Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2011
Op 16 november 2010 heeft de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie bij brief gevraagd naar de stand
van zaken van het onder water zetten van diverse polders in Zuid-Holland.
De beantwoording van uw verzoek heb ik uitgesteld om recente ontwikkelingen in mijn antwoord mee te kunnen nemen.
In eerdere correspondentie heb ik u informatie verstrekt. Daarin heb ik u geschreven dat ik de provincie Zuid-Holland op 11 januari
2010 heb medegedeeld dat de opdracht voor ontpoldering in het kader van Deltanatuur is ingetrokken. Ik verwijs naar de beantwoording
van het commissieverzoek inzake polder Zuidoord (Kamerstuk 30 825, nr. 65), de door de leden Koppejan en Koopmans gestelde Kamervragen (Aanhangsel Handelingen II 2010/11, nr. 1774), de door het lid Koppejan gestelde Kamervragen (Aanhangsel Handelingen II 2010/11, nr. 1721) alsmede het commissieverzoek met de aanvullende vragen aangaande Zuidoord (Kamerstuk 30 825, nr. 66). Voor wat betreft IJsselmonde verwijs ik naar de beantwoording van Kamervragen van het lid Koppejan van 2 mei jl. (Aanhangsel
Handelingen II 2010/11, nr. 2418).
In het kader van de Decentralisatie is de provincie Zuid-Holland verantwoordelijk voor de realisatie van de herijkte EHS.
Het uitgangspunt voor de herijking is dat de Natura 2000 doelen in samenhang met de KRW worden gerealiseerd. In dat kader
heb ik met de provincie Zuid-Holland overlegd over welke Deltanatuurprojecten noodzakelijk zijn voor de internationale doelen
van Natura 2000 en KRW en aansluitend of projecten die niet nodig zijn voor Natura 2000 buiten de Natura 2000 begrenzing gebracht
kunnen worden. Daarbij is de zoekrichting besproken om de doelen waarvoor vernatting noodzakelijk is, in een zo klein mogelijk
gebied en bij voorkeur op landbouwgrond van mindere kwaliteit te realiseren.
Ik heb de provincie op 2 december 2011 schriftelijk medegedeeld dat indien de met de internationale verplichtingen samenhangende
natte natuur zo sober mogelijk en geconcentreerd wordt gerealiseerd, de ontpoldering van ca 600 hectare niet noodzakelijk
is.
Daarbij heb ik aangegeven dat ik bereid ben om de Deltanatuurprojecten die niet nodig zijn voor de internationale doelen,
buiten de (definitieve) Natura 2000 begrenzing te brengen en die wijziging ter goedkeuring aan de EU wil voorleggen. Het is
nu aan de provincie om de besluitvorming over de herijking van de EHS af te ronden.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker