kleinbedrijf te hebben en te behouden. Dit is ook de reden dat ik de dialoog met het kleinbedrijf wil intensiveren. Allereerst door structureel beter in kaart te brengen wat er binnen het kleinbedrijf speelt en dit vervolgens transparant in dialoog met het kleinbedrijf te toetsen. Kortom, ik heb veel waardering voor de wijze waarop de SP ook in dit rapport de positie van de kleine ondernemer voor het voetlicht brengt.

De aandachtspunten uit het rapport «Hart voor de zaak» zijn divers en beslaan verschillende thema’s. Daarbij kan ik constateren dat een aantal van de aandachtspunten inmiddels behoren tot het huidige kabinetsbeleid. Zo zijn er de afgelopen jaren diverse acties op touw gezet om de toegang tot financiering te verbeteren. Op andere punten heeft de werkelijkheid ons achterhaald of is het kabinet van mening dat het niet de juiste oplossing is voor het geconstateerde knelpunt, zo wordt de herinvoering van bepaalde vestigingseisen, zoals een middenstandsdiploma niet opportuun geacht, omdat dit tegelijk onnodig belemmerend werkt.

Al eerder, in mijn functie van Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, heb ik mede namens de Minister van Economische Zaken gereageerd op het punt van loondoorbetaling in geval van ziekte bij kleine werkgevers2. Bij deze geef ik alsnog, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie, een integrale reactie op de overige hoofdthema’s uit het rapport.

Financiering

Het is van groot belang dat het midden- en kleinbedrijf een goede toegang heeft tot financiering. De SP doet daartoe een aantal voorstellen, waaronder het uitbreiden van het financieringsaanbod.

Het huidig beleid met het bijbehorend instrumentarium is er op gericht om de toegang tot de bestaande financiële infrastructuur van banken, participatiemaatschappijen en private investeerders te versterken.

Bij de borgstellings- en garantieregelingen zijn verschillende banken en niet-bancaire financiers aangesloten. Daardoor kan een ondernemer altijd een financieringsaanvraag indienen bij een concurrent, als hij van mening is dat zijn aanvraag onterecht bij een bepaalde financier wordt afgewezen.

In de brief over het «Aanvullend Actieplan mkb-financiering»3 van 8 juli jl. heeft het kabinet aanvullende maatregelen aangekondigd om het eigen vermogen in het mkb te versterken, het aanbod van mkb-financiering te verbreden, en de marktwerking te verbeteren. Daarbij is aangegeven dat financiering van het bedrijfsleven in eerste instantie een marktactiviteit is. De overheid wil en kan niet op de stoel van financiële aanbieders gaan zitten. Tegelijkertijd kan de overheid wel maatregelen nemen die bijdragen aan een gezond financieringsaanbod. Steeds is daarbij van belang zorgvuldig te kijken waar de markt onvoldoende (snel) tot ontwikkeling komt. Deze insteek betekent ook dat veel maatregelen een tijdelijk karakter hebben en afgebouwd kunnen worden op het moment dat vanuit de markt er voldoende financieringsaanbod voorhanden is. Ten aanzien van de suggestie in het rapport om een nieuwe investeringsbank (NIB) op te richten is uw Kamer bij de Algemene Politieke Beschouwingen onlangs toegezegd dat ik bij de uitkomsten van het lopende onderzoek naar de additionaliteit en kostendekkendheid van de BMKB tevens in zal gaan op de wenselijkheid van een nieuwe NIB.

In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en met steun van de Tweede Kamer is door de Kamer van Koophandel de financieringsdesk opgezet, welke ondernemers kunnen bellen om een helder beeld te krijgen welke financieringsmogelijkheden er zijn. Dit publieke initiatief voorziet samen met de ondernemerskredietdesk, een privaat initiatief van de Nederlandse Vereniging van Banken en MKB-Nederland, in de behoefte aan betrouwbare en toegankelijke financieringsinformatie voor ondernemers.

Middels de website van de ondernemerskredietdesk kunnen ondernemers naast algemene informatie over kredietverlening, ook een melding maken als zij knelpunten ervaren rond hun financiering bij een bank of andere financiële instelling. Mocht dit knelpunt betrekking hebben op een bank dan zullen MKB-Nederland en de Nederlandse Vereniging van Banken deze onder de aandacht brengen van de betreffende bank. Een apart loket en/of onafhankelijke beoordelingsinstantie zoals de SP voorstelt lijkt hiermee vanuit kostenoverwegingen en beperkt verwacht effect dan ook niet nodig.

Verder is vorig jaar met steun van het kabinet en in samenwerking met de regionale overheden en universiteiten, een ROM voor de Zuidvleugel van de Randstad opgericht onder de naam «Innovation Quarter». Momenteel wordt gewerkt aan een ROM voor de Noordvleugel. Daarmee ontstaat een vrijwel landelijk dekkend netwerk zoals de SP ook voorstelt.

Bedrijfslocatie

De detailhandel is zwaar getroffen door de crisis, maar ook de structurele veranderingen, zoals veranderingen in consumentengedrag en de snelle groei van online winkelen waaronder ook toenemende concurrentie uit het buitenland (eCommerce) hebben een grote invloed op de sector, zeker binnen het mkb. De behoefte aan winkelruimte is veranderd. In sommige winkelgebieden ontstaat leegstand. Voor de leefbaarheid van een stad zijn vitale binnensteden en aantrekkelijke winkelgebieden onmisbaar. De winkelvoorraad is in sommige gebieden groter dan de huidige of toekomstige behoefte. Herbestemmen van winkelpanden is een belangrijke oplossingsrichting. Gemeenten en provincies zijn verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening. Zij kunnen het beste inschatten wat lokaal nodig is.

De landelijke partijen die belang hebben bij een vitale detailhandelstructuur zijn verenigd in het platform de Winkeltop. Het afgelopen jaar zijn er diverse activiteiten geweest om de bewustwording van het probleem en de mogelijke oplossingen onder gemeenten en provincies te vergroten, daar middel van publicaties, congressen en leerkringen.

Daarnaast heb ik onlangs het initiatief genomen om samen met de belanghebbenden in de sector, marktpartijen en overheden, een Retailagenda te maken. Het doel van de Retailagenda is om de detailhandel klaar te maken voor de toekomst, zodat de detailhandel in 2020 een gezonde, vernieuwende en kansrijke sector is.

Verzekeringen & Lasten

De SP is bezorgd dat veel ondernemers zich niet zouden verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid en doet een aantal voorstellen om de lasten en risico’s voor kleine zelfstandigen te verkleinen.

Als ondernemers dit wensen kunnen zij zich verzekeren tegen onder meer de negatieve gevolgen van arbeidsongeschiktheid, het doorbetalen van loon bij ziekte en kunnen zij sparen voor hun eigen pensioen. De overheid faciliteert dat de zelfstandige de keuzevrijheid heeft. Zo is er de vangnetverzekering en de vrijwillige verzekering bij het UWV wanneer verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid op de private markt niet lukt. Voor de oude dag is er voor iedereen, inclusief zelfstandigen, een basispensioenvoorziening in de vorm van de AOW. Tevens ondersteunt het kabinet de belangenverenigingen voor zelfstandigen bij het opzetten van een vrijwillige pensioenregeling en zal worden geregeld dat zelfstandigen – onder bepaalde voorwaarden – hun pensioen niet hoeven aan te spreken voordat zij in aanmerking komen voor de bijstand. Bij loondoorbetaling bij ziekte zijn er geen signalen dat (kleine) werkgevers zich uit financieel oogpunt niet kunnen verzekeren. Wel is het kabinet bezig met onderzoek naar eventuele knelpunten van loondoorbetaling bij ziekte en het ziekte- en arbeidsongeschiktheidsrisico voor werkgevers, conform de aankondiging in de Kamerbrief over de Begrotingsafspraken 2014. De onderzoeksuitkomsten worden voor het einde van het jaar naar de kamer gestuurd.

Dit kabinet heeft de arbeidskorting voor werkenden in 2014 verhoogd wat ook neerkomt op een lastenverlichting voor de IB-ondernemers. Met betrekking tot zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) heeft het kabinet in een brief van 21 mei jl. aangekondigd een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) uit te voeren waarbij ook de sociale verzekeringen en lasten worden bekeken.

Vakmanschap

De SP wil de overlevingskansen van ondernemers verbeteren door kennis en vakmanschap te vergroten, middels bijv. een verplicht diploma ondernemersvaardigheden.

De reden voor het afschaffen van de Vestigingswet, een afschaffing die gefaseerd plaatsvond in periode 1990–2007, was de verwachting dat met de afschaffing meer ruimte ontstaat voor ondernemerschap, concurrentie en werkgelegenheid. Bovendien waren de meeste zaken op het gebeid van veiligheid, gezondheid en milieu al in andere regels opgenomen.

Sinds de afschaffing van de Vestigingswet in 2007 is het ondernemerschap in Nederland sterk gegroeid. Herintroductie van vestigingseisen, zoals de SP voorstelt, zou mijns inziens juist leiden tot een toename van de administratieve lasten voor ondernemers en het belemmert de toetreding van startende ondernemers eerder dan dat het de overlevingskansen van de startende ondernemer bevordert. Na de afschaffing van het middenstandsdiploma als vergunningseis werden voor het bevorderen van ondernemersvaardigheden voorlichtingsprogramma’s ingezet. Het bevorderen van ondernemersvaardigheden wordt fiscaal ondersteund, doordat scholingskosten voor alle ingezetenen aftrekbaar zijn.

Verder zet het kabinet in lijn met de kabinetsreactie op het SER-advies «Handmade in Holland», naast alle maatregelen uit het Techniekpact, in op het geven van aandacht aan praktische vaardigheden in het onderwijs en voorlichting en promotie van ambtelijke beroepen daarbinnen. Tevens wordt ingezet op objectieve en actuele informatie over de arbeidsmarkt van ambachten.

Klein & Groot

De SP stelt dat de kleine detaillisten gebukt gaan onder de schaalvergroting in de detailhandel en stelt daarom o.a. voor de winkeltijden te beperken en inkoopmacht te beperken.

Per 1 juli 2013 is de aangepaste Winkeltijdenwet van kracht. Sindsdien zijn gemeenten volledig vrij om te bepalen of en onder welke voorwaarden zij winkelopening in hun gemeente toestaan. Hiervoor is gekozen omdat gemeenten het beste in staat zijn om te beoordelen welke behoefte er aan winkelopening is. Het is aan gemeenten daarbij de betrokken belangen, o.a. die van de kleine winkelier, te wegen in de besluitvorming.

Het is de verwachting dat een verbod op verkoop onder de inkoopprijs niet zal leiden tot minder stuntaanbiedingen. Zolang het goedkoop aanbieden van producten de marketingstrategie van (enkele) supermarkten blijft, zal de druk op de prijs richting de voorgaande schakel in de keten ook blijven. Enkele landen in Europa (o.a. België en Duitsland) hanteren een verbod op verkoop onder de inkoopprijs, waarbij blijkt dat het buitengewoon moeilijk is om de inkoopprijs precies vast te stellen en daarmee het verbod te handhaven.

Wat betreft inkoopmacht concludeer ik op basis van het onderzoeksrapport van SEO dat zelfregulering de meest aangewezen route is om problemen met oneerlijke handelspraktijken bij inkoopmacht tegen te gaan. Om te bezien hoe zelfregulering in de praktijk werkt zijn er twee pilots opgezet. In het najaar van 2015 wordt op basis van de uitkomsten van deze pilots bezien hoe hiermee verder te gaan. Overigens ziet de Autoriteit Consument en Markt toe op de naleving van de Mededingingswet, waaronder het misbruik maken van inkoopmacht, in alle sectoren en zal handhavend optreden indien nodig.

Tot slot is de Tweede Kamer voor de zomer geïnformeerd over de voortgang van het terugbrengen van de betaaltermijnen van de overheid. Op 31 oktober jl. is verder een brief aan de Kamer gestuurd met de aankondiging van de monitor van betaaltermijnen bij gemeenten.

Administratieve lastendruk

Het terugbrengen van de administratieve lastendruk is één van de aandachtspunten van het kabinet. De SP doet in haar rapport uit 2010 een aantal voorstellen, welke mede hebben geresulteerd in de Aanbestedingswet 2012 die in 2013 in werking is getreden.

De wet beoogt bij te dragen aan een verbetering van de toegang van het midden- en kleinbedrijf tot overheidsopdrachten. Eén van de maatregelen is dat wordt voorgeschreven dat aanbestedende diensten het proportionaliteitsbeginsel in acht moeten nemen door in een aanbesteding alleen eisen te stellen die in verhouding staan tot het voorwerp van de opdracht. Voorts schrijft de Aanbestedingswet 2012 voor dat aanbestedende diensten opdrachten niet onnodig samenvoegen en opdrachten opdelen in percelen. En een aanbestedende dienst mag alleen omzeteisen stellen in het geval hij dit met zwaarwegende argumenten motiveert. De Aanbestedingswet komt daarmee tegemoet aan de voorstellen van de SP om het de aanbestedingsregels mkb-vriendelijker te maken. Bij de evaluatie die binnen twee jaar na inwerkingtreding van de wet wordt gehouden is één van de aspecten in hoeverre de toegankelijk van het midden- en kleinbedrijf tot overheidsopdrachten is verbeterd.

In het terugbrengen van de lokale administratieve lastendruk hebben primair de gemeenten een eigen verantwoordelijkheid. Echter, het kabinet heeft er voor gezorgd dat ook gemeenten vanaf dit najaar gebruik kunnen maken van de expertise van adviescollege Actal.

Bereikbaarheid en mobiliteit

Ter bevordering van de mobiliteit stelt de SP o.a. voor om telewerken fiscaal te stimuleren. Bij de samenstelling van de nieuwe werkkostenregeling in de loonbelasting is er ruimte om voor de werknemer onbelast bepaalde voorzieningen te kunnen gebruiken die de werkgever redelijkerwijze noodzakelijk kan achten voor het uitvoeren van de dienstbetrekking. Hiertoe kunnen in principe ook telewerkvoorzieningen horen. Voor de werkgever zullen dergelijke voorzieningen, die de noodzakelijkheidstoets doorstaan, kosten vormen van de bedrijfsvoering en derhalve zijn deze dus reeds fiscaal aftrekbaar.

Criminaliteit en veiligheid

Criminaliteit is een zorg van ondernemers en zeker ook van hen die actief zijn in de detailhandel. De SP doet een aantal concrete voorstellen om criminaliteit terug te dringen en de aanpak van daders te vereenvoudigen, zoals het verbod op een rooftas, mogelijkheden voor een gebiedsverbod en afscherming van privégegevens uit het Handelsregister.

De VNG heeft haar leden geïnformeerd over de mogelijkheden voor een verbod op geprepareerde voorwerpen, zoals een rooftas, in de APV. Eerder is uiteengezet waarom een landelijk algemeen verbod niet handhaafbaar is en dat de huidige strafbepalingen toereikend zijn4. Zo kunnen winkels zelf voorwaarden stellen aan het betreden van de winkel, bijvoorbeeld het controleren van de boodschappentas en het weigeren van geprepareerde tassen.

Verder kan sinds 1 september 2010 aan verdachten een gebieds- of contactverbod worden opgelegd5 bij ernstige verstoring van openbare orde, grote kans op herhaling van delictgedrag en/of gevaar voor personen of goederen.

Sinds 2010 is het gangbaar dat jongeren die zich schuldig hebben gemaakt aan crimineel gedrag in contact worden gebracht met het slachtoffer met het oog op het aanbieden van excuses en schadebemiddeling. Verder wordt naar verwachting eind 2014 het vereenvoudigde schadeformulier – dat een slachtoffer of nabestaande kan gebruiken bij het voegen in het strafproces – in gebruik genomen.

Voor een nadere uitwerking van de aanpak van veelplegers en schadevergoedingen verwijs ik naar de brief van 29 januari 20146.

Los van de bovenstaande concrete aandachtspunten, is in 2013 een fenomeenanalyse uitgevoerd7. Daaruit kwam naar voren dat er een gebrek is aan (onderbouwde) fenomeenkennis en operationele publiek-private samenwerkingsstructuren worden gemist op landelijk en regionaal/lokaal niveau. Deze zouden moeten zorgen voor een sterkere beleidscyclus, waarbij met name invulling wordt gegeven aan een goede evaluatie en duurzame implementatie van (actie)plannen. Daarnaast zou een regionale structuur de huidige versnippering van activiteiten kunnen verminderen.

Naar aanleiding van de aanbevelingen is onder het publiek-private Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC) een permanente publiek-private samenwerkingsstructuur ingesteld, bestaande uit een aansturend kernteam van VNO-NCW, politie en justitie en een flexibel operationeel netwerk dat met gerichte acties inspeelt op actuele vraagstukken. Het operationeel netwerk bouwt bovendien aan de verbetering van de informatiepositie en borgt de kennis over fenomenen, aanpak en maatregelen. Daarnaast wordt fenomeenkennis opgebouwd door het (laten) uitvoeren van onderzoek. Zo wordt in het najaar van 2014 een onderzoek over afpersing gepubliceerd en zal in 2015 een onderzoek naar helingpraktijken worden uitgevoerd.

Regionaal wordt er een landelijk dekkend netwerk van Regionale Platforms Criminaliteitsbeheersing gerealiseerd met politie, justitie en het lokale bedrijfsleven. Hiermee wordt de versnippering verminderd. Bovendien wordt de aanpak landelijk en regionaal gericht op een aantal prioritaire thema’s (horizontale fraude, transportcriminaliteit, mobiel banditisme, heling, afpersing en cybercrime). Daarbij is lokaal en regionaal wel ruimte voor maatwerk.

Een van de doelstellingen van het handelsregister betreft het verstrekken van algemene en feitelijke gegevens over de samenstelling van ondernemingen en rechtspersonen ter bevordering van een transparant handelsverkeer. Tegen welke kosten en op welke wijze gegevens worden verstrekt is gevat in regelgeving.

Ondernemingen die behoren aan natuurlijke personen, zoals bijv. eenmanszaken, waarbij het zaakadres veelal gelijk is aan het privéadres, kunnen op basis van de Wet bescherming persoonsgegevens en artikel 51 van het Handelsregisterbesluit aan de Kamer van Koophandel melden dat hun adresgegevens niet mogen worden gebruikt voor mailings en direct marketing per post. Een generieke afscherming van privéadressen is niet in overeenstemming met het openbare karakter van het handelsregister. Momenteel is er een wijziging van de Handelsregisterwet 2007 in voorbereiding waarin de juridische verankering van de wens om deze mailings niet meer te ontvangen, wordt verbeterd.

Overigens is veel informatie over ondernemingen beschikbaar uit openbare bronnen, zoals middels de eigen website van een bedrijf. Een onderneming die heeft aangegeven een mailing niet op prijs te stellen, kan daarmee desondanks een commerciële mailing ontvangen, omdat gegevens elders zijn verkregen.

Slot

Met deze reactie wil ik overbrengen dat we een gezamenlijke missie hebben om het kleinbedrijf, gezien haar belangrijke positie voor de Nederlandse economie, de aandacht te geven die het verdient. Zo hebben vele punten van de SP inmiddels hun weg gevonden naar het kabinetsbeleid. In een aantal gevallen ben ik van mening dat een suggestie niet de juiste oplossing biedt, maar het zou waarschijnlijk ook niet goed zijn als we het altijd op alle punten eens zijn. Wel is met dit rapport duidelijk dat de SP daadwerkelijk hart voor de zaak heeft en samen met de andere fracties een goede rol heeft gespeeld bij het beleid dat inmiddels tot stand is gebracht, en ik vertrouw erop dat dit in de toekomst zo zal blijven.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Handelingen II 2013/14, nr.97, item 31

X Noot
2

Kamerstuk 32 716, nr. 2, Evaluatie Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA)

X Noot
3

Kamerstuk 32 637, nr. 147

X Noot
4

In 2003 (Aanhangsel Handelingen II 2002/03, nr. 1756) en 2008 (Aanhangsel Handelingen II 2007/08, nr. 2311)

X Noot
5

Op grond van artikel 509hh SV, artikel 80 SV of de «Aanwijzing voorwaardelijke vrijheidsstraffen en schorsing van voorlopige hechtenis onder voorwaarden» van het Parket-Generaal

X Noot
6

Kamerstuk 31 110, nr. 15

X Noot
7

Rovers: «Criminaliteit tegen Bedrijven. Fenomeen- en beleidsanalyse», november 2013

Naar boven