30 872 Landelijk afvalbeheerplan

33 043 Groene economische groei in Nederland (Green Deal)

Nr. 201 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 december 2015

In deze brief ontvangt u:

  • 1. Een reactie op het 6-puntenplan van het lid Remco Dijkstra (VVD) over kansen in recycling, zoals toegezegd in het AO grondstoffen en afval van 25 juni 2015 (Kamerstuk 33 043, nr. 44) en het daarop volgende VAO van 1 september 2015 (Handelingen II 2014/15, nr. 106, item 13).

  • 2. Een beleidskader voor de afvalverbranding in Nederland, zoals genoemd in de brief Voortgangsrapportage Van Afval Naar Grondstof van 15 april 2015, Bijlage 2 (Kamerstuk 33 043, nr. 41).

  • 3. Een reactie op duurzaam stortbeheer bij gemeenten, zoals toegezegd tijdens het AO Afval en Grondstoffen van november 2013 (Kamerstuk 30 872, nr. 159).

Ad 1. Ik waardeer het dat de heer Dijkstra meedenkt over hoe we kunnen komen tot meer recycling. Vrijwel alle punten deel ik. Het gaat o.a. om de noodzaak van het afvalstempel, het vergemakkelijken van import en export van afvalstoffen en het hergebruik van accu’s van elektrische auto’s. Alleen de verhoging van de vervuilingsnorm van kunststof (van 2% naar 10% vervuiling voor recycling) deel ik niet, omdat deze niet goed toepasbaar is in het recyclingproces. In bijlage 1 bij deze brief staan de 6 punten beschreven evenals mijn reactie daarop.

Ad 2. Een van de operationele doelstellingen van het programma VANG (Van Afval Naar Grondstof) is het richten van het afvalbeleid op de circulaire economie. Een aspect dat hierbij dient te worden meegenomen is de afvalverbrandingscapaciteit in Nederland. In opdracht van het Ministerie van IenM is een verkenning gedaan naar mogelijke toekomstscenario’s voor de afvalverbranding in Nederland in de periode 2015–2022. Afhankelijk van het aanbod van Nederlands en buitenlands restafval, zijn er verschillende scenario´s denkbaar voor de toekomstige verbrandingscapaciteit in Nederland. Deze studie vindt u als bijlage1 bij deze brief, samen met een beleidskader voor de afvalverbranding dat zal worden meegenomen in het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3). De hoofdlijnen van dit beleidskader zijn:

  • De rijksoverheid streeft in het kader van de transitie naar een circulaire economie naar halvering van het te storten/verbranden Nederlands afval: van 10 Mton in 2012 naar 5 Mton in 2022.

  • In de aanloop naar een circulaire economie zal nog lange tijd behoefte zijn aan verbrandingscapaciteit om afvalstromen te verbranden die (nog) niet kunnen worden gerecycled.

  • Vanuit klimaatperspectief is benutting van de restcapaciteit voor verbranding van buitenlands restafval nuttig. Momenteel is in veel Europese landen storten of verbranden zonder energieterugwinning namelijk nog de standaard. Verbranding van buitenlands restafval met energieterugwinning heeft dan de voorkeur vanwege vermeden stortgasemissies in het land van herkomst en vervanging van fossiele brandstof in Nederland.

  • Ervan uitgaande dat de VANG doelstelling zal worden gehaald, zal de restcapaciteit van de AVIs toenemen van 2 Mton in 2014 richting 5,4 Mton in 2022. Om de restcapaciteit te benutten zal de sector dus nog meer afhankelijk worden van de import van brandbaar restafval uit het buitenland.

  • Of er in 2022 5,4 Mton brandbaar restafval uit het buitenland beschikbaar komt voor Nederlandse AVIs, hangt af van meerdere factoren waaronder de economische conjunctuur.

  • Als onvoldoende restafval beschikbaar komt op de internationale markt, kunnen exploitanten daarin aanleiding zien om de bestaande capaciteit af te bouwen. Ingrijpen door de rijksoverheid in deze vrijgegeven markt wordt niet voorzien.

Ad. 3 In overeenstemming met de toezegging tijdens het AO Afval en Grondstoffen van 14 november 2013 (Kamerstuk 30 872, nr. 159) bied ik u bijgevoegd het rapport aan over de mogelijkheden van het verduurzamen van stortplaatsen, eventueel in combinatie met afvalmining (het terugwinnen van grondstoffen en materialen)2. De conclusies zijn dat het verduurzamen van het beheer van stortplaatsen goed mogelijk lijkt. Recent is hiervoor een Green Deal Introductie Duurzaam Stortbeheer afgesloten. Afvalmining lijkt nog met een aantal onzekerheden omgeven (onbekend is wat aangetroffen kan worden en wat de mogelijke milieueffecten zouden kunnen zijn – bijvoorbeeld in geval van asbest). Ondertussen is in een breed internationaal kader (Nederland, België, Denemarken, Griekenland, Cyprus, Italië, Oostenrijk, Hongarije, Zweden, Malta) een voorstel ingediend bij de Europese Commissie voor een bijdrage op grond van de Interreg-regeling voor een pilot project over afvalmining op stortplaatsen. Daarnaast wordt met stakeholders gesproken over een Nederlandse visie op afvalmining. Vraagstukken richten zich niet alleen op de mogelijk terug te winnen materialen, maar ook op de gevolgen voor ruimte en milieu.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven