31 066 Belastingdienst

Nr. 355 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 april 2017

Hierbij bied ik uw Kamer de 19e halfjaarsrapportage Belastingdienst aan (bijlage 1)1. De halfjaarsrapportage gaat in op diverse ontwikkelingen binnen de Belastingdienst en ziet primair op de periode juli–december 2016. Voor enkele onderwerpen, waaronder de continuïteit van de Belastingdienst, wordt de stand van zaken gepresenteerd sinds de brief van 27 januari 2017 aan de Tweede Kamer.2

De Commissie onderzoek Belastingdienst (Commissie) heeft eind januari 2017 haar conclusies en aanbevelingen gepresenteerd. De belangrijkste conclusie van de Commissie was dat een verbetering van de sturing en beheersing van de processen binnen de Belastingdienst en in relatie met het departement dringend noodzakelijk is. Onder leiding van de project-plaatsvervangend secretaris-generaal worden de aanbevelingen van de Commissie en de maatregelen zoals genoemd in de brief van 11 oktober 2016 op dit moment geïmplementeerd. Daarnaast wordt onder leiding van de project-plaatsvervangend secretaris-generaal de ophanging van de Belastingdienst onder het kerndepartement versneld aangepast. Zo vindt inmiddels het georganiseerd overleg met de bonden plaats onder leiding van de secretaris-generaal. Zoals toegezegd in de brief van 27 januari 2017 met de Kabinetsreactie op de Commissie zal ik in juli uw Kamer over de algehele implementatie van de aanbevelingen informeren.

Terugkijkend, het was een bewogen half jaar. De gang van zaken rond de onbedoeld generieke vertrekregeling waar een werkbedrijf was beoogd, en onderzoeken door bijvoorbeeld de Commissie hebben noodzakelijke veranderingen voor het voetlicht gebracht. Onder andere dat verbetering van de sturing en beheersing van de processen binnen de Belastingdienst en in relatie met het departement dringend noodzakelijk is. De Belastingdienst heeft alle zeilen bijgezet en diverse maatregelen genomen teneinde de continuïteit van de Belastingdienst te borgen. Dit blijft dit jaar uiteraard de volle aandacht houden van de Belastingdienst en mij. In deze brief geef ik een impressie van de prestaties in het tweede half jaar van 2016 en belicht ik enkele onderwerpen uit de halfjaarsrapportage. Tevens maak ik van de gelegenheid gebruik om u de ontwikkelingen van de zogenaamde handhavingsbrief te schetsen.

Onderwerpen 19e halfjaarsrapportage

Thema Interactie

Hoewel de gegevensaanlevering aan de Belastingdienst de laatste jaren sterk is gemoderniseerd, had de communicatie in omgekeerde richting achterstand opgelopen. Deze sloot niet meer aan bij wat de burger gewend is, namelijk digitaal zaken doen. De modernisering is met spoed opgepakt en die werpt inmiddels vruchten af. Bijna alle burgers en alle ondernemingen doen digitaal aangifte, er is een sterke groei in het websitebezoek en een daling van het aantal telefoontjes. Er is echter nog meer mogelijk, bijvoorbeeld op het terrein van bezwaarschriften. Daar wordt bekeken in hoeverre dit proces gedejuridiseerd kan worden zodat het doorgeven van aanvullingen of wijzigingen op een aangifte veel eenvoudiger wordt. De Belastingdienst houdt ook oog voor de degenen die niet meteen mee kunnen in deze ontwikkelingen. Voor deze groep wordt maatwerk geboden.

Impressie behaalde prestatienormen

Samenvattend is het beeld dat ondanks de daling van de bezetting de doelstellingen van de primaire processen voor 2016 zijn gerealiseerd, waarbij ten opzichte van 2015 geen grote afwijkingen zijn opgetreden.

Continuïteitsrisico’s

In de continuïteitsrapportage die op 27 januari 2017 naar de Tweede Kamer is gestuurd is een opsomming gegeven van de risico’s voor de continuïteit van de Belastingdienst. Het gaat om risico’s met betrekking tot de verbinding met medewerkers, de wervingsinspanning, de ICT-ondersteuning en de Investeringsagenda. In de 19e halfjaarsrapportage wordt de stand van zaken van deze continuïteitsrisico’s gegeven. De algemene conclusie is nog steeds dat de continuïteit kan worden geborgd mits beheersmaatregelen worden getroffen. Een van de belangrijkste maatregelen om de continuïteit te borgen is de werving van nieuwe medewerkers voor de bedrijfskritische functies. Het wervingsplan heb ik op 11 april jl. aan u gestuurd.3 Omdat de risico’s – naar het zich aan laat zien – voornamelijk in 2017 zullen liggen zal in de 20e halfjaarsrapportage nog een update worden gegeven van deze continuïteitsrisico’s. Daarna zal het in het reguliere risicomanagementproces van de Belastingdienst worden meegenomen.

Investeringsagenda

Zoals ik meerdere malen aan de Tweede Kamer heb gemeld, is de voortgang van lopende projecten binnen de Investeringsagenda onvoldoende.4 De vertraging is mede ontstaan door de managementaandacht die nodig was om de uitstroom als gevolg van de vertrekregeling te beheersen. De aanleiding voor de Investeringsagenda is echter onverminderd urgent, zoals de Commissie onderzoek Belastingdienst in januari 2017 heeft geconstateerd. Daarom is begin 2017 aan de Tweede Kamer toegezegd de Investeringsagenda te herijken. Deze herijking zal naar verwachting vóór het zomerreces aan de Tweede Kamer aangeboden worden. Naast de herijking wordt een meetmethodiek ontwikkeld om de potentiële baten van de projecten van de Investeringsagenda op een betrouwbare wijze vast te stellen. Hierbij is brede deskundigheid vanuit het ministerie betrokken evenals externe expertise. Vanwege de herijking zal tussentijds geen voortgangsrapportage worden aangeboden. Bovendien heb ik de directeur Informatiseringsbeleid Rijk (CIO Rijk) gevraagd om streng naar de Investeringsagenda te kijken vanuit een ICT-perspectief. Deze BIT-toets verwacht ik ook voor de zomer met een kabinetsreactie aan uw Kamer te kunnen sturen. De focus voor de Investeringsagenda is nu enerzijds gericht op het verder uitrollen en afronden van lopende Investeringsagenda-projecten. Anderzijds wordt momenteel gewerkt aan een herijking van de verandergebieden met behoud van continuïteit.

Onderzoek informatiebeveiliging

In mijn brief van 14 februari jl. heb ik de verschillende onderzoeken die aan de orde zijn geweest op het debat van 9 februari 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 51, item 5) op een rij gezet.5 In deze halfjaarsrapportage geef ik de stand van zaken weer van de door of in opdracht van de Belastingdienst uitgevoerde onderzoeken en wordt kort ingegaan op het moment wanneer deze naar verwachting worden afgerond.

Relatie top-werkvloer

De afstand tussen het Managementteam van de Belastingdienst en de werkvloer wordt als te groot ervaren en werknemers voelen zich niet gehoord. Om de verbinding te verbeteren is door de hele Belastingdienst heen het management systematisch in gesprek gegaan met de medewerkers. Een voorbeeld hiervan zijn de momenteel lopende sessies over de herijking van de Investeringsagenda. Dit jaar zal een medewerkertevredenheidsonderzoek worden uitgevoerd. Deze zal onder andere inzicht bieden over de beleving van de medewerkers.

Tijdens het debat van 9 februari 2017 is een onderzoek toegezegd om te achterhalen of er druk op medewerkers is uitgeoefend om tijdens een werkbezoek van Kamerleden aan D&A feiten niet correct te presenteren. De landelijke en lokale vertrouwenspersonen hebben uitvoerig gesproken met de tien betrokken medewerkers. Op basis van die informatie concluderen zij dat er geen foutieve informatie is verstrekt aan Kamerleden en dat medewerkers niet onder druk zijn gezet om dat wel te doen. Over de overige onderzoeken zoals aangegeven in de brief van 14 februari 2017 wordt gerapporteerd in de halfjaarsrapportage.

Binnen de Belastingdienst is het netwerk van personen en instanties waar (oud-) medewerkers misstanden en integriteitschendingen kunnen melden in beeld gebracht. Dit netwerk wordt verder geprofessionaliseerd. In aanvulling op de huidige integriteitinfrastructuur wordt een onafhankelijke «Tijdelijke commissie integriteit Belastingdienst» opgericht onder de verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal, waar (vermoedens van) misstanden en integriteitschendingen kunnen worden gemeld. Ten aanzien van de bestaande integriteitinfrastructuur zal advies worden gevraagd op basis waarvan verbeteringen in gang worden gezet, zodat de Belastingdienst zelfstandig over een adequate integriteitinfrastructuur beschikt en geen tijdelijke hulpconstructie nodig is.

Handhavingsbrief

Zoals ik heb aangegeven in het debat over Handhaving op 22 februari 2017 (Kamerstuk 31 066, nr. 350; Handelingen II 2016/17, nr. 57, item 13) stuur ik u als bijlage 26 bij deze brief een voorstel voor een opzet van de zogenaamde handhavingsbrief. Het doel van de handhavingsbrief is de Kamer inzicht te geven in de afweging die de Belastingdienst, inclusief de Douane, jaarlijks maakt over de inzet van mensen en middelen (proactief, preventief en repressief) ten behoeve van de bevordering van de naleving door belastingplichtigen. In het voorstel staat aangegeven hoe dit vormgegeven kan worden en de verantwoording plaats zal vinden.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Kamerstuk 31 066, nr. 331.

X Noot
3

Kamerstuk 31 066, nr. 354.

X Noot
4

Kamerstuk 31 066, nr. 269 en Kamerstuk 31 066, nrs. 304, 318, 331.

X Noot
5

Kamerstuk 31 066, nr. 344.

X Noot
6

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven