30 872 Landelijk afvalbeheerplan

Nr. 224 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 januari 2019

Conform mijn toezegging aan uw Kamer informeer ik u over het bestuurlijk overleg met de VNG, Natuur en Milieu en het verpakkende bedrijfsleven over de aanpak van de kleine plastic flessen, het zwerfafval en de monitoring door RWS. Het bestuurlijk overleg heeft tot doel de voortgang en ontwikkelingen te volgen inzake de gemaakte afspraken over de aanpak van de kleine plastic flessen in het zwerfafval1. Het bestuurlijk overleg heeft plaatsgehad op 28 november 2018 en volgt op een eerste overleg op 19 april 2018 waarvan ik u eerder verslag heb gedaan in mijn brief van 3 juli 20182. Hieronder doe ik u verslag van de hoofdpunten uit het overleg op 28 november 2018.

In het overleg is melding gedaan van het resultaat van de eerste halfjaarlijkse meting door RWS van de kleine plastic flessen in het zwerfafval. In de eerste helft van 2018 hebben twee meetronden plaatsgevonden binnen de 15 gebiedstypen die standaard in het RWS monitoringprotocol zijn opgenomen. Over de later toegevoegde 5 extra gebiedstypen zal RWS in de eerstvolgende halfjaarlijkse rapportage de meetresultaten opnemen. Alle metingen worden uitgevoerd volgens het protocol zoals dat in mijn brief van 3 juli 2018 uiteengezet is. De rapportage van RWS is als bijlage 1 bij deze brief gevoegd3.

Gesproken is over het concept-protocol van het verpakkende bedrijfsleven voor de rapportage betreffende de 90% recyclingdoelstelling voor de kleine plastic flessen. Zodra het overleg tussen partijen over het protocol is afgerond zal ik uw Kamer nader informeren.

Namens het verpakkende bedrijfsleven heeft Nederland Schoon het «Actieplan 2019 – samen aan het werk om zwerfafval te verminderen» toegelicht. Het actieplan omvat een Bedrijfsprogramma, een Gemeenteprogramma en een Basisprogramma en zoomt in op zowel de kleine plastic flessen als de bredere aanpak van het zwerfafval. Op basis van dit actieplan wil het verpakkende bedrijfsleven de afspraak nakomen om 70 tot 90% minder kleine plastic flessen in het zwerfafval te realiseren in 2020. Zoals toegezegd in mijn brief van 3 juli 2018 stuur ik u het actieplan als bijlage 2 bij deze brief4.

In het overleg is stilgestaan bij de brede aanpak van het zwerfafval. Alle deelnemers in het overleg stellen vast dat zwerfafval in het algemeen een bron van ergernis vormt. Een gezamenlijke aanpak blijft nodig waarbinnen elke actor zijn eigen verantwoordelijkheid neemt. In de discussie kwamen de volgende thema’s aan de orde: gedrag van individuen als oorzaak voor zwerfafval, de noodzaak om in het productontwerp al te werken aan het voorkomen van zwerfafval, de reeds bestaande inzet van gemeenten op de bestrijding van zwerfafval, de bestuurlijke aandacht bij gemeenten voor de bestrijding van zwerfafval en de lokale handhaving. VNG, Natuur en Milieu en Nederland Schoon zullen nagaan hoe de brede aanpak kan worden geactualiseerd naar aanleiding van het Actieplan 2019 van het verpakkende bedrijfsleven. Daarbij is afgesproken dat de VNG zal nagaan of de lokale handhaving op zwerfafval een impuls kan worden gegeven op basis van het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte.

Tenslotte is in het overleg de vraag van uw Kamer naar een specifieke aanpak voor de blikjes5 aan de orde geweest. VNG en bedrijfsleven zijn beide geen voorstander van een aparte aanpak voor blikjes en hechten aan een brede aanpak van het zwerfafval. Deelnemers in het overleg verwachten dat de uitvoering van het actieplan respectievelijk de voortgezette inspanningen van gemeenten op zwerfafval een effect zal hebben op de blikjes in het zwerfafval. Afgesproken is dat VNG en het verpakkende bedrijfsleven onderzoeken welke kwantitatieve reductie op de blikjes kan worden geraamd bij uitvoering van het Actieplan 2019 met inzet van de gemeenten op het schoon houden van de openbare ruimte. Uit de monitoring van de blikjes in het zwerfafval zal blijken of sprake is van een neerwaartse trend in de tijd. Ik zal bij de eerstvolgende rapportage van de halfjaarlijkse monitoring van RWS dan ook de metingen van de blikjes specifiek meenemen. Door beide organisaties wordt overigens benadrukt dat de gewenste reductie van blikjes mede wordt gezien als belangrijke drijfveer om de gezamenlijke bestrijding van zwerfafval voortvarend uit te voeren. Ik zal u voor de zomer informeren over de concrete voortgang bij de aanpak van de blikjes in het zwerfafval.

De in het overleg besproken problematiek van productontwerp en gedrag van consumenten in relatie tot zwerfafval maakt ook onderdeel uit van de kabinetsreactie op de transitieagenda’s circulaire economie6. Daarin zijn de voornemens uiteengezet voor de doorsnijdende thema’s circulair ontwerpen en consumentengedrag.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstuk 30 872, nr. 135

X Noot
2

Kamerstuk 30 872, nr. 220

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

Kamerstuk 33 043, nr. 90

X Noot
6

Kamerstukken 32 852 en 33 043, nr. 59

Naar boven