30 872 Landelijk afvalbeheerplan

Nr. 220 DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2018

In het AO Circulaire Economie op 15 en 22 maart jl. (Kamerstukken 32 852 en 33 043, nr. 56 en Kamerstukken 32 852, 33 043 en 30 872, nr. 57) heb ik met uw Kamer een debat gevoerd over de aanpak van kleine plastic flessen in het zwerfafval. In het overleg is onder meer gesproken over de wijze waarop deze aanpak zal worden gemonitord en over het voorgenomen halfjaarlijkse overleg met het verpakkende bedrijfsleven, VNG en milieuorganisaties op bestuurlijk niveau om de voortgang en ontwikkelingen met elkaar te delen. Ik heb toegezegd uw Kamer een verslag van het bestuurlijk overleg te sturen alsmede de tussentijdse resultaten van de monitoring. Ook heb ik toegezegd u te informeren over het tijdpad voor het wetstraject betreffende statiegeld alsmede het plan van aanpak van het bedrijfsleven. Deze toezegging heb ik herbevestigd in het wetgevingsoverleg jaarverslagen Infrastructuur en Waterstaat van 20 juni jl. In deze brief ga ik in op de genoemde onderwerpen.

Verslag bestuurlijk overleg 19 april 2018

Op 19 april jl. heb ik een eerste bestuurlijk overleg gevoerd met het verpakkende bedrijfsleven, VNG en Stichting Natuur & Milieu die deelneemt namens de milieuorganisaties. Partijen meldden een grote belangstelling vanuit de samenleving waar te nemen voor dit dossier en stelden dat het mede daarom van belang is de daadwerkelijke uitvoering van de gemaakte afspraken inzichtelijk te maken. Ook werd nogmaals onderstreept dat het bereiken van de doelen de gezamenlijke focus is. Partijen gaven aan zich te committeren aan de tijdlijn die tijdens het AO met uw Kamer is gedeeld. Hieronder treft u het verslag aan van de drie onderwerpen die in het bestuurlijk overleg aan de orde zijn geweest.

Presentatie RWS monitoring zwerfafval

RWS presenteerde het protocol voor de monitoring van zwerfafval en van de kleine plastic flessen in het bijzonder. Ingezoomd werd op de ontstaansgeschiedenis, de meetrondes, type gebieden, aanvullende elementen waaronder de uitbreiding van het aantal tellingen en meetpunten, de nulmeting en de statistische toets die is uitgevoerd. De beoogde reductie van 70 tot 90% is door RWS geprojecteerd als het doelgebied dat in de eerste helft van 2020 moet worden bereikt. De belangrijkste opmerkingen betroffen gedrag als oorzaak van zwerfafval en het ontlenen van leereffecten aan de monitoring. Stichting Natuur & Milieu beoordeelde de monitoring met aanvullingen positief. Stichting Afvalfonds Verpakkingen meldde dat PWC opdracht krijgt om een contra-expertise op de monitoring uit te voeren. Afgesproken werd dat partijen aan RWS een schriftelijke reactie zullen sturen op de monitoring. Dit is inmiddels gebeurd. Conform de motie van het lid Van Eijs c.s.1 zullen de reacties op de monitoringssystematiek en de wijze waarop RWS daarmee omgaat openbaar worden gemaakt; zie hiertoe het laatste onderdeel van deze brief. In het eerstvolgende bestuurlijk overleg zal de monitoring plus de eerste meetrapportage op de agenda staan.

Presentatie plan van aanpak verpakkend bedrijfsleven

Stichting Afvalfonds Verpakkingen presenteerde de «Aanzet voor de brede aanpak zwerfafval en kleine PET flesjes» die zal moeten leiden tot het realiseren van de doelstellingen voor de recycling van kleine plastic flesjes en voor de reductie van kleine plastic flesjes in het zwerfafval. Gemeld werd dat de voorgenomen aanpak bestaat uit een viertal sporen, te weten: Privaat spoor Zwerfafval, Innovatie Spoor, Publiek/Privaat spoor Zwerfafval en een Publiek spoor Zwerfafval. Stichting Afvalfonds Verpakkingen heeft aangegeven dit proces voor het einde van dit jaar af te ronden en mij daarna het plan aan te bieden. Dit zal ik vervolgens aan uw Kamer toezenden. De aanpak is nog in opbouw en zal de komende tijd worden gepreciseerd. Voortgebouwd wordt op de samenwerking en opgedane ervaringen binnen de Landelijke Aanpak Zwerfafval. Nieuwe elementen ten opzichte van de huidige bestrijding van zwerfafval zijn onder meer het betrekken van grote marktpartijen zowel uit de industrie als uit de retail en horeca, het stimuleren van innovatieve verpakkingen, het verder uitrollen van de concepten Afval Loont en Schoon Belonen, en het maken van specifieke afspraken met gemeenten. De inzet van de € 20 mln per jaar uit het Afvalfonds zal zo effectief mogelijk moeten worden besteed. Deze besteding zal worden besproken in het overleg over de Raamovereenkomst Verpakkingen. VNG meldde dat zij separaat nog een reactie zal geven op de door Stichting Afvalfonds Verpakkingen gepresenteerde aanzet voor de brede aanpak zwerfafval en kleine flessen. Zoals in het overleg met uw Kamer is toegezegd, stuur ik u de schriftelijke toelichting van het verpakkende bedrijfsleven als bijlage 1 bij deze brief2.

Brede aanpak zwerfafval

In het overleg is gesproken over de brede aanpak van zwerfafval. Desgevraagd meldde de VNG niet te beschikken over de door de Kamer gevraagde handhavingscijfers betreffende zwerfafval. Volgens de VNG worden handhavers bovendien ingezet binnen een breed speelveld van lokaal afgewogen belangen.

Ik heb de VNG en Stichting Afvalfonds Verpakkingen gevraagd een voorstel te doen voor de aanpak van blikjes conform de motie van het lid Dik-Faber c.s.3 die spreekt van een actieplan en reductiepercentage voor blik in 2020.

Wettelijk traject statiegeld

Ik heb in mijn brief van 10 maart jl.4 aangegeven dat ik een tweesporenbeleid volg. Het ene spoor betreft de doelstellingen voor recycling van kleine plastic flesjes en voor reductie van kleine plastic flesjes in het zwerfafval. Het tweede spoor betreft het treffen van voorbereidingen voor het invoeren van statiegeld op kleine plastic flesjes voor water en frisdrank, voor het geval in het najaar van 2020 mocht blijken dat de hiervoor genoemde doelstellingen niet zijn gerealiseerd. De daartoe benodigde wijziging van de regelgeving wordt momenteel opgesteld en in 2019 aan uw Kamer aangeboden. Het betreft een wijziging van het Besluit beheer verpakkingen en van de Regeling beheer verpakkingen. Mijn inspanning is erop gericht om deze regelgeving afgerond te hebben voordat de laatste meting op de naleving van de prestatieafspraken wordt uitgevoerd. Het wettelijk traject zal op hoofdlijnen de volgende stappen omvatten:

  • Najaar 2018: oplevering conceptregelgeving inclusief onderbouwing.

  • Begin 2019: uitvoeren van de wetgevingstoets op administratieve lasten, handhavings-, uitvoerings- en fraudebestendigheidstoets, en wetgevingstoets Justitie en Veiligheid.

  • Voorjaar 2019: start zienswijze derden, voorhang Eerste Kamer en Tweede Kamer.

  • Najaar 2019: advies Raad van State en EU-notificatieprocedure.

  • Eerste kwartaal 2020: ondertekening Besluit en plaatsing in Staatscourant en Staatsblad.

Indien in het najaar van 2020 blijkt dat het verpakkende bedrijfsleven de afgesproken prestaties betreffende vermindering van kleine plastic flesjes in het zwerfafval en recycling van kleine plastic flesjes niet heeft behaald, zal ik de regelgeving voor een statiegeldsysteem voor kleine plastic flesjes invoeren. Daarbij streef ik ernaar de invoeringstermijn zo kort mogelijk te houden. Ik zal uw Kamer op de hoogte houden van de voortgang van het wetstraject.

Monitoringprotocol RWS en ontvangen reacties

In het overleg met uw Kamer is gesproken over de wijze van monitoring van de kleine plastic flessen door RWS en de nulmeting op basis waarvan het doelbereik kan worden vastgesteld. Ik heb daarbij het belang benadrukt van een gezamenlijk draagvlak voor de monitoringsystematiek en transparantie in de uitvoering. Na het bestuurlijk overleg op 19 april jl. heeft RWS het verpakkende bedrijfsleven, de VNG en Stichting Natuur & Milieu uitgenodigd een zienswijze op de monitoring in te dienen. De VNG en Stichting Natuur & Milieu melden in hun zienswijze de door RWS voorgestelde methodiek te kunnen ondersteunen. Stichting Afvalfonds Verpakkingen heeft diverse kritiekpunten die door RWS zijn beoordeeld en van een antwoord zijn voorzien. Graag verwijs ik u voor de specifieke details en techniek van het monitoringprotocol naar het document «Reactie RWS op zienswijzen bij voorstel monitoring kleine plastic flessen in het zwerfafval» (bijlage 2)5. In dit document zijn tevens de aanvullingen opgenomen op het vlak van gebiedstypen, het betrekken van lokaal beleid, metingen van derden, de statistische beoordeling, de ingediende zienswijzen en de inhoudelijke behandeling daarvan door RWS. Met dit document wordt tegemoetgekomen aan de motie van het lid Van Eijs c.s.6 De ontvangen zienswijzen hebben RWS overigens geen aanleiding gegeven wijzigingen door te voeren in het monitoringprotocol of de nulmeting. RWS heeft aangegeven bereid te zijn om over de uitvoering van de monitoring en eventuele knelpunten periodiek overleg te voeren met de drie partijen. RWS zal daarbij ondersteund worden door een onafhankelijke statistische deskundige.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstuk 33 043, nr. 85

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstuk 33 043, nr. 90

X Noot
4

Kamerstukken 28 694 en 30 872, nr. 135

X Noot
5

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
6

Kamerstuk 33 043, nr. 85

Naar boven