33 280 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 3 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2012

Hierbij ontvangt u, mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mijn reactie op het verzoek van uw waarin gevraagd wordt om een brief waarin alle afspraken betreffende natuur zoals opgenomen in het Begrotingsakkkoord onder elkaar zijn gezet.

Onderstaand zijn de afspraken opgenomen aangaande het beleidsterrein natuur zoals weergegeven in het hoofdstuk Vergroening van het Begrotingsakkkoord (bijlage 2 TK 2011–2012, 33 280, nr. 1). Per afspraak geef ik aan op welke wijze de uitwerking ter hand kan worden genomen. Deze richt zich in eerste instantie op 2013. Het decentralisatieakkoord natuur blijft in stand. Conform de afgesproken verantwoordelijkheidsverdeling zal de uitwerking van het Begrotingsakkkoord veelal in samenwerking met provincies worden opgepakt. Dit zal gebeuren met zo min mogelijk bestuurlijke lasten.

Intensivering Natuur

2013

1. Opheffen tekort SNL

30

2. Herstelbeheer maatregelen

20

3. Bijzondere beheeropgaven buiten de EHS

10

4. Hydrologische maatregelen

20

5. Afronden en inrichten robuuste natuurgebieden

120

Subtotaal

200

   

Intensivering duurzame economie

 

6. Behoud en beheer natuur BES-eilanden

10

1. Opheffen tekort SNL en verbetering van de regeling

Het budget voor beheer (SNL) wordt verhoogd waardoor de mogelijkheden voor recreatie in de natuur verbeteren en het realiseren van de internationale verplichtingen mogelijk wordt. Het extra budget komt in ieder geval beschikbaar voor:

  • beheervergoeding binnen en buiten EHS ( inclusief nationale cofinanciering agrarisch natuurbeheer) zodat er een 84% normkostenfinanciering ontstaat;

  • vergoeding voor beheer Recreatie om de Stad-gronden in beheer bij het Rijk;

  • toeslag voor recreatie;

  • regeling voor toezicht en handhaving;

Het budget wordt verdeeld conform de uitgangspunten van het decentralisatieakkoord. De betreffende middelen worden in het provinciefonds gestort. Het bedrag stijgt in 2014 naar € 50 mln. en in 2015 € 70 mln.

Ik stel voor het beschikbare bedrag van € 30 mln in 2013 toe te voegen aan de decentralisatie-uitkering 2012–2013 die aan provincies wordt verstrekt om het beheer in deze jaren te financieren en het ILG af te ronden. De komende periode zal ik met provincies om tafel gaan om afspraken te maken over de inzet van deze extra middelen voor beheer conform het Begrotingsakkkoord.

2. Herstelbeheer maatregelen in stikstofgevoelige gebieden

Herstelbeheer is onmisbaar voor het realiseren van Europese topnatuur. Deze middelen worden daarom ingezet voor herstelbeheer conform de Programmatische Aanpak Stikstof Natura 2000-gebieden (geen stikstofuitstoot beperkende maatregelen). Projecten worden toegekend via het 6-jarig uitvoeringsprogramma Natura 2000/PAS op basis van voorstellen van provincies en terrein beherende instanties. Er zal een gezamenlijke afweging plaatsvinden op basis van een ecologische prioriteitstelling.

Het is mijn inzet om in het kader van de PAS een 6-jarige afspraak te maken met provincies (2013 t/m 2018) over te nemen PAS-maatregelen binnen de kaders van het decentralisatieakkoord en de extra middelen voor beheer en herstelbeheer maatregelen.

3. Bijzondere beheeropgaven buiten de EHS

Unieke landschappen moeten behouden blijven. Dit budget is beschikbaar voor beheerkosten buiten EHS ten behoeve van landschap met hoge natuurwaarden, leefgebieden en soortenbeleid (internationale verplichtingen). Het Rijk kent op basis van ecologische criteria projecten toe van initiatiefnemers op basis van ecologische prioriteitstelling.

Onderdeel van de decentralisatieafspraken met provincies is dat het behalen van de internationale verplichtingen buiten de EHS een verantwoordelijkheid van het Rijk is. Hiertoe wordt nader bezien, mede in het licht van de motie van Veldhoven (TK, 2011–2012, 33 000 XIII, nr. 151), met welk instrumentarium het Rijk het beste vorm kan geven aan deze verantwoordelijkheid. Mijn voorstel is deze middelen hierbij te betrekken en voor het einde van het jaar met een operationeel plan te komen.

4. Hydrologische maatregelen

Er komen extra middelen beschikbaar voor hydrologische maatregelen beschikbaar omdat verdroging tegengaan één van de sleutels is voor het realiseren van Natura 2000-gebieden. Het ministerie van I&M draagt aanvullend € 10 mln structureel bij in verband met Kaderrichtlijn Water (KRW) verantwoordelijkheid. Projecten worden toegekend via het 6-jarige uitvoeringsprogramma Natura 2000/PAS van Rijk en provincies.

Met de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu ben ik overeengekomen dat het ministerie van Infrastructuur en Milieu de beschikking krijgt over de extra middelen voor hydrologische maatregelen en hier conform het Begrotingsakkkoord jaarlijks € 10 mln aan toevoegt. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu wordt, vanuit zijn stelselverantwoordelijkheid voor water en de bijbehorende financiële relaties met de waterschappen, verantwoordelijk voor het doen realiseren van de hydrologische condities in de Natura 2000-gebieden die nodig zijn om te voldoen aan de internationale verplichtingen zoals opgenomen in de aanwijzingsbesluiten Natura 2000 en de vereisten die de PAS stelt aan hydrologische maatregelen in alle voor stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden.

De inspanningen van het rijk zijn erop gericht dat met inzet van deze 30 mln euro rijksmiddelen per jaar voor de komende 6 jaar met waterschappen en provincies afspraken worden gemaakt over de noodzakelijke hydrologische maatregelen in deze gebieden waarbij drinkwaterbedrijven, terreinbeherende organisaties en LTO Nederland worden betrokken. Bij deze afspraken kunnen de mogelijkheden van synergie met KRW maatregelen in de 2e generatie stroomgebiedsbeheerplannen en eventueel cofinanciering met Europese fondsen worden betrokken.

5. Afronden en inrichten robuuste natuurgebieden

Het realiseren van robuuste natuur moet samen met ondernemers en burgers worden opgepakt en kan ook de waterveiligheid vergroten. Deze middelen kunnen worden besteed op basis van een geïntegreerde gebiedsgerichte natuurontwikkeling. Initiatiefnemers dienen projecten in bij het nog op te richten uitvoeringsprogramma natuurontwikkeling van Rijk en provincies. Het Rijk verdeelt de middelen op basis van de volgende criteria: snelle realisatie, grote ecologische waarde, relevantie in kader van realisatie EHS, aansprekende gebieden, behoorlijke schaalgrootte en er is cofinanciering van andere partijen. Toekenning vindt plaats na advies van deskundigen. Dit bedrag daalt in 2014 naar € 100 mln. en vanaf 2015 € 80 mln.

Het afronden en inrichten van robuuste natuurgebieden kan een extra impuls geven aan het realiseren van de internationale verplichtingen. Ik ben voornemens om in samenspraak met provincies op korte termijn met een plan van aanpak te komen voor het uitvoeringsprogramma natuurontwikkeling zoals opgenomen in het Begrotingsakkkoord. Hierbij is de insteek dat Rijk en provincies gezamenlijk het programmeringskader opstellen en het Rijk vervolgens de regie voert bij de toekenning, na advies van deskundigen zoals opgenomen in het Begrotingsakkkoord. Ik zal uw Kamer nader informeren over de opzet van het uitvoeringsprogramma en de advisering door deskundigen.

6. BES (Bonaire, St. Eustatius, Saba)

Er worden middelen beschikbaar gesteld voor projecten voor behoud, beheer en versterking van natuur op de BES-eilanden. Vanaf 2013 is € 10 mln beschikbaar.

Conform het Begrotingsakkkoord zullen middelen worden verstrekt ten behoeve van beheer, behoud en ontwikkeling van natuur in Caribisch Nederland (BES-eilanden). Het is mijn voorstel dit te richten op ondermeer exotenbestrijding, herstel van natuur, toegankelijkheid van natuurparken, capaciteitsopbouw en educatie. Mede met het oog op de ontwikkeling van een duurzame economie ligt het voor de hand om ook te kijken naar andere zaken die (indirect) raken aan natuur en milieu op de eilanden. Hierbij denk ik ondermeer aan inhaalslagen ten aanzien van afvalwaterzuivering, drinkwater, riolering, (wind)energie, eco-toerisme, rampenbestrijding (olieterminals), afvalverwerking, en ecologische landbouw, veeteelt en visserij. De nadere uitwerking wordt meegenomen in de opstelling van het natuurbeleidsplan dat voorzien is voor november dit jaar. Hierover zal uw Kamer nader geïnformeerd worden.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

Naar boven